437 Comenius VI
61 LXI. Ethica. 62 LXII. Over de omzichtigheid. 63 LXIII. De vlijt. 64 LXIV. De matigheid. 65 LXV. De dapperheid. 66 LXVI. Het fatsoen. 67 LXVII. De rechtvaardigheid. 68 LXVIII. De goedgunstigheid. 69 LXIX. De godvruchtigheid 70 LXX. De standvastigheid enz. 71 LXXI. De kunst van een redevoering en eerstens de woordkunst en de letterkunst. 72 LXXII. De welsprekendheid en de redekunst. 73 LXXIII. De dichtkunst en de muziek. 74 LXXIV. De geneeskunde. 75 LXXV. De rechtsgeleerdheid. 76 LXXVI. De godgeleerdheid. 77 LXXVII. De geleerde omgang. 78 LXXVIII. De huishouding waar u het huis kunt inspecteren. 79 LXXIX. De huwelijkse gemeenschap. 80 LXXX. De ouderlijke gemeenschap.
|