Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
30-04-2006
52 Klank en schrift
In het kader van ons onderzoek naar de leerresultaten in ons AACC-talenpracticum, dat in Meise en in Strombeek gebruikt werd, zochten wij naar observering met eenvoudige notities. Zo werden de diacritische tekens (D.T.) van het fonetisch schrift, met voorbeelden van transcripties in 7 talen ingeleid. Maar zeer snel bleek, dat dit voer voor specialisten was. Zo zijn we overgeschakeld naar het vaststellen van wat we de fonemen kunnen noemen in verschillende talen. Het gaat hier over het éénduidig opschrijven van wat men hoort, dus de verschillen tussen klank en schrift. Bij het aanvankelijk lezen komt dit probleem ook op de voorgrond. Daar noemt men dit de leessymbolen Kinderen hebben echter reeds een uitgebreide verbale taalbagage. Om snel te leren lezen moeten ze op grond van wat ze zien, alles kunnen betekenisvol verklanken. Anderstaligen op het 0-niveau missen echter de verbale taalbagage. Daarom is het veel eenvoudiger van in het begin, enkel met dialogen (scenario's) te werken en het schrijven en lezen uit te stellen. De betekenis kunnen ze vatten via het beeld (visueel).