Vierde zondag in de veertigdagentijd Lucas 15,11-32 : Wie is die verloren zoon in dit verhaal? Hij is de jongste van twee die zijn vader verlaat omwille van het geld. Als hij al het geld van zijn vader er had doorgejaagd, klopt hij ten einde raad terug aan bij zijn vader. Uit nood (om te overleven) overwint hij zijn schaamte en vraagt om in dienst te treden. Zijn vader ontroerd door de aanblik van zijn 'verloren'zoon omhelst hem echter terug als een vader. Het wordt een groot feest. De oudste zoon verwijt zijn vader dat hij nooit een feest gekregen heeft terwijl hij wel zijn plich had gedaan. Hij heeft zijn broer niet gemist en nu blijkt dat hij ook nooit een echte band met zijn vader heeft gehad. Hij heeft hem nooit gevraagd naar een feest. Hij deed als was hij een voorbeeldige werknemer maar had geen echte band zoon- vader. Vandaar zijn jaloers en chagrijnig gevoel en gedrag naar zijn broer die ondanks zijn stomiteiten toch met zijn vader een echte band van liefde beleeft. Waar beleefde ik onlangs dat gevoel van jaloersheid dat ik niet wil hebben? Wat deed ik daarmee ? Hugo Dierick, Rosier