Als 1 novembermijmering dit gedicht van de Zweedse Edith Södergran, vertaald door Lisette Keustermans.
De laatste bloem in de herfst.
Ik ben de laatste bloem in de herfst. Ik werd gewiegd in de wieg van de zomer, ik werd op wacht gezet voor de wind uit het noorden, rode vlammen sloeger uit op mijn wang.
Ik ben de laatste bloem in de herfst. Ik ben het jongste zaad van het dode voorjaar, het is zo gemakkelijk om als laatste te sterven: ik heb het meer gezien, sprookjesachtig blauw, ik heb het hart van de dode zomer horen kloppen, mijn kelk bevat geen ander zaad dan dat van de dood.
Ik ben de laatste bloem in de herfst. Ik heb de diepe sterrenweelde van de herfst gezien, ik heb het licht van verre warme haarden aanschouwd, het is gemakkelijk om dezelfde weg te gaan, ik sluit de poorten van de dood. Ik ben de laatste bloem in de herfst.
Genealogie is een veel beoefende bezigheid, eerder door speurders van middelbare leeftijd, zo niet senioren.
Zich interesseren aan zijn aan zijn familieverleden, op zoek gaan naar reeds lang overleden voorzaten en een beetje familiegeschiedenis schrijven is een vorm van piëteitsvorm memoriaal. In deze Allerzielen tijd doet het mij denken aan de kerkhofbewoners die weer, velen voor één keer in het jaar, zullen bezoek krijgen.
Zo ook bezocht Jules Vanheuverzwijn op Allerheiligen het kerkhof om een bloemeke te plaatsen op het graf van zijn vrouw en een weesgegroetje te bidden. Een paar rijen verder ziet hij daar een vent staan te wenen en zijn armen in de lucht et smijten. Jules gaat er naar toe, leest stilletjes de naam op het graf en vraagt hem: "Was dat uw vader?".- " Neen 't"" zegt hij.- " Uw broer of uw zoon van u ?" - " Ook niet" - " Naaste familie misschien ?" - "Bijlange niet" snikte de vent " Had hij maar langer, veel langer geleefd" was het antwoord "'t was de eerste vent van mijn vrouw".
In de jaren '75 was ik ook gebeten door de microbe om te spitten Naar de wortels van mijn bestaan. Ik begon met de voorouders langs moeder's zijde omdat de enige grootvader die ik gekend heb Jules Vandamme was. Het leidde mij zelfs er toe de " Familievereinging Vandamme" op te richten met drie grote familiereünies; 600 Vandammes te Geluwe in 1979, 2000 te Damme in 1980 en 750 te Damme in 1985.
Wat later ben ik begonnen met de voorouders langs vader's zijde. Tot nog toe ontbrak mij voldoende tijd om verder te graven.
In mijn nieuw blog http://blog.seniorennet.be/dierynckvandamme verneeem je hierover regelmatig méér en misschien krijg ik van de een of de ander een aanvulling. Voor vervolg kan je ook klikken op "MIJN STAMBOOM".
Zaterdag ll. was het de jaarlijkse algemene vergadering van de Hospitaliteit O.L.Vrouw van Groeninge of de ziekendienst van Vlaanderens Lourdesbedevaarten.
Wij waren opgeroepennaar Kortrijk waar de wieg van Vlaanderens bedevaarten stond. Vóór de lunch en de Algemene vergadering in de namiddag was er de eucharistieviering met inlijving van de nieuwe leden van de Hospitaliteit in de Gravenkapel van de OnzeLieve Vrouwekerk.
De Gravenkapel was een bijzonder mooie ontmoetingsplaats. De kapel in de O.L.Vrouwekerk werd in 1369 opgericht in opdracht van graaf Lodewijk van Male. Zij kreeg de naam Gravenkapel omdat men in de 51 nissen de afbeeldingen vindt van de soevereinen van Vlaanderen met het monument van de zalige Karel de Goede, graaf van Vlaanderen van 1119 tot 1127. De glasramen stellen verschillende taferelen voor uit de geschiedenis van Vlaanderen met in het midden een ode aan Sint-Katharina ter wiens eer deze kapel oorspronkelijk werd opgericht.Een bezoekje waard. Ik vertoefde reeds dikwijls in Kortrijk zonder dat ik dit kende.
Na de stemmige misviering had de inlijving plaats van vijf nieuwe leden die in het verleden reeds blijk hadden gegeven van hun inzet in de ziekendienst en het voornemen hadden in de toekomst zich verder te blijven engageren in dient van de zieken op bedevaart naar Lourdes.
Tot mijn verrassing werd ik met twee collegas vooraan geroepen om uit de handen van de directeur de onderscheiding opgespeld te krijgen met de zilveren medaille van St. Donatianus, verleend door de bisschop voor bewezen diensten in de Kerk, in het bijzonder wegens mijn 29 jaar lidmaatschap bij de Hospitaliteit, mijn dienst sinds 9 jaar als hoofdbrancardier en mijn inzet voor de ziekendienst.
Deze gewaardeerde erkenning gebeurde zoals de directeur verklaarde in het eken van een generatiepact waarbij volgend jaar de fakkel wordt overgedragen aan een jongere en beloftevolle medewerker.
Meteenwas het een officiële dienstoverdracht, geen brugpensioen denk ik, waarbij wij als senior de volgende generatie nog wat kunnen coachen en bijstaan.
