294 VIII Op reis
1 Taxi! 2 Waar gaan we naartoe ? 3 We gaan naar het station. 4 De trein vertrekt om half negen 5 Het is acht uur 6 Hier is het station 7 Hoeveel is het ? 8 Achttien Euro 9 Hebt u wisselgeld ? 10 Neen mijnheer. 11 O, ik heb twintig Euro. 12 Als t u belieft. 13 Achttien en zeven, vijfentwintig 14 Mijnheer 15 Ja, mijnheer 16 Hoeveel valiezen hebt u ? 17 Wij hebben er drie. 18 Een mandje 19 en drie pakjes 20 Wij hebben nog voldoende tijd 21 Kom kinderen. Naar boven.
22 Hier zijn onze zitplaatsen 23 Oef, wat is het warm! 24 Heb je een zakdoek, P. 25 Geef hem aan papa 26 Dank u, zoon 27 Hoeveel kinderen hebben jullie ? 28 Wij hebben twee zonen 29 en een dochter 30 Ik heb een zoon en zes kleinkinderen 31 kleinzoon
32 Hoe laat is het ? 33 Het is negen uur. 34 De mijnheer heeft drie valiezen 35 De mevrouw heeft drie zonen 36 Hier hebben we onze zitplaatsen. 37 Hebben jullie het warm, kinderen ? 38 Ik, neen. 39 Ik heb het niet warm. 40 Heb je een zakdoek, P. 41 Hoeveel kinderen hebt u ? 42 Wij hebben twee zonen en een dochter. 43 Ik heb een zoon en zes kleinkinderen 44 Wat grappig. De zonen hebben zwart haar. 45 Ja, en dochters zijn blond.
Tijd betalen familie - stamboom
|