Ongeveer een week geleden hebben we het al eens gehad over hibiscus, met name Hibiscus Syriacus (of tuinhibiscus).
Nu heb ik het over een familielid die jammer genoeg bij ons niet winterhard is en bijgevolg in de winter naar binnen moet : Hibiscus rosa chinensis. Er zijn zeer grote gelijkenissen in de bloemvorm, alleen is deze groter en kleurrijker dan de tuinversie. Ze bestaan in alle mogelijke kleuren, de één al fantastischer dan de andere.
Ze bloeien de ganse zomer lang en net als bij de tuinhibiscus blijft een bloem maar één dag mooi. Dit wordt gecompenseerd door een opeenvolging van bloemen van juni tot in november.
Ik overwinter ze op een lichte plaats op ongeveer 10°C. De ganse winter krijgen ze slechts mondjesmaat water (om de week een beetje).
Ze houden hun blad grotendeels maar tegen het voorjaar als de temperatuur begint te stijgen laten ze het meeste toch vallen. Dan is het tijd om ze te verpotten, eventueel een beetje toppen om ze compact te houden en nu mogen ze ook stilaan meer water krijgen. Half mei, na de laatste nachtvorst, mogen ze naar buiten op een zonnig beschut plekje. Om de 2 weken wat kuipplantenmeststof wordt beloond met een rijkelijke bloei.
Officieel heet deze merkwaardige schoonheid Echinacea “Green Jewel”. Zonnehoed is afkomstig van de prairievlaktes van N-Amerika waar het in de winter serieus koud kan zijn. Met andere woorden : bij ons dus perfect winterhard.
Net zoals zijn gele en roodbloemige familie bloeit deze van begin augustus tot een stuk in oktober. De groene bloemen staan op ongeveer 50 cm lange stevige stelen en zullen niet snel omwaaien. Geef ze een zonnig plaatsje op een niet te zware grond en je wordt rijkelijk beloond met bloemen. Zonnehoed is trouwens ook in trek bij bijen en hommels.
Ik ben waarschijnlijk rijker dan ik zelf besef ! Nu er de laatste dagen regelmatig regenbuien passeren komen ze weer regelmatig langs.
Dan heb ik het over de glibberige gluiperds die het op mijn tuinplanten gemunt hebben. Vooral Hosta's, Veratrum californicum, Lobelia's & Co staan hoog in hun culinaire top 10. Ik weet niet of slakken buikpijn kunnen krijgen want Veratrum is behoorlijk giftig, het zal ze leren !
Naast naaktslakken en kleinere huisjesslakken zie ik regelmatig ook deze soort de revue passeren : de segrijnslak. Ze behoren tot de familie van de wijngaardslakken.
Regelmatig zie ik er wel enkele langskomen. Wist je dat ze eigenlijk van nature uit N-Afrika komen en waarschijnlijk reeds door de Romeinen zijn meegebracht omdat deze graag een slakje lustten?
Sindsdien zijn ze de mee van de grootste huisjesslakken in onze contreien.
In Frankrijk worden ze "petit-gris" genoemd. De Fransen zijn er dan ook dol op, ik zelf iets minder.
Wie ze wil hebben mag ze komen vangen, voor lookboter moet je wel zelf zorgen !
Calla’s zijn van origine moerasplanten uit Zuid-Afrika die behoren tot de familie van de Aronskelken. Dit is duidelijk te zien aan de typische vorm van de bloem. Ze worden soms ook bekerplanten genoemd. Je kan ze zowel als moerasplant in de vijver behandelen alsook als vaste plant in de border. Het zijn eigenlijk knollen die in de winter bovengronds afsterven en in het late voorjaar terug uitlopen. Bij mij staan ze op een beschut plekje in de volle grond met redelijk wat zon naast de vijver, hierdoor staan ze in een voor hen natuurlijke omgeving. Als moerasplant moet je ze ergens vorstvrij overwinteren. In de vaste grond is het nog makkelijker : ik doe er eigenlijk niets aan behalve wat blad dat er in de herfst op valt (van de bomen in de omgeving) te laten liggen tot in het voorjaar. Ze komen nu toch al enkele jaren telkens terug in mei-juni. Zo rond einde juli komen de bloemen tevoorschijn die redelijk lang mooi blijven. Bij sommige cultivars is ook het blad wit gespikkeld wat ook een meerwaarde geeft. De Griekse goden dronken uit de kelk van deze bloemen, of dit laatste waar is heb ik niet kunnen achterhalen. Ik zal mijn wijntje wel uit een glas drinken, lijkt me iets praktischer !