Je begint te voelen dat het St.-Michielszomerke voorbij geraakt. Vanmorgen was het echt fris en wij zouden voor het eerst de verwarming aanleggen, onze mazoutleverancier komt vandaag toch onze tank vullen, profiterend van de afslag en de mazoutsubsidie. Wij moeten toch ergens iets recupereren van de door Verhofstadt beloofde belasting op mijn beveks.
Maar de verwarming wil niet aanslaan . Het doet mij denken aan die winterse oorlogstijd op school toen wij stampend met onze voetjes de ronde deden in klas en zuster Cecilia ons een liedje deed zingen van Oei, oei, oei, mijn voetjes hebben zo koud, de stove wil niet branden en we hebben geen hout. Nu zouden we zingen: De chaufage wil niet branden, want we sparen mazout.
Dus, maar wat harder tikken op mijn computerklavier en werken tot wij zweten.
Van werken gesproken, het is deze morgen een hectische dag aan het worden: Een Lourdesvriend mailt mij om het adres te kennen van een verpleegster uit Meibedevaart.Een mail is teruggekeerd van een correspondente omdat haar mailbox vol zit, dus maar een gsm-bericht sturen om te zeggen dat ze de grote kuis in haar mailbox moet doen. Er belt iemand aan de deur ( een goede gepensioneerde ziel die zelf nooit thuis is) om zijn lidkaart bij de Vrienden van Lourdes te betalen en iemand (een vroege vogel) belt aan de telefoon om te vragen naar de bedevaartkalender van volgend jaar. Ik zou nog een zestal Lourdesijveraars dienen te bezoeken op de wijk De Tassche in Ardooie om hun voor hun medewerking aan te porrren. Morgen ontvangen wij Lourdesvrienden op tegenbezoek tegen de middag, het boodschappenlijstje ligt klaar voor de beenhouwer, de Delhaise en den Aldi.
Donderdag gaan wij met de banksenioren naar Antwerpen op Jodenwandeling en ik moet nog uitzoeken en een collega verwittigen hoe en wanneer wij er kunnen geraken.
Tegen 5 november moet mijn contactbladje van de Belgische Hospitaliteit verschijnen in twee talen op 600 exemplaren. Een goedwillige vrijwilliger uit Brugge vertaalt dit voor mij en dan stuur ik dat nog eens door naar een lid uit Luik om de vertaling na te zien.
Ik bel hem nog eens op. Aan de andere kant van de lijn hoor ik: Allo, ici Pierre, jécoute. Ik weet dat hij enkele woordjes Vlaams kent en denk bij mij zelf: oei, oei, t is daar in Luik ook niet te warm want hij zegt dat hij het koud heeft.
Daar ik wat verkouden geweest ben zal ik nog wat vitamines nemen. De merels in mijn tuin doen het ook. Zij zitten te loeren naar mijn sierboompje met rode bessen om er van te snoepen. Er hangen drie afgediende C.D.Roms in het boompje maar er is te weinig wind om te draaien en schrikaanjagend te flikkeren.
Je ziet het op de ene plaats in de wereld is er te veel wind en elders te weinig. De een zoekt werk en vindt geen. Een ander heeft werk en staakt omdat hij door het generatiepact bedreigd voelt om op rust te gaan en als gepensioneerde weten wij niet wat eerst gedaan.
Vandaag namen wij afscheid van onze goede Lourdesmaat en collega brancardier André Christiaens in de mooie parochiekerk van Doomkerke met zijn vele antieke beelden en houtsnijwerk. De kerk zat bomvol, een blijk hoe de man in zijn omgeving geliefd was.
Sedert hij als landbouwer op pensioen was is André en zijn vrouw Elza 14 maal mee geweest als brancardier naar Lourdes. Het ontroerde mij op de lijkkist zijn kenteken van de Hospitaliteit O.L.Vrouw van Groeninghe te zien liggen. Wij weten dat dit geen decoratie is maar het is toch een erkenning en bevestiging van zijn trouw in de ziekendienst. André was daar fier over. Hij had die nog niet zovele jaren ontvangen. Te laat wellicht, want slechts twee of drie jaar heeft hij deze gedragen.
Kloek van gestalte was hij een werkpaard, gezellig in omgang en spraakzaam met iedereen, sociaal voelend en steeds bereid. De laatste keren hielp hij met Elza bij de bediening van de zieken aan tafel en zorgde voor de voorraad drank waarbij hij niet vergat een glaasje te schenken voor zijn collegas brancardiers.
Moge hij nu bij de Heer verder zorgen dat de inwendige mens van zieken, brancardiers en verpleegkundigen versterkt wordt.
Op de begrafenis waren wij ( slechts)met acht, ik zelf en Mia, Paul Dupan, Marcella Storme, Christine Pattijn en haar moeder, Christiane en diaken Omer Buyse die de dienst assisteerde.
Wellicht was het voor enkelen een slechte dag en was het niet genoeg geweten. Maar voor André mochten er méér zijn en .zou onze bedevaartvlag niet mogen aanwezig zijn op dergelijke gelegenheden ? Hierbij een tekst van mijn vriend priester-dichter Jan Coghe
Het ontbreekt niet aan Mariale feesten op de kalender,om er maar enkele te noemen: O.L.Vrouw ter sneeuw, O.L.Vr. van de goede raad, O.L.Vr. ter Slaven, O.L.Vr. van Vlaanderen en van Boonen, van de berg Karmel en Loreto, van Affligem en van Bissegem, O.L.Vr. Schreyboom , Maria Middelares, Maria Koningin en Maria van de 7 weeën enz. maar eris vooral bij ons O.L.Vrouw van Dadizele, niet alleen een bedevaartdorp maar ook een folkloredorp. Zie een filmpje als je klikt op "pompeschitter". Maria wordt nogal vereerd en er wordt noal wat gebeden voor voorspraak bij haar Zoon voor allerlei gunsten. Klik op devotieprentjes van Mariale gebeds- en bedevaart-plaatsen en op Mariakapelletjes te Roeselare.
