Geraardsbergen, waar ik 30 jaar onderwijzer was, heeft een interessante blog Klik op de foto voor méér.
Hieronder volgen enkele foto's van tekeningen die ik gemaakt heb. Ze zijn uitgevoerd in wasco, potlood, houtskool, oostindische inkt of kogelpen. Vraagje: wie herkent bepaalde portretten?
Gary Brooker (Procol Harum)
Robert Vaughn (Man from U.N.C.L.E. )
zelfportret uit 1966
Richard Wright (Pink Floyd)
Walt Disney
Sammy Davis Junior
Adam Cartwright (Bonanza)
Rik Van Looy
Gerry Marsden (Gerry and the Pacemakers)
Rudi Carrell & Guy Mortier
Adam Cartwright (Bonanza)
Leonard Cohen
Marleen De Smet heeft een blog die 'fotogedichten' heet. Een aanrader! Klik gewoon op de foto om een kijkje te nemen.
Frankies (eigen)zinnige poëzie aangevuld met eigen citaten
Frankies stof tot nadenken en meevoelen Denken en emotie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
31-01-2009
Nieuwer speelgoed
Speelgoed op tafel
De telefoon antwoordt niet, het hondje blaft nooit en krijgt zelfs nooit te eten. De auto staat nooit in de file, Maar heeft voor mijn kleine peuter de mooiste lichtjes van de hele wereld.
Zijn wereld wordt groter Met elk van zijn stapjes. De deuren zijn hinderpalen en de vensters zijn televisie. De tafels hebben nu een bovenkant, kasten een binnenkant.
Broer, kom toch hier en loop met me mee, weg door de duinen tot aan de zee. Schop je schoenen uit op t harde zand, waar met schuim een lijn is gebrand. Klop dan de golven op tot bij mijn knie, aai met je tenen de keien die k zie krimpen naar de horizon van rood, wuivend wijl we roeien naar de dood.
Afscheid nemen aan de kim van de dag, zwijgend over ons beider zelfbeklag, zuchtend over ons dagelijks winstbejag, wenend over wat nog steeds niet mag.
Juich dan, broer, als je kano niet zinkt. Spat en spuit met wat je nimmer drinkt, duik door de draaikolk en dan: verdwijn! Teken op t strand weer een nieuwe lijn.
Er zijn woorden van troost en woorden van pijn, die houden zich nooit ver van elkaar vandaan, maar als de kwetsende woorden almachtig zijn is dit een hard, kil en onmenselijk bestaan.
Er zijn woorden van liefde en woorden van smart. Vaak liggen ze afgunstig bij mekaar op de loer, en volgen ze d' onvoorziene grillen van het hart, een keer discreet, dan weer uitbundig of stoer .
Er zijn woorden van vreugde en woorden van haat waarvoor vaak hindernissen worden verstoten. Soms is dat tragisch, een enkele keer brengt het baat maar niet als onschuldig bloed wordt vergoten.
Ik denk stilaan dat ik je wel ken, al is er elke dag weer wat verschil. Jij ziet er precies zo uit als ik ben en blijkt zelfs te weten wat ik wil.
Zelden zie ik je hierheen stappen, al kom je steeds trager naar me toe dan ik naar jou, langs de trappen. (ik voel me ook niet minder moe)
Je voorhoofd heb ik ooit gekend met lange haren voor je ogen. Ik heb leren begrijpen wie je bent en nooit heb je tegen mij gelogen.
Je rimpels waren sneller dan de mijne, althans, ik heb dat altijd aangenomen. Ooit kwam ik er finaal mee in het reine dat ze wel tegelijk moesten komen.
Ik reik je aarzelend mijn rechterhand, en jij beweegt spontaan je linker. Ik voel pijn zoals jij aan deze tand maar jij kijkt toch een stuk flinker.
Droom jij ook dat wij morgenvroeg weer samen onze snoet staan wassen, en je me ontmoet in de zelfde kroeg, waar we samen zullen gaan plassen?
Of denk je dat er een ochtend komt dat deze spiegel ons beiden zal missen dat het bruisen onder de kraan verstomt en wij niet zo leuk meer kunnen bissen?
Ik vreesde dingen die ik nooit wilde zien gebeuren, denkend aan mijn kleinkinderen, en dan...gebeurt opeens iets verschrikkelijks in werkelijkheid in Dendermonde ...