Met het mooie weer van gisteren nog enkele vliegende bezoekers gespot boven en rond de vijver. Van boven naar onder een Houtpantserjuffer en een Lantaarntje. Met de regen van vandaag was er veel minder activiteit te bespeuren !
Normaal zou een mens blij worden na deze vriendelijke woorden. Maar ik zag aan het gezicht van de buurvrouw aan de andere kant van de haag dat dit slechts de inleiding was tot een veel belangrijker boodschap.
“Ik heb nog een heel goed recept voor Coq au vin, interesse?” De kippen die mee stonden te luisteren krompen ineen. Ik zag een vorm van lichte paniek in hun oogjes. “Wij kunnen ’s morgens nooit uitslapen door het kabaal van meneer de haan”. Dat de familie Tok de nacht in een afgesloten nachthok doorbracht vanwege de vossen en marters in de buurt was haar blijkbaar ontgaan. Ik probeerde nog op subtiele wijze duidelijk te maken dat mijnheer de haan in een pikdonker nachthok, afgesloten tot 8 uur ’s morgens, weinig kabaal zou maken. Misschien wel af en toe eens reageren op het gekraai van een collega haan enkele tuinen verderop maar door het gesloten hok komt er weinig lawaai naar buiten. De buurvrouw was echter onverbiddelijk, dat beest was verantwoordelijk !
Gelukkig kwam net op dat moment een andere buurman redding brengen. Hij had wel een “ietsiepietsie” klein probleempje. Hij zocht naar de juiste woorden om het aan te brengen. De brave man was gestuurd op orders van mevrouw die ’s avonds moeilijk in slaap kon geraken vanwege het gekwaak van kikkers in de vijver. Ik merkte op dat die kikkers spontaan naar het water waren gekomen amper één week nadat er water in stond. Bovendien zijn kikkers een beschermde soort in België (het betreft hier inlandse exemplaren en geen ontsnapte Amerikaanse brulkikkers) en ik zou niet weten hoe ze weg te krijgen zonder de artillerie te laten komen. Er waren nog problemen : ’s morgens vroeg zaten de duiven “roekoe roekoe” te doen in de berkenboom, vervelend toch! Ik vroeg me spontaan hardop af wat daarvoor de beste oplossing zou zijn : de duiven afknallen of de boom omhakken! Misschien allebei, dan zijn we van die vervelende vallende blaadjes af in het najaar. Ik antwoordde dat ik dacht de telefoon te horen en haastte me naar binnen. Ik heb eraan gedacht om alles plat te gooien en van de tuin een parking te maken, heel eventjes maar. We zijn nu 3 jaar later : de kippen, kikkers en duiven zijn er nog steeds. De buren ook !
Het horen van de naam duizendknoop veroorzaakt bij een aantal tuiniers reeds hartkloppingen. We hebben het hier echter niet over de beruchte Japanse duizendknoop die alles op zijn weg overwoekert en niet meer weg te krijgen is. Als het een geruststelling kan zijn : deze komt helemaal niet uit Japan !
Dit lid van de familie gedraagt zich heel netjes en woekert absoluut niet, een enkele zaailing op een seizoen, meer last heb je er niet van. Je plant deze mooie bladplant best ergens in de (half)schaduw. Het mooie driekleurig gevlamde blad licht ook de donkerste hoekjes op.
Voor de bloemen moet je deze plant niet aanplanten. Enkel bij een warm najaar heb je kans op kleine rode bloemetjes maar deze zijn eigenlijk onbeduidend, het blad zelf is zoveel mooier ! Ze worden 50-60cm hoog en zijn in de winter bladverliezend.
Graag gladiolen in de tuin maar geen zin om elk jaar de bollen uit te halen en terug te zetten na de winter? Dan is dit er ééntje voor jou!
