Ja mannekes, er is hier den laatste tijd al heel veel gesproken over vriendschap, maar wat is vriendschap nu eigenlijk?. Awel mannekes, ik ga u dat ne keer uitleggen, en bij het lezen van deze tekst zal u bemerken dat vriendschap daar wat mee te maken heeft.
Maar in feite is dat meer een gedicht, dan een verhaal hoor.
Vriendschap.
- Vriendschap is een heel kostbaar bezit, en iets heel fijns om het te mogen bezitten. - Vriendschap is geven en nemen. - Vriendschap is samen lachen, maar ook samen huilen. - Vriendschap is vrienden kunnen vertrouwen, en de éne roddeld niet over de ander. Als dat niet zo is, dan is dat ook geen echte vriendschap, maar wel een nep vriendschap. - Vriendschap is niet natrappen als de ander iets doms gedaan heef. - Vriendschap is niet jezelf schoon praten, over de rug van een ander. - Vrienschap is niet de ander de schuld, te geven van je eigen gedrag. - Vriendschap is niet om jou woorden, in een ander zijn mond te leggen. - Vriendschap is niet meepraten met de ander, maar zelf een mening geven. - Vriendschap is niet de ander veroordelen, voor je het hele verhaal kent. - Vriendschap is elkaar alles gunnen, en niet jaloers zijn op een ander. - Vriendschap is kennis met elkaar delen, en alles voor elkaar doen. - Vriendschap is elkaar niet leegzuigen, en dan een ander dumpen. - Vriendschap is geen éénrichtingsverkeer, maar wel delen van het geluk. - Vriendschap is kunnen vergeven, maar vergeten is een andere zaak. - Vriendschap is respect tonen voor de ander, en nooit een ander kwetsen.
Awel mannekes, als ge deze zestien regels in acht neemt, dan ben je op weg om een goeie vriend te worden.
Ik hoop dat deze tekst een steentje kan bijdragen tot een echte Vriendschap.
Awel mannekes, ik lees hier de laaste tijd wreed veel over vriendschap en over relaties.
Maar wat verstaat ge over vriendschap en over relaties?.
Awel mannekes, flipper de fli zal u dat ne keer uitleggen.
Om zo iets op te starten moet ge natuurlijk eerst beginnen met een vriendschap op te bouwen, maar wel een vriendschap waar beide partijen er zich goed bij voelen.
Ja mannekes, de tijd van vandaag is dat niet al te simpel hé, om een echte vrienschap op te bouwen. Om nog maar te zwijgen over een echte relatie, die tot het einde stand houd. In de eerste plaats moet men respect kunnen opbrengen voor elkaar, want zonder respect gaat de trein verkeerd rijden hoor.
Maar ik peis toch dat ge precies moet weten aan wat ge begint, om toch maar zeker van te zijn dat ge niemand zal kwetsen.
En natuurlijk moeten beide partijen akkoord gaan, dan pas kan je beginnen met de eerste steenlegging van een langdurige vriendschap, die later misschien kan uit monden in een echte relatie.
De dag van vandaag zijn er al te veel mensen die gekwetst zijn geweest, dat ze nu nog veel meer banger zijn, om terug gekwetst te worden.
Sommige mensen blijven dan voor altijd in hun schelp zitten en anderen wagen opnieuw hun kans, met de bedoelig om samen gelukkig door 't leven te kunnen gaan.
We leven maar éne keer en het leven is al zo kort, dat we nu nog tijd hebben om er het beste van te maken, zonder daarbij iemand te moeten kwetsen.
Ja mannekes, een vriendschap moet ge opbouwen, en een relatie moet groeien hé.
In het leven zijt ge beter van iets op te bouwen naar uw zin dan tegen uwe zin, dan gaat ge daar later dan ook wreed kontent van zijn.
Iedereen heeft in zijn of haar leven al iets meegemaakt en toch moeten we vooruit kijken, om de toekomst tegemoet te gaan.
Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen keuze, maar toch leven we met zijn allen maar naar één bepaald doel, en dat is gelukkig zijn.
Maar de vraag die we ons stellen is: Wat is geluk?.
Maar wat zeker kan helpen is: Af en toe eens een babbelke maken met uwe medemens.
En wat we nog kunnen doen is: Af en toe ne keer naar een bijeenkomst gaan.
Met deze tekst wens ik jullie allen een fijn en gezond weekend toe.
't Is maar om u te zeggen dat 't leven schoon kan zijn hé.
PS. Het leven is een schaakspel, waar er ne winnaar en ne verliezer is.
Ja mannekes, zondag gaan we met zijn allen naar de stembus om te gaan stemmen, maar voor wie moeten we eigenlijk gaan stemmen?.
Voor mijne pa kan ik niet stemmen, want diene brave mens zit ginder boven aan de ronde tafel rijstpap te eten, met gouden lepelkes.
Misschien stem ik dan wel voor mijn dierbare moeder, omdat ze vroeger altijd voor mij gestemd heeft, als ik de misére zat en nu nog.
Dat ging zo: Wanneer ik per ongeluk in de put zat, zei mij moeder tegen mijn drie andere broers dat ze moesten kiezen, wie van de drie mij uit diene put wilde trekken.
Maar toen mijne pa dat hoorde, die moest ik op eigen houtje en op eigen krachten uit diene put kruipen. Vroeger werd er ook veel minder verkiezingen gehouden dan nu hé.
Nu wordt er alle dagen en aan de lopende band verkieringen gehouden, zodat het kiezen dan ook veel gemakkelijker is geworden.
De dag van vandaag mogen de kinderen zelf kiezen wat ze morgen gaan eten, of hoeveel zakgeld ze moeten hebben.
Vandaag wordt Miss katoes gekozen en morgen Miss Bromvlie.
Overmorgen Miss Konijn en de dag nadien wordt Miss sneeuwvinkske gekozen, omdat Miss nachtegaal moet gaan optreden met het wasserettekorps van Vlaanderen.
Ook bij mij thuis is er elke dag een ander verkiezing hoor.
Zo heb ik vanavond gekozen voor een zeer speciaal menu, die tamelijk moeilijk is om klaar te maken en dat is:
Bollonaisesoep aan 't spit en kalkoenribbekes op vaders wijze.
En morgen kies ik als voorgerecht aardappelen in het groen, voor het nagerecht kroketten en als hoofdgerecht Vlaamse frieten in roomsaus.
Maar ja, een kiezing is tegenwoordig als een bestelling, vandaag iets bestellen en morgen moogt ge uw bestelling al gaan afhalen.
Als een vrouw nu met ne opgezwollen buik bij de doktoor gaat, omdat ze per ongeluk tegen de tafel of tegen de kleerkast is gelopen, omdat die kleerkast open stond of de vierkante tafel niet rond waren, dan vraagt diene mens u op voorhand wat ge moet hebben.
En als ge dan toch graag een dochter of ne zoon wilt hebben, dan worden ze gecopieërd ook. Vroeger moest ge u kontent stellen met wat ge kreeg, of anders moest ge uw bestelling uitstellen.
Als we vroeger aan tafel zaten, om te eten zei mijne pa altijd tegen mij:
Manneke, ge gaat eten wat de pot kookt.
We waren vroeger veel rapper kontent met wat we hadden, want we hadden simpelweg niet te kiezen.
Wat ik wel weet, is dat ik ga wachten tot zondag om te stemmen.
Eerst en vooral wil een dankwoordje uitbrengen aan Chauffeurke die alles in goeie banen heeft gehouden, samen met zijn kersverse verloofde, die ons even ne goeie dag kwam zeggen vanuit het verre China.
En ook onze Charlotte die werdt bijgestaan door haar tweelingszus Nita waren van de party, om die fantantische een sucsesrijke groepsdag zeker en vast tot een goede einde te brengen.
Maar vooral wil ik mijne speciale dank uitbrengen aan al de mensen die er aanwezeg waren, en die het mogelijk hebben gemaakt dat de opkomst zo talrijk was, om er een geslaagde dag van te maken.
Maar ook een dankwoordje aan de mensen die van ver moesten komen, en aan degene die van over de plas zijn gevaren met hun zelfgemaakt roeibootje.
Ik hoop dan ook dat iedereen goed is thuisgekomen, met of zonder vertraging.
Ja mannekes, afscheid nemen van ne groep mensen waar ge ne ganse dag mee doorgebracht hebt, is niet al te gemakkelijk hé. Zelfs voor Manneke Pis was dat afscheid en wreed emotioneel moment, want da klein manneke die nog even groot was dan bij zijn geboorte, stond daar met de afscheidstranen in de ogen.
Zelfs den Muur van Geraadsbergen begon al een beetje te krimpen van verdriet, om nog maar te zwijgen over de fijne sfeer die in en rond de stad van Geraardsbergen heersde.
Maar wat mij wel is opgevallen bij onze wandeltocht, dat iedereen die eraan deelgenomen heeft zonder kleerscheuren is aangekomen.