Wie kan mij nog devotieprentjes of foto's van Roeselaarse kapelletjes bezorgen ?
Maar eigenlijk steunt alle devotie tot Maria op het feest dat vandaag wordt gevierd.
Vandaag herinnert de Kerk aan de dogmaverklaring van Marias goddelijk moederschap. Wij gedenken de woorden van profeet Isaias, VII,14 Zie, de Maagd zal ontvangen en een Zoon baren, en zijn naam zal genoemd worden: Emmanuel.
Emmanuel betekent God met ons, een naam die aankondigt dat God mens wil worden en met ons wil zijn in vreugde en verdriet.
Philippe en Mathilde hebben bij de geboorte van hun jongste zoon niet alleen een welluidende naam gekozen (zoals zij zeggen) maar een zinvolle bijbelse naam - Proficiat.
Een ander tekst van dezelfde profeet verkondigt: Een twijg zal uit de stam van Jesse ontspruiten, een bloem ontluiken uit zijn wortel. En op Hem zal rusten de Geest des Heren. Het doet ons denken aan de Virga Jesse feesten te Hasselt . Op reis in het Odenwald (Duitsland) zagen wij in een Maria bedevaartkerkje een hoogaltaar dat deVirga Jesse of stamboom van Jezus mooi voorstelde ( zie afbeelding).
Op 7 oktober 1571 overwonnen de christenen op de Turken in de zeeslag nabij Lepanto.
Kort voordien had Paus Pius V, een dominikaan, overal de Broederschappen van de H.Rozenkrans in beweging gezet om de rozenkrans te bidden opdat de zo gevreesde vijanden van het Christendom zouden wijken. Deze overwinning werd dan ook toegeschreven aan de voorspraak van Maria. Zijn opvolger Paus Gregorius XIII stelde dan ook op 7 oktober het feest van de H.Rozenkrans in en paus Leo XIII die wel negen encyclieken schreef ter bevordering van het Rozenkransgebed riep de maand oktober uit totRozenkransmaand.
De rozenkrans herinnert aan de tijd dat ongeletterde monniken een snoer gebruikten om 15 x 10 Onze-Vaders ( pater noster) te bidden evenredig met de 150 psalmen van het Brevier.
De rozenkrans is ook hét gebed te Lourdes met zijn Rozenkransbasiliek en de dagelijkse Lichtprocessie bij het bidden van de Rozenkrans.
Rond het feest van de Rozenkrans is er dan ook de jaarlijkse grote Franse bedevaart, le Rosaire, een van de laatste van het seizoen.
Op de foto diverse soorten paternosters uit onze Bedevaartexpo van januari ll. afkomstig uit de collectie Onzen Heertjes/Poperinge. Zie http://blog.seniorennet.be/OH
Op mijn 10-12 jaar hielden wij in het straatje achter ons huis met burenvriendjes loopkoers. Wij namen een traject van ongeveer 800 meter.Na de eindspurt werd soms wel als premie een appel, peer of pruim uitgedeeld, geplukt uit de tuin van de buren. In mijn jeugdige overmoed dacht ik ooit een marathonloper te worden. Maar niets van, ik heb de sportievelingen laten lopen.
De pers, de gesprekken, de discussies gaan over de eindeloopbaan en straks zullen ze het werk staken . Moet het een korte afstand zijn of een marathon en wie zal korte afstand en wie de marathon lopen? Zij hebben het niet over sport maar over werk. Hoelang van zijn levensweg moet men lopen en wat zal de prijs zijn?
Wat mij betreft, ik heb mijn arbeidsloopbaan gelopen van mijn 26 jaar tot mijn 70 jaar.Maar hoe ? Nog niet ten einde asem maar wel het rondjes draaien moe, ben ik op 60 jaar gestopt met mijn loopbaan in de bank. Het kostte mij 25% minder pensioenpremie om mijn loopbaan niet volledig uit te lopen. Ik had wel de mogelijkheid om als mandataris van een kredietverzekering (assurance du credit de Namur), een uitloopfunctie half-time uit te oefenen op zelfstandige basis en min of meer op mijn eigen keuzeritme zodat ik dit met gemak nog tien jaren kon uithouden.
Uw loopbaan uitlopen moet je immers doen met verstand.
Maar versta mij goed.t Is niet omdat je vroeg op pensioen gaat dat ge een luiaard bent zoals lange Louis uit de Leegaardsdijk in Oostende. Hij was rap moe en het gebeurde wel een keer dat hij goesting had om te lopen maar dan ging hij zitten en wachtte tot de goesting over was.
Sommige doen niets van gans de dag en staan s morgens te zessen op om nog langer niets te kunnen doen en zagen dat ze te weinig betaald zijn. Voor anderen zijn de dagen steeds te kort omdat ze nog zoveel te doen hebben voor het goede doel en pro deo.
De dagen vliegen als destijds mijn vaders duiven van uit Clermont naar hun duivinneke.
De virus van reünitis is weer in het land met startvergaderingen, planning voor ontmoetingen en activiteiten. Zo zijn weer twee drukke weken voorbij.
Men zegt dat de liefde en dus ook de vriendschap door de maag komen.