Gladiolus papilio "Ruby" komt uit Zuidoost-Afrika maar is mits een beetje afdekking in de winter toch winterhard genoeg om hier in de Kempen te overleven.
Eind juli komen de mooie roodpaarse bloemen te voorschijn. Ze ogen natuurlijker dan de ontelbare cultivars die op de markt zijn. De bloemstengels worden ongeveer 80cm hoog. De bloemen zijn zeer in trek bij insecten. Ze zijn redelijk goed bestand tegen de wind, alleen krijgen ze niet graag een stortbui eens de bloemen open staan, de stengels worden dan topzwaar.
Soms vragen mensen mij, "honden en bloemen en planten, dat gaat toch niet samen ?". Het gaat dus wel. In de borders, daar waar ik geen viervoetige bulldozers tussen de bloemen wil hebben is de border afgeschermd met een sierdraad (slechts 40cm hoog).
De honden zijn zo opgeleerd dat ze hier niet over gaan, alhoewel ze dat makkelijk zouden kunnen. 40cm is een mooie hoogte, ik kan er zelf nog makkelijk over (ik ben ook geen 20 meer) en het valt niet te erg op.
Hier en daar heb ik onderaan één stukje verticale draad weggeknipt uit het geheel zodat egeltjes via deze doorgangen nog wel in en uit de borders kunnen en zo is iedereen tevreden!
Simpel toch, slecht één keer wat extra werk maar nadien jaren plezier van, iedereen tevreden!
Coreopsis verticillata (meisjesogen) groeide 50 jaar geleden ook al bij "de bomma" in de tuin. Dit is een vrijwel onverwoestbare plant. zet hem in de grond die zandig en vrij droog mag zijn en je wordt beloond met bloemen van juli tot oktober. En de bijtjes zijn er nog dol op ook.
Komt oorspronkelijk uit het midden en oosten van de VS.
Een wat minder lieflijke naam voor de plant is luizenbloem. Hoewel het geslacht behoorlijk wat soorten kent, wordt meestal alleen maar Coreopsis verticillata verkocht. Tegenwoordig zijn er cultivars in bleekgele en roodtinten maar deze blijken veel gevoeliger te zijn in de winter. Meisjesogen houdt niet van blijvend natte voeten. Een goed ontwaterende grond of grond die wat aan de droge kant is, is een ideale uitgangspositie. Ideaal dus voor een zonnig plekje in Kempische zandgrond!
Hibiscus zijn er in veel soorten, maar slechts één ervan kan bij ons het ganse jaar buiten overleven : Hibiscus syriacus. Hibiscus is één van de oudste cultuurplanten. Ze komen van nature voor in grote delen van Azië. In Zuid-Korea is het de nationale bloem. Als tuinplant vind je ze over de hele wereld, zowel in de (sub)tropen als in gematigde klimaten. Er zijn veel kruisingen bekend met als bedoeling andere bloemkleuren te verkrijgen.
Als tuinplant heb je er eigenlijk weinig of geen omzien naar. Hibiscus groeit eigenlijk overal behalve op zware kleigrond die in de winter vaak te nat blijft. Wat extra compost of humus en de plant is tevreden. Deze struik heeft graag redelijk wat zon om rijk te kunnen bloeien maar staat liefst niet de ganse dag in de volle zon. Wat ochtendzon en de rest van de dag wat halfschaduw en beschutting tegen noorden of oostenwind is prima. Hibiscusstruiken worden tot ongeveer 3 meter hoog. De struik groeit van nature in een mooie vorm. waardoor snoeien overbodig is tenzij de struik wat te groot wordt. Snoei dan in het late voorjaar voor de plant in blad komt. Hibiscus is bladverliezend. Ze komen vrij laat terug in blad (half mei tot begin juni).
De meeste variëteiten bloeien van juli tot oktober. Elke bloem bloeit meestal slechts één dag maar er zijn er zo veel dat dit weken lang doorgaat (soms tot in oktober). Regen wordt slecht verdragen, de bloemen sluiten zichzelf soms als voorzorg! Ze komen in verschillende kleuren voor, in pasteltinten gaande van wit over blauwviolet en roze. Er zijn ook cultivars met gevlamde bloemen (wit met bordeaux-rood hart). Vermeerderen kan door stekken maar soms vind je onder de moederplant ook zaailingen terug.
