Ooit in ons leven hebben we allemaal wel eens gesmost met waterverfkes denk ik. In de wereld van de grote mensen heet zoiets natuurlijk aquarel. Waarom ik dit werk mooi genoeg vind voor 't blog : de uitdrukking van de honden is zo naturel. En in de vroege schemer zijn de schaduwen lila, jawel.
Het huis staat vol relieken uit een ver verleden Wat moeten ze ermee? Puinruimen. Containers vullen. Herinneringen op het stort. Wat is het leven kort.
MML 2016
Toen mijn zussen en ik volgens mijn moeder (toen 88) tot de jaren van verstand gekomen waren, (wij allerdrie senioras) kregen we al eens iets te horen over vroeger, over de tantes en de nonkels en de buren en andere mensen uit onze kinderjaren. Op die verhalen moesten wij dan gepast reageren.
Soms was het moeilijk in te schatten wat Ma van ons verwachtte. Moesten we vlammend verontwaardigd zijn of moesten we het hoofdpersonage breeduit vergoelijken? Iets tussenin dan maar. De leeftijd van de rode konen zijn we toch al lang voorbij.
De meeste van die verhalen zijn nu tragikomisch. Maar ooit moeten die situaties haar serieus geraakt hebben dat ze er decennia later mee voor de pinnen kwam.
Alsof er iets opgeruimd moest worden. Alsof ze haar dochters misschien toch maar eens moest waarschuwen voor de aard der mensheid.
In de zomer van 1983 lag het schip in de droge dok in Duinkerke. Tien dagen niet op zee? Geen ramp. Tien dagen in de bewoonde wereld! Tien avonden aan de wal met de scheepsfiets, een zware torpedo fiets die ooit ergens op een werf aan boord geraakt was.
We hadden gedurende die tien dagen radio- & TV-ontvangst en we konden relatief goedkoop naar het thuisfront in België telefoneren, kortom : luxe. Én het was zonnig weer. Ondanks al het extra werk en het geloop & gedraaf dat een verblijf in droge dok met zich mee brengt leek het wel een vakantiejob.
Een aantal van de mannen zat na drie dagen al door z'n geld, want per taxi bordelen bezoeken is natuurlijk veel duurder dan met de fiets in de vissershaven eethuisjes uitproberen.
Elke dag waren er een paar mannen die tersluiks kwamen vragen of ik hen niks kon voorschieten. Waarschijnlijk konden ze bij de kaptein geen voorschot op hun loon meer krijgen omdat ze het maximum al opgevraagd hadden. En ook opgemaakt hadden, blijkbaar. Aan de wal bij de bank geld opnemen was geen optie, dat merkt de vrouw thuis.
En ik had niet het geld om iets te lenen. Ik had enkel mijn budget. Mijn centjes. Míjn centjes. Zelf voor gewerkt. Yvonne, mijn allereerste collega, ma marraine de la marine, had me dat herhaaldelijk op het hart gedrukt: leen nóóit geld uit aan de mannen. En al zeker niet wanneer het schip tegen de kaai ligt.
Duinkerke : mossel- en visgerechten, lekker & niet duur. Iets meer geld had gemogen, voor een taxi, maar misschien was die zware fiets wel mijn geluk, ik fietste daarmee de rijke sauzen uit mijn systeem.
Dat ik tot de laatste dag nog centen had en een aantal bemanningsleden na de derde dag al niet meer heeft zich op dag tien tegen mij gekeerd. Tja … ----- De tien dagen waren om, ik maakte voor de laatste keer de fiets vast onder aan de gangway en bracht volgens afspraak de sleutel naar de bootsman met het verzoek om de fiets 's anderendaags met het laadboompje aan boord te hijsen. Dat zou in orde komen. Zei hij.
's Anderendaags dacht ik helemaal niet meer aan die fiets, waarom zou ik, 'k had mijn deel van de afspraak nageleefd : 'k had intijds de bootsman verwittigd en ik had de sleutel afgegeven. Daarmee was de verantwoordelijkheid voor de fiets overgedragen.
In de loop van de voormiddag werd ik boven geroepen. Gewoonlijk is dat geen goed teken. In heel mijn loopbaan ben ik maar een paar keer moeten boven komen, gewoonlijk voor tijdrovende informatieve of administratieve prutsen.
Dus ikke naar boven met een air van 'wa's 't nu weer!' Want wanneer we volk aan boord hadden gedroeg diën Ouwe zich nogal graag als divo. Dan had hij publiek ziet ge, en dan kon ik maar beter het spelletje meespelen.
Bon, ik naar de brug (ondertussen bleef beneden mijn werk liggen) en ik presenteer mij bij Zijne Hoogheid. Hij stond aan bakboord. Hij bleef een tijdje door zijn longue vue kijken, alsof hij niet gemerkt had dat ik schuin achter hem stond. Show. Een longue vue ipv een verrekijker, dat zegt al genoeg hé. Imago.
Toen hij zich verwaardigde mijn aanwezigheid te merken, -nu werd het efkes theatraal- nam hij me kordaat bij mijn ellenboog mee, donderde met grote stappen over heel de breedte van de brug naar stuurboord, over heel de breedte van de scène, naar buiten.
Verbouwereerd dribbelde ik mee. Op mijn linnen binnenhuisschoentjes mee aan deck, buiten. Op de wing, buiten gehoorsafstand wees hij met een dramatisch gebaar: "Wat is dat daar?"
Vanop de wing kan men heel het deck tot aan de voorpiek overschouwen dus wist ik niet direct wat hij aan stuurboord bedoelde met ‘daar’. "Aan de gangway" zei hij zacht. Buiten op de wing was er geen publiek en deed hij gewoon menselijk.
