E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Archief per week
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 15 . - FIG . 47 .
  • BESTE LEERLINGEN BEZOEKERS VAN FRITSKE2
  • FIG . 46 / 47 .STILLEVEN VAN CHARDIN .
  • FIG .48 / 49 . APPEL
  • FIG . 48 / 49 .
  • FIG . 50 / 51 . DE BEGRENZING VAN DE SCHADUWPARTIJEN.
  • FIG . 50 / 51 . DE BEGRENZING VAN DE SCHADUWPARTIJEN.
  • ART . NR . 15 , DE COMPOSITIE VAN HET STILLEVEN
  • ART . NR . 15 FIG . 44 . SCHEMA VAN DE COMPOSITIE
  • FIG . 43 . DE COMPOSITIE VAN HET STILLEVEN
  • ART . NR . 14 , a . HET EFFECT.
  • FIG . 36 . HET EFFECT
  • FIG . 37 . HET EFFECT
  • FIG . 38 . TINTEN - NUANCE
  • FIG . 39
  • FIG . 40
  • FIG . 41
  • FIG . 42 . HET EFFECT
  • ART . NR . 14 , TOONWAARDEN
  • FIG . 31
  • FIG . 32
  • FIG . 33
  • FiG . 34 .
  • ART . NR . 13 . d , SLAGSCHADUWEN OP VERTICALE EN OP SCHUINE VLAKKEN .
  • FIG . 14 en 15 . LINKS BIJ KUNSTLICHT . RECHTS BIJ ZONLICHT .
  • FIG . 22 , 23 , 24 , 25 en 26 .
  • FIG . 27
  • FIG . 28 . HET SPEL VAN LICHT EN SCHADUW BIJ EEN SAMENGESTELDE BELICHTING .
  • FIG . 29 .
  • FIG . 30 . HET SPEL VAN LICHT EN SCHADUW BIJ EEN SAMENGESTELDE BELICHTING .
  • ART . NR . 13 . c . NATUURLIJKE EN KUNSTMATIGE BELICHTING
  • ART . NR . 13 . d , - FIG . 19 , 20 , 21 , SCHADUW BIJ KUNSTLICHT
  • ART . NR .13 . d , - FIG . 16 , 17 , 18 , SLAGSCHADUW ZONNESTRALEN
  • FIG . 9 .
  • FIG . 10 .
  • FIG . 11
  • FIG . 12 .
  • FIG . 13
  • FIG . 7 en 8 , SLAGSCHADUW VAN EEN CILINDER
  • ART . NR . 13 . b , SLAGSCHADUWEN EN HUN PERSPECTIEF.
  • FIG . 6 . KUNSTMATIGE BELICHTING
  • FIG . 5 . KUNSTATIGE - LICHTBRON .
  • FIG . 4 . HET ZONLICHT KOMT VAN LINKS .
  • ART . NR . 13 . a , DE SCHADUW
  • ART . NR . 13 . - FIG . 1 . - EIGEN SCHADUW EN SLAGSCHADUW .
  • ART . NR . 13 - FIG . 2 . - SLAGSCHADUW ( ZON OP RIJ BOMEN )
  • FIG . 3 . - KUNSTMATIGE LICHTBRON
  • ART . NR . 13 . LICHT EN SCHADUW
  • ART . NR . 12 , d . VERSCHILENDE WIJZEN VAN UITVOERING
  • VERVOLG . FIG . 12 . c , DE ONDERDELEN
  • FIG . 51
  • FIG . 53
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT X - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XI - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XII - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XIII - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XIV - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XV - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 , c . DE ONDERDELEN
  • ART . NR . 12 , b . PRAKTISCHE RAADGEVINGEN HET MODEL
  • FIG . 49 . DE ONDEDELEN
  • FIG . 50 . DE ONDEDELEN
  • FIG . 47 EN 48 . DE ONDEDELEN
  • FIG . 47 EN 48 .
  • FIG . 47 EN 48 .
  • FIG . 47 EN 48 .
  • FIG . 47 EN 48 .
  • FIG . 47 EN 48 . DE ONDERDELEN
  • FIG . 47 EN 48 . DE ONDERDELEN
  • FIG . 47 EN 48 . DE ONDEDELEN
  • ART . NR . 12 . a , - FIG . 40 . - PERSPECTIEVISCHE SCHAAL VAN VERKLEINING
  • ART . NR . 12 , a . DE PERSPECTIEVE SCHAAL VAN VERKLEINING .
  • FIG . 41 en 42
  • FIG . 43 en 44
  • FIG . 45
  • FIG . 46
  • ART . NR . 12 . - FIG . 37 . - NOG IETS OVER PERSPECTIEF
  • ART . NR . 12 . -NOG IETS OVER PERSPECTIEF
  • FIG . 38 .
  • FIG . 38
  • FIG . 39
  • ART . NR . 11 , b . - PLOOIENVAL
  • FIG . 34 . PLOOIENVAL .
  • ART . NR . 11 , a . DE COMPLETE SCHETS
  • ART . NR . 11 . a , - FIG . 35 , 36 , a en b . - PLOOIEN
  • ART . NR . 11 . a , - PLAAT III . PLOOIEN IN HERENKLEDING
  • ART . NR . 11 . a , - PLAAT IV . PLOOIEN IN DAMESKLEDING
  • ART . NR . 11 . - DE PRAKTIJK
  • FIG . 33 . - AFBEELDINGEN IN BEWEGING
  • ART . NR . 11 . a , - FIG . 32 . - DE COMPLETE SCHETS
  • ART . NR . 10 , c . - HOUDINGEN EN BEWEGINGEN .
  • Fig . 27
  • FIG 28 .
  • FIG . 29 .
  • ART . NR . 10 , b . HET EVENWICHT . - DE LOODLIJNEN
  • ART . NR . 11 . - FIG 31 . - DE FIGUUR IN BEWEGING
  • ART. NR . 11 . - FIG . 30 . - VERSCHILLENDE STANDEN VAN FIGUREN IN RUST .
  • FIG . 24 . LEDEPOP . B , GEZIEN DOOR A.B.C.-SCHREM.
  • FIG . 25 . - LOODLIJNEN EN PUNTEN VAN ERKENNING.
  • FIG . 26 .
  • ART . NR . 10 , a
  • LEDEPOP , B
  • ART . NR . 10 . a , - PLAAT II - LEDEPOP B
  • DE A . B . C . LEDEPOP.
  • FIG . 22 en 23
  • ART . NR . 10 . - PLAAT I
  • ART .NR . 10 . SCHETSEN VAN PERSONEN .
  • ART . NR . 9 , b . DE VERKORTINGEN.
  • FIG . 15 , 16 , 17 .
  • FIG . 18 EN 19 .
  • FIG . 20
  • FIG . 21
  • ART . NR . 9 , a . DE VERKORTINGEN .
  • ART . NR . 9 . a , - FIG . 7 , 8 , 9 en 10 . - DE VERKORTINGEN .
  • FIG . 11 .
  • FIG . 12 .
  • FIG . 13 .
  • FIG . 14 .
  • ART . NR . 9 . HET SCHETSEN VAN PERSONEN .
  • FIG . 1 .
  • FIG . 2 .
  • FIG . 2 bis .
  • FIG . 2 bis .
  • FIG . 3
  • FIG . 4
  • FIG . 5
  • FIG . 6
  • ART . NR . 8 , a .
  • FIG . 71 .
  • FIG . 70 .
  • FIG . 69
  • ART . NR . 8 . DE BOUW EN DE DEFINITIEVE TEKENING .
  • FIG . 66
  • FIG . 67
  • FIG . 68
  • FIG . 56
  • FIG . 57 .
  • FIG . 58 en 59.
  • FIG . 58 en 59 .
  • FIG .60 en 61 .
  • .
  • FIG . 60 en 61
  • FIG . 62
  • FIG . 63
  • FIG . 64
  • FIG . 65 .
  • ART . NR . 7 a
  • FIG . 55 .
  • ART . NR . 7
  • FIG . 51 .
  • FIG . 52
  • FIG . 54 .
  • FIG . 53 . - GROTE VOORWERPEN MET KLEINERE OBJECTEN
  • ART . NR . 6 . a , - FIG . 50 . - SILHOUETTEN
  • ART . NR . 6 a
  • DE PERSPECTIEF VAN DE CIRKEL .
  • FIG . 43 .
  • FIG . 44 EN 44 BIS .
  • FIG . 45 .
  • FIG . 46 .
  • FIG . 47 .
  • FIG . 48 .
  • FIG .49
  • ART . NR . 6 DE HORIZON.
  • FIG . 38
  • FIG .30
  • FIG . 40
  • .
  • .
  • FIG . 40
  • FIG . 41
  • FIG. 42
  • Fig . 34
  • Fig . 35
  • Fig . 36
  • Fig . 37
  • ART .NR . 5
  • FIG .27 en 27 bis .
  • FIG . 28.
  • FIG . 29 .
  • FIG .30 .
  • FIG . 31 .
  • FIG . 32.
  • Fig . 33.
  • ART . NR. 4 b
  • ART . NR . 4 . b , - PLAAT II
  • ART . NR . 4 . a , - PLAAT I - DECORATIEVE VERSIERINGEN
  • Fig . 26 .
  • ART . NR. 4 a
  • Fig. 23
  • ART . NR . 4 . a , - FIG . 21 en 21 bis - FIG . 22
  • FIG . 25 . - PENSEELTEKENINGEN VAN JAPANSE KUNSTENAARS
  • FIG . 24 . - HET PENSEEL
  • ART . NR . 4 . - FIG . 13 . - HB POTLOOD
  • FIG . 17 . - CIRKELS OVALEN EN ELLIPSEN
  • FIG . 18 . - AFBEELDINGEN VAN DECORATIEVE VERSIERINGEN EN VOORWERPEN
  • ART . NR . 4 . - FIG . 19 en 20
  • ART . NR . 4 . - FIG . 14 , 15 en 16 . - LOSSE LIJNOEFENINGEN
  • ART . NR. 4 . - HET POTLOOD
  • Fig. 10 . - VOORBEELD VAN HET TEKENEN MET A.B. C. - SCHERM
    Mijn favorieten
  • Gastenboek
  • Groetjes uit Tessenderlo
  • Een aangenaam weekend.
  • Hallo Fritske.
  • Hallo Fritske.
  • Hallo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    "Altijd Welkom Bij fritske2"