Levensboodschap
.
Blank zijn de bladen in het boek van je leven tot je ze beschrijven kan.
Zo lang ik je mijn steun mag blijven geven en je nog begeleiden kan.
Ver liggen de grenzen in je eigen jonge wereld die j' altijd verleggen kan.
Zo afgelegen als het einde van je eigen dromen die je zelf verwerken kan.
Schoon zijn de liefdelichtjes in je warme blikken die jij alleen me zenden kan.
Zo sterk als de wil om kranig te behouden wat je alleen verliezen kan.
Duur zijn de offers die je voor idealen nog zal brengen als je ze bereiken kan.
Zo hard als ontgoocheling in enkele boze mensen die je dikwijls mijden kan.
Zacht zijn de nachten die je telkens weer herstellen tot wie je blijven kan.
Zo heerlijk als de echo van je eigen stappen die je liefste volgen kan.
Dit zijn de woorden die ik ooit zal willen zeggen als ik ze niet meer zeggen kan.
Daarom wil ik deze woorden voor je schrijven, zodat jij z' eeuwig lezen kan.
Ontstaan uit angst voor de toekomst... omdat men elke dag meer verleden heeft dan toekomst
Wellicht ooit nooit
Zullen jouw ogen ooit smart aanschouwen? Zullen ze wenen om nutteloos verdriet? Zullen ze lijden en breken door het rouwen of bestaat dat in jouw nieuwe wereld niet?
Zullen je handen ooit eens roven of stelen? Zullen ze slaan en kwetsen om te doden? Zullen ze beschermend steunend schenken en krijgen ze ooit vriendschap aangeboden?
Zullen je lippen ijlen of vloekend schreeuwen? Zullen ze trillen om troostend te sussen? Zullen ze krijsen met de hoogste meeuwen en andere lippen vinden om zacht te kussen?
Zullen je voeten je naar dorre landen leiden ? Zullen ze je elke dag dienen tot s avonds laat? Zullen ze een weg vinden voor jullie beiden waarover je eigen zon nooit ondergaat?
Zullen voor jou mijn wensen en mijn dromen de sterren zijn die je wenken door elke nacht? Zullen ze mijn angsten niet uit doen komen, en zal je het doel bereiken dat op je wacht?
Zeg me niet wat ik denken moet: ik doe wat mijn hand wil doen en wil het spinnenweb doorboren dat me aan alles twijfelen doet, zelfs aan de echtheid van een zoen. Ik wil nu je ware intenties horen.
E
Daal neer op je beide knieën dat ik je bij de haren kan trekken. Het ivoor van je exclusieve toren is op mijn buur zijn hoofd gevallen.
En al zijn wij wel geen genieën, we slopen morgen alle hekken. Anders zijn we opnieuw verloren als elders weer de kurken knallen.
F
Aanvaard het glas dat ik je schenk, en snuif aromas van ons feest. Leen me je twijfels en je facturen. Je raadt toch nooit wat ik denk en wie er altijd bij me is geweest. Zijn bezoek zal ooit wel blijven duren.
LEF
Bevrijd me van al die hypocriete illusie. Alhoewel, niets telt nog sinds ik u zie.
Ik heb eenenzestig doosjes mogen opendoen, en ik heb net in het volgende kunnen kijken. Misschien mag ik nog jaren hiermee voortdoen, maar dat zal later nog beter moeten blijken.
Sommige ruiken naar de allermooiste bloemen, en andere zijn doorweekt van t stilste verdriet. Er zijn er waarmee ik mezelf zou mogen roemen, en sommige waarvan ik denk: toch liever niet.
De sterkste hebben de kleur van jouw ogen, en tikken nog dapper op het ritme van je hart. Ze hebben de kracht uit mijn lichaam gezogen, en strakke striemen van de jaren nijdig getart
De mooiste zijn de gulden dozen van mijn dromen, die mijn ogen verblinden als ik naar buiten kijk. Ze smelten de melkwegflits die ooit moet komen als ik zacht met mijn handen over je schouders strijk.
