379 AVSG ENG vert. I 18
De dokter komt
1 G De dokter is er, J 2 Kom binnen, dokter 3 D Wat is je probleem, J 4 Hoe voel jhe je ? 5 J Erg, heel erg dokter 6 D Heb je hoofdpijn ? 7 J Ja, vrij ernstig 8 D Laat mij eens naar je keel kijken 9 Uw keel is ontstoken 10G Denk je dat het griep is, dokter ? 11D Ja, ik denk het 12 Laat mij uw pols voelen 13J Hoe lang moet ik in mijn bed blijven ? 14D Enkele dagen, J 15 Hier is een voorschrift 16 Neem je medicijnen drie maal per dag 17 na de maaltijd 18G Dank u, dokter 19 S, ga a.u.b. naar de apotheker en haal de medicijnen
Grammaticale structuren
1 D Hoe gaat het met je vader vandaag ? 2S Erger dan gisteren. 3 D Wat scheelt er met hem ? 4 S Hij heeft erge hoofdpijn. Ik ben zeker dat het de griep is. 5 D Hij moet in zijn bed blijven 6 Het ergste dat hij kan doen is buiten gaan 7 s Maar hij is in zijn bed 8 D Laat hem enkele dagen in zijn bed blijven 9 S Maar hij maakt zich zorgen voor zijn werk 10D Laat hen weten dat hij ziek is 11S Ja, moeder gaat zijn werk bellen 12D Laat ons hem eens gaan bekijken
Grammatica in beeld
1 D Hij moet in zijn bed blijven 2 Laat ons hem eens gaan bekijken 3 Laat hem weten dat hij ziek is 4 J Moet ik in bed blijven ? 5 C Moet hij in zijn bed blijven ? 6 Moet zij in haar bed blijven ?
23-04-2013 om 09:21
geschreven door Jef De cuyper
|