Onderwijs is een domein waar de wetenschap te weinig onderzoek in gedaan heeft. Het leereffect is zeker stiefmoederlijk behandeld. De resultaten van het interactief werken in het A.A.AC.ZC talenpracticum onderzochten wij zelf, via een semi-wetenschappelijk onderzoek (zie publicatie). De besteding van de lestijd, die zeker een sterke invloed heeft op de resultaten, onderzocht ik ook zelf via het Flanders onderzoek. Hierin noteert men om de 3 sec. wie iets doet en wat die doet. Ik heb de tabel wel aangepast voor talen aan anderstaligen. De rubrieken zijn : de leerkracht en de student versus spreekt de Moedertaal of de aangeleerde taal. De opdracht voor de leerkracht luidde : de studenten zoveel als mogelijk laten praten. De resultaten stemmen tot nadenken, want de beste leerkrachten slaagden er amper in de studenten 50 % van de tijd te laten spreken. Een ander onderzoek dat ik uitvoerde, is wat men in wetenschappelijke middens Micro-teaching noemt. Het is een techniek die zou gebruikt worden in de lerarenopleiding. Maar bij een demonstratie in mijn opleiding in deze techniek, zagen wij enkel de apparatuur. Ik stelde een camera op achteraan in de klas, met akkoord van de studenten en de betrokken leerkracht. Zo neemt men de les op gedurende 20 minuten en deze wordt bekeken en besproken met de leerkracht achteraf. Dat is wel tijdrovend en hierin kan men de reden vinden waarom het zo weinig toegepast wordt. Maar zoals in het onderzoek naar de resultaten in het talenpracticum werkt de confrontatie met zichzelf sterk stimulerend.
|