Herfstanemonen of Japanse anemonen zijn sterke planten die snel grote pollen vormen. Wanneer veel andere planten over hun hoogtepunt zijn in augustus beginnen de herfstanemonen aan hun bloemenoffensief. Ze gaan hiermee door tot diep in de herfst. zorgen op dat moment toch voor wat kleur in de plantenborder. Je kan ze ook als snijbloem gebruiken maar persoonlijk vind ik ze het mooist in de tuin zelf. Ze horen dan ook thuis in elke tuin. Er zijn vele cultivars en elk jaar komen er nieuwe bij. Deze verschillen niet alleen qua bloeikleur maar vaak ook in hoogte. De planten zijn makkelijk en snel te vermeerderen door het nemen van wortelstekken.
Anemone hupehensis 'Splendens' staat graag op een plekje in de zon of halfschaduw maar zoals alle herfstanemonen graag in een vochthoudende, voedselrijke bodem. In het voorjaar kan je de stengels van vorig seizoen snoeien tot tegen de grond.
Het zijn makkelijke en dankbare planten die weinig last hebben van ziektes of belagers. Ze worden 60 tot 100cm hoog. Herfstanemonen zijn perfect bestand tegen onze winters.
Het zijdehoen heeft een vacht, die meer lijkt op haar of wol dan op veren. Ze bezitten ook vijf tenen aan de voeten in plaats van de gebruikelijke vier.
Het meest opvallende kenmerk van dit ras, met zijn aan alle kanten afgeronde lichaam, is zijn vacht. De vacht (veren) is erg zacht en voelt aan als zijde, vandaar ook de naam zijdehoen. Doordat ze geen echte veerstructuur hebben kunnen ze ook nauwelijks vliegen, een afscheiding van 50cm hoog is ruim voldoende om ze achter te houden.
De huid is zwart tot blauw en zelfs paarsig van kleur. Ook het vlees, de botten en bloed zijn zwart. Deze hyperpigmentatie is het gevolg van een genetische afwijking die fibromelanose wordt genoemd, en die behalve bij zijdehoenders ook bij enkele andere kippenrassen voorkomt.
Zijdehoenders zijn taaie beestjes die bestand zijn tegen extreem lage temperaturen. Ze komen waarschijnlijk oorspronkelijk uit het Himalaya gebergte. Het is een zeer rustig, aanhankelijk en lief hoender, die zich makkelijk laat aaien.
Hoewel Aristoteles al zijdehoenders vernoemde, hoorde men in Europa voor het eerst van het zijdehoen door de Italiaanse ontdekker Marco Polo die ze China aangetroffen had. In de middeleeuwen werden ze door zwendelaars en zakenlui verkocht als een kruising tussen een konijn en een hoen!
Dit koppeltje zijn al bijna 3 jaar de vaste bewoners van het Bernerhof. Eitjes leggen is er niet veel meer bij maar ze mogen rustig van hun pensioen genieten. Mijn jongste Berner Sennen gaat elke ochtend mee naar de kippenren om te kijken als ze uit hun nachthok komen.
Cyclamen hederifolium behoort net als zijn grotere neef Cyclamen persicum (de bekende kamerplant) tot de Primula familie. Deze miniatuurversie wordt slechts 10 tot maximum 15 cm groot en is winterhard tot -20°C. Voorwaarde is dan wel dat de grond niet te nat is! Geef ze een plaatsje ergens in de halfschaduw, in de buurt van een boom en je voldoet meteen aan deze voorwaarden (zeker op onze Kempense zandgrond). Ze houden wel van wat kalk in de bodem. Omdat mijn tuingrond te zuur is vanwege de dennennaalden krijgen ze hier elk jaar voor en na de winter een handjevol extra kalk. Dit plantje heeft een iets of wat afwijkende levenscyclus. Tijdens de winter behouden ze hun blad en blijven groen. In het voorjaar sterft het blad af en lijkt de plant verdwenen. Dan plots, eind juli, komen de roze bloemetjes boven, het blad volgt pas later.
Ze bloeien van eind juli tot in oktober. Als ze het naar hun zin hebben komen ze elk jaar talrijker terug.
