333 AVSG X
VI-7 Actieplan Richtlijnen voor de leerkrachten : didactisch profiel van het AVC 1. De voertaal is de aan te leren taal op alle momenten. 2. Voorrang van de gesproken taal d.i. voorrang voor het spreken door alle studenten. 3. Geschreven taal in functie van de gesproken taal. 4. Geen theorie, maar functioneel taalonderwijs. 5. Democratische opstelling : iedereen is gelijkwaardig. 6. Native speaker heeft prioriteit als hij beschikbaar is : life of opgenomen. 7. Communicatieve situaties exploiteren. 8. Basiswoordenschat gesproken taal ( geen onnodige ballast), ook in de hogere jaren. Dit is een kwestie van aanpassing aan het niveau van de studenten of uitgaan van de studenten 9. Zoveel mogelijk audiovisueel werken d.w.z. uitgaan van de autochtone situaties (prioritair life) in een brede waaier van alle mogelijke visuele hulpmiddelen buiten de tekst. 10. Inschakelen van de moderne middelen om echt aan beheersingsleren te doen : talenpracticum, video en computer. 11. Professioneel didactisch werk leveren (het hele didactisch proces grondig afwerken) zie didactisch model. 12. Reikwijdte vergroten door middelen die ter beschikking staan doordacht en intensief te gebruiken : - didactische hulpmiddelen - onderzoek naar de interactieve verbale leerprocessen en hun rendement (observeren) - computerprogrammas inschakelen 13. Fouten voorkomen (Van alle fouten van de opvoedelingen is de opvoeder de oorzaak dixit Salzmann).
|