Nu heb ik achtendertig doosjes weer dichtgedaan, ik durf ze niet verbranden en evenmin vergeten. Ik koester ze op de plek het verst hier vandaan, en zal nooit de afstand daarheen willen meten.
een apocalyptisch gedicht over liefde voor het leven
Ambitie
Het ergste toekomstbeeld uit mijn angstvisioenen
is, behalve dat ik jou niet meer zal kunnen zoenen,
dat mijn zeven zintuigen op passief gaan staan: ik zal je in je keuken niet meer kunnen gadeslaan, je zucht na je hazenslaapje niet meer kunnen horen, niet meer proeven wat je klaarmaakte van te voren, niet meer ruiken aan je vingers na het beminnen, niet meer voelen wat je me aandoet, hier vanbinnen. En als je me zegt dat ik eens ga eindigen in het gips, is dat nog geen sluitstuk voor de Apocalyps!
Dan dreunt dat dolle denken door de diepe dalen van mijn muze haar manifeste momentopname, zodat ondanks het fatale fatum van je intuïtie, ik kan genieten van elke seconde meer ambitie!
Gekke kereltjes op het scherm Nog twee gekwetsten langs de berm Granaten op Palestina Er zit gif in melk uit China Leve de nieuwe president! Kijk eens aan wie het hardste rent! Zusje door eigen broer vermoord De tunnel is al half geboord Laserstralen missen hun doel Ruzie maken zonder gevoel Robots rijden door het plasma Babys hoesten meer door astma Mijn tuin ligt vol met bladeren Mijn vrouw die moet vergaderen De winkeltoegang is versperd Bam Boela schiet weer op de paal! Er is nog staking in het staal De laatste vraag antwoord ik fout De Kenyaan verstookt zijn hout Er vliegt een reiger door de lucht Zo bezorgd om vetophoping, maar nog nooit betrapt op doping! Wie gaat straks snel naar de bakker? Is hij dood, die arme stakker? Kom eens helpen, mijn rits is stuk! Net op tijd, dat is pas geluk!
Eén ding staat buiten kijf: Ik verdien wel twee op vijf!
Misschien overbodige informatie: de haiku is een Japanse versvorm, bestaande uit achtereenvolgens 5,7en 5 regels, die heel raak en beknopt een indruk, stelling of emotie verwoordt. Onze premier Van Rompuy is er een krak in.
Geen haiku, o nee...
Zelfs als blogger heb ik een correspondent
die kritiek heeft op een paar van mijn gedichten. Hij beweert (dat hij zowat alles van dichten kent), en dat ze meer lijken op weerberichten.
Hij mist kwatrijnen, sonnetten en alliteraties. Hij vindt troost in de talrijke woorden die rijmen. Want vrije verzen zijn voor hem iets gratis, maar ik vermoed daarin een vorm van slijmen.
Natuurlijk heeft hij volgens mij echt een punt als hij zegt dat haikus een stuk moderner ogen. Maar mijn taal beperken heb ik nooit gekund. Ik word gewoon door inspiratie meegezogen.
Haikus zijn voor mensen met weer te weinig tijd om zich rustig in de poëzie te gaan verdiepen. Daarom dat ik deze dichtvorm liefst vermijd en regelmatig met iets persoonlijks kom piepen.
Ik pik wel iets uit de bijbel of de Kama Sutra En draai er dan mystiek en cynisme om heen. Als men me maar niet vergelijkt met Kamagurka Want ik schrijf liever de dingen die ik meen.
De koude verlamt mijn vingers en mijn handen terwijl ik naar de voordeur van mijn woning loop. De rook verraadt dat de houtblokken branden die ik gisteren wegnam van een slinkende hoop.
De lampjes branden hoopvol aan de kerstboom en het stalletje verwacht vergeefs drie wijzen Ik ga zitten aan tafel en krijg een wensdroom over lentebloesems, nesten en verre reizen.
Mijn vrouw veegt het stof van de warme schouw en legt de liefste nieuwjaarswensen in een doos. Ik begrijp plots waarom ik met haar leven wou Ze kijkt me aan en ik volg haar handen ademloos.
De televisiebeelden flitsen in haar mooie ogen De rode wijn verkleurt de rand van haar glas. Ik streel haar vingers die zelden rusten mogen, ze reiken naar mijn hals en ontspannen mijn das.
Je mist moed om mij in de ogen te kijken, en verkiest een glas witte wijn in te schenken. Je droomt ervan dat je me eerst ziet bezwijken, maar volhardt erin me onvermoed te krenken.
Mijn zweet is voor jou een kassei in je gazon, maar nooit zal je die steen zelf kunnen optillen. Zoals die van de muur die ik wel bouwen kon, voor alle ladders die daar rechtop staan willen.