Ik zag dat de gangway was binnengehaald, hij lag binnenboord en in de klemmen geschroefd, zeeklaar gemaakt. Nogal wiedes, zo vlak voor vertrek.
- Wat is dat daar, aan het platformke? (het opstapje van de gangway) - Oei, dat is een fiets hé, Kaptein. Geweest. Dat is een fiets geweest. - En wat doet die fiets daar, Meiske? - Ha, de bootsman heeft die niet laten binnen hijsen hé Kaptein! - En hoe komt dat? - Awel hé Kaptein, dat komt omdat hij en zijn mannen sjaloes zijn dat ik nog geld had om mosselen te gaan eten en zij na drie dagen gemeuzzel door hun voorschot zaten, blut. Platzak. Daardoor komt dat.
Hij gaf een lachje. Ik gaf een brede glimlach. Hij kneep nog eens in mijn ellenboog en zei, "Ga maar langs buiten naar beneden."
Want ja, met mijn grijns kon ik niet meer binnendoor, langs al de werf-mensen. Die moesten denken dat ik onder mijn voeten gekregen had vanwege de vernielde scheepsfiets. The show must go on.
Hij kon onmogelijk de bootsman naar boven roepen in volle standby hé. Die is vooraan nodig, op de voorpiek, daar kan tijdens de standby geen man gemist worden. Tijdens een standby kan niemand gemist worden. Tijdens een standby zijn alle posten op de brug, in het machien en aan deck -voor & achter- bemand. Vindt dan maar eens iemand die beschikbaar is om poppenkast op te voeren … Het binnenhuispersoneel !
Ivm die verhakkelde fiets op de gangway moest er iets gebeuren, en wel onmiddellijk want de belangrijke walmensen van kantoor die mee op de brug stonden verwachtten dat een zeekapitein zijn gezag liet gelden. Ondertussen moesten hij en de loodsen wel een schip van miljarden buitenvaren. Maar die fiets … hola, dat was iets dat ze snapten, dat konden ze bevatten en erg vinden. Daar-moest-in-ge-gre-pen-wor-den! Eventueel schuldigen kielhalen. Ze hadden zeelucht gesnoven hé.
Zodoende moest iemand mee de poppenkast komen opvoeren. En dat was dan bibi. Graag gedaan hoor, kaptein. Steeds tot uw dienst, able & willing,
De baas gebruikte halfvolle bierflesjes van 33cl om fruitvliegjes, wespen en andere niet-betalende klanten weg te houden. Bij het bier deed hij nog wat suiker ook, als ik me goed herinner. Zo stond daar om de twee fruitbakken een half pintje te lokken. Dat systeem kende ik nog niet.
Toen ik tussen het uitgestald fruit een eerste flesje ontdekte, dacht ik dat de baas tijdens het opstellen 's morgensvroeg daar zijn pint had laten staan. Mô enfin, zei ik halfluid, dat is toch geen zicht, zie nu, 't zit al vol beesten …
Iemand merkte op dat ik misschien wat lang in de zon gelopen had. Al die halfvolle flesjes waren immers insectenvallen, dat ziet toch iedereen! Ah ? Er stonden er meer ? Ja, dan zal het Marcel niet geweest zijn zeker, deed ik schaapachtig. Dan heeft het zijn nut, bedoelde ik. De hals van de flesjes was binnenin besmeerd met olie, zodat de insecten er niet meer uit konden.
We zijn eerst verderop wat verfrissing gaan zoeken. Achteraf pas heb ik bij Marcel mijn boodschappen gedaan.
Fruit kopen op de markt of op de stoep onder een luifel, er is een aroma, een volheid die men in de steriele lucht van een supermarkt niet vindt.
2016. Die morgen las ik twee korte artikeltjes over het programma 'Liefde voor Muziek' van VTM.
In dat programma lenen zangers een nummer uit mekaars repertoire om het werk dan in de eigen stijl te brengen, zelfs al komt het nummer uit een ander genre. De andere stem met de eigen klankkleur, een ander ritme, een ander arrangement … de tekst al dan niet vertaald. Het is veel meer dan coveren, de artiest brengt een totaal nieuwe creatie.
Dat programma heeft hier thuis al eens opgestaan en in het langsgaan zag ik een kampvuur en een gitaar. Oeoei, dacht ik. En ik ging verder, want ik had andere dingen te doen. Toen ik de twee artikels uit had vond ik dat ik het concept kende van ergens. Behalve dan dat ik in 't voorbijgaan Guy Swinnen van The Scabs aanzien had voor de aalmoezenier van een jeugdkamp. Mijn excuses, Mr. Swinnen …
Dat idee om van mekaar een werk te lenen als vertrekpunt voor een eigen interpretatie, dat is gewoon de 'kruisbestuiving' waar ik al jaren ijverig enthousiast over ben. In het programma wordt deze manier van werken wel zeer professioneel aangepakt en de opnames gebeuren op een dure locatie. De VTM fabriek draait er op volle toeren, dat ziet men zo.
Maar al het voorbereidend werk, het denkwerk, de kruisbestuiving, die dingen gebeuren gewoon thuis, in ateliers en in studio's, in besloten ruimtes, aan de keukentafel, in kleine koppekes. En dát Lieve Mensen … dat kunnen gij en ik ook.
Kinderkrabbels die opduiken op plekken waar men het liever niet heeft. Op het behang, bvb. Of achter op de autozetel. Of als vraag aan Google op het scherm van de laptop : vraag ivm stift 'kan men stift van een LCD-scherm afwassen ?'
Of in een boek dat open lag.
