TENHEMELOPNEMING VAN MARIA Luc.1,39-56 Vers 46: Maria sprak: 'Mijn hart prijst groot de Heer.' In dit vertaalde vers - hoe mooi die vertaling ook klinkt- heeft het vertaalengeltje de oorspronkelijke betekenis helemaal omgekeerd. De naam Maria sprak Jezus uit als Myriam en betekent ' De Verhevene' . Logisch toch dat de aanhef van dit magnificat (groot maken) alsvolgt staat opgeschreven : ' En Myriam (DE Verhevene) sprak : De Heer heeft mijn 'ziel' opgeheven, verheven' Dit is ook echt bijbels want het is altijd God die handelt. Wij moeten dit alleen toelaten en laten gebeuren. Laten wij het toe dat God ons ophemelt, groot maakt, verheft? Wat houdt ons tegen ? Welke balast ? Hugo Dierick, Rosier.