Na een geslaagde startvergadering van de medewerkers voor de Vrienden van Lourdes om hen enthousiast op wervingspad te zenden werd deze na de voordracht over Paus Johannes Paulus II en Lourdes beklonken met een glas en een smakelijk hapje.
Deze week streken de commilitones van de retorica 1954 uit het college te Menen neer opHet Eilandje te Ieper voor onze jaarlijkse klasreünie. 24 Benen strekten zich uit onder tafel voor een heerlijke menu à la nouvelle cuisine, maar niet zoals bij de kok Magermans in het restaurant De Gieregaard: enorm kleine porties op een groot bord en met een gepeperde rekening.
Al waren wij maar met twaalf, toch waren wij volledig. In het laatste jaar Grieks-Latijnse waren wij met negen, een uitzonderlijke kleine klas, waarvan er inmiddels drie collegas zijn overleden. Hierboven zie je onze klas op de laatste dag waarbij wij een bak bier hadden binnengesmokkeld. Maar, Small is beautifull!.
In gezelschap van de eegas zaten wij aan tafel zoals wij het geleerd hadden; mannen bij de mannen en vrouwen bij de vrouwen.
Wij, mannen, konden naar hartelust herinneringen uit het verleden ophalen over lief ( een woord dat we niet mochten gebruiken en zeker niet mochten hebben in die tijd) en leed ( méér zweet over de Illias, Schakespeare en de wiskundige puzzels dan tranen over ons strafregister). Vriendschap komt ook door gedeeld lief en leed.
Ook de geesten van onze profs zweefden als zorgzame engelen bewaarders boven ons hoofd; de mussche, de vlooie, krieke en Belga, zwaantje en de rosten,papa Lambert en de mama Anseeuw. Al moet gezegd dat hoe ouder wij worden wij met des te meer respect spreken over hun deskundigheid.
De vrouwen hadden het over de tegenwoordige perikelen van hun echtgenoten en luisterden naar de anekdotes van vroeger of keurden het clubje naar slijtage, vergrijzing en verkaling.
Wij wuifden mekaar uit tot volgend jaar. Eigenlijk mankeerde er nog een nieuwjaarsdrink zoals die pastoor die na de mis met Pasen voor de zegen zei: Ik wil niet nalaten u een zalig kerstfeest en gelukkig nieuwjaar te wensen, want ik weet dat ik er velen van u maar volgend jaar met Pasen terug zie..
En dan nog bij leven en welzijn. Wat ik ten zeerste hoop.
Eind van de week ging mijn 29e Seniorenkrantje op de post naar de leden van de HBK-Seniorenclub. Als secretaris van deze club stuur ik een achttal keren per jaar een krantje.
Iedere krantje bevat een uitnodiging voor een of andere activiteit en een verslag van de vorige bijeenkomst.. Deze keer was het een relaas over een bezoek aan Gent met zoals het gepensioneerden past weer een smakelijke menu( hoe kon het anders dan een Gentse waterzooi van kip) en een of meer gevulde glazen.
.In tegenstelling met de klasreunie blijft meestal op dergelijke bijeenkomst het vorige leven onbesproken. Wellicht is dit nog niet lang genoeg geleden want senioren hebben meer een geheugen op lange dan op korte termijn.Toch is het een gezellige bedoening om vroegere collegas, gelijken in het werk, hogere en lagere in rang, te leren kennen in een andere sfeer, een sfeer van niet-meer-moeten maar van nog-meer-mogen.
Om dat meer-mogen gestalte te geven nodigt het krantje de collegas uit naar Antwerpen voor bezoek aan het centraal station, een Jodenwandeling en Jodenmaal.
Als één van de tienduizend deelnemers aan devierdaagse van de IJzer genoot ik op zaterdag van de zon, de prachtige natuur in het Westvlaamse heuvelland en een fier groepsgevoel deel te nemen aan deze manifestatie.
De vierdaagse van de IJzer is niet alleen een sportief gebeuren en voor sommigen waartoe ik behoor een test voor mijn conditie. Het is vooral een collectieve beleving van een memoriaal aan diegenen die voor de vrede gesneuveld zijn. Zo was dit tijdens het moment van bezinning op de kerkhof te Kemmel waar meer dan elfhonderd Engelse en Ierse soldaten ver van hun vaderland begraven liggen en tijdens de "Last Post" aan de Menenpoort te Ieper.
Het was een waardige voorbereiding voor de IJzerbedevaart van s anderendaags met bovenop de IJzertoren de slogan Nooit meer oorlog.
De ijzerbedevaart,dit jaarwas, sinds vele jaren één van de mooiste en intiemste plechtigheden. Nu iedereen een zitplaatsje had was het rustig en stil zodat de plechtige Eucharistieviering stemmingsvol kon bijgewoond worden.
Het ludiek karakter van het optreden van de spraakimitator Dirk Denoyelle viel in de smaak en lachend werd het toch maar eens gezegd.
In de namiddag moest ik full-speed naar een bijeenkomstje met vrienden uit onze Lourdes- ziekendienst. Nade koffie en de kippenbelletjes op de BBQ voelde ik mij nog steeds op ijzerbedevaart zodat wij bij menig glaasje Franse Merlot met enkele gelijkgestemde vrienden een Vlaamse Cantus hielden waarbij heel het repertorium uit volle borst de lucht in ging.
Ik waande mij weer als dertig jaar geleden in een van de cafés op de markt te Diksmuide.
