371 AVSG ENG vert. I 10
In het hotel
1 P Ik ga naar huis nu. 2 C Wacht even 3 Drink een glas met ons 4 P Neen, dank u 5 Het is te laat 6 Goede nacht, M 7 Goede nacht, P 8 Goede nacht 9 Po Hier is uw kamer, mijnheer, nummer 3,3,3 10 Is alles in orde, mijnheer 11C Ja, dank u 12 M Wat een mooie kamer 13 Open het raam, a.u.b. C 14 C Ik zou mij willen wassen 15 Kijk, er is zeep in de wasbak 16 M Ik zou mij ook willen wassen 17 C P ontmoet ons steeds als we L bezoeken 18 M Hij is heel vriendelijk 19 Ja, dat is hij
Grammaticale structuren
1 C Mijnheer en mevrouw W zijn in hun kamer 2 C M, open het raam a.u.b. 3 M Ik open het 4 Ik doe het raam altijd open voor ik ga slapen 5 C Je gaat nu slapen 6 P wacht op ons 7 M Ja 8 C M Halo, P 9 P Hoe is uw kamer 10 M Het is een mooie kamer 11 P Het is een zeer goed hotel 12 C Zij verblijven altijd in dit hotel als ze naar L komen 13 M Ik zou graag een drankje hebben 14 C Drink je met ons mee, P 15 P Neen, dank u 16 Ik ga naar huis nu 17 Het is te laat 18 M Wij gaan altijd laat slapen
Grammatica in beeld
1 M Ik doe het raam altijd open voor we gaan slapen 2 P Je verblijft altijd in dit hotel 3 C P ontmoet zijn vrienden altijd in het station als ze naar L komen 4 Zij drinkt altijd tee 5 M Wij gaan altijd laat slapen 6 C Zij verblijven altijd in dit hotel
|