Je zou ze ook in een schaal kunnen houden om de tuintafel te versieren. Dan zou ik in de winter als het echt koud is wel enige bescherming voorzien tegen de ergste vorst en nattigheid.
Ik zou eigenlijk blij moeten zijn, weken hebben we zitten jammeren dat het veel te droog was. Nu er eindelijk wat hoogstnoodzakelijk vocht uit de lucht valt is het toch weer niet goed. Moet dat regenen nu echt in het weekend gebeuren? Ik was gisteren nog wat plantjes gaan bijkopen. Ze zullen nog enkele uurtjes in hun potjes moeten wachten vooraleer ze een vast plekje krijgen. Dat geeft mij de kans om er nog eens goed over na te denken waar wat moet komen. Toen ik de kippen deze morgen ging buitenlaten (in de Kempen zitten vossen en marters die 's nachts kippetjes lusten) keek meneer de Haan mij aan met een blik van " dit meen je niet, ga jij maar zelf in de regen rondhossen als je dat leuk vindt". Maar tja, hoe was dat spreekwoord nu weer? Na regen komt zonneschijn, en 't is nog 2 dagen weekend! Komt allemaal wel goed!
Dan is het nu het moment om te gaan kijken, ze komen nu stilaan op hun mooist te staan. Noteer welke soorten je mooi vindt maar hou je nog even in vooraleer aan te kopen. Grassen plant je eigenlijk best in het voorjaar als de kans op nachtvorst praktisch weg is, ze slaan dan het beste aan. Nadeel is dat je dan niet goed kan beoordelen wat je op dat moment aankoopt omdat ze pas beginnen uit te lopen.
Nu zie je dat duidelijk wel, maar na half augustus zou ik af raden ze nog aan te planten. Ze moeten namelijk goed aangeslagen zijn om de eerste nachtvorsten aan te kunnen. Dat kan eind november zijn maar soms ook reeds half oktober! Een kristallen bol zou soms toch wel handig zijn om in de toekomst te kijken.
De klassieker onder de crocosmia's. Een betrouwbare plant die jaar na jaar terugkomt en goed tegen de vorst kan ondanks zijn afkomst uit Zuid Afrika. Is één van de eerste crocosmia's die in bloei komt vanaf de tweede helft van juli. Veel vlammender van kleur dan dit kan je niet hebben, maar toch komtdeze plant niet schreeuwerig over.
De crocosmia is gelukkig op een een voedzame, zandige, losse tuingrond. Prachtig in combinatie met hoge siergrassen!
Het is de nationale boom in China, heilig voor boeddhisten en in de westerse wereld wordt hij gezien als de ‘boom van hoop’. Hij is niets veranderd sinds de tijd van de dino's.
De boom wordt gezien als levend fossiel, omdat het de enige soort is die overbleef van een aparte orde van bomen die tijdens de Jura-periode (200 tot 145 miljoen jaar geleden) op aarde bestond.
Rond het begin van onze jaartelling was de boom bijna uitgestorven, in Noord-Amerika en Europa kwam hij al miljoenen jaren niet meer voor. Enkel in het verre oosten (China) waren ze nog te vinden.
Momenteel komt hij in de natuur niet meer voor. In 800 na Christus kwam de boom, samen met het Boeddhisme, over van China naar Japan. De ‘heilige’ boom werd bij tempels gekweekt en kreeg daardoor de bijnaam ‘Japanse tempelboom’. Voor de boeddhisten is het de ‘boom van kennis’, ook vanwege de geneeskracht die al sinds 2800 voor Christus word beschreven in de Chinese literatuur. De bladeren zouden goed zijn voor de bloedcirculatie, het geheugen en de longen.
De Japanse notenboom is tweehuizig. Wereldwijd zijn er minder vrouwelijke exemplaren dan mannelijke. De mens plant selectief mannelijke bomen aan omdat de 'vruchten' een onaangename geur verspreiden. Het verschil tussen beide geslachten is alleen te zien als de boom in bloei staat of 'vruchten' heeft (wat hier vrij zelden gebeurt). De boom groeit onregelmatig en min of meer kegelvormig en kan circa 40 meter hoog worden. In Nederland en België worden kweekvormen gebruikt waardoor de boom hier nooit zo hoog wordt.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....