    27-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fig . 33.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 33.

    27-03-2006 om 10:48 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 32.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 32.

    27-03-2006 om 10:49 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 31 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 31.

    27-03-2006 om 10:55 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG .30 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 30.

    27-03-2006 om 10:56 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 29 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    27-03-2006 om 10:57 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 28.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 28 .

    27-03-2006 om 10:58 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG .27 en 27 bis .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 27  en  27 bis .

    27-03-2006 om 11:07 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART .NR . 5
    ART . NR . 5

          DE  LIJNPERSPECTIEF.

    Inleiding  tot  de  studie  van  de  lijnperspectief .

    Wij  gaan  nu  beginnen  met  enkele  bijzonder  interessante  ontdekkingen , waarvoor  wij  teruggaan  naar  ons  in  ruiten  verdeelde  scherm .
    Fig . 27  toont  u , van  opzij  gezien , het  oog  van  de  waarnemer , dat , door  het  recht  voor  hem  staande  doorzichtige   scherm , een  dun  rechtlijnig  stokje  A.B.C.D.E.  in  schijne  stand  bekijkt .  Het  onderste  stukje  E  is  tengevolge  van  deze  schuine  stand  dichter  bij  het  oog  dan  de  rest  van  het  stokje , dat  zich  er  verder  van  verwijdert  naarmate  men  bij  A  komt . Dit  oog  ziet  het  stokje  door  de  stralen  die  ervan  uitgaan  en  die  in  het  oog  bijeenkomen . Deze  stralen  komen  dus  in  één  punt  bij  elkaar , zoals  ons  fig . 27  laat  zien .  Dit  " bij  elkaar  komen " noemen  wij  "  covergeren " . De  stralen  gaan  dus  door  het  scherm  volgens  de  lijn  A' . B' . C' . D' . E' .
    Deze  lijn  vormt  de  " projectie "  van  het  stokje  op  het  glas , of  anders  gezegd , het  beeld  daarvan .
    Het  is  duidelijk , dat  dit  beeld  kleiner  is  dan  het  stokje  zelf . Nu  moet  u  eens  letten  op  een  belangrijk  verschijnsel  : terwijl  in  werkelijkheid  de  stukken  ED - DC - CB - BA   op  het  stokje  even  lang  zijn , zien  wij  dat  op  het  scherm  de  stukjes E'D' - D'C' - B'A'  van  beneden  naar   boven  toe  steeds  kleiner  worden , waarbij  dan  het  kortste  stuk  ervan  overeenkomt  met  dat  gedeelte  van de  stok  dat  het  verst  van  het  oog  verwijderd  is . Onthoudt  dit  effect  van  verkleining -  of  liever  gezegd  "verkorting " - van  een  bepaald  onderdeel  van  het  voorwerp  ten  opzichte  van  een  ander  deel  dat  zich  dichter  bij  het  oog  bevindt .
    Laten  wij  nu  fig. 27 bis  eens  bekijken . In  plaats  van  de  lichtstralen  te  laten  zien  welke  in  het  oog  bij  elkaar  komen , hebben  wij  eenvoudig  de  horizontale  stralen  van  het  stokje  naar  het  scherm  genomen . De  nu  verkregen  projectie  is  evenwijdig , terwijl  de  vorige  convergeerde . U  ziet  dus  dat  de  stukken  A'B - B'C' - enz , onderling  gelijk  blijven , precies  zoals  op  het  stokje  zelf . Deze  wijze  van  weergeven - welke  geheel  theoretisch  is , omdat  wij  het  in  werkelijkheid  nooit  zo  kunnen  zien - noemt  men  " vlakke  projectie " ( Zie  fig . 28 A ) ; Het  is  een  methode , gebruikt  door  architecten  en  technici , met  als  enig  doel  het  juist  weergeven  van  de  onderlinge  verhoudingen  van  het  voorwerp , zoals  deze  in  werkelijkheid  zijn  en  niet  zoals  deze  zich  aan  ons  oog  voordoen  ( zie  fig . 28 B  en  C ) .
    Wij  namen  hierboven  als  voorbeeld  een  rechte  stok  onder  een  bepaalde  hoek . De  voorwepen  rondom  ons  zijn  echter  ingewikkelder  en  geven  niet  alleen  lijnen  te  zien  die  in  één  bepaalde  richting  gaan . Wat  echter  voor  het  een  geldt , geldt  ook  voor  het  ander .
    In  werkelijkheid  is  de  bundel  samenkomende  lichtstralen  geen  driehoek  met   het  oog als  toppunt , zoals  u  wellicht  uit  de  schematische  voorstelling  zou  opmaken . Nee , deze  bundel  heeft  de  vorm  van  een  kegel  en  de uitdrukking  
     " gezichtskegel "  gebruiken  wij voor  dat gedeelte  van  de  ruimte  dat  onze  blik  in  één  keer  kan  opvangen , in  de  hoogte , breedte  en  diepte , zonder  ons  hoofd  te  draaien  of  ons  gezichtsas  te  veranderen . De  basis  van  deze  kegel  komt  overeen  met  ons  " gezichtsveld " , dat  groter  wordt  naarmate  wij  verder  kunnen  kijken ( fig. 29 ) . De  begrenzing  van  dit  gezichtsveld  is  ongeveer  cirkelvormig . In  de  perspectief  noemt  men  dit  " tafereel " . Buiten  de  omtrek  van  de  cirkel  nemen  wij  weliswaar  onder  en  boven , rechts  en  links  nog  vormen  en  kleuren  waar , doch  deze  beelden  zijn  toch  niet  zuiver  te  onderscheiden . Alles  wat  zich  rondom  ons  werkelijk  gezichtsveld  bevindt  kunnen  wij  niet  zuiver  waarnemen  en  wij  kunnen  - nee , wij  mogen  dit -  nimmer  natekenen . 
    Dicht  bij  ons  is  de  gezichtskegel  smal  en  dus  het  gezichtsveld  beperkt . Maak  daarom  niet  de  fout  om  te  trachten  een  groot  gedeelte  van  de  voorgrond  op  de  tekening  te  krijgen , omdat  die  voorgrond  overeenkomt  met  de  delen  van  het  voorwerp  die  het  dichtst  bij  het  oog  zijn . 

    DE  TWEE  GRONDBEGINGSELEN  VAN  DE  LIJNPERSPECTIEF .  

