KONING WINTER
Ik zie de Winter nu iedere dag al dichter bij komen,
leg dan weer behagelijk Frits de poes even op schoot.
En zachtjes over zijn harige dons gestreken,
word ik door hem met een kras terecht gewezen.
Maar wat een fraaie vertoning de laatste dagen,
het lijkt of het zonnetje met al zijn praal;
zijn macht nu aan Koning winter overdraagd!
Kijk hij reikt de winter zelfs even de hand.
'O zonnetje, die steeds las mijn zonnige verzen en taal,
gij die nu met Koning winter de handen in een slaat,
met Kerst, Sint en piet rijmelaars, wijst op mijn verzen.
Och Zonnetje, weg gij met uw slaafse onderdanige trekken.
De winter zijn doel is, dat in het zachte warme dons,
weer verwekt worden vele dochters en zonen
Dan kan je in de zomer weer horen vele baby-tonen,
en bij de doop, in kerken,weer hun roze muziek en noten.
auteur:Adrie.Ó
|