381 AVSG ENG vert. I 20
In de groentewinkel
1 J En nu gaan we wat groenten kopen
2 S Laat ons oversteken
3 Daar is de groentewinkel
4 J Ik ben zo moe vandaag
5 Ik heb dikke voeten
6 S Het spijt me, voor jou, moeder
7 G Goede morgen, mevrouw
8 J Ik zou graag een grote kool hebben
9 en een pond wortelen
10G Ja, mevrouw
11 Nog wat anders ?
12S Wat fruit, moeder ?
13 We willen wat appelen en citroenen
14 J Dat is in orde, S
15 Dit zijn nogal kleine citroenen
16S Vorige keer waren ze dikker
17 maar duurder
18J Ja, ze waren wat duurder
19 Zes van deze citroenen, a.u.b.
20 en een kilogram van deze appels
21 Dat is alles
Grammaticale structuren
1 J Ik ben niet zo moe als ik gisteren was
2 en mijn voeten zijn niet dik vandaag
3 S Ik ben blij, voor u, moeder
4 Laat ons naar de groenteboer gaan
5 J Ja, ik weet het. Wij moeten groenten
gaan kopen
6 S Gaan we geen fruit kopen ?
7 J O, ja, zeker. Citroenen en appels
8 Goede morgen
9 G Goede morgen, mevrouw. Wat kan ik
voor u doen ?
10J Ik wens twee kolen en een half pond wortelen, vijf citroenen en een halve
kilogram appels
11 G Ja, mevrouw. Nog iets anders ?
12J Neen, niets anders, dank u
Grammatica in beeld
1 S De citroenen waren dikker dan vorige keer
2 Ze waren duurder
3 J Mijn voeten doen pijn. Ik heb
voetpijn
07-05-2013 om 00:00
geschreven door Jef De cuyper
|