    Wees  vooral  niet  bang  om  met  deze  studie  te  beginnen . De  perspectiefleer  kan  men  samenvatten  in  enkele  zeer  eenvoudige  regels  en  het  is  helemaal  niet  zo  ingewikkeld  als  u  wellicht  denkt . Integendeel , bent  u niet  nieuwsgierig  om  door  te  dringen  in  het  geheim  van  de  vormveranderingen , naarmate  wij  die  vormen  van  verschillende  kanten  bezien  ? 
    Waarom  het  aanzicht  van  de  voorwerpen  verandert , al  naar  gelang  de  afstand  of  plaats  die  zij  innemen  ten  opzichte  van  ons , of  welke  wij  innemen  ten  opzichte  van  de  voorwerpen ?  Zou  u  er  geen  grote  voldoening  van  hebben , wanneer  u  op  die  manier  de  verschillende  vormverschijningen  in  de  natuur  beter  leert  begrijpen  en  deze  daardoor  ook  beter  zou  kunnen  weergeven ?
    De  perspectiefleer  is  een  zaak  van  waarnemen  en  gezond  verstand  en  geen  geheizinnige , theoretische  wetenschap . Is  het  nu  noodzakelijk  om  de  perpectief  door  en  door  te  kennen  alvoren  te  gaan  tekenen  en  schilderen ?  Zeker  niet . Als  u  van  nature  een  volkomen   " zuiver  oog  "  zou  hebben , dan  zou  het  zelf  geheel  overbodig  zijn . Wij  zouden  dan  gewoon  kunnen  tekenen  wat  wij  zagen  en  het  zou  goed  zijn . Doch  ongelukkigerwijze  hebben  wij  altijd  de  neiging  om  de  dingen  niet  weer  te  geven  zoals  wij  ze  zien , maar  zoals  wij  ze  in  werkelijkheid  kennen . Een  typisch  voorbeeld  hiervan : Een  kind  tekent  een  cilinder  die  voor  hem  staat . Hij  zal  de  bovenkant  weergeven  als  een   cirkel , de   onderkant  als  een  rechte  horizontale  lijn  ( fig . 30 ) . Waarom ?  Het  kind  geeft  geen  gevolg  aan  wat  hij  ziet , doch  aan  wat  hij  weet : hij  weet  dat  de  bovenkant  een  volmaakte  circel  is  en  dat  de  cilinder  niet  op  tafel  kan  staan , wanneer  de  onderkant  niet  vlak  is . Fig . 30  laat  zien  zoals  het  voorwerp  zich  werkelijk  aan  zijn  oog  voordoet . 

    HET  EERSTE  GRONDBEGINGSEL  VAN  DE  PERSPECTIEF.
    Het  eerste  verschijnsel  waarvan  wij  ons  bij  de  perspectief  rekenschap  moeten  geven  is  de  voortgaande  verkleining  naarmate  een  voorwerp  zich  verder  van  ons  verwijdert . Wij  stelden  dit  reeds  vast  bij  de  stok  van  Fig . 27 . Nu  nemen  we  eens  een  ander  voorbeeld . We  zetten   3  kubussen  van  2  cm  sluitend  aan  elkaar . Samen  vormen  zij  dus  een  lengte  van  6  cm . Dit  zal  echter  niet  de  lengte  zijn  zoals  hij  aan  ons  oog  voordoet  indien  wij  die  kubussen  moeten  tekenen . Zouden  wij  die  lengte  van  6  cm  aanhouden , dan  vertoont  zich  een  beeld  als  in  fig. 31 a  is  te  zien . Wanneer  u  goed  kijkt  is  het  zelfs  alsof  de  achterste  kubus  groter  is  dan  de  voorste , terwijl  in  werkelijkheid  de  afmetingen  van  de  kubussen  gelijk  zijn . De  tweede  kubus  zal  echter , omdat  hij  verder  van  het  oog  verwijderd  is , kleiner  moeten  worden  en  de  derde  kubus  nog  kleiner . Tekenen  wij  het  op  die  manier , dan  onstaat  een  beeld  als  in  fig . 31 b  en  dit  beeld  stemt  overeen  met  wat  wij  in  werkelijkheid  zien .

    HET  TWEEDE  GRONDBEGINSEL  VAN   DE  PERSPECTIEF .

    Bij  de  drie  kubussen  van  fig. 31 b  kunnen  wij  het  volgende  vaststellen : a . dat  zij  een  soort  afplatting  of  ineenschuiving  ondergaan , b . hun  dikte  ( in  de  diepte )  neemt  af ,  c .  de vierkanten  van  boven - en  zijkanten  gaan  minder  ver  in  de  diepte  en  d . de  zijkanten  komen  steeds  dichter  bij  elkaar . Wij  merken  tevens  op , dat  de  lijnen  die  de  rij  links  en  rechts  begrenzen  dichter  bij  elkaar  komen , naarmate  zij  zich  verder  van  het  oog  verwijderen . Men  zegt  daarom , dat  deze  lijnen  die  in  werkelijkheid  dus  evenwijdig  lopen , maar  voor  ons  oog  "in "  het  papier  schijnen  te  gaan , " vluchtlijnen " zijn . U  moet  dit  tweede  verschijnsel , dat  uiteraard  een  gevolg  is  van  het  eerste , goed  onthouden .

    Wij  kunnen  de  verschijnselen  heel   goed  controleren  door  zelf  een  drietal  kubussen  te  bestuderen  door  ons  A.B.C. -scherm . Heeft  u  geen  kubussen  bij  de  hand , doe  het  dan  met  een  vel  papier  dat  u  vlak  op  tafel  neerlegt , zoals  fig . 32 a  laat  zien .  Wanneer  u  nu  de  ruitverdeling  op  het  scherm  zelf  als  richtlijnen  neemt  zult  u  zien  dat : a . de  lijn  CD  korter  is  dan  de  lijn  AB , omdat  CD  verder  van  het  oog  verwijderd  is , b . dat  daarom  de  lijnen  AC  en  BD  naar  elkaar  toelopen . Wanneer  u  nu  eens  op  dezelfde  wijze  één  van  uw  velletjes  geruit  papier  bekijkt , zult  u  bovendien  een  toenemende  verkleining  van  de  vierkantjes  waarnemen , omdat  de  ruimte  tussen  de  horizontale  lijnen  steeds  kleiner  wordt  en  de  verticale  lijnen  naar  elkaar  toelopen  ( fig. 32 b ) .
    We  plaatsen  nu  de  reeds  besproken  cilinder  op  ons  blad  papier  en  bekijken  hem  door  het  schrem ( fig. 33 ) . De  bovenkant  zien  wij  als  een  ellipsvorm , de  onderkant  eveneens , maar  voller  van  vorm  omdat  wij  er  meer  boven op  zien . Wij  tekenen  natuurlijk  alleen  de  voorste  helft  van  die  ellips , omdat  de  cilinder  nu  eenmaal  niet  doorzichtig  is . Let  nu  eens  op  de  punten  A  en  B . Deze  liggen  hoger  dan  het  punt  C , dat  het  dichtst  bij  ons  oog  ligt .                                 

    27-03-2006 om 17:12 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fig . 37
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 37 .

    27-03-2006 om 18:25 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fig . 36
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 36

    27-03-2006 om 18:26 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fig . 35
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 35

    27-03-2006 om 18:27 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fig . 34
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig .34

    27-03-2006 om 18:28 geschreven door Freddy


    29-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG. 42
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 42

    29-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 41
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 41

    29-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 40
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 40

    29-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig .40

    29-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 40

    29-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 40
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 40

    29-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG .30
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 39

    29-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 38
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 38

    29-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    30-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 6 DE HORIZON.
    ART . NR . 6

    DE  HORIZON .

    Bij  het  bekijken  van  de  kubussen  heeft  u   zich  natuurlijk  al  afgevraagd  waarheen  de  lijnen   " vluchten  " naarmate  ze  zich  van  ons  verwijderen .  Wanneer  zij  steeds  meer  naar  elkaar  toelopen, dan  zullen  ze  toch  ergens  bij  elkaar  komen . Inderdaad ! En  dat  punt  " ergens " ligt  op  de  horizon .
    DE  HORIZON - één  van  de  belangrijkste  perspectiebegrippen - wat  is  dat ?  Stelt  u  zich  voor , een  lijn , welke  onbegrensd  is,  volkomen  horizontaal  loopt  en  die  precies  gelegen  is  op  de  hoogte  van  onze  ogen  wanneer  wij  volkomen  recht  voor  ons  kijken . Ook  zoudt  u  zich  een  enorme, onbegrende  glasplaat kunnen  voorstellen  welke  volkomen  horizontaal  ligt , met  de  voorkant ( de  snede  dus ) tegen  de  ogen . En  of  wij  nu  op  een  ladder  gaan  staan  of  op  de  grond  gaan  zitten , nimmer  zult  u  de  onderkant  of  de  bovenkant  van  deze  glasplaat  kunnen  zien . Anders  gezegd : van  dit  steeds  " horizontale  vlak " - dat  loodrecht  op  het  tafereel  staat  zien  wij  dus 
    alleen  de  snede . Die  snede  is  dus  onze  horizon , welke  steeds  horizontaal  loopt  en  omhoog  en  omlaag  gaat  naarmate  wij  een  hoger  of  lager  standpunt  innemen .
    Voor  een  ieder  is  dus  de  plaats  van  de  horizon  verschillend . Bent  u  klein , dan  ligt  hij  lager  dan  de  horizon  van  een  groter  iemand . Wij  raden  u  aan , om  deze  verschijnselen  zelf  eens  te  onderzoeken , want  daar  gaat  het  immers  om : u  moet  leren  zien .

