108 Taalfouten Mijn standpunten van destijds blijven actueel. Weinig is veranderd. Er wordt alleen enorm veel geld uitgegeven voor Nederlands aan anderstaligen. De nieuwe initiatieven tieren welig! Mijn zorg gaat naar de talloze vrijwilligers, zonder opleiding, die toch wat begeleiding nodig hebben. In De Standaard van 17.12.93 antwoordt Prof. Decoo op taalfouten in Bob en Bobette. Ik meen dat hij eenvoud en geleidelijkheid niet moet opkloppen tot didactische criteria. Dat is eerder een kwestie van gezond boerenverstand, dat vele intellectuelen verleerden. Het vertalen kan bij het aanleren enkel vermeden worden als audiovisueel materieel aanwezig is - klank en beeld- dat vrij grondig het gebruik van vertalen overbodig maakt. Dat is niet (meer) voorradig. Het kost te veel en is te snel verouderd. De commercialisering van leermiddelen is hier niet vreemd aan. Ik raad Prof. Decoo dan ook aan dat zelf ook eens uit te proberen. Als de resultaten in het secundair onderwijs met om het even welke methode beter (zouden) zijn moet men wel weten waarmee hij vergelijkt. Als man uit de dagelijkse praktijk is het mij niet ontgaan dat de methodes evolueren naar beter. Zij leiden steeds naar functioneel talenonderwijs. Er is echter nog een lange weg af te leggen. Ondertussen weten wij alleszins beter. Onduidelijkheid is troef in de didactische middens (cfr. O-ZON). Er is nog steeds geen alternatief voor de avsg methode, en dat is dringend nodig voor echte beginners. Herhaling en inoefening blijft prioritair, maar kan slechts ernstig resultaat opleveren binnen een strikt kader (A.A.AC.ZC. situatie). Wij zullen ons beperken tot talen leren aan anderstaligen op het 0 niveau, want daar wringt het schoentje. Wie past het aan ?
|