Dus een dikke proficiat aan onze moedige wandelaars-sters. Ik heb er in elk geval van genoten, niet alleen van de heerlijke mattentaarten maar ook van deze mooie bijeenkomt en van het heerlijk zonnetje die er ook gratis en voor niks mocht aanwezig zijn.
Daarom nogmaals mijne hartelijke dank aan al degene die er voor gezorgd hebben dat het een waardig familiefeest was.
PS: Charlotte, die mattentaarten kwamen niet van mij, maar wel van de bakker hoor.
Zaterdag 30 September 2006, ne dag waar er velen onder ons naar uitgekeken heeft, en waar deze dag in het rood werd aangeduid.
Ook flipper de flip stelde hem verschillende vragen, en om deze vragen te kunnen beantwoorden zijt ge beter om daar zelf aanwezig te zijn.
Awel mannekes, dat heb ik met bibberde beentje gedaan, zodat al mijn vragen ter plaatse werden opgelost en beantwoord werden. De avond ervoor ben ik in mijne warme donsnest gedoken met één oog toe en 't ander oog open, om toch maar zeker te zijn dat ik zou zien hoe laat het was. Want als ge gaat slapen en uw twee openstaande ogen vallen per ongeluk toe, dan kunt ge niet zien hoe laat het is hé.
Maar ik had geluk dat maar de éne helft in slaap gevallen was, en de andere helft nog klaar wakker was omdat ik twee dagen daarvoor zodanig mijn best had gedaan om de twee kanten te doen slapen. Ik heb 's morgens mijn strijkijzer wat opgewarmt om mijn gefronst haar plat te strijken terwijl, ik in de badkamer mijn valse tanden aan het poetsen was.
Mijn gladde benen nog wat ingevreven met talkpoeder, om diene oplopende Muur goed te kunnen verteren. Mijn rechtstaande flaporenoren platgerold met een deegrol, en mijn kromme teennagels in 't blauwgrijs gelakt.
Ja mannekes, ge kunt het maar nooit weten of ge bij de beklimming per ongeluk uw twee schoenen verliest, en vergeten zijt van uw zwarte kousen aan te doen. Voor alle zekerheid ben ik wat vroeger vertrokkken met de trein, om toch maar met zekerheid op tijd te zijn wanneer het avondeten werd opgediend.
Nog een geluk dat ik wat vroeger vertrokken ben en mijn gladde benen had ingevreven met talkpoeder,want juist voorbij Zottegen viel dienen trein plotseling stil omdat het stillekes bergop begont te lopen.
Maar ik peis toch dat da géne klimtrein was,want ne klimtrein kan overal op.
Allé, ze kwamen ons vriendelijk vragen of we goesting hadden om een handje te helpen, maar omdat er zo vroeg in de morgen niet teveel volk was die veel goesting hadden om de handen uit de mouwen te steken, heb ik dan maar mijne goede hart laten zien.
Awel mannekes, ik heb dienen trein daar zo nen duw gegeven, dat ik niet eens wist dat hij al aangekomen was.
Waarschijnlijk moeten ze dat geweten hebben in de statie van Geraardsbergen, want al die stilstaande treinen stonden daar al gereed om ons 's avonds terug te brengen.
Dienen mens die daar achter zijnen bureau zat had mij waarschijnlijk van onder dienen ondergrondse trap zien komen zeker, want ik had dat precies al willen zien dat hij daar naar mijn witte tanden aan het kijken was.
Waarschijnlijk ziet diene mens niet elke dag schone witte gekleurde tanden hé.
Buiten waren de mannen van de stad Geraardsbergen al druk aan het kuisen en poetsen, om toch maar alles proper te krijgen tegen dat het avond werd, om toch maar te kunnen zeggen tegen hun baas: Baas, ik voel mijn benen niet meer.
Dan zijn ze zeker dat ze de zondag niet moeten werken, en wat langer mogen slapen. Ondertussen had flipper de flip zijn mattentaarten besteld, en zo was die warme bakker al direct uitverkocht. Omdat flipper de flip toch nog wat tijd over had, zette hij zich aan een leegstaande tafef wachtend om hem te bedienen.
Na enige tijd komt er daar een schoon juffrouwke naar mij gestapt die waarschijnlijk tegen de tafel had gelopen ofwel tegen haar kleerkast, want hare rug vooraan was tamelijk wreed gezwollen.
- En wat mag het zijn voor meneer?. - Awel madammeke, ik zou graag een taske warme koffie hebben, maar wel koffie van vandaag hé. - Jamaar meneer, we hebben maar alleen koffie van vandaag. - Ha ja, dat is goed en ge moogt mij ook nog twee verse mattentaarten brengen. - Jamaar meneer, we hebben geen verse mattentaarten meer, wat ge hebt daarjuist al onze verse mattentaarten al besteld.
- Ha ja, 't is waar ook, maar allé, breng dan maar een taske warme koffie.
- Juffrouw, ik zie dat u met ne gezwollen rug rond loopt, zou ge niet beter ne keer naar den doktoor gaan?.
Amai zeg, die kon er precies niet mee lachen, want hare lach was direct weg.
Allé, ik heb dan ook maar met een rapke mijne warme koffie naar binnen gekapt, en hun gezegd dat ze minstens nog een half uurke moesten open blijven, voor mijn bestelling te komen halen.
Terug aan het het station aangekomen, kwam Chauffeurke daar aangereden met zijn kersvers lief, die ondertussen was weergekeerd uit het verre China. En ge kent dat hij, als ge iemand moet begroeten die uit het verre China komt, dat da ne heel andere groet is dan bij ons hé.
Awel mannekes, ik heb dat op een Chinees manier gedaan, door mijne kop tussen mijn gespierde benen te steken en op mijn twee ronde knieen te gaan zitten en hare wang te kussen.
Amai zeg, ik ben toch blij dat ik hier in ons klein Belgenlandje woond, en niet in het verre China. Na het ophalen van mijn bestelling, kon diene warme bakker zijn deur sluiten en kon voor ons de warme groepsdag eindelijk van start gaan.
Chauffeurke en zijn kersvers lief die speciaal was overgevlogen vanuit het verre China met een Britse hairbus 1812, reden we naar de beruchte Muur van Geraardsbergen, waar we vriendelijk werden ontvangen. Eén per één kwamen de senioren en de seniorettes daar toe, om er een mooie dag van te maken. En ik moet u zeggen, dat het inderdaad een zeer mooie en warme dag is geweest hoor.
PS: Chauffeurke, ik wens je nog zeer vele gelukkige jaren toe, samen met je kersvers lief Yitse die speciaal vanuit het verre China is overgevlogen, om ons allen te verwelkomen en deze mooie zonnige dag tot een goed einde te hebben mogen beleven.
Deze morgen ben ik toch wel uit mijne warm nest gevallen zeker, waarschijnlijk van een aardbeving die op komst is, denk ik.
Amai zeg, is dat hier een wreed gevecht, dat die vissen aan het uitvechten zijn.
Deze namiddag was ik mij aan het douchen in mijn schuimend bad, en waarschijnlijk moeten mijn twee vissen daarvan geprofiteerd hebben zeker, om ne keer voor mijne computer naar de binnen lopende maitjes te kijken.
Toen ik in mijn woonkamer kwam, had mijne blauwe ringvingervis een oor afgebeten van mijne kwikkwasspelvis.
En mijne kwikkwasspelvis van zijne kant had de staart afgebeten van mijne blauwe ringvingervis, tot aan zijne platte rug. Ja mannekes, tegenwoordig zijn vreemde namen erg in trek hé.
Vroeger moest ne mens overleggen met de familie, om ne naam te kiezen.
Ik weet het nog heel goed, dat gans mijn familie er drie maand over gedaan hebben voor mij ne naam te geven. Maar aan mij hebben ze niets gevraagt, precies of ik was geen familie.
Toen ik naar Gent kwam wonen, kocht ik mij op de rommelmarkt ne hond die gene naam had. Awel mannekes, ik heb gans mijn straat en de omliggende gemeenten bijeen geroepen, om te overleggen welke Vlaamse naam ik aan dat beestje zou kunnen geven.
Awel mannekes, ge gaat mij niet niet waarschijnlijk geloven, maar na vier weken te hebben vergaderd hadden we nog gene passende Vlaamse naam gevonden.
Ik heb dan maar zelf diene dubbele vissersknoop doorgezaagd, en ne keer gekeken in diene oude Bijbel die ik ne keer gekregen hebt voor mijne plechtige communie.
Ik las juist een verhaal van Patroeska die thuis weggelopen was van huis, en zo heb ik mijne hond die toen nog naamloos was, Patroeska genoemd.
Maar 't schoonste was, wanneer ik voor den eerste keer Patroeska riep, mijne diene hond al naast mij stond. Zo zie je maar, hoe die vreemde namen direct in de oren kunnen klinken hé.
Ondertussen lig mijne kwikkwasspelvis op de operatietafel, want naar 't schijnt hebben die mannen ginder nog een varkensoor liggen die was bedoeld voor in moeder hare hutsepot te smijten.
En mijn blauwe ringvingervis lig op zijnen spiernaakte onderbuik, want naar 't schijnt gaan ze daar een betonnen achterrug aan vast vijzen, met van die platte klinknagels.