    WIJKENDE  LIJNEN  EN  VERDWIJNPUNTEN
    EVENWIJDIGE  PERSPECTIEF

    Wij  keren  nu  weer  eens  terug  naar  onze  "wijkende  lijnen "  en  herhalingen  daarvoor  een  eerder  gedane  proef  ( zie fig. 35 ). Door  ons  scherm  bekijken  wij  het  vierkante  stukje  karton  dat  plat  voor  ons  op  tafel  ligt . Wij  zien  dan  dat  de  lijnen AC  en  BD , welke  de  zijden  links  en  rechts  begrenzen , " wijkende  lijnen " zijn . In  werkelijkheid  zijn  het  horizontale  lijnen  welke  evenwijdig  aan  elkaar  lopen . Zij  beginnen  dicht  bij  ons oog  en  lopen  naar  achter  toe . Het  andere  paar  lijnen  AB  en  CD  ligt  ook  horizontaal  en  in  werkelijkheid  ook  evenwijdig  aan  elkaar .
    Maar  in  tegenstelling  tot  de  lijnen  AC  en  BD  liggen  de  lijnen  AB  en  CD  evenwijdig  met  onze  horizonlijn - dus  met  ons  tafereel . Daarom  wijken  deze  lijnen  niet . De  enige  verandering  welke  zij  ondegaan  is , dat  zij  korter  worden  naarmate  zij  verder  van  ons  oog  verwijderd  zijn . ( CD  is  korter  dan  AB ) !  Hetzelfde  verschijnsel  zien  wij  bij  de  lijnen  EF  en  GH  van  het  staande   karton . De  lijnen  EG  en  FH  daarentegen  zijn  weer  wijkende  lijnen .
    Wanneer  wij  nu  de  wijkende  lijnen  van  het  liggende  en  het  staande  stuk  karton  gaan  verlengen  door  middel  van  " vluchtlijnen " ( de  gestippelde  lijnen  in  fig. 35 ) dan  zien  we  dat  zij  uitkomen  in  het  punt  P . Dit  punt  ligt  op  de  horizon ! Wij  leren  hieruit  dus , dat  alle  evenwijdige  horizontale  lijnen , welke  loodrecht  op  het  tafereel  staan , samenkomende  in  één  punt  op  de  horizon . Dit  punt  noemen  wij  het  " vluchtpunt " . Wij  zeiden  u  reeds  dat  perspectief  een  zaak  is  van  gezond  verstand  en  of  het  dus  gaat  om  stukken  karton  of  om  vierkante  of  rechthoekige  dozen , overal  en  altijd  zult u  deze  zelfde  verschijnselen  van  de  evenwijdige  lijnen  kunnen  ontdekken . Bekijk  fig. 36  maar  eens . De  vlakken  van  de  kubus  welke  naar  het  oog  zijn  toegekeerd  behouden  hun  werkelijke  vormen  en  afmetingen . De  vakken  echter  welke  loodrecht  op  het  tafereel  staan , ondergaan  vormveranderingen  omdat  zij  begrensd  worden  door  wijkende  lijnen .
    Tot  nu  toe  hebben  we  alleen  gesproken  over  de  evenwijdige  perspectief , welke  zo  genoemd  is , omdat  het  voorwerp  zich  recht  voor  ons  bevindt  met  één  vlak  evenwijdig  aan  ons  tafereel . De  wijkende  lijnen  van  het  voorwerp  staan  in  werkelijkheid  dus  loodrecht  op  het  tafereel .
    Wij  gaan  nu  onze  kubus  eens  wat  verdraaien , zodat  we  hem  onder  een  bepaalde  hoek  zien .

    PERSPECTIEF  VAN  VOORWERPEN  WELKE  EEN  HOEK  MAKEN  MET  HET  TAFEREEL.

    In  fig . 37  zien  wij   onze  kubus  dus " onder  een  bepaalde  hoek " . Geen  enkele  lijn , geen  enkel  vlak  loopt  evenwijdig  met  het  tafereel . Alle  horizontale lijnen , welke  in  werkelijkheid  evenwijdig  aan  elkaar  lopen , zijn  dus  wijkende  lijnen  geworden . In  de  tekening  zien  wij  deze  lijnen  dan  ook  "vluchten ", maar  niet  in  één , doch  in  twee  "vluchtpunten " ( de  punten  P1  en  P2 ) . Het  ene  is  links , het  andere  rechts  gelegen . U  moet  dit  echter  onthouden : horizontaal  wijkende  lijnen  hebben  alleen  dan  hetzelde  vluchtpunt , wanneer  zij  in  werkelijkheid  evenwijdig  aan  elkaar  lopen . In  onze  kubus  zijn  het  dus  de  lijnen  EF , AB ,CD  enerzijds  en  de  lijnen  BF , AE , CG  anderzijds .

    DE  PLAATS  VAN  DE  VLUCHLIJNEN  MET  BETREKKING  TOT  DE  HORIZON .

    Uit  hetgeen  wij  tot  nu  toe  hebben  geleerd  kunnen  we  gemakkelijk  afleiden , dat  de  vluchtlijnen  welke  onder  de  horizon  liggen  een  opwaartse  richting  hebben . De  vluchtlijnen  nu , welke  boven  de  horizon  liggen  hebben  een  neergaande  richting . De  lijnen  die  precies  op  de  hoogte  van  onze  ogen  liggen , blijven  echter  horizontaal . Wij  herinneren  u  hierbij  nog  even  aan  die  grote  glazen  plaat , waarvan  de  snede  overeen  komt  met  de  horizon . De  vluchtlijnen  welke  dus  precies  op  de  hoogte  van  de  ogen  liggen  vallen  samen  met  de  horizon .
    De  afbeeldingen  zullen  al  deze  verschijnselen  voor  ons  zichtbaar  maken . Wij  zullen  dan  zien , dat  alle  vlakken  in  grootte  schijnen  af  te  nemen , naarmate  zij  zich  verder  van  ons  verwijderen  en  als  het  ware  dieper  in  de  achtergrond  dringen . Wij  kennen  dit  verschijnsel  reeds  van  de  verkorting . De  mate  van  de  verkorting  echte  hangt  af  van  de  gezichtshoek . In  fig . 38  is  het  zo  dat  het  oog  zich  bevindt  ter  hoogte  en  tegenover  het  punt O . Dit  punt  O  ligt  dus  op  de  lijn  welke  overeenkomt  met  de  horizon . Van  plank  A  zien  wij  dus  geen  wijkende  lijnen , omdat  deze  samenvallen  met  de  horizon . Van  de  planken  F , E  en  C  lopen  de  wijkende  lijnen  op  omdat  zij  onder  de  horizon  liggen . Tevens  merken  wij  op , dat  wij  de  planken  sterker  verkort  zien  naarmate  wij  er  minder  bovenop  kijken ( plank F  doet  zich  het  breedst  voor  omdat  wij  er  meer  " bovenop " kijken ) . Van  de  planken  D  en  B  liggen  de  wijkende  lijnen  boven  de  horizon  en  zij  hebben  dus  een  neergaande  richting . Omdat  deze  planken  boven  de  horizon  liggen  kijken  wij  er  dus  van  onderen  tegenaan . En  hoe  meer  wij  er  tegenaan  kunnen  kijken - dus , hoe  hoger  zij  liggen -  des  te  breder  zien  wij  die  plank ( D  zien  wij  breder  dan  B ) .
    Het  zal  u  duidelijk  zijn , dat  al  deze  verschijnselen   voor  ieder  ander  voorwerp  gelden , al  naar  gelang  de  plaats  dat  het  inneemt  ten  opzichte  van  de  horizon . De  afbeelding  op   ( fig . 40 )  zal  het  u  allemaal  nog  eens  duidelijk  maken . 
    Zowel  bij  lijnen  als  bij  vlakken  en  bij  ruimtelijke  voorwerpen  zult  u  zich  thans  rekenschap  kunnen  geven  van  het  vluchten  der  lijnen  en  van  de  verkortingen . In  het  kort  demonstreren  wij  dit  nog  bij  fig . 42 . Eerst  is  de  lineaal  gezien  in  evenwijdige  perspectief , met  zijn  langste  zijde  naar  de  beschouwer  gekeerd . Achtereenvolgens  wordt  hij  in  verschillende  standen  geplaatst  ( perspectievisch  gezegd  dus  onder  een  " andere  hoek " )  om  tenslotte  weer in  evenwijdige  perspectief  te  komen , doch  nu  met  zijn  kortste  zijde  naar  ons  toegekeerd . In  fig . 41  hebben  wij  verschillende  vlakken  en  ruintelijke  voorwerpen  bij  elkaar  gebracht  om  u  een  geheel  te  laten  zien  van  perspectievische  verschijnselen  onder  een  bepaalde  hoek . Wij  merken  hierbij  op , dat  u  het  middelpunt  van  de  verschillende  vlakken , welke  door  het  perspectievisch  aanzicht  een  vormverandering  hebben  ondergaan . Het  middelpunt  bevindt  zich  namelijk  op  het  snijpunt  van  de  diagonalen .
    Tenslotte  gaven  wij  met  stippellijnen  de  onzichbare  zijden  aan . Vanzelfsprekend  zijn  ook  zij  onderwerpen  aan  de  perspectief .
    Tot  besluit  geven  wij  thans  een  kort  overzicht  van  de  betrekkelijke  eenvoudige  en  gemakkelijk  te  onthouden  regels  welke  betrekking  hebben  op  de  LIJNPERSPECTIEF .
    Verticale  lijnen  blijven  in  perspectievisch  aanzicht  verticaal , doch  hun  grootte  neemt  af  naarmate  zij  verder  van  ons  oog  verwijderd  zijn .
    Horizontale  lijnen  worden  in  twee  groepen  ondergebracht :
    A ) horizontale  lijnen  welke  evenwijdig  aan  onze  oogas , dus  aan  het  tafereel  liggen . Deze  lijnen  blijven  horizontaal . Hun  grootte  neemt  echter  af  naarmate  zij  verder  van  ons  oog  verwijderd  zijn .
    B ) hoizontale  lijnen  welke  een  hoek  maken  met  het  tafereel  en  waarbij  het  beginpunt  dus  meer  of  minder  bij  ons  oog  is , terwijl  het  uiteinde  zich  er  verder  van  verwijdert . Deze  lijnen  schijnen  zich  in  de  achtergrond  te  " dringen " !  Zij  " vluchten " dus  naar  de  horizon  en  komen  daar , wanneer  wij  ze  doortrekken , samen  in  een  " vluchtpunt " .
    Alle  horizontale  lijnen  van  deze  groep - in  werkelijkheid  dus  evenwijdig  lopend  aan  elkaar  -  komen  samen  in  hetzelfde  vluchtpunt .
    Er  kunnen  meerdere  vluchtpunten  zijn .
    Wanneer  de  horizontale  lijnen  van  het  voorwerp  loodrecht  op  het  tafereel  staan  komen  zij  samen  in  het  vluchtpunt  dat  wij  het  " oogpunt " noemen .
    De  horizontale  lijnen  die  in  werkelijkheid  evenwijdig  aan  elkaar  lopen  doch  NIET  loodrecht  op  het  tafereel  staan , komen  samen  in  de  vluchtpunten  die  wij     "verdwijnpunten " noemen . Deze  verdwijnpunten  kunnen  zowel  links  als  rechts  van  het  oogpunt  liggen  en  er  zijn  evenveel  verdwijnpunten  als  er  groepen  van  lijnen  van  deze  soort  zijn .
    Dit  zijn  dan  de  belangrijkste  perspectievische  regels . Onthoud  ze  goed . Voor  de  perspectief  van  de  circel , waarover  wij  nu  gaan  praten , gelden  in  principe  deze  wetten  eveneens .

