Op 28 augustus 1970 richtten wij een vergadering in over het onderricht in de tweede taal in de scholen van Meise. Nogal wat ouders van kinderen uit de lagere scholen en die tevens student waren bij ons, bekloegen er zich over bij mij, dat niettegenstaande er oefeningen in het talenpracticum doorgingen het Frans er niet op vooruit ging. Rik De Graef, licenciaat in de Romaanse filologie en post graduaat audiovisuele en structureel globale methode hield een referaat met gelegenheid tot opbouwende kritiek, n.a.v. het invoeren van de avsg-methode Bonjour Line in alle lagere scholen. Wij bekostigden het materieel. De oefeningen voor het talenpracticum werden zelfs in onze opnamestudio gemaakt door Nicole Coremans, leerkracht AVC. Dat was ons antwoord op de kritiek. Hieruit trokken wij volgende conclusie : Als de lagere scholen zich zouden beperken tot conversaties en geen tijd verspillen aan theorie, moeten zij in staat zijn om op het einde van het zesde leerjaar verbaal tweetalige kinderen af te leveren aan het secundair onderwijs. Dat vergt echter een intensieve en gerichte in service training van de onderwijzenden. Rik De Graef kreeg later de kans om een nieuwe methode te ontwikkelen voor Frans aan kinderen in Brussel met steun van de N.C.C. (nu V.G.C.). In de Onderwijscommissie van deze instelling bepleitte ik het verlengen van het project. Het werd later echter, om financiële redenen, stopgezet. Wat er van dat pionierswerk geworden is, heb ik het raden naar.
|