Dit filmpje werd gemaakt 'voor ’t geval'. Voor ’t geval de verzekeringsmaatschappij documentatie zou vragen. Maar goed dat het filmpje gemaakt werd, want ...
Stel, de schildpad van de kleindochter en de kleinzoon komt mee logeren. Oma en Opa zijn niet meer zo gewend aan klein gedoe op de vloer. Ooit konden ze soepel slalommen tussen een jonge hond en twee kruipertjes. Later tussen hun Duplo- en de Legoblokjes. Nu willen de gewrichten niet meer zo vlot meer als toen en de hond wordt ook oud.
Maar goed, als de kleinkinderen komen logeren, dan is hun huisdier ook welkom natuurlijk. Het is maar een kwestie van kijken waar men de voeten zet, newaar. En daar hebben ze het volgende op gevonden :
- Mam! Mag ik een slang houden? vroeg Pieter. - Natuurlijk Jongen, zei Laura.
Hij was toen een jaar of dertien en was in de zoveelste fase van verkennen wat thuis kon en wat niet kon. Bij Laura en D kon veel maar er waren ook nog Steven, Lien en kleine Uma. En de hond. Aan hun gemoedsrust en comfort moest ook gedacht worden, ivm mogelijk ontsnappende slangen.
- Natuurlijk Jongen, zei Laura dus. Reken efkes uit wat een terrarium kost, en wat een slang zoal eet aan ratjes en muizen. En wat die beestjes als voer moeten hebben. Want die eten ook natuurlijk, in afwachting … Bereken het totaal en dan laat ik u weten wanneer die slang er komt.
Pieter zag niet zozeer het rekenwerk dat Laura hem oplegde, hij zag vooral een zee van zaken waarmee hij geen rekening gehouden had. Slangen eten levende kost. Geen hondenkorrels. En die levende kost heeft dan ook weer een terrarium met inrichting nodig. Muisjes … een muisje is zoiets als een hamstertje met een staart. Klein en lief en pluizig. Om levend gewurgd te worden. Hij zag dingen waaraan hij niet gedacht had. Obstakels.
Eigenlijk wou hij maar weten of het zou kunnen, een slang in huis. En vermits Laura geen veto stelde en zelfs niet moeilijk deed over een slang in huis, was het voor Pieter eigenlijk al in orde. Er waren wel de praktische bezwaren, zoals levende muisjes voeren aan de slang. Maar voor de rest was het in orde hoor, hij zou eventueel een slang mogen houden. Als hij dat (nog) zou willen. Diplomatisch opgelost van Laura, dacht ik toen, en dat dezelfde dag nog.
--- vele jaren later ---
Na haar verhuis naar het appartement besloot Ma (toen 83) dat ze terug auto zou rijden. Tina was in alle staten. Ik hield mijn hart vast. Laura heeft het opgelost:
- Da’s goed hoor, Mama, het zou zelfs gemakkelijk zijn voor ons dat ge zelf weer auto rijdt. Ge geraakt toch in en uit deze garage? (steile toegang met een bocht) Voor benzine is het wel een omweg natuurlijk, maar voor uw boodschappen is het zeker de oplossing. Eigenlijk is ’t een heel goed idee, deed ze opgetogen. Dan hebben wij weer tijd voor andere dingen, dan kan ik deze week toch al naar de keuring.
Ik hield mijn adem in: was dit niet te doorzichtig? Laura prees het idee zachtjes de hemel in. Ze omarmde het initiatief. Ze knuffelde het dood met 'garage' en 'pompstation' en 'boodschappen'. En terloops had ze ook nog het woord keuring laten vallen. ‘k Was blij dat ze niet over wisselstukken begon.
Eigenlijk wou Ma maar weten hoe het idee zou aankomen 'weer zelf auto rijden'. En ze heeft dat idee ook helemaal zelf laten varen, want er was dat gedoe met de keuring elk jaar hé. Diplomatisch opgelost van Laura, dacht ik toen. En dat de dag zelf nog.