    30-03-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    31-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG .49
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 49 .

    31-03-2006 om 13:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 48 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 48 .

    31-03-2006 om 13:01 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 47 .

    31-03-2006 om 13:02 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 46 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 46 .

    31-03-2006 om 13:03 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 45 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 45 .

    31-03-2006 om 13:03 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 44 EN 44 BIS .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 44  en  44 bis .

    31-03-2006 om 13:05 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 43 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 43 .

    31-03-2006 om 13:10 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE PERSPECTIEF VAN DE CIRKEL .
    DE  PERSPECTIEF  VAN  DE  CIRKEL .

    Op  een  vierkant  stuk  karton  trekken  we  een  cirkel  en  wel  zo , dat  deze  precies  de  zijkanten  van  het  karton  raakt . In  deze  cirkel  trekken  we  vervolgens  de  diagonalen , de  verticale  as  AB  en  de  horizontale  as  CD . Nu  leggen  wij  het  karton  plat  voor  ons  op  tafel  en  bekijken  het  door  het  A.B.C. -scherm .  We  zien  het  dan  zoals  fig . 43 b  aangeeft .  De  vormverandering  van  het  stuk  karton  zelf  hebben  we  reeds  kunnen  vaststellen ; de  daarop  getekende  cirkel  neemt  thans  de  vorm  van  een  ellips  aan .  Een  ellips  wil  zeggen , een  gesloten  kromme  lijn , meer  breed  dan  hoog , tengevolge  van  de  verkorting  van  de  verticale  as  AB .  Het  middelpunt  O  ligt  dichter  bij  B  dan  bij  A , vanwege  de  sterkere  verkorting  van  de  helft  van  het  vierkant , die  het  verst  van  het  oog  verwijderd  is .  Dit  zal  uiteraard  hetzelfde  zijn  voor  de  raakpunten  C  en  D  van  de  cirkel  met  de  zijden  van  het  vierkant . ( Toch  blijft , als  wij  de  ellips  op  zichzelf  beschouwen , het  snijpunt  van  zijn  twee  assen  in  het  punt  M , dat  evenver  van  A  als  van  B  ligt .  De  geometrische  vorm  van  de  ellips  moet  volkomen  symmetrisch  blijven  ten  opzichte  van  zijn  twee  assen  AB  en  EF ) .
    Wij  gaan  nu  de  cilinder  eens  bekijken .
    Veronderstel  dat  wij  een  cilinder  in  een  doos  zetten  die  precies  is  aangepast  aan  de  afmetingen  van  die  cilinder . Deze  doos  gaan  wij  nu  eerst  in  perspectief  tekenen , op  dezelfde  wijze  zoals  onze vorige  kubussen .
     Wij  nemen  aan  dat  de  doos  doorzichtig  is  en  trekken  in  de  bovenste  vierkant  en  in  het   onderste  vierkant  een  ellips .  Wij  zien  dan  dat  de  bovenste  ellips  meer  afgeplat  is  dan  de  onderste , omdat  hij  zich  dichter  bij  de  horizon  bevindt  en  dus  de  verkorting  sterker  is .  Vervolgens  hebben  wij  alleen  maar  de  raakpunten  van  de  onderste  en  bovenste  ellips  door  verticale  lijnen  met  elkaar  te  verbinden  en ..... de  cilinder  is  klaar !  Fig . 44 bislaat  ons  nog  eens  duidelijk  zien , dat  de  volheid  van  de  vorm  van  de  ellipsen  afneemt , naarmate  zij  dichter  bij  de  horizon  komen .  Wij  kunnen  deze  afbeelding  min  of  meer  vergelijken  met  fig . 38 .  Tenslotte  toont  fig . 45  ons , dat  een  liggende  cilinder  op  dezelfde  wijze  gecostrueerd  wordt  als  een  staande  cilinder .
    Dit  is  nu  voorlopig  alles  wat  wij  over  de  perspectief  moeten  weten .  U  zult  moeten  toegeven  dat  het  allemaal  toch  betrekkelijk  eenvoudig  is .  Trouwen , naarmate  u  oefent , zult  u  aan  deze  verschijnselen  spoedig  gewend  zijn  om  ze  dan  als  het  ware  gevoelsmatig  te  gaan  toepassen .
    De  zuivere  contructies  die  u  aan  de  hand  van  de  afbeeldingen  heeft  kunnen  bestuderen , zullen  u  in  staat  stellen  om  uw  eigen  schetsen  op  zuiverheid  te  kunnen  controleren .
    Niettemin  vinden  wij  het  noodzakelijk  om  u  te  wijzen  op  enkele  veel  voorkomende  fouten , die  de  beginner  geneigd  is  te  maken .

    WAAR  U  OP  MOET  LETTEN .

