De man met zijn orgeltje op de markt
stond er uren te spelen
melodie na melodie
onder de galerij der verre manen
en we klaptenin de handen
uit puur plezier
als de kermismakers van het laatste uur.
Toen ging de man met zijn aapje rond
aan zijn poot een hoed met lint
voor een kwartjevan een frank
zo ééntje met gat in
heel lang geleden
maakte het dier
de diepste buigingen.
Ingrid Lenaerts
|