Werken van thuis uit, zonder dat de concentratie verstoord wordt, zonder dat men afgeleid wordt. Geen tussenkomsten van chefs, geen onderbrekingen door collega’s, niemand die zich geroepen voelt te komen 'helpen'. Thuiswerken, al is het maar één dag in de week. Wat een verademing! Thuiskantoor is een droom. Eindelijk zal men bergen werk kunnen verzetten!
SPIJBELEN is volgens mij iets voor scholieren van puberleeftijd. Ofwel doen ze het uit ondernemingszin, omdat de wereld te wijds is om onverkend te blijven, en daar moet dringend tijd voor uitgetrokken worden. Ofwel doen ze het uit baldadigheid, omdat de beklagenswaardige spijbelaars moeite hebben met het verpoppen van wonderwezentjes tot gewone mensen.
BROSSEN, heet het bij studenten. Daar zijn ook een aantal goede redenen voor. Men heeft bijna een lief. Men brost om hem te kunnen zien/ontmoeten. Men heeft een lief. Men brost om bij hem te kunnen zijn. Men heeft geen lief meer. Men brost om de rotzak te kunnen vergeten.
Z’N KAT STUREN. Of daar goede redenen voor zijn weet ik niet. Volgens mij is het gewoon plat verzuim. En laf ook nog. Men durft niet wegblijven en men stuurt dan maar het huisdier :
Het staat nu voor de derde keer op en ik krijg er nog kippevel van.
Kris De Bruyne zou ooit eens gezegd hebben : "Er zijn er twee die men niet covert, Dylan en Cohen. Daar blijft men af." En ik vond toen dat hij gelijk had. Toen hé, nu niet meer.
Dat het een beetje galmt in de kerk is niet eens erg. Dat maakt het eigenlijk nog specialer. Er zit iemand te snotteren hoor ik nu. Als haar schmink maar niet uitloopt, want het wordt nog een lange dag. Het is niet de bruid, dat gesnotter. De bruid zit blij & opgetogen te wezen (04min59). Misschien heeft ze wel een traantje weg gepinkt, maar zij is niet degene die zat te snotteren, volgens mij.
En de man kan zingen. Een pastoor die kan zingen … ‘k Zat te wachten op de passage waar hij de hoogte in moet en kracht moet geven, dat haalt hij moeiteloos hé. Daarmee is nog maar eens aangetoond dat Ieren het hebben. Ze leren dat niet op school, zij hebben het van uit de kool. ’t Is iets genetisch.
‘k Heb ’t filmke al duust keer doorgemaild. Dan hebben ze straks iets om de dag goed mee te beginnen. Machtig speciaal filmke, klank aanzetten : https://www.youtube.com/watch?v=XYKwqj5QViQ 05min16 – tekst staat onder het schermpje
Welk huisdier aast op de goudvis, als het niet de kat is?
Toch niet de hond? een hondshaaitje dan misschien, dat mee in dezelfde bokaal zit … kan niet hé, die ene wil zout water, de goudvis wil zoet water. Een visarend, een goudvisarendje dan, dat zo maar binnen komt vliegen. Dat moet een ingebeeld dier zijn. Ik dwaal af. Nee, ik kan me echt niet indenken welk ander huisdier dan een kat zou azen op een goudvis in een bokaal. En katten voelen zich superieur, dat ook nog, zij praten niet met anderen.
Welke vijf gebouwen ik in België als mooiste zou klasseren weet ik niet zo direct, maar ik weet zeer zeker welk gebouw mag verwijderd worden : de Basiliek van Koekelberg. Basiliek van het Heilig Hart te Koekelberg, om volledig te zijn. Kan een heilig hart zoveel praal en vertoon verlangen?
Dominant, deprimerend dominant. Gelijk uit welke richting men komt, van Sint Agatha Berchem, van Jette, van Molenbeek of van centrum Brussel, elke keer kijkt men op die opdringerige mastodont.
Dit gigantisch gedoe is niet ontworpen om de kleine devote mens te inviteren, het is ontworpen om het instituut KK te laten gloriëren. Het is een architectuur om een individu te verpletteren ipv te ontvangen in een warmte. De sovjet idee, daar leunt het bouwsel bij aan.