Deze mens-met-koe/paard-tekening is een specialleke : ze staat getekend in een Middeleeuws boek. Jammer dat nergens gegeven wordt in wélk boek de tekening gevonden werd.
Kinderen van nu hebben één ding gemeen met hun leeftijdgenoten uit de middeleeuwen: ze tekenen op dezelfde manier. Dat blijkt uit de vondst van kindertekeningen in een 15e-eeuws boek.
31 juli 2016 (dat is binnenkort drie jaar geleden)
Een man die zijn koe of paard uitlaat. Zo'n tekening zou je prima tegen kunnen komen in elke kleuterschool. Maar deze is anders : de tekening is namelijk 500 jaren oud.
Voor het eerst zijn krabbels uit een middeleeuws boek geanalyseerd met psychologische methoden, en de conclusie is helder: ze zijn door kinderen gemaakt.
Hulp van kinderpsychologen
Deborah Thorpe, onderzoeker aan het Centre for Chronic Diseases and Disorders van de University of York, werkte eigenlijk aan heel iets anders toen ze tijdens haar research op tekeningetjes in de kantlijn van een oud boek uit Napels stuitte. Die wekten haar nieuwsgierigheid. De krabbeltjes leken namelijk op typische kindertekeningen. Ze legt uit dat het niet ongebruikelijk is om kinderlijke illustraties in de kantlijn van middeleeuwse boeken aan te treffen, maar dat die doorgaans door volwassenen zijn gemaakt. Daarom vroeg ze een aantal kinderpsychologen om hulp, en die kwamen tot de conclusie dat de tekeningen zijn gemaakt door kinderen tussen de 6 en de 8 jaar.
Typisch voor kinderen
'De psychologen hadden een aantal criteria opgesteld om met zekerheid te kunnen zeggen dat kinderen de tekeningen hebben gemaakt. Bijvoorbeeld de ovale vormen, de focus op de koppen ende ontbrekende bovenlijven,' zegt Deborah Thorpe, en ze voegt eraan toe dat de tekeningen veel zeggen over kinderen in de middeleeuwen: 'Ze tonen aan dat kinderen in die tijd creatief waren. Ze waren dol op spelen en leren en gebruikten hun fantasie volop – net als kinderen van nu.'
Nu nog de titel van dat boek … en van wanneer juist dateren die kinderkrabbels ?
Wanneer men op doorreis is moet men soms genoegen nemen met wat voorhanden is, zoals deze gans in een plasje. Water is water, de rest is voor later.
gans in plasje
Wat de gans daar in haar eentje doet weet ik niet -'k kan de herkomst van de foto niet achterhalen- een gans is toch een groepsdier? Misschien probeert ze een groep in te halen, 't gebeurt dat er een dier achterblijft. Bij de tussenlandingen doet ze met wat voorhanden is. Is het dan een domme gans?
We hebben het allemaal al eens meegemaakt, denk ik, dat men in den aap gelogeerd is. Op het moment zelf is dat niet zo prettig maar men is blij met wat men heeft. Een matras en het stromend water op de gang, achteraf wordt dat een verhaal …
iets uit 2011, tijdens de moeizame regeringsformatie van 288 dagen
'k Dacht dat ik er mij niks van aantrok, van het ganse gedoe maar die nacht heb ik wel gedroomd dat Albert het beu was zonder regering door het leven te moeten.
Alle andere koningen en koninginnen lachten hem uit. "Een koning zonder regering! Ha!" Daarom had hij een oplossing bedacht : een onderkoning. Want zelf regeren mag hij niet. Dat zou zelfbestuur zijn of zoiets is en zelf besturen is voor een koning ongrondwettelijk maar niet voor een onderkoning.
Niemand wou hier onderkoning worden in ons land en de andere koningen & koninginnen van de wereld lachten nog harder. Toen kwam er een kordate dame die wél wou en we hadden een onderkoningin. Er bestaat geen instructieboek voor onderkoninginnen maar dat was niet erg want er waren veel foto's en daarop kon ze zien hoe het moest, België besturen.
En toen waren plots alle foto's van België gewist. Sabotage? Er werd aan de bevolking gevraagd, en dus ook aan LM en mij, onze burgerplicht te doen en al onze foto's van België te mailen naar de onderkoningin, zodat zij toch zou kunnen beginnen met het landsbestuur.
'k Werd wakker en bedacht dat LM en ik eigenlijk zeer weinig foto's hebben die in België gemaakt zijn. Echt goede burgers zijn wij dus niet.
m – EZW-08/2011, herwerkt en een beetje betere burger, nu
eerste verhaal : Een buurman bekent aan zijn vrouw dat hij homoseksueel is en al van vóór hun huwelijk een relatie heeft met zijn zakenpartner. Nu zijn dochter op het punt staat te huwen en hij dus geen alimentatieplicht heeft wenst hij te scheiden om … zo spoedig mogelijk met zijn partner te kunnen trouwen. De echtgenote hoeft zich echt geen zorgen te maken, alle gemeenschappelijke eigendom plus inboedel, effecten en saldi van spaarboekjes komen op haar naam op één voorwaarde, dat hij met zijn partner officieel kan deelnemen aan de suite tijdens de huwelijksplechtigheid, receptie en huwelijksmaaltijd.
Wanneer de echtgenote en dochter en toekomstige schoonzoon werden ingelicht? Precies twee dagen vóór de huwelijksplechtigheid. Kan je je onze verbazing voorstellen, toen wij in de kerk de jonge bruid, zeer geëmotioneerd, aan de arm van haar toekomstige zagen binnentreden gevolgd door haar moeder aan de arm van haar oom, haar sip kijkende schoonfamilie en last but not least haar vader hand in hand met zijn partner? Dat was wel even naar adem happen om er later op de receptie meer dan ongemakkelijk bij te staan.