En nu maar afwachten tot ze weer thuis zijn hé.
PS: Maar ik peis toch dat ik die vissen aan een koperen ketting ga leggen hoor.
Ja mannekes,'t is bijna zo ver, nog éne keer slapen en we gaan met zijn allen naar Geraardsbergen, om samen dienen gevreesde Muur te gaan beklimmen en van die heerlijke mattetaarten te proeven.
Ook Manneke Pis staat al klaar om ons te verwelkomen, en de treinen zijn ze ook al aan het schoon maken. Zelfs de rails worden met boemwas ingesmeerd, om er zeker van te zijn dat de mensen die van ver moeten komen, toch op tijd op het bestemming te kunnen brengen.
Maar naar het schijnt zijn er senioren bij die ginder drie dagen gaan verblijven, maar ik denk dat ze ginder in Geraardsbergen een bedevaart gaan van maken.
Awel mannekes, als dat zo is,dan moeten we naar Lourdes niet meer gaan om een kaarske te doen branden. Maar dat zien we morgen wel, maar één ding is zeker, dat we senioren gaan mogen verwelkomen die we nog nooit hebben gezien.
't Is in feite zo dat ge in levende lijve kunt praten met mensen waarvan ge u anders de vraag stelt, wie is dat en hoe ziet hij eruit?. Naar mij moet ge niet kijken, want de diene is de laatsten tijd wreed gekrompen.
Hij is zodanig gekrompen dat hij zijn eigen niet meer ziet lopen, waarschijnlijk lijd hij aan krimpingsverschijnselen. Maar ge moet niet bang zijn, volgens mijne doktoor:
Van Schijnselbek is dat toch niet erfeljk.
Ik heb daarnet mijn oude verscheten schoenzolen nog ne keer goed ingesmeerd met van de blinkende boemwas, om toch maar diene Muur wat proper te houden. Juist nog mijn lakens verversen die daar al meer dan 20 jaar opliggen en mijn fluwelen matras omkeren, omdat er sleet begint op te komen.
Straks ga ik mij een schuimbaddeke nemen, om mijn valse tanden te laten afweken en voor al dat grijs die ondertussen in mijn haar is gegroeid, te laten verkleuren.
PS: 't Is maar om u te zeggen, als ge zo naar een bijeenkomst gaat, dan moet ge u een beetje opmaken hé.
Ja mannekes, de Muur van Geraardsbergen ligt er proper bij en blinken gelijk nen doffe spiegel.
Ik ben met mijne spiksplinternieuwe koersfiets ne keer naar boven gereden, en ik moet u zeggen dat ik geen enkele putteke hebt zien liggen.
Chauffeurke heeft dat goed gedaan en onze Yitse was erbij, om te zien of alles wel goed werd gedaan. Maar ik heb me laten wijsmaken dat er bij de volgende bijeenkomst zeker een kabelbaan naar boven gaat lopen, of misschien nen roltrap op wielekes.
Naar 't schijnt zijn er vier poetsvrouwen aangeworven door de stad Geraardsbergen, die morgen de Muur moeten gaan dweilen.
't Is te hopen dat ze al die kasseien niet gaan insmeren met boemwas, anders geraakt er niemand boven. Voor alle zekerheid ga ik toch maar mijn kapotte schoenen aan doen met spikes, om zeker te zijn dat ik ne goeie greep zal hebben onder mijn voeten.
En voor degene die zaterdag komen, ge moet geen tol betalen voor diene Muur te beklimmen.
Toen ik daar passeerde met mijne koersfiets, stond Manneke Pis al wreed zenuwachtig met zijne kop te draaien. Waarschijnlijk is dat klein manneke zodanig zenuwachtig, dat hij precies niet weet hoeveel volk er gaat komen zaterdag.
En de warme bakkers zijn volop in de weer, om tegen zaterdag zoveel mogelijk mattetaarten te kunnen verkopen. Voor degene die van plan zijn om te gaan vissen in de Gavers, moet ik u zeggen dat ze deze week verse rolmops hebben opgestoken.
Zo zie je maar, elke stad doet zijn uiterste best, om zijn bezoekers kontent te stellen hé.
Maar in feite zijn het de mensen die zo een bijeenkomst organiseren, die ervoor zorgen dat alles naar wens loopt.
PS: Awel mannekes, van mij verdienen die mensen nen dikke proficiat.
Ja mannekes, de tijden zijn veel veranderd buiten vroeger hé.
Allé, ge moet eens eerlijk zijn, de dag van vandaag zitten onze kinderen van 's moergens vroeg tot 's avonds laat voor hun tv of voor hun computer. Sommigen weten zelfs niet meer of het avond of dag dag is en worden vetgemest, terwijl ze aan het kijken zijn naar wat er in het buitenland gebeurd.
De dag van vandaag kent men zijn eigen buren niet meer, terwijl men vroeger iedereen kende. Ik weet het nog heel goed alsof het gisteren was, toen ik nog ne kleine snotter was speelde ik vaak voetbal op straat met de buurjongens, omdat er in dienen tijd veel minder stinkende auto's rond reden.
Ge kon zelfs op uw gemakske gaan fietsen of wandelen, zonder omver gemaaid te worden door nen autocoureur die wat vroeger moet thuis zijn, omdat zijn aangebrande soep op hem staat te wachten.
Ja mannekes, in diene tijd kon ge nog spreken van ne echte familieband, maar dat is spijtig genoeg al heel wat minder geworden. De dag van vandaag is de bevolking zodanig toegenomen, dat degene die in de steden wonen hun uitvlucht gaan zoeken naar den boerenbuiten.
Sommige mensen durven zelfs uit schrik hun huis niet meer uit komen, bang om overvallen te worden door jongens die met haat rondlopen.
Maar ja, in feite kunnen we daar niet al te veel aan veranderen hé. Wat we wel kunnen doen is ons eigen leven leiden, en voor de rest ons niveel aantrekken. Ik denk dat dat nog het beste is, en voor de rest alles laten verlopen zoals het nu is. En nu ne keer heel iets anders, want er moet nog een beetje gelachen worden ook hé.
Ze zeggen dat de mensen wreed agressief zijn, maar ook sommige dieren zijn wreed agressief. Allé, ik was gisteren bezig met het gras wat in te korten, omdat het te lang stond en de vrouw van mijne gebuur had al twee keer hare voet omgeslagen van diene molshoop die daar perongeluk lag.
Ik was daar aan het rond toeren met die super de luxe grasmachien, en opeens hoorde ik daar ik de verte een wreed luid geroep van. Ik legde de motor stil en ging kijken wat er daar gaande was, en opeens zie ik daar diene zwarte blinde mol boven de grond aan het vechten tegen zijn eigen kinderen of waren het zijn klein kinderen....dat weet ik precies niet meer.
- Héleba, is 't hier gedaan met ruzie te maken. - Meneer, we zijn bezig met te oefenen, want in Manolala mogen we ook op onze kinderen slaan om te oefenen.
Ja mannekes, ik heb mij er nij niet te veel van aangetrokken hoor, want in feite zijn dat mijn zaken niet.
Awel mercie zeg, ne mens kan op zijn gemakske geen gras nimeer maaien.
Gisteravond toen ik naar huis kwam reed ik met mijne fiets voorbij een weide waar daar nogal veel koeien stonden te grazen, en 't was toch weer van dadde zeker.
Ginder in de verte waren ze toch wel ook aan het vechten zeker. Ze waren aan het kaarten, maar 't was daar waarschijnlijk een koe bij die tegen haar verlies niet kon.
Amai zeg, was dat een wreed gevecht.
Die éne koe had een blauw oog en die andere koe was haar valse tanden kwijt.
En als ge uw valse groene tanden kwijt zijt in da groen gras, dan is da veel kans dat ge uw valse groene tanden kwijt zijt hé. Er liep daar ook nog een koe bij die wreed aan het manken was, waarschijnlijk is ze over diene molshoop gestruikeld.
Ondertussen waren er al twee koeien weggevoerd naar het dichtsbijgelegen koeienkliniek, om het de familie gemakkelijk te maken. Die éne koe had een klaverenhaas ingeslikt, en de andere koe had haar twee koeienogen binnen geslikt.
Allé, 't is toch weer allemaal goed gekomen, want nu lopen er twee koeien teveel op die weide.
PS: 't Is maar om u te zeggen, dat het overal wat is hoor.
Toen ik deze morgen in mijn badschuim zat te ploeteren, had ik per ongeluk het stopkontakt uitgetrokken. Het water en de schuim stroomde gelijdelijk van me weg, zodat ik binnen de kortste keren zonder water en schuim kwam te staan.
Maar ik had zo een gevoel dat ik stillekes aan meegezogen werd en met al mijn overblijvende krachten begon ik fel tegen te spartelen om toch maar niet meegezogen te worden.
Maar ja,als ge zo wreed aan het spartelen zijt,en uwen asem begint al langzaam weg te vloeien, dan is daar niveel meer aan te doen hé.