Wij zijn in het digitaal communicatietijdperk. De tijd van de tamtam en de postkoets is reeds lang voorbij. Ik herinner mij nog de grote telex op ons bureel van het expopaviljoen Civitas Dei te Brussel in 58. Het wasde voorloper van de fax die nu bijna automatisch bij elke telefoon thuis hoort. De gsm maakt je nu niet alleen overal bereikbaar maar ook kan je telefoneren even goed op straat, van uit een ver zuiders of oosters land als van uit je luie zetel. Een bijna dagelijks berichtje van uit uw vakantiebestemming vervangt het sturen van een zichtkaart. Jongeren zijn meesters in het chatten en sms-en en het bloggen is een nieuwe vorm van moderne communicatie.
In mijn moderne brievenbus of maibox kreeg ik van een vriend, pater karmeliet, volgende communicatiewenk:
Onze Lieve God ziet uit naar een gesprek met u.
Zeven tips om Hem op te roepen:
1. Vooraleer te spreken, vorm het nummer
om u in Gods aanwezigheid te stellen.
2. God bezit lijnen genoeg om u te onthalen.
Als de lijn bezet is, hebt u het verkeerde nummer gevormd.
Let op, als God opneemt, zegt Hij niets, maar Hij luistert.
3. In geval van onderbreking, ga na
of gij het niet zijt die het contact verbroken hebt.
4. Een gesprek met God is geen monoloog:
spreek niet voortdurend, maar luister naar wat
gezegd wordt aan de andere kant van de lijn.
5. Maak er geen gewoonte van
alleen in geval van nood God op te roepen.
6. Bel God niet alleen op tijdens de goedkope periodes
Straks is het Roeselare-kermis en dan raakt het verlof haast voorbij. Na rust en stilzwijgen ben ik hier weer terug op de weblog.
Mijn vader zei altijd de maandag na een zware uitgaansdag Een kermesse is een geeselinge weerd! en na de leute komt het werk.
Op 8 september begint het werkjaar van de Vrienden van Lourdes met een startbijeenkomst voor onze 75 ijveraars.
Die moet voorbereid worden en dat betekent ; de propaganda voorbereiden met affiches, folders en lidkaarten, zesduizend etiketten afdrukken en op de lidkaarten kleven, nieuwe medewerkers aanspreken.
De startbijeenkomst voorziet te 18 u. een korte werkvergadering, te 18u30 een mis aan de grot achteraan in de O.L.Vrouwekerk en te 19u30 voor een ruimer publiek is er een conferentie over Paus Johannes Paulus II en Lourdesdoor E.H. Philippe Hallein, Lic. Kerkelijk Recht, leraar,rechter bij de kerkelijke rechtbanken ziekenaalmoezenier te Lourdes.
Nadien houden wij nog een drink met een hapje zodat onze medewerkers fit staan om straks aan het werk te gaan en de meer dan 3200 lidkaarten verkocht te krijgen
Van werken gesproken. Manten Spille was op reis in Italië en bezocht de Sixtijnse kapel onder begeleiding van een gids. Die gaf uitleg en zei: Kijk daar hebben de schilders aan dit plafond 10 jaar aan gewerkt. Dedjie, zei Manten, ik ken dat. Ik heb ook schilders in mijn huis gehad.
Tegenwoordig hebben de meeste studenten een of andere vakantiejob waarbij ze een goeie stuiver verdienen om in het beste geval hun studies te betalen maar ook nog om zich een extra luxe cadeau te veroorloven. Van jongs af worden ze gestimuleerd naar gewin en welvaart. Wij, jongeren van binst de oorlog of kort nadien hebben leren bijklussen om beter te overleven eerder dan voor eigen luxe.
Op onze landelijke gemeenten diende onze vrije tijd om na het rooien van de aardappelen de door de machine niet verzamelde aardappelen handmatig te rapen, om erwten te plukken, om in de streek van Ieper op de vers geploegde velden ijzer te zoeken van bommen en granaten uit de eerste wereldoorlog dat als oud-ijzer verkocht werd.Mijn jeugdjaren situeerden zich te Geluwe in de tabaksstreek van Wervik. Een ander bezigheid tijdens de oorlog in september-october was het plukken van de onderste bruin geworden bietenblaadjes die dan per kilo verkocht werden aan de tabakkervers om ze voor de smokkelaars te mengen tussen de tabak. Om enkele kilos bijeen te scharrelen moest je er heel wat voor doen maar het bracht geld op. Je moest ook oppassen voor de komiezen want die lagen op de loer om de geheime tabakkervers te weten te komen.
In deze tabakstreek trokken wij tijdens de vakantie in juli - augustus met onze picknick voor een ganse dag naar boerderij De Roobaert van mijn grootvader of bij boer Vanhaverbeke om tabak te naaien. Als de boer of zijn knechten de tabak geplukt hadden zaten wij in het stoppelveld op een strozak om de stengels op een lange naald te rijgen en deze door te schuiven op een koord; een ranke. Het was een werken in weer en wind en soms onder een stekende zomerzon .We werden betaald per ranke. Ik denk dat wij ongeveer 1BF kregen per ranke en dat je geen luiaard mocht zijn om meer dan 100 ranken per dag te naaien. Het naaien moest zo vlug mogelijk na de pluk gebeuren. Soms waren wij met 10 tot 20 naaiers en ieder avond werd per persoon het aantal opgetekend voor de eindafrekening maar ook om rekenschap te geven thuis dat we gewerkt hadden. Het gebeurde echter wel meer dat de jongens en meisjes onder mekaar de stoppels van het veld uitrukten om als projectielen naar mekaar te gooien of dat er meer getaterd dan gewerkt werd. Bij het eind van de werkperiode trakteerde de boerin dan gewoonlijk met Koekenbrood en Cacao.
