TWEEDE PAASZONDAG Joh20,19-31:Verschijning aan de apostelen. VERS 29 ' TOEN ZEI HIJ TOT HEM: OMDAT GIJ GEZIEN HEBT, GELOOFT GE ?ZALIG DIE NIET ZIEN EN GELOOFD HEBBEN' De klemtoon bij geloven ligt nooit op zien maar op horen. Geloven is immers vertrouwen geven. De schaduw van geloven is altijd het twijfelen. Wie ziet, kan niet meer twijfelen noch geloven want hij ziet het en daarmee is alles gezegd. Heb ik contact met mijn twijfelen als ik geloof ? Kan ik mijn twijfelen onder woorden brengent?Probeer eens. Houdt mijn geloven daarbij stand ? Hugo Dierick, Rosier 26,Antwerpen