Koekelberg http://www.ingelicht.be/basiliek-van-koekelberg-bw/afbeelding-2567 Art Deco, zogezegd. Is dat bouwsel Art Deco? Ik dacht dat binnen de Art Deco op mensenmaat gewerkt werd. Het Centraal Station van Brussel (Henri van de Velde) is lager van structuur, met verticale lijnen. Mensenmaat. Zoals ooit in de Renaissance gebouwd werd.
Koekelberg is vergelijkbaar met de sovjet stijl. Te groot, te hoog, te pompeus, te koud … En te duur. Zowel toen in de bouw als nu in het onderhoud. Munten van 25 centiemen met een gat in waren toen nog geld, schoolkinderen hebben ze toen doen bijdragen. Schoolkinderen? Heelder gezinnen. De sociale controle van het K-onderwijs was alomtegenwoordig.
Het ding verkopen aan de meest biedende. Misschien kunnen de Mormonen er iets mee doen? Zij hebben overschot van plaats in de woestijnen van Utah. Daar staat het bouwsel dan uit het zicht van omwonenden. In een woestijn wonen immers geen omwonenden. Gelukkig voor hen.
En dan ook : De twee torens, die twee fallussen bij de koepel, het is een ontwerp dat niet bepaald aanspreekt als oord van bezinning of devotie. Het imago van het bouwsel werd al vergeleken met een gigantisch eroscenter, en het gebouw is volgens mij het een ideaal decor voor een regisseur die een remake overweegt van Eyes Wide Shut.
Een bulbsteven is een torpedovormig onderdeel van de boeg van een schip. Het bevindt zich onder de waterlijn. Door de bulb wordt de stroming rond de boeg beïnvloed. Hierdoor wordt, afhankelijk van de snelheid, de golfweerstandvan het schip verminderd. Hierdoor is minder vermogen en dus minder brandstof nodig om een bepaalde snelheid te bereiken, of kan bij hetzelfde vermogen een iets hogere snelheid worden bereikt. Dit effect is vooral merkbaar bij grotere schepen. Daarom hebben vrijwel alle moderne grote schepen een bulbsteven.”
Hoe laat men ze thuis weten dat men de zeven zeeën de baas kan? Met de zoveelste foto in full uniform. Maar deze keer wordt de foto niet genomen op de brug. Als men werkt op een schip als de Queen Mary 2, poseert men op de bulb want decor is alles. bulb van Queen Mary 2
Ik denk niet dat bovenstaande foto getrukeerd is, omdat er een plekje op de bulb ontdaan is van algen en zeewier. Tegen het uitschuiven is daar een plek om te staan vrijgemaakt. Daardoor denk ik dat de foto niet getrukeerd is, er staat écht iemand.
Bovenstaande schreef ik 03/2014, toen ik argeloos door het Internet struinde. Eén ding had ik toch al juist gezien, dat het geen getrukeerde foto is want onlangs, bij verder zoeken, kwam ik meer gegevens tegen. Aha! bulb van Queen Mary 2 Weten ze bij de verzekering dat iemand … Waaghalzerij of niet, de locatie is goed gevonden, vind ik. En ’t is een mooi aandenken voor de persoon in kwestie. Want men krijgt niet elke week de kans om zo’n foto te laten maken: klank aanzetten, (ondertitels ook Engels) aanzetten met =-toets https://www.youtube.com/watch?v=41_iAWaG8YA 02min42
Voor meer : December 2011, de Queen Mary 2 ligt in een droogdok in Hamburg. Hou de cursor klaar op de stopknop. Op 01min55 komt de bulb in zijn geheel in beeld tot 02min02. In die zeven seconden efkes stoppen om de bulb op het droge te kunnen bekijken. klank aanzetten, (ondertitels Engels) aanzetten met =-toets https://www.youtube.com/watch?v=KXqSh8G18BE 07min05
Het woord van die week was rechtsorig, men zegge het voort.
“In een lawaaierige omgeving kunnen mensen beter onthouden wat er gezegd wordt als ze vooral met hun rechteroor luisteren. Vooral kinderen zouden rechtsorig zijn, maar ook volwassenen nemen in rumoerige omstandigheden complexe informatie beter op met hun rechteroor. Informatie die rechts binnenkomt, gaat via een kortere weg naar het deel van de hersenen dat spraak en geheugen stuurt. Dat zou de rechtsorigheid verklaren.”
