293 VII De oma en de nichtjes
1 Dit zijn fotos van een uitstap. 2 Wij zijn in de bergen. 3 De bergen zijn hoog 4 En er is sneeuw 5 Waar ben jij ? 6 Ik sta in het midden 7 Ben jij dat ? 8 Ja, dat ben ik 9 Ja, oma, dat ben ik 10 Je bent goed met je hoed 11 De fotos zijn goed, eh, oma 12 Ben jij de fotograag 13 Ja 14 Je bent een goede fotograaf 15 Ja
mijn hoed is blauw 16 Op deze plaats is er groen 17 Hoe? Wat zeg je ? 18 Welke kleur hebben de bomen, oma ? 19 De bomen zijn groen 20 Als ze groen zijn 21 Goed man, goed
22 Dat is Manuel 23 Wie is Manuel 24 Hij is mijn broer 25 Dat is hij 26 O ja, dat is hij 27 Juffrouw 28 zeg 29 Het bier is warm 30 Mijn horchata is goed fris 31 Pardon, wat is de horchata 32 Dat is een verfrissing 33 Is uw horchata fris ? 34 Ja, zij is goed fris 35 Is de koffie goed ? 36 Ja, hij is goed 37 omdat hij fris is 38 Dat is sympathieker vandaag 39 Neen, het is altijd sympathiek 40 Ik ben Ana 41 Ik ben nu in Malaga 42 Ik ben student 43 Maar ik ben met vakantie nu 44 Is de koffie van Colombia goed 45 Ja, hij is goed, want hij is koud
Hoog - laag
Familieverbanden
Kleuren
Dranken
12-04-2011 om 08:31
geschreven door Jef De cuyper
|