Denk niet dat dit het summum was van wat we meegemaakt hebben bij trouwpartijen. Het ondenkbare, voor ons toch, gebeurde, 45 jaar geleden.
tweede verhaal : Een 24-jarig buurmeisje was al geruime tijd verloofd, het huwelijk werd meer dan een jaar uitgesteld door een zware medische ingreep met lange revalidatie bij de vader van de bruid.
Doch het meisje raakte plots zwanger en omwille van de reputaties in die tijd, kwam het huwelijk in versnelling. Samen met mijn moeder, vriendin van de moeder van de bruid, zaten wij in een goed gevulde kerk te wachten op de plechtige intrede. Het orgel zette in, allen keken gretig en verheugd richting ingang en wat zagen wij? De bruid aan de arm van haar vader, gevolgd door haar moeder aan de arm van haar oudste zoon. Geen bruidegom, geen aanstaande familieleden. Alleen de Suisse die het gevolg afsloot. Gefluister alom. De mis werd opgedragen door drie priesters en opgeluisterd door een koor. De bruid naam plaats in de speciale stoel voor het altaar, het kind zat er heel alleen. Mama en ik hadden zelfs niet gemerkt dat de schikking vooraan beetje apart was, we zaten immers achteraan, maar we waren wel verwonderd over het onophoudend gefezel tijdens de intrede. In dezelfde volgorde is het gezelschap, zelfs glimlachend en iedereen begroetend na de plechtige mis naar buiten geschreden, de taxi’s in.
Wat er gebeurd was? Een drietal dagen voor de plechtigheid had de aanstaande bruidegom het bewijs gekregen dat de baby het resultaat was van een ‘slippertje’ van mijn buurmeisje. De aanstaande bruid, eerst bij hoog en laag zwerend dat iemand een grove leugen rondbazuinde, moest wegens keiharde bewijzen haar zogezegd eenmalige scheve schaats uiteindelijk toegeven. Nu echt verwonderd was niemand in de buurt, toen enkele maanden later op het geboortekaartje de naam van haar jeugdliefde vermeld stond. Uiteindelijk zijn die twee in alle stilte nadien toch getrouwd.
Waarom al die kerkelijke poespas? Om de integrale kosten van die dag te kunnen aanrekenen aan de toekomstige bruidegom. De vader had immers onmiddellijk advies aan zijn raadsman gevraagd. Wat voor een vader moet je zijn om je kind zo’n affront te laten ondergaan? Een geldwolf. Geld en carrièremogelijkheden waren ook de oorzaak om destijds zijn veto tegen haar eerste jeugdliefde te stellen en het meisje te pushen de door hem uitverkoren kandidaat te accepteren. van TP
'k Voel mee met het meisje in verhaal twee, het was een moeilijk moment daar in de kerk, maar ik zie haar planning. 45 à 50 jaar geleden, het was toen 1970, of daaromtrent.
Mogelijk was het een tactisch geplande zwangerschap en mogelijk was er een georganiseerde lek over het vaderschap, resultaat : ze was plots vrij van het gearrangeerd huwelijk, ze kon in rechte lijn naar een liefdeshuwelijk. Efkes die dienst uitzitten? Dat kon ze doorstaan. Een verliefde vrouw kan veel. Een verliefde zwangere vrouw kan alles.
Tranen? Ja, mogelijk van opluchting. Gebogen houding? Ja, vanbinnen jubelde het. Ze had haar vader eindelijk, eindelijk! een hak gezet. Ze had de weg vrij gemaakt voor een eigen levenspad, misschien zelfs los van die geldwolf.
Dat is het scenario zoals ik het zie. Het boek en de verfilming moeten nog komen en wanneer de Oscars uitgereikt worden vraag ik u natuurlijk mee naar LA, dat spreekt vanzelf TP.
Wanneer een (klein)kind voor de eerste keer bewust gaat logeren, -dus niet gewoon blijven slapen bij familie of andere bekenden- maar voor het eerst een echt logeerpartijtje bij een vriendinnetje thuis, zal meemaken, of voor de eerste keer op kamp gaat, is er een portie gemengd : kriebels met een vleugje stress.
Er zijn ook kriebels die omslaan naar echte stressjes naarmate de datum van vertrek nadert, wanneer het idee logeren of kamp geen idee meer is maar realiteit wordt. Wanneer het over bagage gaat, wil dat zeggen. Mag ik mijn knuffel meenemen op kamp? Wat als ik een droge pyjama nodig heb? En een hoop andere vragen.
Wat de mama's dan meemaken laat ik efkes zo. Die mama's zijn dan een portret op zich waard.
feestkriebels
Het bruidsmeisje werd gelukkig gevrijwaard van organisatorische beslommeringen. Het meisje hield zich bezig met de glans van de nieuwe schoentjes of de ongelooflijke glorie van een klein tasje, door een tante gemaakt van een restantje stof.
Stress ging over het grote werk, iets voor de grote mensen. En over het vervoer, iets dat men als tienjarig bruidsmeisje natuurlijk delegeert.
Dat er in de aanloop naar de bruiloft wat afgevloekt werd is bijzaak. Door de grote mensen werd er gevloekt, want als kind mochten wij geen krachttermen gebruiken. Onze vader, opvoeder en groot voorbeeld mocht dat wel, maar wij dus niet.
Wij begaven ons met de lakschoentjes gedachteloos en onnadenkend de dag in, met een hartje vol glorie en feestkriebels en met aan de pols dat chic tasje.