Hadden ze nu écht geen ander woord kunnen vinden voor dat verschijnsel? Zoals het er nu staat lijkt het op een typfout, rechtsorig ... pft. www.taaltelefoon.be
Laatst hoorde ik Vivaldi tussen de groentes en het fruit 't was denk ik in den aldi of was ‘t in de colruyt?
Laatst hoorde ik een polonaise en ja, je raadt al waar ja, 't was in de delhaize tussen oesters en kaviaar
Geef mij toch maar Vivaldi vier seizoenen lang de colruyt of den aldi dat is van geen belang MajuMau 04/2014
Wat een rust daar van uitgaat, van die twee laatste lijnen.
Iets dat er bij aansluit, maar dan in uptempo : Mevrouw Jasperina De Jong op een tekst van Guus Vleugel. ‘k Was vergeten welk een stembereik zij had. Tijdens het beluisteren kan men gerust terugkeren naar onderstaande tekst, qua beeld is het filmpje niet echt veel zaaks maar de tekst is goud waard. Vind ik.
Vivaldi, Vivaldi Ik hou zo van Vivaldi Ik dweep zo met Vivaldi Ik kan hem altijd horen 't Is balsem voor mijn oren Maar op de radio Is het altijd Adamo Of Cor of rock Of noem maar op U weet precies wie ik bedoel Die troep, dat stel U kent ze wel Een ramp voor 't muzikaal gevoel
Maar als er ooit een ramp gebeurt Waarom de hele natie treurt Bijvoorbeeld met een mijn Of een gebotste trein Bij Alphen aan de Rijn O, wat een paniek O, wat een tragiek Nee, nee, nu geen muziek Dan kan Corry Brokken Doodsbleek en geschrokken In een hoek gaan mokken En dat is dat Tralalalalalalalalalalalalala
En dan denkt Hilversum opeens Vivaldi, Vivaldi Dan wordt die trieste dag Zo vol van rouwbeklag Bij toverslag een lentedag voor mij Ik weet het leed is bijna niet te stelpen De nood is groot, maar ik kan 't ook niet helpen
Ik hou van Vivaldi, Vivaldi, Vivaldi, Vivaldi Ja, ik hou van Vivaldi, Viiiii, Viiii, Vivaldi Het Rijk is overrompeld In diepe smart gedompeld Ik weet het wel Maar heel die lange rampendag Dan jubel ik en schaterlach Hahaha Helaas voor mij Het gaat voorbij Omdat haast elke wond geneest En 'k denk altijd Vervuld van spijt O Heer, geef spoedig weer zo'n feest ... Tekst: Guus Vleugel, 1965 ? - Muziek: Antonio Vivaldi
de Middelbare Leeftijd is als de jeugd zonder de lichtzinnigheid en als de ouderdom zonder de aftakeling. Daniel Defoe
Daniel Defoe - wikipedia
De leeftijd zonder lichtzinnigheid? Méént ge dat Defoe? Meent ge dat écht? Het is wel in de Middelbare Leeftijd dat de Midlife Crisis zich voordoet. En die hormonenopstoot heeft al zoveel schade veroorzaakt dat er heelder studies aan gewijd zijn. Er zijn zestigers die nu nog afdokken voor wat ze in hun Middelbare Leeftijd hebben aangericht en die nu in een studiootje wonen, ipv in dat huis tussen ‘t groen van toen.
Sorry hoor, de Middelbare Leeftijd is geen garantie tegen lichtzinnigheid en de schade die dan aangericht wordt is soms beduidend ernstiger dat wat een jeugdig persoon in onbesuisdheid veroorzaakt.
Er is een hele industrie gericht op de Middelbare Crisis, heelder straten & mensenhandel zijn afgestemd op de gedachte van ‘NU-want-straks-kan-ik-niet-meer’. Het financieel failliet van die gedachte volgt ongeveer twee jaar later.