    In  fig . 46  ziet  u  enkele  grote  fouten .  Een  ervan  ziet  u  dadelijk . Juist !  De  perspectief  van  de  cirkels  deugt  niet .  De  tweede  fout  is  het  weergeven  van  de  ruiten  op  het  tafellaken .  Zoals  het  nu  getekend  is  lijkt  het  op  een  voor  ons  hangend  kleedje .  Met  het  wijken  van  de  lijnen  is  in  het  geheel  geen   rekening  gehouden .  Ook  de  zijkanten  van  de  tafel  laten  geen  juist  perspectievisch  verloop  zien  en  tenslotte  mankeert  er  ook  iets  aan  de  groeven  op  de  karaf .  Perspectief  doet  zich  namelijk  ook  hier  gelden .  De  voorste  groef  is  het  dichtst  bij  het  oog  en  naarmate  zij  meer  naar  achteren  verdwijnen , zullen  ze  smaller  worden .
    Vergelijk  nu  fig . 46  goed  met  fig . 47  en  de  fouten  zullen  onmiddelijk  in  het  oog  springen .
    Het  tweede  voorbeeld  is  een  beetje  moeilijker .
    Een  ruimtelijk  voorwerp ( dat  dus  drie  afmetingen  heeft :  lengte , breedte  en  diepte )  zoals  een  kubus , kunt u  nooit  tekenen  zoals  het  is  afgebeeld  in  fig .  48 C .  Waarom  niet ?   Omdat , wanneer  u  één  van  de  vlakken  voor  u  ziet , zoals  bij  A , de  twee  zijvlakken  aan  het  gezicht  zijn  onttrokken .  
    Kubus  C  moet  dus  de  voorkant  laten  zien  en  een zijvlak  in  vluchtend  perspectief .
    Wanneer  deze  twee  vlakken  voor  u  zichtbaar  zijn  moet  de  stand  van  de  kubus  dus  zo  zijn , zoals  dit  bij  B  is  aangegeven .
    Hij  staat  dus  perspectievisch  onder  een  hoek  en  moet  als  zodanig  worden  weergegeven .  Alleen  in  het  geval  wanneer  deze  kubus  ( of  een  dergelijk  voorwerp )  deel  uitmaakt  van  een  groep , kunt  u  hem  tekenen  als  D'  en  D''  van  fig . 49  ( zie  ook  afb . 36 ) .
    U  ziet  het , bij  het  tekenen  komt  het  aan  op  gezond  verstand  en  duidelijk  waarnemen .  Bekijk  daarom  de  voorwerpen  eerst  goed  alvoren  u  gaat  tekenen .  Bedenk , dat  u , door  vijf   minuten  goed  te  kijken  vaak  meer  kunt  leren  dan  door  een  half  uur  te  tekenen .   Maar.....  we  zijn  nu  al  weer  lang  bezig  geweest  aan  ernstige  studie  en  daarom  heeft  u  recht  op  uw
    DERDE  ONTSPANNING :
    HET  TEKENEN  VAN  SILHOUETTEN
                            

    31-03-2006 om 16:07 geschreven door Freddy


    01-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 6 a
    ART . NR . 6 a

    HET  TEKENEN  VAN  SILHOUETTEN .  

    U  weet  wat  een  silhouet  is ?  Het  is  een  eenvoudige , zuivere  omtrek  van  een  voorwerp  dat  wij  recht  voor  ons  plaatsen .  De  ruimte  binnen  die  omtrek  is  van  een  egale , liefst  donkere  tint .  Voor  onze  silhouetten  maken  wij  gebruik  van  O . I . inkt , omdat  wij  daarmee  zulke  mooie  zuivere  schaduwbeelden  kunnen  maken . Begin  met  een  heel  eenvoudig  voorwerp . Plaats  het  recht  voor  u , het  liefst  bij  een  raam , zodat  het  voorwerp  donker  afsteekt  tegen  een  lichte  achtergrond . Op  die  manier  zal  ook  uw  aandacht  niet  worden  afgeleid  door  bijkomstige  details . Dit  is  namelijk  wel  het  geval  als  het  voorwerp  zo  staat  dat  er  van  links  of  rechts  licht  op  valt . Door  het  voorwerp  voor  het  raam  te  plaatsen  ziet  u  dus  beter  zijn  algemene , grote  vorm  en  zult  u  het  gemakkelijker  kunnen  tekenen .

    Maak  gebruik  van  het  A.B.C.-scherm  en  probeer  steun  te  vinden  aan  de  hand  van  de  ruitverdeling  op  het  scherm . Teken  heel  licht  met  potlood  de  grondvorm  van  het  voorwerp  en  maak  zoveel  mogelijk  gebruik  van  hulplijnen .  Wanneer  u  de  tekening  op  die  manier  zuiver  in  potlood  heeft  staan , gaat  u  met  een  penseel  en  O.I. inkt  de  contour  natrekken .  Zorg  er  vooral  voor , dat  u  niet  buiten  de  potloodlijnen  komt .  Door  de  penseeloefeningen  welke  u  reeds  gemaakt  heeft , zal  dit  niet  moeilijk  zijn .
    Staat  de  contour  er  dus  in  inkt  zuiver  op , dan  vult  u  het  gehele  silhouet  in .  U  kunt  het  beste  op  tekenkarton  werken , daar  papier , door  de  grote  hoeveelheid  inkt ,  spoedig  zal  gaan  bobbelen .  Zorg  er  ook  altijd  voor  dat  u  met  een  vol  penseel  tekent , zodat , wanneer  u  een  penseelstreek  afbreekt  om  opnieuw  in  te  doppen , de  aansluiting  van  de  volgende  streek  vloeiend  overgaat .  Op  die  manier  verkrijgt  u  een  mooi  egaal  oppervlak .  Wanneer  u  fig . 50  bekijkt , ziet  u  dat  er  heel  aardige  decoratieve  versieringen  te  maken   zijn .  Vooral  de  meer  ingewikkelde  vormen , zoals  de  tak  en  de  bloem  hebben  een  mooi  effect . De  tekening  hiervan  is  natuurlijk  wel  moelijker , maar  al  tekenende  zult  u  ook  die  moeilijkheden  leren  overwinnen .      

                
     

    01-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 6 . a , - FIG . 50 . - SILHOUETTEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 6 . a ,

    Fig . 50 .

    Silhouetten

    01-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 53 . - GROTE VOORWERPEN MET KLEINERE OBJECTEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 53 .

    Hier  ziet  je  heel  grote  voorwerpen  tesamen  met  kleinere  objecten .  Teken  echter  voorlopig  geen  stillevens .  Leer  eerst  de  voorwerpen  stuk  voor  stuk  te  tekenen .

    01-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 54 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 54
     De  eerste  hulplijnen  welke  u  trekt  zijn  de assen .

    01-04-2006 om 14:15 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 52
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 52 .

    01-04-2006 om 14:27 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 51 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 51 .

    Wij  laten  deze  opeenstapeling  van  voorwerpen  niet  zien , om  u  aan  te  moedigen  dit  op  dezelfde  wijze  te  doen . Het  gaat  er  slechts  om  u  te  laten  zien , dat  de  onderwerpen  voor  uw  studie  rond  om  u  heen  te  vinden  zijn .  Bestudeer  ze  stuk  voor  stuk  door  het  A.B.C. - scherm  en  teken  ze .

    01-04-2006 om 14:32 geschreven door Freddy


    02-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 7
    Art . Nr . 7

    DE  OEFENING  VAN  HET  OOG .

    Hoe  leert  men  zien ?

    De  studie  die  u   maakt  met  behulp  van  het  A.B.C. - scherm  zijn  zeer  belangrijk  en  wij  nemen  aan , dat  u  dit  zelf  ook  goed  inziet . Immers , met  zijn  hulp  zult  u  fouten , waartoe  u  zich  als  het  ware  " instinctmatig " hebt  laten  verleiden , kunnen  voorkomen . Met  dit  scherm  zult  u  bij  het  tekenen  naar  de  natuur  de  fouten  in  afmetingen  en  perspectievisch  verloop  kunnen  ontdekken . Leren  zien .  Dat  is  het  grote  geheim  van  het  tekenen .  En  om  dat  te  leren , zult  u  steeds  de  lijnen  van  het  voorwerp  moeten  vergelijken  met  die  van  het  ruitverdeling  op  het  schrem .  Dat  scherm  moet  uw  beste  vriend  worden .  Tekenen  is  vergelijken .  Wij  hebben  dit  al  gezegd , toen  we  over  het  gebruik  van  de  Lettervormen  spraken .  Bekijk  ieder  voorwerp  door  dat  scherm . 
    Bekijk  het  in  zijn  geheel , bestudeer  de  details , controleer  de  verhoudingen  en  vergelijk  uw  bevindingen  bij  het  bestuderen  van  andere  voorwerpen .  De  uiteenzetting  over  de  perspectief  hebben  wij  u  laten  zien  aan  de  hand  van  een  voudige  voorwerpen , opdat  u  de  vormveranderingen  die  zij  ondergaan  meteen  kunt  waarnemen  en  controleren .  Nu  zult  u  aan  ieder  ruimtelijk  voorwerp  soortgelijke  vormveranderingen  kunnen  ontdekken ( het  wijken  der  lijnen , de  verkortingen  enz. ) , wanneer  u  deze  door  het  scherm  bestudeert .  Gaat  het  om  voorwerpen   met  grote  afmetingen , dan  wordt  de  beginner  hierdoor  vaak  afgeschrikt .  Wees  er  echter  niet  bang  voor .  Wat  u  moet  doen , is  het  scherm  zo  opstellen , dat  het  gehele voorwerp  hierin  zichtbaar  is .  Op  die  manier  zult  u  de  perspectieviche  verschijnselen  gemakkelijk  kunnen  waarnemen  en  het  weergeven  van  het  geheel  wordt  daardoor  eveneens  vergemakkelijkt  ( fig . 52  en  fig . 53 ) .