Gewoon uitvoeren wat een ander je opdraagt mag niet je prioriteit zijn, want je creativiteit heeft altijd een uitlaatklep nodig. van P²
Bij die lijnen dacht ik onmiddellijk aan binnenhuisinrichting. Zoals het er staat lijkt het me de taakomschrijving van een interieurontwerper(ster). Binnenhuisarchitect werd het vroeger genoemd, als ik me niet vergis.
De andere, in dit geval de cliënt, heeft wel iets voor ogen maar krijgt het niet gezegd en nog veel minder gedaan. Daar is de uitlaatklep van de ontwerper. Een schilder of behanger doet wat de cliënt vraagt, doet waarvoor hij aangenomen werd. De interieurdeskundige mag een titske meer leveren dan wat de cliënt vraagt. Wel, in de TV-programma’s toch.
'k Vind die programma’s interessant maar 'k heb niet altijd het geduld om ze uit te zitten. Daarom kijk ik het begin, ga iets anders doen en tegen het einde zal ik wel eens opkijken om het resultaat te zien. De tofste programma's zijn die waar een budget mee gemoeid is, wanneer bestaande dingen hergebruikt worden. Het blad van een salontafel die te groot was voor de ruimte, wordt omgebouwd tot hoofdeinde van het bed en de deur van een veel te drukke kleerkast wordt een sierpaneel in de hal, dat soort dingen.
Natuurlijk lopen daar veel meer vaklieden rond dan we te zien krijgen, of niet alles zou binnen de 48hrs of 24hrs in orde zijn. Om de tijdsspannes moet ik soms glimlachen. Vooral wanneer er houtwerk geschilderd wordt. Of vernist. De lagen moeten niet alleen drogen maar ook uitharden.
Binnen de wensen van de cliënt, binnen de mogelijkheden én de beperkingen van de gegeven ruimte, en de limieten van het budget, iets méér leveren dan wat gevraagd werd, daar is creativiteit mee gemoeid. Daarom dacht ik aan interieurmensen.
We waren 14 of 16 jaar. Op een keer kwamen suppo's ter sprake in de Franse les. De lerares schreef op het bord : supposer - la supposition - le suppositoire Ik herinner me de gegeneerde stilte die toen viel. Wij vroegen ons af wat een suppo in de Franse les kwam doen. Haar vraag volgde : wat konden we vinden over het verschil tussen position en positoire.
De sup- was er dus eigenlijk een beetje willekeurig aan? Het had bvb evengoed déposer - déposition - dépositoire kunnen zijn? Maar dat eerste voorbeeld was dichter bij huis, moet de lerares gedacht hebben. 't Was een voorbeeld met voorbedachte rade. Tactiek en didactiek, sommige leraressen combineerden die twee.
Na de gegeneerde stilte werkten we danig goed mee, over die position en positoire, opdat de sup- er maar niet aan te pas zou komen. Het inbrengen is niet ter sprake gebracht. Dat was gelukkig de vraag ook niet.
Inbrengenwiki
Een zetpil is aan een kant plat en heeft aan de andere kant een punt.
Traditioneel wordt de zetpil ingebracht met de punt eerst. Ook in vele bijsluiters van zetpillen wordt het inbrengen op deze manier beschreven.
De andere methode is dat men een zetpil met de platte kant eerst inbrengt. De sluitspier oefent daarna druk op de spitse punt van de zetpil uit, waardoor deze dieper de darm in gedreven wordt.
Als de eerste methode traditioneel heet, hoe noemt men dan de tweede methode?
Jaren later, Toppié van Tina had een suppo nodig. Er was een gebruiksaanwijzing, een handleiding bij. Bij de suppo's. Niet bij het kind. Die hadden we anders wel kunnen gebruiken die dag, een handleiding-bij-kind.
Op het Net is van alles te vinden onder 'zetpil inbrengen' Over hoe het moet, zou moeten en best kan. Over wat er mis kan gaan ook … Echt rustige lectuur voor 's woensdags bij de ochtendkoffie.
Die dag had ik op de regionale zender iets gezien over het werk van Peter Engels. De dag daarop heb ik een en ander opgezocht over de man.
Hij heeft een zeer knappe site, zeer uitgebreid ook en Google heeft nog meer artikelen over hem.
Op You Tube staan er plenty interviews, van de losse babbels tot een volledig gesprek. Voor wie tijd & zin heeft : neig interessant. Allen naar You Tube, gebruik als zoekwoorden : Peter Engels artist.
“Sinds een tiental jaren schildert Peter Engels uitsluitend met het paletmes . Clair-obscur effecten kenmerken zijn œuvre. Het ‘vintage’-karakter van de portretten wordt door hem benadrukt door een zwart-wit en sepia kleurgebruik. De 'Vintage portretten' van Peter Engels zijn momentopnamen in sepiatinten. Ze houden legenden levend. Opmerkelijk bij Peter Engels is de kadrering. Ogen en mond zijn essentieel. De rest is decor en wordt dus ook ruwer geschilderd. Zelden staat een hoofd helemaal op het doek.” Wikipedia
Peter Engels is wereldberoemd in zijn genre, de man woont al jaren in Brasschaat, dat is op een boogscheut van hier en bibi weet weer van niks. Gelukkig is er ATV om mij af en toe wat bij te schaven.
Grootmoeders hadden ofwel een chignon ofwel een permanent, de krulletjes. Wij hadden van elke soort een oma. De chignon in Antwerpen en de krulletjes in het Waasland.
De chignon was de strakke wrong, de gladde verticale rol die wereldberoemd geworden is dank zij Grace Kelly.