Deze beschildering zouden alle roltrappen mogen hebben. Allemaal. Vooral de roltrappen in trein- & metrostations. En in luchthavens!
foto van 't Net
Deze markering zou in alle talen verstaanbaar & duidelijk kunnen zijn. Men moet niet eens kunnen lezen. En toch blokkeren mensen de linkerkant. Ik verwachtte dat alle andere reizigers, allemaal, die gele markeringen zouden snappen. Maar met die verwachting was ík de idioot. Al was ik niet de enige.
En toen ging de oudste de nieuwgeborene begroeten, het kleinkind van haar petekind, hem bewonderen en hem verwelkomen in dit bestaan. Daarvoor had ze stille wensen in haar hoofd en in haar hart. Genoeg voor heel zijn verder leven. Het hare duurde al 95 jaar. Het bezoek vroeg een inspanning van haar gestel, maar ze wou en ze zou de lus rond maken. Daarna was ze klaar.
Ze werd ontvangen door het gezin, met de egards waar haar broze leeftijd recht op geeft, en werd omringd met alle zorgen waar een geëerd familielid recht op heeft. Comfortkussens, stoofvlees, frietjes en ijsroom. Er werden stille glimlachjes uitgewisseld, de boreling sliep rustig en alles was goed zo.
Na de feestmaaltijd bracht men haar naar het huis. Ze werd in bed geholpen. Ze zuchtte tevreden en bedacht dat alles rond was en paste in deze wereld. De fee viel in een diepe slaap.
‘k Zal dertien of bijna veertien jaar geweest zijn. We hadden examen geschiedenis. De lerares dicteerde de vragen en zei vervolgens dat ze geen ‘bladvulling’ wou zien. Het woord zelf kende ik wel, dat kenden we allemaal. Maar ik had absoluut geen idee wat bladvulling was en wat niet. In mijn ogen was alles in de geschiedenis belangrijk. Zo belangrijk dat ik thuis namen ging opzoeken in de Elsevier en wat ik in de encyclopedie las nam ik dan mee in het pakket, in de leerstof.
Soms ging ik in de keuken op het aanrecht zitten en vertelde aan mijn Ma die stond te koken wat er die dag gebeurd was in het Oude Rome, wat we die dag gehoord hadden in de geschiedenisles, wil dat zeggen. En ik taterde er op los. Soms teveel : "Kom Caligula! Neem uw paard en ga de tafel dekken, ik zeg het geen derde keer."
Ik was zo gek van die lerares en van het vak geschiedenis dat ik op het eind van het trimester mijn Ma verplichtte me twee keer te overhoren, twee keer heel de examenstof, omdat ik absoluut de goedkeuring van de lerares wou en daarom moest het PERFECT zijn. Over punten zat ik niet in. Juffrouw DM moest tevreden zijn! Dat was de opdracht.
En dan was er de dag zelf plots dat decreet : geen bladvulling. Daar was ik niet op voorbereid. Ik schreef ommers geen bladvulling, ik schreef enkel de waarheid en niets dan de waarheid zoals ze in ons geschiedenisboek stond. Boekje, achteraf bekeken. En in de encyclopedie. En achterop de kaarten van Artis-Historia. Toen nog Historia. Allemaal 'ware' feiten, niks bladvulling.
'k Was die dag zo bang een woord teveel te schrijven en tegen de instructie van juffrouw DM in te gaan dat ik op elke vraag met één lijn of minder geantwoord heb. Ik was niet vroeger klaar dan de anderen, juist niet. Het was zwaar zwoegen en zweten om te kunnen beslissen wat de kern van de zaak zou moeten zijn. Hoe antwoordde ik op de vijf vragen, zonder dat Juffrouw DM me zou beschuldigen van bladvulling.
Over het resultaat mocht ze tevreden zijn, er stond geen woord teveel. Voor haar had ik mijn best gedaan. Maar zelf voelde ik me leeg. Een heel trimester moeten neerzetten in vijf lijnen … teleurstellend was dat.