    De  vereenvoudiging  van  het  zien  en  de  weergave.

    Thans  zijn  wij  gekomen  aan  de  weergave  van  meer  ingewikkelde  voorwerpen  en  het  is  goed  hier  meteen  de  aandacht  te  vestigen  op  een veelvuldig  verbreid  misverstand .  Dit  bestaat  hierin ,  dat  men  meent  dat  de  kwaliteit  van  een  tekening  afhangt  van  een  pietepeuterige  afwerking  en  van  de  hoeveelheid  details  die  daarop  zijn  afgebeeld . Dit  is  onjuist , want  veelal  dient  deze  bedriegelijke  weelde  aan  details  slechts  om  fouten  die  men  in  het  begin  maakte , te  verbloemen .  Door  zich  in  het  begin  teveel  te  richten  op  de  onbelangrijke  details , wordt  de  algemene  vorm  - en  vooral  ook  de  verhoudingen -  verwaarloosd .  Het  geheim  van  het  tekenen  is  dan  ook , dat  men  weet  te  kiezen , welke  lijnen  van  belang  zijn  om  de  vorm  weer  te  geven , om  het  karakter  van  het  voorwerp  tot  uitdrukking  te  brengen .
    Hoe  kunnen  wij  nu  vermijden  dat  wij  teveel  gaan  tekenen ?  Welnu , dit  is  tamelijk  eenvoudig .  Wij  moeten  onze  tekening  als  het  ware  van  de  grond  af  opbouwen ; zorgen  voor  een  hechte  constructie .  Daarom  dus  moeten  wij  de  bijkomstige  details  buiten  beschouwing  laten  en  meer  gaan  letten  op  de  algehele  vorm , waartoe  het  tekenen  van  silhouetten  ons  reeds  heeft  gebracht .  Direct  bijj  de  eerste  opzet  al  moeten  wij  zoveel  mogelijk  gebruik  maken  van  hulplijnen , daar  deze  als  het  ware  het  geraamte  van  de  tekening  vormen .  Is  de  grote  vorm  op  deze  wijze  vastgesteld , dan  kunt  u  de  belangrijke  details  gaan  tekenen  en  daarna -  wanneer  blijkt  dat  het  noodzakelijk  is  voor  een  begrip  van  het  voorwerp - tekent  u  de  minder  belangrijke  details .  In  het kort gezegd  komt  het  dus  hier  op  neer , dat  uw  tekening  klaar  is ,  wanneer  u  zelf  meent  dat  hij  voldoende  is  uitgewerkt  om  de  bedoeling  weer  te  geven .  Begint  u  echter  met  het  weergeven  van  de  bijkomstigheden , dan  is  het  leed  vaak  niet  te  overzien .  Een  verkeerde  plaatsing  van  één  detail  heeft  tot  gevolg  dat  ook  de  andere  niet  op  de  juiste  plaats  komen  te  staan .  Op  die  wijze  heeft  u  in  het  geheel  geen  houvast  en  is  de  tekening  tot  mislukking  gedoemd .
    De  constrctie , het  geraamte  van  uw  tekening , behoedt  u  voor  fouten  in  proporties  en  perspectief .  Het  is  een  onbetaalbare  hulp , zoals  blijken  zal  in  het  laatste  hoofdstuk  van  deze  les :
    Vervolg:  Art. 7 a


    02-04-2006 om 12:48 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 55 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 55

    Het  is  niet  juist  wanneer  u  met  de  lineaal  op  het  voorwerp  zelf  de  verhoudingen  bepaalt . Houdt  de  lineaal  met  gestrekte  arm  tussen  u  en  het  voorwerp , hetzij  horizontaal  of  verticaal , doch  altijd  op  de  hoogte  van  het  oog .

    02-04-2006 om 15:41 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 7 a

    Art . Nr . 7 a

    HET  TEKENEN  IN  LIJN  NAAR  DE  NATUUR .

    Voorlopig  laten  wij  het  scherm  rusten .  Wij  maken  er  alleen  gebruik  van  bij  de  contrlole -  achetraf -  om  de  juistheid  van  de  lijnen  te  bepalen .
       Het  eerste  stadium :

    HET  BESTUDEREN  VAN  DE  VORM .

    Kies  een  eenvoudig  voorwerp  en  zet  het  voor  u  op  tafel .  De  afstand  tot  het  oog  moet  ongeveer  vijfmaal  de  grootste  afmeting  van  het  voorwerp  bedragen .  Zorg  voor  een  goede  belichting .  U  moet  het  voorwerp  duidelijk  kunnen  zien  in  één  enkele  oogopslag , zonder  uw  hoofd te  buigen  of  de  horizon  te  verleggen .  Het  prettigste  is , wanneer  het  licht  van  links  boven  het  voorwerp  valt .  Zo , en  nu  gaat  u  eerst  eens  aandachtig  dit  voorwer  bekijken .  Het  is  een  goede  gewoonte  waaraan  u  zult  moeten  wennen .  Doch  naarmate  u  vordert  zult  u  leren  inzien , dat  die  ogenblikken  van  "meditatie " vaak  het  welslagen  van  de  tekening  bepalen .  U  dient  zich  namelijk  rekenschap  te  geven  van  wat  u  tekent .  De  meeste  mensen  kijken  mechanisch  en  oppervlakkig .
    Het  zijn  de  mensen  die  zeggen  " ik  kan  geen  potlood  vasthouden " .  Hun  gebrek  libt  echter  ergen  anders : zij  kunnen  niet  kijken !
     " Gewoon  maar  kijken "  is  voor  het  tekenen  ook  niet  voldoende .  Wat  de  tekenaar  van  anders  onderscheidt  is  dan  ook  zijn  " bewust  kijken " .  De  tekenaar  leest als  het  ware  het  voorwerp .  U  moet  eens  opletten  hoeveel  tekeningen  van  beginners  een  zekere  leegheid  vertonen .  Wij  zien  een  paar  angstig  neergezette  lijnen  welke  ieder  verband  missen .  Men  is  niet  verder  kunnen  komen , omdat  men  niet  kon  of  niet  wist  het  voorwerp  te  " lezen " . 
    Om  de  vormen  te  leren  begrijpen  moet  ons  kijken  gepaard  gaan  met  nadenken .  In  onze  gedachten  moeten  wij  de  lijnen  reeds  op  het  papier  zien .  Steeds  moeten  wij  onszelf  ook  afvragen : waarom  loopt  die  lijn  zo  en  waarom  heeft  deze  lijn  weer  een  andere  richting .  Leer  ieder  voorwerp  zien  als  ware  het  doorzichtig .  Teken  in  uw  gedachten  de  lijnen  door , zoals  wij  deden  bij  de  cilinder  van  fig . 44 .  Tekenen  is  begrijpen  en  andere  laten  begrijpen .  Voor  een  leek  is  het  bekijken  van  een  partituur  een  zien  van  "tekentjes " op  papier .  Voor  de  musicus  echter  betekenen  deze  tekentjes  iets : ze  worden  geluiden , stilten , bewegingen .  Kunstenaar  is  hij ,  die  de  partituur  weet  te  ontcijferen .  Zo  is  het  ook  met  het  tekenen . Wij  moeten  de  vormen  in  de  natuur  leren  ontcijferen  om  op  die  manier  die  vormen  voor  anderen  begrijpelijk  te  doen  worden .

    Het  tweede  stadium  :  DE  VERHOUDINGEN

    Op  enkele  uitzonderingen  na , ziet  de  beginner  zijn  onderwerp  teveel  als  uit  kleine  stukjes  samengesteld .  Hij  ziet  het  geheel  nog  niet .  Wanneer  hij  gaat  tekenen  bekijkt  hij  zo'n  stukje , trekt  haastig  een  lijn , richt  het  hoofd  weer  op  en  trekt  de  volgende  lijn .  Omdat  hij  zonder  methode  te  werk  gaat , zet  hij  deze  fragmenten  achter  elkaar  op  een  rijtje , zonder  hun  werkelijke  grootte  te  schatten .  Dit  moet  op  mislukking  uitdraaien .  Wanneer  details  afzonderlijk  van  elkaar  worden  waargenomen , zal  er  nimmer  een  verantwoord  geheel  onstaan ;  Daarom  moet  u  altijd  eerst  de  grote  verhoudingen  vaststellen  en  daarna  de  verhoudingen  van  de  onderdelen .  Op  die  manier  komen  dan  vanzelf  de  details  op  hun  juiste  plaats  te  staan  en  in  de  juiste verhouding .

