378 AVSG ENG vert. I 17
Ziek
1 J Ik voel mij niet goed, G 2 G O, liefste. Wat scheelt er ? 3 J Ik weet het niet 4 G Heb je koorts ? 5 J Ja, ik denk het 6 G Je mag niet buiten 7 J Ik voel me overal stijf 8 vooral mijn armen en benen 9G Ik denk dat je de griep hebt 10 Je moet je koorts meten 11 Ik ga de dokter bellen 12J Bel a.u.b. mijn werk op 13 en zeg dat ik ziek ben 14G In orde, liefste 15 Je moet onmiddellijk in je bed 16J Kan ik een kop tee krijgen ? 17G Hete melk is beter voor jou 18 en je moet twee aspirines nemen
Grammaticale structuren
1 G S, vader is al gans de dag ziek 2 Hij mag niet buiten komen 3 Hij moet in zijn bed blijven 4 J Kijk in de boekenkast S, 5 en vind me een goed boek 6 S Maar je houdt niet van mijn boeken, vader 7 Ik kan naar de bibliotheek gaan 8 en daar een beter boek voor je vinden 9 J Het beste boek om te lezen voor vader is Houtekiet 10S Wie schreef dat weer ? 11J Gerard Walschap 12 Het is zijn beste boek 13J Ik denk dat Het verdriet van België beter is 14G Dag, S. Blijf niet te lang weg 15 Je moet terug zijn als de dokter komt
Grammatica in beeld
1 J Ik mag niet buiten gaan 2 G Je moet snel terug zijn 3 C Hij moet zijn temperatuur meten 4 G We moeten niet te lang weg blijven 5 Je in je bed blijven 6 C Zij moeten snel terug zijn
|