Op het rapport stond 4/20. Het kan ook 2/10 geweest zijn. Mijn ma was in alle staten. En ik ook. Ik had zo verschrikkelijk mijn best gedaan om het bondig te houden, om zonder bladvulling te antwoorden. En dat was duidelijk niet voldoende geweest. Mijn Ma zag het anders. Naar de oudervergadering mocht ik voor een keer mee. Ik moést mee van mijn Ma, ze zou me daar desnoods de hele examenstof nog eens laten voordragen. Of ze boos was over de punten, of boos was over het feit dat ik haar zo lang met mijn geschiedenisgedoe aan de draai gehouden heb, dat heb ik nooit gevraagd. In elk geval, die avond moest ik mee.
Na schooluren de school zien voelde vreemd aan, en vermits ik niet wist wat er zou komen vond ik de aanblik nog luguber ook. En ik voelde me leeg. Enorm leeg. Een voorafschaduwing van wat ging komen.
Wat bleek, die 'geen bladvulling' was maar voor een paar leerlingen bestemd geweest. En ik had dat letterlijk genomen omdat ik meende dat die instructie voor de hele klas gold. Haja, als de juffrouw het luidop zegt is dat voor iedereen hé. Dus ook voor mij.
Tijdens het gesprek met mijn Ma haalde ze mijn examenblad boven. Daar stond de vraag : Wie was Agrippina? Antwoord : De moeder van Nero. Zo had ik dat antwoord daar geschreven. Ik had er zelfs het woord keizer niet durven bijzetten, want juffrouw DM wist over welke Nero het ging en het woord keizer had dus bladvulling kunnen zijn. En een volzin, met onderwerp en vervoegd werkwoord, kon helemaal niet. Het woord AGRIPPINA en het woord IS stonden al in de vraag, die twee woorden dierf ik niet meer gebruiken in het antwoord, want dat was waarschijnlijk ook bladvulling. En zo ging dat voor alle vijf de vragen.
Kortom, ik was de dag van het examen compleet verkrampt geweest in mijn bovenkamer. Vanwege die 'geen bladvulling'. Ik moést wel kort van stof zijn. We mochten niet anders.
Mijn ma deed me mondeling de vijf vragen beantwoorden en Juffrouw DM zat te knikken. En te knikken. Maar ze kon niks aan het cijfer veranderen. Wat voor mij al niet meer nodig was. Toen we naar de auto stapten zei mijn Ma : "Ze had tranen in haar ogen." Dat kon me zelfs niet meer bommen. Ik vond Juffrouw DM een trut en het was af en uit. Zo af als iet. Ze had dat van de bladvulling niet luidop moeten zeggen als het niet voor iedereen bestemd was. En zij had nooit vermoed dat ik die instructie zo letterlijk zou nemen. Een communicatiestoornis heet het nu. Zoiets is hanteerbaar. Zoiets is geen drama. Maar toen wel. m – HiH-04/2015, herzien
Ge wilt een mozaïekvloer, maar het budget is beperkt? Wat dacht ge hiervan, het hergebruik van capsullekes ofte kroonkurken. De nodige hoeveelheid komt er niet op één dag natuurlijk. Om dat aantal capsules bijeen te krijgen moet men misschien wel een jaar verzamelen. Dus : tanden op elkaar en drinken! Bevriend zijn met de plaatselijke kroegbazen kan ook helpen, zij verzamelen in één week meer van die dingen dan wij gedronken krijgen, LM & ik. Misschien toch het budget herzien, want eer men voldoende capsules bijeen heeft … Het is een recuperatie die prijzig kan worden hé.
foto van ‘t Net
Nu vraag ik me af, hoe houdt zo'n vloerke zich in gebruik en onderhoud? Volgens mij moet er een flinke laag kunsthars over de kroonkurken, of die mozaïek blijft geen jaar goed.
alleen de domme wordt boos, de wijze begrijptM-1939
Er schoten me direct twee personages te binnen.
de domme wordt boos
Hij ventileert zijn frustratie. Met verbaal geweld reageert hij zijn agressie af: hij kaffert anderen uit, hij buldert hen omver, hij scheldt en schreeuwt tegen iedereen in de omgeving, hij gaat soms tekeer als een baviaan. En dan gaat hij over tot de orde van de dag.
de wijze begrijpt …
En hij begrijpt. En hij begrijpt weer eens. En hij begrijpt nog maar eens. En nog maar eens … Wat ze hem daardoor aandoen neemt hij als iets dat er bij hoort. De wijze eindigt ergens in therapie.