De krulletjes, dat waren die strakke onbeweeglijke dingetjes die best niet geborsteld werden. Opnieuw nat maken, aan de lucht laten drogen en dan voorzichtig kammen, dat deden de tantes bij Moe en ik stond er soms op te kijken. Die krulletjes deden me denken aan astrakan, zo strak.
Krulletjes en chignons, dat waren de grootmoeders in mijn maatschappijtje.
De moeders hadden geen permanent, die hadden een mise-en-plis of een ‘watergolf’. En ze hadden ook geen chignon, want ze crêpeerden hun haar à la Bardot. Dat haar crepeert van crêperen, bleek dan achteraf pas. En blonderen heette toen nog 'bleken’' Gebleekt haar brak. Maar dat hoorde er allemaal bij, bij de grotemensenwereld, dacht ik toen. En ik bereidde me voor op de leeftijd dat ik met precieuze gebaartjes en zorgelijke intonaties zelf ook zou mogen jammeren over mijn haar. Wat ik uiteindelijk nooit gedaan heb, er viel niks meer te jammeren. De haartrends waren volledig veranderd, natuurlijker geworden.
Het soort kapsel dat ik als klein kind ook wou was in elk geval lang, L.A.N.G want meisjes met lang haar kregen strikken en bloemen in hun haar als er ergens getrouwd werd en zo. En ik had een kort kopke waarop geen enkele bloem of strik greep kreeg. En het was praktisch ook nog, bvb bij het zwemmen. Het was snel weer droog, snel gekamd, en het moest niet geborsteld worden. Mijn ouders hadden in hun jonge jaren een film met Jean Seberg gezien, vandaar mijn kapsel als kind.
Jean Seberg Jean Seberg, 1956
Wat was er zo nog … badmode in breigoed, ik mag er niet aan denken. Het was een ramp als het nat werd. Vooral als men er achteraf mee in het zand ging zitten. Ik deed die zware natte dingen ter plekke uit, vertelde mijn ma. Later kwamen er katoenen broekjes.
Onze Oma is een paar keer mee geweest op vakantie in het zuiden en ik herinner mij dat zij een gebreid badpak had. Bordeaux-kleurig. Het zal toen ’60 of ’61 geweest zijn. Dat badpak werd loodzwaar in het water. Zoiets is eigenlijk gevaarlijk.
Oma kon niet zwemmen en mijn ma zou het haar leren. Dat is niet gelukt. Mogelijk door dat zware badpak. Oma stapte dan door het water en met haar armen maakte ze zwembewegingen. Verder hadden de zwemlessen geen resultaat. Ik dook gedienstig naar onder en kwam boven met de bereidwillige melding : haar voeten staan nog op de grond Mama! Het is al goed, zei Oma, en bleef met haar armen bewegen, zo denken de mensen toch dat ik zwem.
Want wat-de-mensen-denken was fundamenteel van belang. Zo was haar leven en dat is helaas zo gebleven. Een lichter badpak wou ze niet. Dat mijn ma een katoenen bikini droeg vond ze niet zo erg, want 'de mensen kennen ons hier toch niet'. Eh? Heel de camping kende ons én Oma!
Wij waren les petites blondes Belges en zij was La Mamie des petites blondes. Maar dat ontging Oma totaal, ze sprak en verstond geen woord Frans. Ze dacht waarschijnlijk dat de Fransen gewoon vriendelijke mensen waren. Dat was toen nog zo. Behalve de Parijzenaars misschien. Zij waren toen al de New Yorkers van Frankrijk. Of toch van de camping.
Maar daar had Oma allemaal geen notie van, van het leven rondom haar. Zij circuleerde daar met een onverstoorbaar egocentrisme. Ze had twee wereldoorlogen doorstaan. Dan is de rest immers peperkoek. Waarschijnlijk had ze zich in het Negresco evengoed staande gehouden. Vandaag vraag ik me af of ze wel genoot van die vakanties, van al wat de omgeving en de omstandigheden toen nog te bieden hadden.
Sommige mensen denken te vaak alleen in zwart-wit, zonder te beseffen dat daartussen het ook vaak de moeite is. van P²
kijken en denken tussen zwart en wit
Hoeveel grijstinten zouden er bestaan tussen zwart en wit ? Microsoft geeft er 255, dat heb ik zojuist nagekeken. Maar er zijn er veel meer waarschijnlijk. Meer schakeringen dan mijn oog kan waarnemen. Zegt dat iets over het verband tussen zien en denken ? Mogelijk. Nuances niet zien, nuances niet in overweging nemen, waarschijnlijk is er een verband tussen zien en denken, tussen zien en weten.
Wanneer ik in het kleurenpalet van de computer de schuifschakelaar gebruik, verschuiven de tinten zó gradueel, dat ik 255 tinten echt wel veel vind. Pas na vier of vijf klikjes zie ik een verschil, of meen er een te zien. Persoonlijk kom ik met veel minder gradaties toe. 58 bvb, gelijk de 58 facetten. Of 50 zou voor mij al goed zijn. Môja, dan zitten we bij de 'Vijftig Tinten Grijs'. Liever niet. Doe maar 58.
'k Kijk nog af en toe naar 'Say Yes to the Dress', editie New York. Dat is tijdverlies, ik weet het, maar ik ben nog altijd verhangen aan het programma. Noem het een zomerzotheid. Eind augustus zou dat vanzelf moeten beteren.
Wat gebeurt er met de bruidsjurk na de bruiloft? Dat vroeg ik me vanmorgen af. Daarover geeft het programma geen informatie en zelf heb ik er geen enkele ervaring mee. Noch ik, noch mijn zussen zijn op de klassieke manier getrouwd. Ons ma evenmin, zij trouwde in een blauw mantelpakje.
