370 AVSG ENG vert. I 9
In de taxi
1 T Dit is de Koningsstraat, mijnheer 2 Welk hotel ? 3 C Het Palace, a.u.b. 4 T Zeer goed, mijn heer. Het is hier 5 C Hoeveel moet ik je betalen ? 6 T 20 Euro, a.u.b. 7 C A.u.b. T Dank u, mijnheer 8 M Hou mijn jas een ogenblik a.u.b. 9 P De drager van het hotel komt al aan 10 C Geef hem je valies , M 11 P Hij neemt de bagage mee naar de receptie 12 C Ik ga naar de receptie 13 C Goede avond, mijnheer Mijn naam is Peeters 14 Ik denk dat ik een tweepersoonskamerkamer boekte, met badkamer 15 C Een ogenblik, mijnheer 16 Ja, dt klopt 17 Kamer nummer 3,3,3, op de derde verdieping
Grammaticale structuren
1 P Zij gaan naar het hotel 2 M Gaan we naar het Gringo hotel ? 3 C Neen 4 Wij gaan naar het Palace hotel 5 C Zij gaan niet naar het Gringo hotel 6 zij gaan naar het Palace hotel 7 M Waar is het hotel ? 8 C Het is in de Koningsstraat 9 M Zij gaan naar de receptie nu 10 P Gaat M haar bagage halen ? 11 C Neen 12 De dager is hier 13 Ik ben G
14 Dit zijn mijnheer en mevrouw W 15 C Hebt u een kamer voor ons geboekt ? 16 C Ja, een tweepersoonskamer, nummer 3,3,3 17 Hoe lang blijven jullie ? 18 P Blijven jullie een week ? 19 C Neen, wij blijven geen week 20 M Wij blijven slechts tot vrijdag 21 C Zij blijven geen week, zij blijven slechts tot vrijdag
Grammatica in beeld
1 C Hebben jullie een éénpersoonskamer voor mij ? 2 Hebben jullie een tweepersoonskamer voor ons ?
19-02-2013 om 09:05
geschreven door Jef De cuyper
|