Als je eikels wilt, dan moet je er één planten, zelfs als je je grond stiekem hebt kunnen kopen: met een masker op verschalkte je de klanten die op je self-made eeuwige leven hopen.
Je zwalpt rond, omringd door hete reddingsboeien, maar ploetert naar de kwallen op een gladde paal, die kreunend zonder doel in draaikolken stoeien, en nagelt je spijker in het verroeste staal.
Eén van de 4 gedichten waarmee ik in 2007 gekozen werd tot dorpsdichter 2007 van Galmaarden. Niet meteen mijn beste ding, maar veeleer een vertelling op rijm over typische elementen van mijn gemeente. (zie ook 'Wandelaar' een soort monoloog van de Mark, de rivier die door ons dorp vloeit)
Thuiskomst.
Weer ben ik terug van een verre reis naar zee of bergen, zon of ijs, en dompel ik me in eigen streek: het lieflijk golvende Tollembeek.
En ondanks tractoren en oogstmachines snuif ik bloemen en tannines of verafgood ik weer de kilte in dit verklaard gebied van stilte.
Waar men in het weekend zijn grasveld maait en s nachts ook volop oogst en zaait, waar de jeugd ongeremd op brommers snort en mijn buurman op de zijne knort.
En eer de zon komt voor de maan, ziet men aan t station al autos staan die heel vroeg hierheen zijn gekomen en me wekten uit mijn dromen.
In de villawijk bij het middelste kavel pronkt een molenromp, wit als een snavel, die me teruggooit naar de tijd van trekpaard en noeste landarbeid.
Als mijn oog rust op het monument voor gesneuvelden die niemand meer kent en ik de lege blik zie van een soldaat klinkt achter mij: Bloemkool! Tomaat!
En s zondags luidt de klok van de kerk, want de pastoor doet hier nog zijn heilig werk. Prompt fietsen veel mannen weg van huis langs de 'kapellen', maar geen kerk of kluis.
Wie geen auto heeft, en iets wil kopen, heeft pech wanneer hij last heeft met lopen, want er zijn geen winkels meer bij de deur, en je moet naar Galmaarden voor t gesleur.
Daar vind je 't beste brood, zelfs echte hespen en in t containerpark het meeste wespen. Daar is de markt, gezelligheid eerste klas bij het frietkot en ook op een terras.
Ik ben er thuis, en zoals bij alle mensen leven hier verdrongen en verhoorde wensen, en al denk ik: het is wel niet ideaal, toch is dit ons leven, van ons allemaal
De juf is jong maar jij bent nog jonger, en vandaag is voor jou de eerste dag op de grote school geweest.
Sneeuw en ijs versperden je vergeefs de weg, die je uiteindelijk leiden zal, via spel en oefening, naar instructie, zelfs 'theoretische praktijk en praktische theorie'.
Misschien is het een stuk verder dan twintig jaren van je jonge leven. Zo herkenbaar als het kartonnen huis dat je zelf versierde, zoals je wis en zeker ook met je toekomst gaat doen. Wij zorgen voor de ramen, en jij kiest wel waarvoor ze dienen. Morgen...
Op de Congoberg, in Vollezele (Vl.Br.) woonden vroeger talrijke mijnwerkers, die lang voor zonsopgang te voet naar het station stapten van Tollembeek, om dan naar de Waalse mijnen te gaan werken. Het was de enige manier om voor hun gezin de kost te verdienen. Dank zij hard labeur, en zonder veel daglicht te zien...(zie ook het allereerste gedicht op deze blog)
Als het geregend heeft, vind je soms iets glanzen op de velden: een scherf van een Romeinse dakpan, pot... want 2000 jaar geleden hadden de Romeinen op deze hoge droge plek een villa gebouwd. Archeologen doen er nog regelmatig interessante vondsten.
Ik ben Roland Bourgoignie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Frankie ( eurocent op forum).
Ik ben een man en woon in Everbeek (Oost-Vlaanderen) (nog steeds België) en mijn beroep is toeterniemeertoe.
Ik ben geboren op 06/01/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven en alles wat ik daarbij nodig vind...
Bob Dylan als inspiratie, (niet)publiceren mijn frustratie, mijn gezin is mijn gratie, eerste dorpsdichter Galmaarden (2007) worden was een prestatie, dat u komt lezen is een sensatie!