Toestanden
De zalm bestijgt gezwind de steile beek, de zwaluw snikt vol weemoed naast haar nest, de maïs bloeit, besproeid met vitamientjes. Lang geleden dat ik naar die dingen keek: een zon die schaamte zaait van oost naar west en de dames slent'rend langsheen vitrientjes.
Woorden zijn te talrijk om er één te kiezen, gevoelens soms te fel om hen te onderkennen. De driften zeggen: nu geen tijd om te verliezen, en nu is ’t nog niet te laat om weg te rennen.
Het kind speelt voetbal met een lege drinkbus, weggegooid door ’t raam van een trage trekker, nagezeten door een file automobilisten, dromend van fijn eten en daarna een tongkus, stiekem of oprecht of kan ’t nog even gekker, situaties waar we weinig of zelfs niets van wisten.
|