De opbrengst van al dit bijklussen in onze vrije tijd of vakantie was niet voor ons persoonlijk. Het geld werd afgegeven aan moeder voor het huishouden. Misschien bezorgde zij ons wel eens een extraatje. Het gezin was één gemeenschap, een commune waarbij iedereen naar zijn vermogen bijdroeg en deelde met mekaar. Wellicht zo leerden wij werken voor de gemeenschap, voor het algemeen welzijn, voor een ander en niet onmiddellijk voor onszelf. Het was een school voor vrijwilligheidswerk.
Hier en daar gebeurt het in gezinnen dat wil zoonlief of dochter iets presteren voor vader of moeder zij dienen betaald te worden: om het gras af te rijden, om de auto te wassen, om de tuin te verzorgen, de schoonmaak te doen enz. Niet alle werk is betaalbaar en niet alle betaald werk brengt voldoening wijl onbetaald werken soms toch vreugde schept. Er zijn nog veel vakante jobs voor onbetaald vrijwillig vakantiewerk.
Mijn valies staat klaar. Morgen vertrek ik voor mijn jaarlijkse onbetaalde werkperiode van twee weken in dienst van de Hospitaliteit te Lourdes. Honderden vrijwilligers zullen er zijn.
Vandaag waren wij op de begrafenis van Anne-Marie Degryse. Juist twee maanden geleden was zij nog bij ons te Lourdes met Vlaanderens Bedevaarten. Het was haar wens nog eens naar Lourdes te reizen, haar laatste reis. Wij zijn verrast dat haar ultieme thuisreis zo vlug zou komen.
Wij kenden Anne-Marie reeds lang. Zij was tweemaal mee met de Poliobedevaart en een paar keren met Vlaanderens Bedevaarten, nog toen zij op hotel kon logeren.
Als jonge vrouw had zij veel talenten, hield van kunst, muziek en de natuur.In haar vroeg ziektestadium zagen wij haar in stad met haar gehandicaptenscooter op uitstap of boodschap.
Zij kwam geregeld naar de St.-Jozefskerk als het Koninklijk St.-Jozefskoor de hoogmis opluisterde. De ziekte heeft haar mooie toekomstdromen gedwarsboomd en toch bleef zij als MS-patiënteeen lieve en moedige dame.
Per E-mail en telefoon werden zoveel mogelijk de leden van de ziekendienst in de Meibedevaart verwittigd.Bij haar uitvaart waren aanwezig van Vlaanderens Bedevaarten: haar vaste verpleegster Claudine Kesteloot, de verpleegsters Christine Pattijn, Denise Pecceu, Simonne Deveeuw, Hilde Bellegeer met Joost Vanderheeren en zijn moeder, ik zelf en mijn vrouw. Het is fijn als leden van een hospitaliteit ook bij hun uiteindelijke afscheid als gezondene de afgestorven zieke nabij te zijn.
Het evangelie en het thema van de uitvaart ging rond de tekst: Kom tot mij, gij die belast en beladen zijn ( Matt. 11,28) dat het Lourdesthema was van dit jaar. Prachtig klonk het Ave Maria van Gounod als tussenzang. Zou Anne-Marie nu meeluisteren ???
In zijn homilie wees de priester erop dat Christus door zijn kruisdood alle kwaad en lasten op zich heeft genomen en wij na de dood één worden met de Goddelijke eeuwigheid, zonder tijd en ruimte, zonder pijn en verdriet in een volmaakt gelukkige liefde en vriendschap.
Tijdens de mis dacht ik aan andere overleden zieken die Anne-Marie zijn voorgegaan en soms in andere uitvaartomstandigheden; aan die zieke die mij destijds 50.000 BF. toevertrouwde voor haar begrafenis omdat zij anders dat van haar familie niet zou krijgen, aan die zieke die haar lichaam afgestaan had aan de universtiteit en wij alléén als kennis aanwezig waren op de nadienst in de unief, aan die zieke wiens begrafenisstoet geen 10 mensen telde en aan nog andere
Zoals Anne-Marie hield van schoonheid had zij een waardige en sobere begrafenis, omringd door haar familie en vrienden van de MS-liga, Ziekenzorg, Banneux, Vlaanderens Bedevaarten.
Op haar bidprentje kon men volgende tekst lezen.
Zwaar werden de dagen
En lang duurde elke nacht
Hoe moeilijk is het vechten
Bij ontbreken van kracht
Ik heb de berg beklommen
Die jullie nog moeten gaan
Huil maar niet, God kent mij
En roept mij bij mijn naam
Ik wou zo graag naar huis
Nu ben ik voor eeuwig thuis.
Bidden wij:
Laat deze laatste groet
Dit moment van ongelijk
En onvergelijkbaar samenzijn
Ons sterken in de aarzelende hoop
In het wankele geloof
Maar vooral in de onbreekbare liefde die
Vertellen van Leven- eeuwig en voorgoed
( uit funerariumgebed in De doden leven.. van priesteren vriend Jan Coghe.
Op de foto: Annemie en haar begeleidster Claudine tijdens de Ziekenzalving te Lourdes op 22 mei ll.
Nu de Tour de France bezig is en de overwinnaar die zondag te Parijs zal triomferen bijna bekend is denk ik aan mijn journalistieke carrière.