De eerste keer dat ik van een jurk na de bruiloft hoorde was van een dochter van een kennis. Ze had haar trouwkleed in een kartonnen doos in de kelder gezet en daar was de jurk bij wateroverlast beginnen schimmelen. Een trouwkleed op zolder, dat kende ik, maar in een kelder? 'k Wist niet wat ik hoorde. Het kleed was perte totale.
De tweede keer, de dochter van een andere kennis, hing het bruidstenue in een plastic hoes in de garagebox, evenzeer een vochtige omgeving. Deze jurk is ook onder de schimmel geraakt. En het kleed was total loss natuurlijk, perte totale.
Is het gebruikelijk dat met zo'n duur stuk zo achteloos en slordig wordt omgegaan na bewezen diensten? Eerst moet het perfect zijn en achteraf mag het beschimmelen? 'k Moet er wel bij vertellen dat dit gebeurd is vóór de komst van het internet. Er waren nog niet zo'n vlotte kanalen om iets tweedehands te verkopen.
'k Zou daarover iets kunnen vragen aan Randy Fenoli, of aan zijn woordvoerster. De contactgegevens staan op zijn website. Maar daar ben ik nog over aan het nadenken.
Randy Fenoli
Het werkterrein van Fenoli & Co ligt vóór de feestelijkheden. Wat er achteraf gebeurt is hun terrein niet meer … Of nemen zij ook deel aan het tweede circuit? Het tweedehandscircuit is een mooie uittocht voor de jurk, ze zal nog iemand anders blij maken en ze blijft in de wereld van witte tule en roze wolkjes.
Hoe leg ik uit dat ik informatie zoek over 'afgedankte' bruidskledij, het verhaal met de trieste afloop, het huisvuil. Nee, bij de firma Fenoli moet ik niet zijn.
Wat gebeurt achteraf met de jurk, het stuk dat van de bruid de ster van de dag gemaakt heeft. Wat gebeurt er met de bruidsjurk achteraf ? Alle verhalen, elke informatie is welkom.
Bruidskledij is iets waar ik geen enkele voeling mee heb en toch keek ik tijdens de zomer van dat jaar elke ochtend op TLC een paar afleveringen van Say Yes to the Dress. Randy Fenoli is ongeveer de gastheer van het programma, zijnde directeur-mode bij Kleinfeld New York (bruidskledij). Dat hij mijn nieuwe vlam is kan ik veilig zeggen want hij is getrouwd en ik ook. Hij met Michael Landry.
Fenoli is zo'n charmante figuur, dat ik aan het programma blijven plakken ben, terwijl een mens op dat ochtendlijk uur van de dag toch wat beters te doen heeft dan te zitten kijken naar aarzelende of grillige of onzekere toekomstige bruiden.
De winkel heet salon en men komt er op afspraak. Salon houden, klinkt chic.
deel vh salon
En het magazijn is é-norm. De jurken hangen in stellingen tot tegen het plafond.
Randy brengt dat allemaal in orde, daar in New York, met discrete hand en met steeds een aanvaardbare uitdrukking op zijn gezicht, ook al kookt hij waarschijnlijk soms vanbinnen. Hij heeft een groot voordeel op zijn assistentes, hij mag platte schoenen dragen. Als men zo’n werkdag moet doorbrengen op hoge hakken, wordt de glimlach na een paar uren een grimas.
Zelfs bij een uitverkoopworden er maar een paar klanten per uur binnen gelaten, ook al staan er buiten lange rijen te wachten. Blijkbaar hebben de toekomstige bruiden dat er voor over.
Men komt van over heel de wereld naar Kleinfeld. Voor de uitgebreide collectie? Of voor Randy Fenoli?
De entourage van de toekomstige bruid speelt een grote rol in de show. Soms lijkt het op de sofa de clash der titanen. De mensen uit het gezelschap van de bruid mogen hun mening geven. En dat gebeurt niet altijd even eh, vriendelijk. Moeders, grootmoeders, zussen, bruidsmeisjes, vriendinnen, er worden ongenoegens geventileerd. Soms heb ik de indruk dat de toekomstige schoonmoeders zich nog het best weten te gedragen.
Men vraagt zich af waarom de entourage zoveel meent te mogen piepen, het draait toch om de bruid? Nee, het draait om de show, heb ik nu begrepen. Zonder botsingen is er geen show. En tussen die botsingen circuleert Randy, met de glimlach en modieus.
Wat me nog altijd verbaast, en ik zou na een paar weken toch al beter moeten weten, is wat men in de USA verstaat onder het woord elegant. Af en toe gaan mijn haren overeind staan wanneer ik zie wat iemand in het programma elegant noemt.
Oké, zelf ben ik geen model van elegantie, verre van, maar ik heb wel maatstaven voor dat begrip. Drie. Drie maatstaven : zou Audrey Hepburn dit aantrekken? Jackie Onassis? Catherine Deneuve? Vier : Grace Kelly. Maar zij had zich te houden aan protocol. Dat kan meespelen in haar keuze. Kelly valt dus af als maatstaf.
Als ik noch Hepburn, noch Jackie O, noch Deneuve kan visualiseren in een bepaald tenue, dan is het volgens mij niet 'elegant' te noemen. Mooi en knap en zwierig en speels en al wat men wil … maar nog niét elegant. Elegantie is bijna ongrijpbaar. Het is een begrip waar men in de USA blijkbaar geen notie meer van heeft, wat bruidskledij betreft.