    Wanneer  u  een  voorwerp  tekent  waarvan  de  hoogte  groter   is  dan  de  breedte , dan  neemt  u  het  vel  tekenpapier  in  de  lengte , voor  u .  In  het  tegenovergestelde  geval  neemt  u  het  papier  in  de  breedte  voor  u .  Al  naar  gelang  u  op  een  stuk  karton  of  en  tekenbord  werkt , zet  u  het  papier  met  klemmen  of  punaises  vast .  Prettig  is  het  om  het  tekenbord  eerst  een  paar  vellen  papier  te  spannen  ter  grootte  van  het  bord  zelf .  Hiermede  voorkomt  u  dat  putjes  en  nerven  in  het  bord  storend  werken  bij  het  tekenen .  Gebruik  altijd  tekenpapier  van  goede  kwaliteit .  Het  mag  niet  te  grof  of  te  fijn  van  korrel  zijn .  Glad  papier  mag  u  voor  potloodtekeningen  nimmer  gebruiken .

    De  eerste  vraag  die  bij  de  beginner  opkomt  is  wel : " hoe  begin  ik  met  het  vaststellen  van  de  verhoudingen ? " .  Het  antwwoord  op  die  vraag  is  eenvoudiger  dan  u  denkt .  We  beginnen  namelijk  met  het  vaststellen  van  de  grootste  hoogte  en  de  grootste  breedte .  Deze  twee  maten  te  vergelijken , het  verschil  dat  tussen  beiden  bestaat  te  schatten , dat  is  de  hele  kwestie !  Wanneer  in  uw  tekening  de  twee  grootste  afmetingen  van  het  voorwerp  in  hun  juiste  verhouding  zijn  weergegeven , dan  ligt  daarin  de  kans , dat  alle  overige  verhoudingen  juist  zullen  zijn , op  voorwaarde  echter , dat  u  deze  ook  even  zorgvuldig  bestudeert  en  tegen  elkaar  afweegt .  Wij  geven  u  wel  de  raad  om  de  studies  voor  dit  deel  niet  te  klein  te  maken .  De  grootste  afmeting  van  een  voorwerp  mag  niet  kleiner  zijn  dan  10  cm .  Hoewel  er  toe  moeten  komen  de  verhoudingen  op  het  oog  te  leren  schatten , zullen  wij  in  het  begin  het  meten  met  potlood  of  lineaal  als  hulpmiddel  toepassen .  Neem  het  potlood  of  lineaal  ter  hand  zoals  fig . 55  laat  zien .  De  lineaal  wordt  door  duim  en  pink  gesteund .  Meet  nu , met  een  zoveel  mogenlijk  gestrekte  arm ,  eerst  de  hoogte  AC .  De  bovenkant  van  de  lineaal  laat  u  samenvallen  met  het  punt  C ; uw  duim  laat  u  langs  de  lineaal  glijden  totdat  de  nagel  samenvalt  met  het  punt  A .  Nu  gaat  u , zonder   uw  duim  te  verschuiven , dezelfde  handeling  uitvoeren  op  de  grootste  breedte  van  het  voorwerp .  U  kijkt  dus  hoeveel  keer  de  hoogte  op  de  breedte  gaat .  In  fig . 55  is  de  breedte  AB  gelijk  aan  4 X  de  hoogte  AC .  Om  deze  metingen  zuiver  te  kunnen  verrichten  is  het  de  zaak  dat  u  het  hoofd  volkomen  stil  houdt .  Ga  daarom  goed  op  uw  stoel  zitten  met  de  rug  tegen  de  leuning .  Van  groot  belang  is  ook , dat  u  de  arm  steeds  gestrekt  houdt  en  er  op  let  dat  de  lineaal  noch  naar  voren , noch  achteren , noch  naar  links  of  naar  rechts  helt .
    De  twee  enige  standen  die  de  lineaal  bij  deze  metingen  mag  hebben  zijn :  een  zuiver  verticale  voor  het  meten  van  de  hoogte  en  een  zuiver  horizontale  stand  voor  het  bepalen  van  de  breedtemaat .  In  het  laatste  geval  de  lineaal  vooral  niet  schuin  houden .  Houdt  hem  evenwijdig  aan  de  denkbeeldige  horizonlijn , evenwijdig  aan  de  horizontale  lijnen  van  het  scherm , toen  u  dat  zuiver  recht  tegenover  u  had  geplaatst .

    Maar  wat  bent  u  nu  eigenlijk  aan  het  doen , wanneer  u  op  deze  wijze  te  werk  gaat ?  Door  de  handelingen  met  de  lineaal  zet  u  in  feite  het  scherm  weer  ineen ,  met  zijn  verticale  en  horizontale  lijnen .  Op  de  verticale  assen  geeft  uw  duim  de  hoogten  aan  en  op  de  horizontale  assen  bepaalt  hij  de  breedten .  Dezelde  maten  dus , die  u  in  de  vorige  oefeningen  bepaalde  met  behulp  van  de  ruiten  op  het  papier .

    02-04-2006 om 15:42 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 65 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 65

    02-04-2006 om 17:18 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 64
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 64

    02-04-2006 om 17:18 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 63
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 63

    02-04-2006 om 17:20 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 62
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 62
    Wij  vragen  nu  nog  geen   ingwikkelde  tekeningen  zoals  dit  beeld .  Wij  laten  u  alleen  zien  dat  ook  in  dergelijke  gevallen  van  dezelfde  methode  gebruikt  wordt  gemaakt .

    02-04-2006 om 17:24 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 60 en 61
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 60  en  61 .
    De  afbeelding  laat  de  hulplijnen  voor  een  vaas  zien , waarbij  ter  verduidelijking  de  overgebleven  ruimten  grijs  zijn  weergegeven .

    02-04-2006 om 17:33 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    02-04-2006 om 17:34 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG .60 en 61 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 60  en  61 .
    De  afbeeldingen  laten  duidelijk  zien  waarover  het  gaat .  Het  silhouet  van  het  voorwerp  dat  precies  past  in  de  overgebleven , welke  links  als  een  zwarte  massa  is  weergegeven .

    02-04-2006 om 17:39 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 58 en 59 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    02-04-2006 om 17:41 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 58 en 59.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 58  en  59
    Wij  zoeken  de  begin - en  eindpunten  op  van  de  schuine  lijnen  waarmee  de  vorm  van  tuit , oor  en  voet  worden  bepaald .  In  de  volgende  bewerking  ziet  u  dat  met  horizontale  lijntjes  belangrijke  details  worden  aangeduid , zoals  de  knop  van  het  deksel , de  gebogen  lijnen  enz .  In  werkelijkheid  is  het  dus  zo , dat  wij  in  de  grote  rechthoek  waarbinnen  de  gehele  vorm   valt , een  aantal  kleinere  geometrische  figuren  tekenen  welke  de  verschillende  onderdelen  omsluiten .  Wij  zijn  dus  nu  gereed  met onze contructie .  
    Zie  eens  hoe  door  middel  van  " modulatie " in  de  lijndikte  het  ronde  en  het  bolle  van  de  kan  is  weergegeven .  Wij  hebben  aangenomen  dat  het  licht  van  links  komt . 

    02-04-2006 om 17:58 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 57 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 57
    Op  het  midden  van  ons  papier  trekken  we  een  verticale  lijn , omdat  het  een  praktisch  symmetrisch  voorwerp  is .  De  tuit  en  het  oor  steken  links  en  rechts  bijna  evenver  uit . 
    Dit  kunt  u  gemakkelijk  vaststellen  door  middel  van  het  meten  met  de  lineaal  ( fig. 55 ) .  De  totale  breedte  zet  u  af  op  een  horizontale  lijn , welke  de  verticale  snijdt  op  de  plaats  waar  de  buik  van  de  pot  het  breedst  is ( meet  dit  ook  met  de  lineaal ) .  Vervolgens  trekken  wij  de  bovenste  en  onderste  horizontale  lijnen  en  de  linker  en  rechter  verticalen .  Zo  onstaat  een  rechthoek  waarin  het  gehele  voorwerp  past .  Nu  bepalen  we  de  hoogte  van  de  voet , van  de  buik , van  hals  en  deksel  en  geven  dit  met  horizontale  lijnen  aan .  Door  middel  van  verticale  lijnen  - voor  voet  en  buik - en  schuine  lijnen-voor  hals  en  deksel - bepalen  we  tenslotte  de  grote  algemene  vorm .

    02-04-2006 om 19:07 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 56
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 56
     Hier  ziet  u  een  tekening  van   een  koffiepot .  In  de  volgende  schema's  ziet  u  hoe  door  middel  van  hulplijnen  de  contructie  onstaat .

    02-04-2006 om 19:10 geschreven door Freddy




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!