VIERDE ZONDAG VAN DE ADVENT MT 1,18-24 Vers 20 c':' Het kind in haar schoot is van de Heilige Geest' Hoe dit begrijoen ? Daarvoor is het nodig precies te verstaan wat Heilige Geest wil zeggen in Jezus'moedertaal: Roeach Hakodesch: Heiligheid- Ruimte -Adem waarmee iets heel eigen gezegd wordt over dit kind. Bij het verwekken van een kind beleven man en vrouw het summum aan intimiteit en wordt het kind het kind van die ouders. Het kind dat Maria draagt in haar schoot is ook het gevolg van een summum aan intimiteit maar die intimiteit wordt tegelijkertijd verruimd: dit kind ontsnapt aan de beperktheid van zijn ouders en zal er zijn voor een wereldwijde toekomst : Godskind in niets alleen maar behorend tot een gezin maar aanhankelijk aan allen en gericht op allen. Kunnen wij daar inkomen niet zozeer in het verstaan maar wel in het ervaren van die verruiming van die Liefde waarmee Jezus geboren werd? Hugo Dierick, Rosier