Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
14-06-2005
Sgav-avsg in een avCVO
Het letterwoord staat internationaal voor de audiovisuele structureel-globale methode : een didactisch doordachte methode voor talen aan anderstaligen, met eigen didactiek. In het volwassenenonderwijs stonden in het begin uitsluitend leerkrachten die hun hoofdambt uitoefenden in het dagonderwijs (12 tot 18 jarigen). Gemakshalve of bij gebrek aan beter, gebruikten zij de methodes die gebaseerd waren op een didactiek voor moedertaal. Daar klinken de doelstellingen echter anders. Avsg breekt hiermee grondig en beantwoordt aan wat de volwassenen missen uit hun vooropleiding of wat ze zoeken : een taal kunnen spreken. De studenten vallen dan ook uiteen in twee groepen : valse beginnelingen en echte beginnelingen. De slechte gewoontes van mensen die met gebruikelijke methodes leerden, zijn helaas moeilijk af te leren. Met echte beginners, o-niveau of blanco kennis, zijn de resultaten verbluffend. Voorrang gaat dan ook naar spreken. In een echte beginnerscursus op het 0-niveau wordt dan ook uitsluitend gesproken. Het materieel bestaat uit eenvormige, eenvoudige en autochtone conversaties, vergezeld van aansluitende beelden (dia's). Beeld en klank = audiovisueel. In het begin leren de studenten luisteren. Want een vreemde taal die men nooit hoorde is zoals muziek. Scherp luisteren en onmiddellijk gebruiken zijn dan ook de sleutelwoorden. De conversaties bevatten bijna uitsluitend de meest frekwente woorden in de gesproken taal. Als men die niet kan zeggen, zonder nadenken in de context van de dialogen, zal men een taal nooit vlot spreken. Dat aantal woorden heb ik onderzocht op grond van alle mij bekende lijsten. Na vergelijking met de computer distilleerde ik een lijst van 800 woorden (NEDcl 12 talen). Als men die dan vergelijkt met de aangeboden conversaties in de traditionele methodes, dan stellen wij vast dat het aloude beginsel van "op het niveau van de student" veraf is. Dus : alle ballast eruit en werken met het essentiƫle. In die zin is de methode echt funktioneel. Het inoefenen moet 95% opleveren voor iedereen en alles wordt voldoende herhaald. Op die manier met inoefening in een AACC-talenpracticum, met voldoende lesuren, echte beginners en gespecialiseerde leerkrachten moeten de studenten op 3 maanden vlot kunnen converseren.