Dus was ik verplicht van me over te geven aan de kracht van het badwaterschuim, en zo doende werd ik ook meegezogen. Amai zeg, azo meegezongen worden naar een onbekende plaats, dat had ik nog nooit niet meegemaakt. Toen ik daar in die afvoerbuis een beetje geklemt zat, omdat ik nog maar juist ne boterham of 36 naar binnen had gespeeld, en al dat badwaterschuim over mijnen natte halfve kletskop kreeg, was ik toch wel in ne diepe slaap gevallen zeker.
't Is niet omdat ik 's avonds in mijne nest niet goed slaap, maar ik had mijne soepkom op mijne natte kletskop niet gezet, en van de druk van al dat nat badwaterschuim was ik toch wel in diepe coma geraakt zeker.
Na enige tijd werd ik daar toch wel in ne diepe slijkerige put gedumpt zeker, en werd ik uit mijne diepe coma ontwaakt. Amai zeg, dat doet toch raar hoor, wakker worden en niet weten waar ge zijt en dan nog poedelnaakt zonder kleren aan.
Maar allé mannekes, ge moet eens eerlijk zijn, wie gaat er nu in bad met zijn kleren aan?.
Als ik een verstopte neus heb, dan durf ik wel eens mijne pyjama aan houden hoor. Toen ik in diene slijkeruge put werd gedumpt, ben ik zeker vier keer onwel geweest.
En voor te zwemmen ging dat ook niet, want op dat bord stond te lezen: Verboden te zwemmen.
Amai zeg,ik heb daar wreed afgezien,maar met wat geduld ben ik toch in ne plas water terecht gekomen waar ik kon zwemmen,gelijk ne vis in het water.
Awel mannnekes,'t is daar dat ik voor den eerste keer de buikslag hebt gezwommen,omdat de waterstroming nogal fel te keer ging.
Ik peis dat da water wreed verschoten is,van plots nen spiernaakte man te zien en dan nog zonder kleren aan ook. Maar ik moet u wel zeggen dat ik wel enoem vooruit aan het drijven was,en plots kwam er daar nen grote snoekpalingvis aan gezwomenmet nen kleine rugzak op zijne visrug gebonden.
Toen hij naast mij kwam zwemmen vroeg hij hij mij of ik gene kou had,en hij haalde een uit zijne kleine rugzak een zwemkostuum te voorschijn en gaf het aan mij. Waarschijnlijk had hij dat zwemkostuum gekregen van ne vis die het waarchijnlijk veel te warm had gegregen zeker.
Allé, ik heb dan maar een zwempauze ingelast hé, om dat zwemkostuum te kunnen aantrekken. Nog geen 200 meter verder waren er twee wilde dolfijnen aan het bekvechten, waarschijnlijk was dat om een uit de hand gelopen vissenruzie, denk ik.
Ja mannekes, tegenwoordig met al die ruzie's gebeurd er van alles hé.
Plots kwam er naast mij een groot containerschip gevaren, en ik hoorde op de radio juist nen oproep van mijne gebuur, dat ik vermist was.
Ja mannekes, mijne gebuur is direct wreed ongerust als ik niet thuis ben, zeker na een paar dagen. Maar ik moet u wel zeggen dat mijne gebuur wreed veel van vissen houd, vooral op plaatsen waar ge veel vis kan en moogt vissen.
Want als hij gene vis kan vissen, dan koopt hij in de viswinkel nen bokaal rolmops om het aan zijn vrouwke te geven voor hare vishutsepot.
't Is daarom dat hij elke week ietske meer zakgeld krijgt en hoe meer hij vangt, hoe meer zakgeld hij krijgt. Op nen zekere dag zat mijne op ne visbak te vissen waar het krioelde van de vis, maar plots zag hij daar ne rare vis tussen liggen met op zijne rug een groot plakaat,waar op te lezen stond: Ik ben uwe gebuur, help....red mij.
Hij pakte zijn visnet en schepte mij op en bracht mij terug naar de lokale grond, waar ik terug als gewone man door het leven kan gaan. Maar één ding weet ik zeker, als ik nog eens in mijn schuimbad ga om te douchen, ga ik toch eerst heel goed kijken of dat stopkontakt goed vast zit.
PS: 't Is maar om te zeggen, dat ge zoveel fantasieën en dromen moogt hebben, maar dat alles goed en wel op zijn pootjes terechtkomt.
Awel mannekes, als ge zo ne ganse nacht niet kan slapen, omdat ge gene vaak hebt of omdat die vervelende muggen u komen ambeteren, dan is dat wreed ambetant hé.
En wat doe je zoal, om uwen slapeloze nacht door te komen?.
Awel mannekes, ik heb dat ook ne keer meegemaakt, dat ik maar niet in slaap viel omdat mijn twee kleine spleetoogskes die ik toen had, maar niet wilden toe vallen. Ik was de avond daarvoor in mijne donsnest gekropen uit vermoeidheid, en ik lag te wachten op een rustige dromerige nacht die maar niet wilde komen.
Amai, ik heb daar liggen wroeten zeg, zodanig liggen wroeten dat al de plooiskes van mijn onderlaken plat gestreken waren. Maar ik moet waarschijnlijietske teveel gewroed hebben zeker, dat ik gelijk ne steen op de harde grond terecht kwam en mijn twee kleine spleetoogskes hebben wakker gemaakt.
En ik moet u zeggen, als ge zo van die twee kleine spleetoogskes hebt, dan ziet ge daar niet veel mee hé. Vroeger zei mijn moeder altijd tegen mij, manneke, uw twee spleetoogskes vallen weer toe. Kruip maar rap in uwe stronest, en slaap u maar ne keer goed uit.
- Ja ma.
Ja mannekes, in dienen tijd bestond da nog niet hé, een donsdeken en was ik wel verplicht van in ne stronest te slapen, om toch maar een beetje warmte te hebben.
Awel mannekes, na vijf minuten lag ik al ferm te snurken en te snurken, dat de mensen die in een andere gemeente woonde, dachten dat er een aardbeving op komst was.
Er waren zelfs mensen bij die telefoneerde naar Arman Pien, om te vragen uit welke richting die aardbeving kwam. Maar mijne pa heeft dat direct opgelost en ne brief gestuurd naar Arman, om hem te zeggen dat het geen aardbeving was, maar wel mijn gesnuk en geronk.
Die mensen waren ginder zo op hen gemak gesteld, dat ze direct beginnen feesten zijn.
Awel mannekes, ge gaat me niet geloven, maar toen ik daar op diene harde grond lag, is die kleine buil op mijne kop beginnen groeien.
't Was precies ne paddestoel die uit de grond schoot, en 's middags was het juist paddestoelensoep met geroosterde gehakt balletjes.
Ik ben dan van colére maar opgestaan, en heb de nacht vaarwel gezegd. En toch heb ik mijne slapeloze nacht goed kunnen opvullen, zodat het morgen was zonder dat ik het wist.
Ik heb bijna ne ganse nacht in de badkamer op mijne kop gestaan, om die buil die wreed aan het groeien was, tegen te houden.
Awel mannekes, ge kan het nog altijd zien in mijn slaapkamer waar ik gevallen ben, want verleden week was ik verplicht om dat putteke op te vullen met zwarte pek die mijne gebuur had gekregen voor zijne verjaardag.
Ne mens is soms verplicht om zijn slapeloze op te vullen, wil hij de nacht die komt goed en rustig kunnen slapen.
Awel mannekes, ik moet u zeggen dat ik de laatste tijd wreed goed en rustig slaap, want twee uur voordat ik in mijne donsnest kruip, zing ik voor mijn twee goedkijkende spleetogen een Chinees wiegeliedje.
Ja mannekes, ik heb dat geleerd van mijn Chinese kat, die zong altijd in het kinderkoor in China van: Wuaim, Wuaim. 't Is daar dat ze beroemd is geworden, maar het heef niet lang geduurd.
PS: Ze heeft nog in de Chinese top tien gestaan, maar dan wel in China.
Allé mannekes,nog zo 'n thema om er even bij stil te staan,en over na te denken. En dan vraagt ge u af,hoe geraak ik in Godsnaam weer uit diene put ??. Ja,ik hoor het al zeggen van,ge moet maar zien dat ge in géne put terecht komt hé !!. En toch kunnen we daar soms zelf niveel aan doen,en worden door omstandigheden ingedropt zonder het zelf te weten of te beseffen. Nee nee,'t is niet omdat flipperke in de put zit hoor. Hoewel dat flipperke ook al meer dan éne keer in de put gezeten heeft,en ook meer dan éne keer in ne put gevallen is. In ne put vallen is zo erg niet,ge kruipt er weer uit,maar echt in de put zitten,dat is al heel wat anders. Maar met veel geduld en een beetje hulp van buitenaf,ben ik er toch uitgeraakt. En dat heeft mij tot nadenken gezet,omdat ik hier dagelijks mails binnen krijg van mensen die echt in de put zitten. In feite verdienen we dat niet,om echt in de put te zitten.
Daarom ga ik mijn verhaaltje beginnen met een gedichtje die erbij past,denk ik.