Toen ik nog bij de koopvaardij werkte hadden we 'service coupé'. Siësta, in het Nederlands. We waren vrij van 13h tot 15h en die pauze was geen overbodige luxe, want om 13h waren we al een tijd bezig.
Van 06h tot 13h = 7hrs (min 2 x 20 minuten voor ontbijt en middagmaal) van 15h tot 19h = 4hrs (min 1 x 20 minuten voor het avondmaal) dat maakt 10hrs per dag. Zeven dagen op zeven moest men gaande & staande zijn, een zittend werkje was er niet. En de contracten duurden toen nog zes maanden.
Na drie weken aan boord waren alle spierkes weer ingewerkt en kwam men op tempo, op kruissnelheid, maar de siësta bleef broodnodig, of een mens houdt het geen zes maanden vol. Dat dutje diende om de vermoeienis van het eerste gedeelte van de dag er voor een deel uit te slapen. En om het te kunnen volhouden tot 's avonds. Wanneer door omstandigheden de siësta eens wegviel, was dat te voelen ook. Dan gebeurden er tijdens de avondservice fouten en vergissingen. Van vermoeienis.
'k Zou het nu niet meer kunnen. Maar toen was dat up-tempo bijna een sport. We werkten hard, we verdienden goed ons brood en we maakten veel plezier. Als we maar genoeg slaap kregen. Oja, en we zagen nog een stuk van de wereld ook.
Een aantal jaren geleden kreeg LM last van nachtelijke beenkrampen. Zonder aanwijsbare reden. Zijn spieren waren niet overbelast geraakt tijdens het werk, hij was niet gekwetst geraakt. Hij kreeg zomaar beenkrampen. ’s Nachts. Dan moest hij rechtstaan en steunen op het verkrampte been of op de verkrampte voet. Dat hielp wel, maar dat duurde ook efkes eer dat staan effect had. Door al die beweging en het gedoe was ik mee wakker. Ik haalde dan telkens een glas water voor hem. En met dat glas water ging het beter.
’t Is lang geleden, want we hadden nog geen internetverbinding. Het kan '96 geweest zijn, of '97. Snel efkes iets opzoeken ging nog niet. Opzoeken was toen echt nog zoekwerk. Voor de beenkrampen stapte ik binnen bij de apotheker. Ik vroeg zo’n spray tegen de spierpijn en legde uit waarvoor het moest dienen.
- Nachtelijke beenkrampen? Dan helpt zo’n spray niet. Zeer waarschijnlijk heeft uw man magnesium tekort, zei ze. En ze gaf een doosje magnesiumpillen mee. Ik kocht een aantal doosjes, genoeg voor een volledige kuur. - Een glas water helpt eigenlijk ook al hoor, zei ik terwijl de doosjes in mijn tas stopte. Ze bekeek me glimlachend, met een blik van : wie is hier apotheker, gij of ik? En ik dacht : wiens man heeft hier de beenkrampen, de uwe of de mijne? - Dat glas water zal dan wel psychologisch zijn, zei ze. En voor haar was de zaak afgedaan. - Ja, echt waar, eerst moet hij verschillende keren steunen op het been en als ik hem dan een glas water breng gaat het beter, dan trekt die kramp hélemaal weg. Ze leunde over de toonbank en vroeg op vertrouwelijke toon : - Is hij dat glas water al eens zelf gaan halen? Of gaan drinken? - Eh, nee, dat niet. - Dan is het psychologisch, zei ze met een klapje op haar toog.
Op de stoep bedacht ik dat apothekers toch echt een allround opleiding krijgen. De magnesium moet, omdat er een tekort is in de body. Dat is biochemisch. Het glas water mag. En omdat het gebracht wordt, werkt het. Dat is psychologisch. En ik begon te denken hoe ik ook eens een glaasje water kon krijgen, kon laten brengen. In het putteke van de nacht.