Op HBK-spaarbank was ik free-lance reporter voor het personeelsblad HBK-Kijker. De firma nam het ernstig op en had een beroepsreporter in dienst voor allerlei communicatieve taken waaronder de hoofdredactie van het personeelsblad. Bij zijn uitdiensttreding kon ik zijn verlopen journalistenkaartafschooien.
Op een mooie dag met Gent-Wevelgem was ik als HBK-directieafgevaardigde op kantorenbezoek in de streek van Ieper. Die dag moesteen nieuw aangeworven medewerker die op stage was mij begeleiden om de knepen van het vak aan te leren. Daags voordien hadden wijmet collegas een werkvergadering gehad tot laat in de avond en diep in het nat zodat mijn kop bijna barste. Ik had pech;
Ik zat niet alleen met op mijn schoot een rekruut voor wie ik een voorbeeldfunctie had maar bovendien met een grote kater.
Het was zo een mooie dag, een mooie streek met de Kemmelberg in zicht en met langs de baan werkeloze kijkers voor Gent-Wevelgem, bijna een feestdag.
Ik had het gevonden. Mijn geest was nog nuchter genoeg en ik zei tegen mijn maat:
Zeg vriend, vandaag zal ik u leren niet hoe je het moet doen maar hoe je het niet moet doen. Wij rijden naar de Kemmelberg om boven op de top Gent-Wevelgem te bekijken. Hoe zal je dat doen, er mag niemand meer per wagen op de berg ? - We zullen de koers voorop rijden zei ik. Ik haalde mijn journalistenkaart uit mijn portefeuille en plakte die op mijn voorruit en schreef in het groot op een blad PERS. We reden tot waar de koers voorbij kwam en sloten ons aan bij de publiciteitskaravaan tot boven op de Kemmelberg. Het was een huzarenstukje maar het lukte.
Van werken die dag kwam er niets meer in huis. Bij het naar huis rijden gaf ik mijn collega als les mee: Soms moet je lef hebben in het leven.
Wij zijn drie dagen in ons vakantiehuisje geweest in de Ardennen om het in orde te brengen voor de vakantiehuurders.
Het is nu volop verlof aan het worden. Ik geloof dat Roeselare leeg gelopen is en wie in België gebleven is viert misschien 175 jaar verdriet van België.
Het weder is alleszins van de partij en de zon staat gloeiend heet. Clementine van aan de statie is al terug van Spanje. Ik vroeg haar of het daar ook zo heet was. Zwijg, zeg ze, de boeren moesten daar ijs bij hun kippenvoer doen, anders zouden de kippen gekookte eieren leggen.. Twee van mijn kinderen zijn op reis naar Italië, één zit in Bulgarije en een ander in Friesland. t Is te hopen dat ze niet bij den aap gelogeerd zijn.
Een groep van de Boerinnenbond was op cruise aan de Middelandse zee. Een officier van het schip in gala-uniform verwelkomde de gasten en de voorzitster dankte hem met Dank u wel voor uw gastvrijheid, kapitein. Ik ben de kapitein niet lachte de man Ik ben de dekofficier.Ze draaide zich om naar haar gevolg en zei Amai, ze hebben hier aan alles gedacht !
En als ge dit nog niet gelooft, vertel ik de volgende keer wat anders uit Het Manneken uit de Mane
Beste Heer Dierynck,proficiat met je 'net-werk'. Mijn kort en onvolledig antwoord vind je aldaar.Ach, in het buitenland loopt het participatief ondernemen perfect. We wonen echter in het verkeerde land. Progressief heet hier in ons dorpje België niet het ijveren en promoveren voor een vredevolle samenleving - ook in ondernemingen - maar wel de individuele 'slaapkamerproblemen'. De ergerlijke commentaren van de zogenaamde progressieven over Johannes-Paulus II spreken boekdelen over de bekrompenheid van degenen, die we met tegenzin en schaamte voor onze medeburgers moeten houden. Daarom doet je 'net-werk-brief' zo'n deugd: een eerlijk 'belijden' van de waarden waarvoor je staat. Concreet en rechtuit. Proficiat!
Gust Van Put
Hallo,
Prachtige foto's van u en Mia en de ganse familie. Nu weten we dat we de verjaardag van Mia vergeten zijn. Het is dus ook in februari. Dat staat alvast genoteerd. Wil u het doorseinen aan haar. Late avondgroetjes.
Hilde en mama Hilda
dag Germain,
Hoe is het mogelijk, elkaar op zo een korte tijd elkaar gevonden op 2 verschillende fronten via het internet?!
en dan nog in een korte tijd na elkaar op seniorennet!
Alvast proficiat met uw communicanten! en succes met de blog, voor mij ook heel nieuw!
martin vanhee
Germain, ik ben er vanavond in geslaagd uw weblog helemaal te lezen. Zeer interessant en proficiat voor uw beider prestaties op de Lourdesbedevaarten. Zeer ontroerend.
Ook het verslag over onze uitstap met de seniorenclub gelezen. Het was niet alléén een mooie dag maar ook een leerrijke dag. Voor herhaling vatbaar !
U mag wel schrijven over lekkere gerechten maar daarmee kan ik ze niet proeven. Graag het recept van de karnemelkpap aub zodat ik ze kan vergelijken met wat ik van vroeger jaren nog weet hoe ze smaakte bij ons thuis (meer dan 40 jaar geleden). Miaa geef aub uw geheimen prijs. Dank bij voorbaat.
leuk !