Ik wou dat ik het voor het zeggen had, en dat ik mijn eigen leven zelf kon bepalen. Dat ik mijn eigen beslissingen kon nemen, maar helaas,dat gaat maar alleen in mijn eigen dromen, En helaas niet in werkelijkheid.
Als ik voor het zeggen had, zag mijn leven er heel anders uit. Dan was ik een vrolijk mens, een mens dat geen pijn en verdriet kent, een mens dat alleen zonneschijn en roze-kleur kent, maar helaas,ook dat gebeurt maar alleen in mijn dromen.
Waarom loopt alles zo troef, en waarom beland ik steeds in de put ??. Tot nu toe heb ik steeds een slappe trap gevonden,
Een trap die heel erg onstabiel was, en ik beklom steeds die trap om uit de put te komen, en mijn familie en vrienden hebben mij daarbij geholpen, totdat er opeens weer een trede brak,en weer in de put viel.
-Ik zie mezelf liggen in diene put. -Ik zie mezelf weer opstaan uit diene put. -Ik zie mezelf naar boven kijken,vanuit diene put. -Ik zie mezelf denken,over hoe het is geweest in diene put.
En ik denk zo bij mijn eigen: moet ik weer helemaal terug naar boven ??. Ik hoor mijn vrienden roepen,dat ik naar boven moet komen. Ik hoor mijn vrienden roepen,dat ze me willen helpen.
Maar ze willen me wel helpen,allé,dat zeggen ze toch. Maar de vraag is: Gaan ze me ook helpen ??. Vrienden die zeggen dat ze je willen helpen zijn goed, maar de vrienden die je ook Echt helpen,zijn fantastisch.
Dus,ik denk dat het beter is om die slappe onstabiele trap te beklimmen. Als ik dat zelf niet doe,dan blijf ik eeuwig in de put, en dat wil ik niet. Ik wil het licht weer zien, ik wil het nut van het leven weer inzien.
Als ik de uitdaging met diene slappe onstabiele trap niet aanga,dan zal ik eeuwig in de put blijven, en dan zal mijn leven er donker,grauw en koud uitzien, terwijl ik meer van het licht,zonneschijn en warmte houd. Dus,ik heb twee keuzes: ofwel blijf ik in de put zitten, of ik beklim diene slappe onstabiele trap.
Ik kies voor de tweede keuze, en ik probeer gewoon nog éne keer diene onstabiele trap te beklimmen, met in de hoop dat ik weer het licht,zonneschijn en warmte vind.
PS: 't Is maar om u te zeggen,als ge in de put zit,zoek naar diene slappe onstabiele trap en beklim hem tot boven,zodat u weer het licht,zonneschijn en warmte vind.
Awel mannekes, als ge zo tegen geen bloot vlees kan, is dat wreed ambetant hé. Allé, voor mij toch. Want als ik nog ne jonge snotter was en ik zag bij de beenhouwer een rauw biefstuk voor de venster liggen, dan viel ik direckt fauw. Ik weet het nog heel goed, toen ik in mijne blote flikker op de wereld kwam, ben ik direct flauw gevallen bij het van mijn naakt lichaam.
Allé, 't was precies Adam die daar zonder zijn Adamkostuum aan stond te wachten achter Eva, om samen in de hof te gaan wandelen.
Awel mannekes, ge gaat mij niet waarschijnlijk geloven, maar de eerste veertien dagen durfde ik niet naar buiten komen hoor. Toen heeft mij moeder mij toch maar een tijgervelleke gekocht van een jong tijgerke die veel te vroeg aan zijn einde kwam, want ik zat al twee dagen met een zware kopvalling in mijne kop. 't Was niet moeilijk hoor, de deur stond altijd op een kier en ik zat juist in de trok met mijn klein kindermondje open naar diene vogel aan het kijken, die mij aan het uitlachen was.
Zelfs als ik mij 's avonds moest wassen, die moest ik altijd mijn twee klein oogskes toe doen.
En als we naar de zee gingen, dan moest ik altijd wachten tot het pikke donker was, om in dat nat water te gaan. Het was zelfs zo erg geworden dat ik draaiïngen kreeg, wanneer ik naar mijne grote teen keek. Ik heb zo neer keer vier dagen ik coma gelegen, van naar een meiske te kijken die poedelnaakt op ne foto stond.
Waarschijnlijk was dat nen foto voor degene die daar geen last van hebben, of om het straatbeeld wat mooier te maken hé. En als ik bij ons thuis op de boerderij een kieken zag lopen die geen pluimen had, dan kreeg ik daar altijd kippenvel van zodat al mijn melktandjes begonnen uit te vallen en mijn wit donshaar die op mijne klein kinderkopke stond, kwam recht van de schrik.
Ja mannekes, in diene tijd heb ik wreed veel afgezien, bij het kijken naar bloot vlees.
Nu is dat al heel wat minder geworden, want ik ben ondertussen ook al wat ouder geworden.
Af en toe heb ik daar nog wel last van, maar dat is meestal 's avonds als ik in mijne gepluimde nest kruip en er vliegt daar juist boven mijne kop een spiernaakte vlieg, dan val ik direct in slaap.
Awel mannekes, ge gaat mij waarschijnlijk niet geloven, als ik u zeg hoe vervelend dat kan zijn. Zo ben ik ne keer naar een bijeenkomst geweest van de senioren, en mijn tanden die waren al aan het bibberen voor ik binnen was.
Ik ben ne keer bij de doktoor geweest en hem dat ne keer gezegt, en weet ge wat hij zei:
Dat ik beter ne keer mijn ogen zou laten testen, want dat ik waarschijnlijk verkeerde ogen heb. Ze hebben mij dan ogen gegeven die bij passen, zodat ik nu nog veel beter kan zien, dan voor mijn geboorte.
Diene doktoor zei tegen mij: Zet ne keer diene bril op, dat zal al heel wat beter zijn voor uw oogskes.
Potverdikke zeg, nu zie ik alles dubbel en nog twee keer hetzelfde ook. Ik ben gisteren bij mijn moeder geweest, en ik zag mijn moeder twee keer.
Amai, dat doe raar zeg, zo twee keer hetzelfde zien, terwijl ge het in feite maar één keer zou mogen zien. Maar nu heb ik mij ne goeie kijkbril gekocht zonder glazen, en alles is nu weer normaal. Ik heb me ooit ne keer laten wijsmaken, dat ge alles op uw gemakske moet laten slijten.
Ik heb dan ook alles op het gemakske laten slijten, en weet ge wat het resultaat daarvan is:
Dat ik ondertussen al zoveel jaar ouder geworden ben, en ook veel beter kijk heb gekregen op het leven. Mijn bibberende tanden die bibberen nu niet meer tegen elkaar, en ook mijn haren komen niet meer naar omhoog.
PS: 't Is maar om u te zeggen dat we allemaal poedelnaakt geboren zijn, en dat we daarom onze ogen niet hoeven dicht te doen.
Awel mannekes, ge moet eens eerlijk zijn, hoeveel van die oude beroepen zijn er nog?. Niet veel meer hé. Maar af en toe ziet ge hier in ons klein Belgenlandje nog ne mens rondlopen, die wreed veel gehecht is met zijn oude ambachtelijk beroep, en ze ook nog uitoefend. Dat zijn meestal mensen die daar moeilijk afstand kunnen van nemen, en ze hebben nog gelijk ook.
Ik herinner mij nog heel goed, die leuvense stoof die daar aan het branden was met zwarte kolen, die door de mijnwerkers naar boven werden gehaald, om ons toch maar ne warme winter te bezorgen. 't Is in feite dank zij de koolmijnen en de mijnwerkers, dat we onze leuvense stoof kon branden houden. Want een koolmijn zonder mijnwerkers, is als een café zonder een cafébaas of bazin. Ik weet het nog heel goed, toen ik als kleine snotter mee mocht gaan op schoolreis naar Charleroi waar de koolmijnen lagen. Die mijnwerkers moesten daar hart werken, voor hun boterham en hun groot gezin te te kunnen onderhouden.
Ja mannekes, vroeger waren dat lange dagen, zeker als ge meer dan acht uur per dag moest werken. Want in diene tijd was het nog geen sprake van een 38 uren week hé. En velen van die mijnwerkers moesten heel diep onder de grond neerdalen, om die zwarte steenkolen te kunnen los kappen of boren hé. Ze waren wit voor het neerdalen, en ze waren pekzwart van 't stof als ze naar boven kwamen. Met de modernisme zijn intrede, is stilaan de steenkolen vervangen door aardgas. Om nog maar te zwijgen over de kasseileggers, die dagelijks kilometers kasseien moesten heraanleggen of vernieuwen. Ja mannekes, vroeger waren er dan ook veel meer kasseibanen dan nu hé. Nog een paar kasseibanen zijn overgebleven, waar nu de coureurs over daveren met hun dunne bandjes of tubes. Ook die mensen moesten hard werken, maar ze deden het graag. Zowel zomer en winter was dat hard labeur en wreed afzien, waar ge met blaren op uw handen naar huis reed. Maar ook bij regenweer werd af en toe nog doorgewerkt, waar de regentranen langs je gezicht naar beneden liep. En dan kon ge naar huis rijden na nen lange dag van hard labeur, waar het vrouwke u stond op te wachten met ne warme chocomelk.