Randy Fenoli heeft daarmee moeten leren leven, want hij krijgt te pas en te onpas het woord elegant te horen. In een interview (dat ik nu weer kwijt ben natuurlijk) geeft hij zijn eigen visie over bruidskledij : sober. Want een bruiloft is een ceremonie. Stap niet in een provocerend Vegas-tenue naar de bezegeling van uw huwelijk. Trek dat tenue achteraf aan, voor het avondfeest. En dat veel van de Amerikaanse bruidskledij op veredelde boudoir-kledij begint te lijken, dat zei hij ook. Edoch, de klanten hebben centen en de kassa is baas. Arme Randy. Maar ook dat verdraagt hij met de glimlach.
Iets gelijkaardigs is ooit gebeurd met Cheers, het café in Boston, dat ook zijn oorspronkelijke aard, sfeer en aanpak verloor naarmate de show populairder werd en de mensen met busladingen gebracht werden.
Busladingen, Huysentruyt heeft het in Le Lutin Gourmand ook ooit moeten meemaken.
Dat gedeelte wordt niet in beeld gebracht natuurlijk, dat een huis met karakter verwordt tot een attractie. Noch bij Cheers, noch bij Le Lutin, noch bij Kleinfeld krijgen we het te zien.
Gelukkig voor mij, zo kon ik nog een tijdje gerust en ongestoord genieten van de verschijning van Randy Fenoli, die zich gracieus en elegant door het salon beweegt tussen kassa & psychologie, tussen chic, chiqué en chichi.
Vanmorgen kreeg ik een mail over iets dat helemaal mijn meug is, een filmpje over een houten mechaniekje. Iets later kreeg ik hoofdpijn van het nadenken. Hier een fotootje van de overbrenging van de draaiende krukas naar de opstaande staafjes :
Er wordt iets vermeld over crankshaft, een woord dat ik vroeger vaak moest typen en de vertaling is krukas. De krukas brengt een heen en weer-gaande beweging over naar de gewenste draaiende beweging, of omgekeerd. Het is dat laatste dat ze hier gemaakt hebben van een draaiende beweging naar een op- en neergaande beweging.
De bedoeling van de maker was in hout een weergave bouwen van een regendruppel die in het water valt en rimpelringen doet ontstaan. Een vallende druppel + rimpelingen weergeven, concentrische cirkels doen bewegen, vandaar de krukas. De opstaande stangetjes doen bovenaan de constructie de 'rimpelingen' bewegen, de concentrische cirkels.
Het filmpje begint onderaan het werk, met het mechaniekje, het laat ons eerst de krukas bewonderen en toont dan pas het bovenwerk. De constructie ziet er simpel en gaaf en af uit. Dat simpele is maar een indruk denk ik. Volgens mij zijn daar uren denk- en rekenwerk aan vooraf gegaan. Het stuk werd ontworpen door ene Dean O'Callaghan. En móóí dat het is !
O'Callaghan haalde zijn inspiratie bij een werk van Reuben Margolin, wiens werk van boven aangedreven wordt : round wave, kinetic sculpture Reuben Margolin, USA
“ Tegen drieën was alles gewassen en gestreken … kwam dat door de wind dat het zo vlug droogde of hadden jullie daar materiaal voor ? ” CvT Het was bij de koopvaardij, vrachtvaarders dus. Schepen met een bemanning van 22 of meer mensen. Er is wasgelegenheid in het kasteel (de accommodatie). Soms één grote laundry, soms twee middelgrote. Daarin staan industriële wasmachines en drogers, te vergelijken met de bakbeesten die men in een wasserette ziet, laadvermogen van meer dan 10 kg. Op sommige schepen is op de woonverdiepingen ook een kleinere laundry voorzien. Daar staan de wasmachines en drogers van de gewone huishoudcapaciteit, van 7 tot 10 kg.
Het hemdje en de short van de stuurman hebben we onder stromend water gespoeld en dan op 40° gewassen, kort programma, dat duurt ongeveer 20 minuten. Die twee stuks drogen was ook snel gebeurd en strijk was er eigenlijk niet aan.
De was aan deck laten drogen zou ik niet doen hoor. Er hangt zout in de lucht en die zoutkristallen drogen in de kledij. Dat schuurt de huid kapot.
Binnenschippers doen/deden het wel, de was aan deck drogen. Maar zij varen op binnenwateren, op zoet water. Er is dus een groot verschil in de lucht die boven het water hangt.
Verder is het deck een werkomgeving. Daar wordt gebikt, geverfd, gevet en met water gespoten. Er wervelt op gezette tijden roet uit de schouw naar beneden. (soothblowing) Men weet nooit van waar het gevaar komt.
Beginners doen het wel eens hoor, iets tegen de reling aan het kasteel te drogen hangen. Maar daar stoppen ze mee nadat anciens hen dat ontraden hebben. De hardleersen pas na een paar onherstelbare blunders.
Nu denk ik er ineens aan, dat er ooit schepen geweest zijn -CMB schepen nog wel- waar ze een en ander waren vergeten op te nemen in het ontwerp van het schip. De OBO-schepen (OBO = Oil Bulk Ore). Drie zusterschepen waren dat. Daar was men oa de laundry vergeten in plannen. Tot daar aan toe, zou men denken. Maar die plannen werden niet verbeterd, ze werden zo goedgekeurd en die schepen zijn zo gebouwd geworden ook. Alledrié! Drié keer over dezelfde steen vallen? Dat kan toch niet? Jawel, dat kan wel. Ik heb op alle drie die schepen gevaren. Ik heb die knoeiboel in de accommodatie elke dag van dichtbij meegemaakt.
Da's een verhaal apart. Niks grappigs. In tegendeel.