Hoi,
ik lees je weblog heel regelmatig en heb die ook toegevoegd aan mijn links op mijn weblog (weblog van een vriend)
Zondag bezochten we de St-Godelieve processie te Gistel. Het was een mooie processie en er was veel volk. In de processie werd de Godelieve sage uitgebeeld in keurige groepen met begeleiders die de legende voorlazen. Er was de voorstelling van het tijdskader te Gistel en het Moerenland het leven van Godelieve: haar jeugd, haar gedwongen huwelijk, de verstoting met gevangenneming en vlucht de persoon van Bertolf van Gistelmet zijn moorddadig plan zijn oproeping voor de Graaf van Vlaanderen- zijn boetetocht naar Rome de heiligverklaring van Godelieve de mirakelen en de Abdij Ten Putte met de verheerlijking van de H.Godelieve in de iconografie van de vier kronen: de maagdelijkheid als de Lente, het huwelijk als de Zomer, de verstoting als de Herfst en de marteldood als de Winter.
OP 3 km van het centrum ligt de Abdij ten Putte dat jaarlijks nog meer dan 10.000 bezoekers telt. Er is een kapel, een ontvangstruimte en een mooi museum. Klik op de foto voor méér info over H.Godelieve.
Het verhaal, eeuwen oud is nog van deze tijd en meer dan ooit zijn er de huwelijksproblemen.
Godelieve was The Queen of hearts schrijft de begeleidende brochure, zij had de harten van het volk vervoerd en had oog voor de verschoppelingen der aarde en slachtoffer van een gedwongen of mislukt huwelijk.Waar hebben we dit nog meer gehoord ?
Bovendien is het een Vlaamse heilige en een mooie naam, Gode lief naar wie één van onze dochters werd genoemd.
Er is reden om te vieren nu veel van onze eisen zijn verwezenlijkt: Leuven Vlaams, Brussel Vlaams,werk in eigen streek, amnestie, zelfbestuur, gelijkwaardigheid in een confederale staat.
Misschien zijn ze nog niet alle in optima forma bekomen en hangen nog het dossier BHV , de geluidslast in Zaverntem, de financiële sleutelverdeling, de nog zelf te beheren personele materies enz
Wij hebben er voor betoogd, geroepen en gescandeerd, ons verdedigd en gestreden.
Als jong-KSA-er zongen wij Vlaamse liederen uit volle borst en werden we gekweekt te vechten voor Outer en Heerd.
Als student trokken wij op voor Leuven Vlaams en Brusel Vlaams. Wij nalmen deel aan de anti-Fosty betoging in 1953 en werden nat gespoten. Franstalige correspondentie werd met een kleefzegel aan de afzender teruggestuurd.
Overdag werkte ik te Brussel als public relations man voor Civitas Dei, het paviljoen van de H.Stoel op de WT en s avonds voor de vervlaamsing van de WT. Ik kwam in contact met Wilfried Martens en Mik Babylon, resp. de nationale en provinciale voorzitters. In mijn dorp richtte ik het Jeugdcomité voor de Wereldtentoonstelling 58 op en hield een goed bijgewoonde protestavond.
Als bestuurslid van het Davidsfonds richtten wij een jaarlijkse fietstocht in naar de IJzerbedevaart waarbij een 50tal jongeren uit het dorp zich aansloten.Wij ronselden geld in voor een camion stenen voor de heropbouw van de vernielde IJzertoren. Tot nog toe zijn de keren dat ik wegens omstandigheden niet naar de IJzerbedevaart trok op mijn een hand te tellen.
Wij deden ons best om in het openbaar het ABN te spreken en zodoende eerbied te bekomen voor onze taal en.onze kinderen kregen Vlaams klinkende namen.
Nu zijn wij fier dat wij als jongere de lont hebben aangestoken voor een daadwerkelijk Vlaamse politiek en Vlaamse leiders. Wij blijven fier dat " Omdat we Vlaming zijn".
Nog vóór dat het Zeeuwse mosselseizoen officieel is ingezet hebben wij gisteren mosselen met friet klaar gemaakt. Het waren onze laatste oude patatjes, gerimpeld als een oud wijveke en zo zacht als de mosselen zelf, nog juist goed genoeg om frieten te bakken.
Het smaakte o zo lekker na een weekje Duitse kost op restaurant. Ik geloof dat de schnitzels op de duur langs mijn oren zouden terugkomen. Je vindt ze op elke menukaart, een bladzijde vol: wienerschnitzel of jägerschnitzel, met champignons of met met zwiebeln. Ook de worsten met kool of choucroute zijn niet van de kaart weg te krijgen. Met wat geluk kan je nog een putensteak op je bord krijgen (zie foto) maar zoek maar eens naar een paling in het groen, Poperings potjesvlees, een assiette anglaise, een tomate crevette, een Oostendse visschotel of Gentse waterzooi of gewoonweg een beafstaeck-friet.
Als vergelding voor het gemis van een heerlijke bord soep krijg je wel een salade-teller voorgeschoteld. Voor mij was dat wel een zuur zoethoudertje. Alleen vroeg ik mij af als ik dit moest eten in afwachting dat de bestelde forel gevangen en gebakken was ofdat de bollen knödels gekookt waren dan wel samen de hoofdschotel.
Leve moeders keuken! Wat je zelf kweekt en bakt, kweekt en bak je het best. Vandaag zal ik voor het eerst mijn nieuwe patatjes rooien. Ze zullen lekker smaken bij een entrecôte met zelfgekweekte salade en tomaten in moeders mayonnaise.
Met gehandicapten en zieken naar Lourdes. Voor een diareeks met muziek en 49 sfeerbeelden over "Lourdes, zijn symboliek en rituelen" klik op de foto 51 Mb en 21 min. downloadtijd.