En de smid, die in diene tijd zijn handen vol had met het smeden van hoefijzers. Hoefijzers om op de onderkant van een paard zijn voeten vast te nagelen, gelijk wij schoenen aan onze voeten doen met onderaan een schoenzool. Of nen smid die een ijzeren hekken moest smeden, of ne ijzeren band van een karrewiel. Zelfs nen molennaar had zijn werk, of ne pottenbakker. Zo zijn er nog heel wat oude beroepen, die spijtig genoeg verdwenen zijn. Allé, bijna toch, want hier en daar worden die oude ambachten nog uitgevoerd of aangeleerd.
Ja mannekes, waar is diene schone tijd naartoe hé.
Toen ik nog ne kleine snotter was, was dat voor mij geen probleem, om 's nachts in de pikkdonker op te staan. Mijn donkergroene katogen die zien toch alles, zelfs nog beter dan ikzelf. Die staan elke dag op de uitkijk, omdat het nog maar piksplinternieuwe waren hé. Die zeiden mij 's avonds voor ik in mijne nest dook, dat ik in de pikkedonker gene schrik moest hebben. En iedere nacht als ik moest opstaan, brande het licht al. Ja mannekes, in diene tijd kon ik nog op mijn donkergroene katogen nog rekenen. Allé, ik was 's nachts in de pikkedonker zo ne keer gaan wandelen, om mijn donkergroene katogen te testen, om zeker te zijn dat ik die kon vertrouwen. Awel mannekes, ge gaat mij waarschijnlij niet geloven, maar de ganse tijd liepen die voor mij, precies of ze hadden compassie met mij.
Ik kon in dienen tijd mijn donkergroene katogen ng veel beter betrouwen dat onze kat die ook donkergroene katogen had. Die struikelde iedere keer over haar eigen kromme poten, en haar ogen vielen toe als ze 's nachts een boswandeling ging maken in het bos. Amai zeg, die kat was lui en had slechte katogen, daar kon ze in feite niveel mee aanvangen hoor. Op ne zekere morgen stond die kat ne keer voor de glazen spiegel naar haar eigen spiegelbeeld te kijken, om te zien hoe lelijk ze wel was. Awel mannekes, ze heeft van 't verschieten haar twee gevulde valiezen gepakt, en met de eerste trein vertrokken naar het zwarte woud. En ze is nooit meer teruggekomen, maar af en toe schrijft ze nog ne brief, om te zeggen dat ze ginder in het zwarte woud een onderdak had gevonden, bij een soortgenoot en van hare ouderdom.
Ja mannekes, uit beleefdheid heb ik hare ne brief teruggestuurd en haar gezegd dat ik haar wreed mis, en toch heb ik haar wreed veel succes toegewenst. Ik heb haar ook geschreven, dat ze beter ne keer met haar twee donkergroene katogen bij nen gespecialiseerde oogarts zou gaan, om twee nieuwe te gaan halen, die nog niet versleten zijn. Awel mannekes, na zoveel jaren beginnen ook mijn twee blauwe katogen van zicht te minderen hoor. Alhoewel ik twee keer in de week naar de wasserij ga om ze te wassen, en om het vergezicht in mijn twee blauwe katogen terug wit te krijgen. Maar dat is zo gemakkelijk niet hoor en zeker niet als ge uw twee katogen al die jaren heb moeten gebruiken, om te zien waar ge loopt. Zeker als ge in de pikke donker uw licht moet aansteken op uw slaapkamer, om naar het toilet te gaan, is dat wreed ambetant hé. Zeker als ge overdag teveel water hebt gedronken, waar ge 's nachts geregeld moet voor opstaan. Awel mannekes, zo heb ik deze nacht ook ne keer moeten opstaan, om bij de ontvanger te gaan. Nee nee, niet om iets te halen hoor, maar wel om overtollig water af te geven.
Potverdikke zeg, ik ben toch wel drie keer gevallen zeker, over mijne dikke teen die de laatste tijd wreed aan het groeien is en mijn twee blauwe katogen die wat trager geworden zijn. 't Is daarom dat ik nu verplicht ben om alles wat rustig aan te doen hé, om toch maar niet mijn twee blauwe katogen nog wat meer te forceren. Deze namiddag ben ik met mijn twee blauwe katogen bij ne oogarts geweest, maar ik heb me toch wel van deur vergist zeker. Ja mannekes, ne mens denk nog altijd ne keer terug aan zijn jeugd hé, zeker als ge met twee spiksplinternieuwe katogen geboren zijt die donkergroen uitsloegen. Allé, ne mens is daar dan wel fier op hé. Allé, ik toch. Ik moet u wel zeggen dat mijn twee donkergroene katogen die ik vroeger had, nu blauw zijn geworden van teveel wit waspoeder te gebruiken. In feite heb ik nu overdag bleekblauwe en 's avonds beginnen die donkerblauw te worden, om 's nachts helemaal donkerblauw uit te slaan.
't Is daarom dat ik nu verplicht ben om 's avonds mijne wekker een half uur vroeger moet zetten hé, omdat ik een uur langer moet zoeken voor dienen knop te vinden. Maar allé, ik loop hier nu rond met éne grote supermoderne wc-bril voor mijn twee blauwe katogen, uitgerust met ne super de luxe ruitenwisser, om beter te kunnen zien in de pikke donker.
PS: 't Is maar om u te zeggen, dat ge moet tevreden zijn met wat ge hebt hé. Zeker als het om uw eigen ogen gaat.
Awel mannekes, Ik heb mij ne keer laten wijsmaken dat er zeven zeeën zijn. Dus, was ik dan ook zeer curieus en wilde die zeven zeeën ne keer gaan verkennen, om te zien waar die in feite liggen. Twee dagen voor mijn afvaart ben ik begonnen met een piksplinternieuw roeibootje in mekaar te knutselen, want ik ben ne geweldige prutseraar. Juist nog twee roeispanen moet ik hebben, om vooruit te geraken en dan ben ik ermee weg. Als twee roeispanen heb ik ne hele grote soeplepel genomen en een hele grote vork, waar ik op zee gemakkelijk kon met eten. Ik moet u wel zeggen: Als ge aan iets te begint, dan moet ge ook in een zeer goed conditie zijn, anders ga je veel te rap moe zijn, om nog terug te keren. En om toch maar zeker te zijn dat die roeiboot wel stevig ineen geknutselt is, heb ik twee rondjes rond gevaren ik mijn vplastieken badkuip.
Onderaan aan mijn zelfgemaakt roeibootje beb ik een klein gaatje geboord, om die hele grote golven tegen te houden. Maar één van die golven was toch wel naar binnin gekomen zeker. Maar ik het dat direct kunnen repareren hoor, door dat groot gat toe te vijzen met platte duimvijzen. 's Avonds voor ik aan mijn curieuze wildwatertocht ging beginnen, heb ik mijn zelfgemaakt roeibootje ingesmeerd met hanenvetolie. Want ik had mij ne keer laten wijsmaken dat hanenvetolie wreed goed tegen het wild water kan, en dat ge daarmee veel verder komt dan ne roeiboot die niet is ingesmeerd. Ik heb er twee kleine wielekes aan de zijkanten aangevezen, om ermee naar de watersportbaan te rijden. Want ze hadden mij gezegd dat ik beter zou vertrekken van de dichtst bijgelegen waterplas. Omdat ik toch in Gent woon, is dat voor mij veel gemakkelijker hé.
Ik kom daar aan diene grote plas water en ik verloor daar toch wel die twee zijwielekes zeker, die ik geleend had van ne mens die al vijf jaar dood was. Maar allé, ik ben toch kunnen vertrekken hoor, en dan nog met een laag waterpeil. Op mijn gemakske roeide ik mijn eerste kilometers af, om zeker niet te vermoeid in Oostende aan te komen, waar de Noordzee in feite nog moet beginnen voor mij. En nergen zag ik plakaten staan met de naam van dat water, maar nog een geluk dat ik mijn Aardrijkskundige geschiedenis goed ken, want ik wist direckt in welke water dat ik aan het ronddobberen was. Want anders komt ge in de Vlaamse Ardennen terecht hé, bij ne boer die denkt dat ge de Ronde van Vlaanderen aan het roeien zijt. Allé, ik heb dan maar de goeie richting gekozen, en ben met de stroom meegevaren hé. Van Gent naar Brugge had ik de wind mee, maar van Brugge naar Oostende had ik plots tegenwind, zodat ik meer achteruit aan het roeien was, dan vooruit.
Ja mannekes, als ge tegen de strakke tegenwind moet varen met een zelfgemaakt roeibootje en ge zijt dat niet gewoon, dan kunt ge daar ook wreed van afzien hoor. Als ik zo vier aan het roeien was kreeg toch wel honger zeker en met mijn hele grote vork die ik gebruikte als roeispaan, heb ik twee dooie rolmops uit het water gevist en opgepuzeld. In Brugge was het toch wel wilde staking zeker, voor ne buitenlandse tanker die naar zijn land wilde terugkeren en dat niet mocht, omdat hij de verkeersregels niet kende van onze Belgische binnenwateren, zodat ik verplicht was om ne omweg te maken langs de smalle rivierkes. Potverdikke zeg, ik was nog maar juist aan het roeien, of ik moest al terugkeren. Stond daar toch wel een groot plakaat zeker, met daarop in grote koeienletters geschreven: Omleiding: Roeibootjes niet toegelaten.
Awel merci zeg, ne mens gaat dan ne keer gaan roeien, met zijn zelfgemaakt roeibootje. Awel mannekes, na een week heen en weer te hebben geroeid met mijn zelfgemaakte roeiboot, ben ik eindelijk aan diene grote plas water aangeroeid en kon ik op mijn gemakske verder roeien. Maar de vraag die ik me stelde, is: In welke richting moet ik nu roeien?,met mijn zelf gemaakte roeibootje. Want op zee staan er ook geen plakaten of flitspalen, en moet ge zelf uw plan trekken hé. Nog een geluk dat ik een compas bij had, die ik tien jaar geleden had gekregen van de goeie Sint, voor mij braafheid. En via mijn compas die vier uur aan wees, wist ik direct in welke richting ik moest roeien. Ik roeide eerst een paar kilometer naar boven, om daarna te kunnen afslaan naar rechts, maar dan wel ietske lager. Ik was al een klein uurke bezig met te roeien, als er plots achter mij geroepen werd van ne bleken garnaal die zijne weg naar het noorden kwijt was van de te laag hangende zon, en omdat hij zijne compas had thuis laten liggen. Awel mannekes, diene bleken garnaal heeft mij dan wel een beetje gezelschap gehouden hoor, maar na een tijdje viel hij van vermoeidheid in slaap.
Amai zeg, er kwam daar in de verte ne dikke mist aan, of was het ne vloedgolf die plots de lucht in vloog?. Plots werd het zo grijs voor mijn ogen, dat ik dacht dat Rembrandt ginder bezig was met diene grote plas water een grijs kleurke aan het schilderen was. Ik heb dan maar ne ferme snok gegeven aan mijn roeistuur, en naar rechts geroeid. Wat ik daar heb gezien, heb ik nog nooit gezien en zeker in de Noorzee niet. Sommige vissen waren daar bezig met de lambada aan het dansen, en andere waren dan weer de kusjesdans aan het dansen. 't Was precies of dat de Gentse feesten daar nog bezig waren, en nog wat verder waren de zeerobben ne rock 'n' brol aan het springen. Dat nat water vloog langs alle kanten, en binnen de kortste keren was de Noordzee voor de helft leeg gedanst. Ik ben aan gebrek van water moeten terugkeren, zodat mijn curieuze zeereis is uitgesteld voor onbepaalde tijd.
Awel mannekes, ge gaat mij misschien niet geloven, maar toen ik wakker werd van al dat lawaai en geplonst, lag ik daar toch wel met mijn tenen tenen te spelen zeker, en dan nog in mijn eigen brobbelbad. En wat diene dikke mist voor mijn ogen betrefd, dta was het badschuim dat aan het overkoken was.
Awel mannekes, ik heb ooit eens ne brief geschreven naar ne persoon die zelf ne brief aan het schrijven was. Maar wat er op diene geschreven brief stond heb ik nooit kunnen lezen, omdat diene persoon nog bezig was met diene brief te schrijven. Maar wat ik wel weet, dat het ne hand geschreven was, naar ne persoon die ook nog aan het schrijven was. En als zijn geschreven brief geschreven was, dan had hij eindelijk gedaan met te schrijven. En kon hij dan diene geschreven brief, waar dat al zijn geshreven woorden opgeschreven waren posten, om hem te kunnen verzenden naar diene persoon die nog bezig was met zijne hand geschreven brief te schrijven. Wanneer diene persoon gedaan had met zijne hand geschreven brief te schrijven, waar hij nog aan bezig was met zijne geschreven brief te schrijven, kon hij zijnen hand geschreven brief die geschreven was door de persoon die ook aan het schrijven was, ook zijne geschreven brief posten, om hem te versturen naar diene persoon die zijne hand geschreven brief al geschreven heeft en gepost heeft, zijne geschreven brief eindelijk lezen, als zijne hand geschreven brief tenminste aankomt bij diene persoon, die hem inmiddels ook ne hand geschreven brief heeft geschreven.
Awel mannekes, kunde gulle nog volgen?.
Als diene hand geschreven brief aangekomen was, aan diene persoon die ook ne hand geschreven brief aan het schrijven was, naar diene persoon die hem ook ne hand geschreven brief heeft geschreven, dan kon hij diene hand geschreven brief eindelijk lezen. Ondertussen was diene andere hand geschreven brief ook aangekomen bij de tweede persoon die hem ook ne hand geschreven brief aan het schrijven was. De eerte persoon die inmiddels de hand geschreven brief al gelezen had, verstond er geen barst van wat er in diene hand geschreven brief stond, die de tweede persoon hem geschreven had. Ook de tweede persoon verstond er geen barst van wat er in diene hand geschreven brief stond, die de eerste persoon hem had geschreven. Potverdikke zeg, ze waren toch wel tot de ontdekking gekomen zeker, dat ze nog niks op papier hadden geschreven, en daarom konden ze dan ook niet die hand geschreven brieven lezen.
Weet ge wat, ik zal die twee brieven zelf schrijven, en ze persoonlijk gaan afgeven. Dan kunnen ze elk een hand geschreven brief lezen, die door mij zal geschreven zijn en met mijn eigen hand geschreven woorden. Maar misschien wordt straks mijn hand geschreven brief ook nog wel gelezen, die met mijn eigen hand geschreven woorden zijn geschreven.
't Is maar om u te zeggen, als ge mijn hand geschreven brief met mijn hand geschreven woorden niet verstaat of begrijpt, laat het mij dan weten, dan zal ik de hand geschreven brief met mijn eigen hand geschreven woorden voor jullie gratis en voor niks vertalen.
Ja mannekes, ik ga u een verhaal vertellen over de tijd toen, toen ik nog als ne kleine snotter door't leven ging. Allé, ne kleine snotter is wat veel gezegd, want ik was zo een jaar of twaalf zeker. Maar wat ik wel nog weet, is dat ik nog altijd aan het groeien ben. 't Is niet moeilijk, als ge van jongsaf aan alle dagen van die groeikorrels krijgt om te groeien, en elke dag plat op mijne buik moest liggen, om uitgerolt te worden. Maar allé, ik was toch al groot en oud genoeg om met ons Brabants trekpaard (Bella) en de ploeg, het veld om te ploegen. Ja mannekes, ge weet dat ne boer altijd wreed veel werk had, in dienen tijd. Ik had al een paar keer met ons Bella naar 't veld geweest, maar ploegen mocht ik nog niet van mijne pa.
Ik weet het nog heel goed, alsof het gisteren was. De brandende zon straalde de warmte naar beneden, en de temperaturen schoten al direct met een paar graden naar omhoog. Tegen de middag werd het in de zon al gauw 36 graden gemeten, waar ge zelfs uw eieren kon bakken op de hete grond. Ook onze voeten zagen wreed veel af van de brandende zon, en moesten af en toe ne keer besproeid worden met nat watern om toch maar niet te verbranden. Het meeste werk werd dan ook op het veld gedaan, als wij onze oogst moest binnen halen en dat was meestal in de maand Augustus of de hooimaand. Bij ons noemen ze dat half oogst, of de hoestmaand. Dan werden de rogge en de tarwe afgemaaid met ne maaier die door een paard werd vooruit getrokken.
Die werden dan gebonden en gestuikt, om later opgehoopt te worden op ne grote hooiopper. Dan werden de velden gemest met de uitwerpselen van de beesten, die we gratis en voor niks kregen. Dan werden die hoopkes uitwerpselen open gesmeten met ne riek, om daar enkele dagen het voedsel aan de grond te geven. Mijne pa had mij 's avonds gezegd dat ik 's anderdaags mocht het veld om ploegen met onze Bella. Awel mannekes, ge gaat mij niet geloven, maar ik was zo fier of ne gieter en ik heb dan ne ganse nacht geen oog toegedaan. 's Morgens ben ik dan vroeg opgestaan en heb dan vier dikke boterhammen naar binnen gespeeld, die mijn moeder dan smeerde met smout met daarop en een schelle spek daar tussen die dan werd gesmeerd met mosterd.
Al dansend van de pijn van die uitstekende stoppels, liep ik achter die pikmaaier aan. Potverdikke zeg, ik was nog geen klein uurke aan het ploegen, als onze Bella daar ineens begint te dansen en te springen geluk ne zot die met zijn blote voeten in ne nagel getorten (getrapt) had. Onze Bella had daar toch wel ne bijennest (wespennest) omgeploegt zeker. Amai mijne frak, ons bella begon daar te spurten zeg,'t was precies Kim Gevaerts die aan haar honderd meter begon. En hoe verder ons Bella liep, hoe meer bijen er achter aan vlogen. In feite werd ons Bella opgejaagt door die bijen, omdat die kwaad waren zeker. Na drie kilometer werden die kwaadaardige bijen doodmoe van achter onze Bella aan te vliegen, zodat ze de strijd hebben moeten staken.
Inmiddels waren er daar al een paar van die kwaadaardige bijen dood gevallen bij gebrek aan zuurstof, en andere lagen daar in ademnoot te roepen en tieren om hulp. Toen ik achter ons Bella aan het zoeken was, kwamen de ziekenwagens in volle vaart aangereden, waarschijnlijk achter die bijen zeker. 't Was daar toch wel ne kleine snotter aan het fotograferen zeker, want in diene tijd gebeurde waren er nog niet zoveel accidenten gelijk nu hé. Awel mannekes, ons Bella kwam na drie dagen weer thuis, zonder bijen achter haar aan. Maar ondertussen is dat veld al lang omgeploegd, of staan er nu al huizen op, want 't al lang afgebroken. Allé, in ieder geval, 't was toch ne schonen tijd hé.
Awel mannekes, Ik gaat vanaf vandaag in ook staking, omdat het de laatste tijd zoveel regent. Nee nee,geen wilde staking, maar een doodgewone staking hoor. Ge kunt t egenwoordig niet meer uit uw huis komen, of ge staat met met uw droge voeten in het nat water. Allé, als uw voeten tenminste droog zijn, anders wordt ge dat toch niet gewaar of het water nu koud of nat is hé. 't Heef hier de laatste tijd zodanig zoveel geregend, dat mijne kelder die op mijn dat staat, volledig onder water gelopen is. Awel mannekes, zou u geloven dat mijne kelder eerder onder water stond, dan mijne zolder die onder de grond is gebouwd. 't Is in feite niet moeilijk, want al dat water komt toch van boven hé. Ik ben hier al twee weken in mijn huis aan het ronddobberen met een zelfgemaakt roeibootje, die ik aan elkaar gelast heb van plastiek. Dat water staat hier zodanig hoog, dat vannacht mijn twee goudgele goudvissen, die ik ne keer heb gekocht op de rommelmarkt en die in solden stonden, zijn verdronken. Maar ik peis toch dat ze ginder mij op diene markt goed hebben liggen, want die twee gele goudvissen konden niet zwemmen. Ik denk toch dat het veel beter zou zijn, om die vissen een paar zwemlessen te laten volgen.
Eén groot voordeel hebben we wel met al dat overtollig water, dat de boeren hun beesten geen water niet meer hoeven te geven. Die beesten weten dat toch niet, of het nu vers of oud water is, koud of warm. Maar voor de mensen is het heel wat minder aangenaam, want we hebben nu plots water teveel.
Ze zouden veel beter dat water naar landen sturen, waar ze geen water hebben, want die kunnen het veel beter gebruiken dan wij. Ik weet het nog heel goed, toen ik nog ne kleine snotter was had het ook ne keer heel goed geregen, en op één twee drie stond de tarwe en de rogge zo hoog als kweet niet wat. En de maïs schoot als paddestoelen de lucht in, gereed om geoogst te worden. En binnen de kortste keren stond alles weer droog, alsof er niks was gebeurd.
Maar ja, wat kunnen we daaraan doen?. Awel mannekes, vanaf morgen ga ik in waterstaking. Ik heb ondertussen al twee grote spandoeken gemaakt, met in grote koeieletters de volgende tekst: Wij hebben hier al water genoeg. 't Is nu maar te hopen,dat de weergoden dat gaan lezen, anders moet ik nog ne fax sturen ook. In ieder geval raad ik u aan om zwemlessen te volgen, ge weet maar nooit voor wat het goed kan zijn. Maar één ding weet ik zeker, als ik nog ne keer gele goudvissen ga kopen op de markt en ze staan weer in solden, dan moeten ze mij hun zwembrevet kunnen voorleggen.
Awel mannekes, ge hebt zo van die mensen die daar echt een hobby van maken. In mijn straat woond er iemand, die daar echt een hobby van gemaakt heeft.
Kamiel de Verhuizenaar noemen ze hem, omdat diene mens altijd wreed met zijn vak bezig is. Op ne dag bij mij ochtenwandeling loop ik per ongeluk Kamiel tegen het lijf. Ja mannekes, ge gaat mij niet geloven, maar de Kamiel was weeral aan 't verhuizen hoor.
- Dag Kamiel, aan 't verhuizen?. - Ja flipper de flip, als ge hier niet graag woont, dan moet ge wel verhuizen hé. - Ja Kamiel, dat is wel waar, wat ge zegt. - Zeg Kamiel, ik heb gehoord dat ge nog tamelijk veel verhuist de laatste tijd, en waar ga je dan overal zo naartoe?. - Awel flipper de flip, ik verhuis zo 32 keer op een gans jaar. - Amai zeg, 32 keer verhuizen op één jaar tijd, 't is nogal de moeite hé. - Nee nee flipper de flip, 32 keer per maand, bedoel ik. - Maar Kamiel, dat kan toch niet, 32 keer op één maand tijd, en een maand telt maar 30 of 31 dagen. - Ja ja flipper de flip, dat weet ik wel, maar ik zal het u ne keer uitleggen.
De Kamiel nodigde mij uit om een bij hem thuis een tas koffie te gaan drinken, zodat ik heel goed naar zijn verhaal kon luisteren. Na een tas koffie of twee te hebben gedronken, begon hij met zijn ongelooflijk verhaal.
- Awel flipper de flip, 's avonds als ik ga slapen, dan verhuis ik van mijne living naar mijn slaapkamer, en 's morgens als ik opsta dan verhuis ik naar mijne wc, om diene koffie door te spoelen. En van mijn wc verhuis ik naar mijn badkamer, om mij wat op te frissen, want van al dat verhuizen, zweet ge veel hé.
Ondertussen was het al bijna noen (middag) geworden, en hij had mij nog niet de helft van zijn verhaal vertelt. Na een klein uurke komt hij daar uit de badkamer gewandeld, 't was precies een waterkieken. Hij was toch wel met zijn kleren aan, in dat bad gestapt zeker. Maar na een kwartierke was hij terug droog. Hij had hem gedroogd met de haardroger van zijn vrouw, die al meer dan 20 jaar op een ander aan 't verhuizen was. Daarna begon Kamiel met het tweede deel van zijn verhaal te vertellen, om zeker tegen de avond mij het ganse verhaal te hebben vertelt.
- Awel flipper de flip, als ik van de badkamer kom, dan moet ik terug naar mijne living gaan, wil ik in mijn keuken de patatten kunnen opzetten. - Terwijl mijn patatten opstaan, ga ik dan ne keer naar mijne ondergronse parking, achter een fles limonade of cola of iets anders. Awel Kamiel, ik wist niet dat ge nog een ondegrondse parking had, onder de grond.
- Ja flipper de flip, in feite heb ik twee ondergrondse parkings, éne onder de grond en éne boven op de zolder. Amai Kamiel, ge zijt hier nogal geïnstalleerd zeg?.
- Ja ja flipper de flip, maar 't is meestal is ne bovengrondse parking om te schuilen als 't water hier te hoog staat, want de laatsten tijd valt er hier veel nat water naar beneden hé. Awel Kamiel, in feite zijt ge ne ganse dag bezig met te verhuizen?.
-Ja flipper de flip, 't is daarom dat ik er mijn beroep van gemaakt heb, omdat het nog tamelijk veel tijd in beslag neemt hé. - Flipper de flip, ik ga nog een beetje voortdoen met te verhuizen, want anders krijg ik hier niet gedaan met mijne verhuis.Awel Kamiel, ik ga dan ook maar ne keer naar huis gaan, en bedankt voor de koffie hé.
Ik besloot dan ook maar ne keer om naar huis te gaan, want de vroege avond was toch aan het vallen. En ik had mijne soepkom niet op mijne kale kletskop, en moest diene vallende avond op mijne kale kletskop vallen, dan loop ik morgen misschien rond met ne molshoop op mijne kale kletskop.
In feite verhuizen we allemaal graag, maar 't is te zien wat ge verstaat onder het woord: Verhuizen hé.
Is het niet van de living naar de slaapkamer of van de slaapkamer naar de wc of de badkamer, dan is het meestal van de veranda naar de hof, om het hoogstaande groene gras wat in te korten of om de dorsttige bloenen wat te besproeien met nat water. En sommigen verhuizen van hun woning naar het werk dat gedaan moet worden, om 's avonds doodmoe dezelfde verhuis te moeten doen, en met een bezweette lijf bij het wachtende huisvrouwtje te moeten aankloppen. Eens de verhuizende man is thuisgekomen bij zijn wachtende huisvrouwtje, dan kan hij misshien gerust even uitblazen van zijn verhuizende dagtaak.
Beste mensen, ge moet nu niet allemaal tegelijk verhuizen hé.