Ik heb geen werkkamer in een bijzonder huis
waar het ruikt naar erudiet klankvaardige verzen
waar ik een langharige cultus kan losweken
tussen zeldzame zonderlingen die er huizen
bij schraal licht op eigenwijs lijf en rode wijn
Ik heb een keuken die geurt naar koffie
waar kinderen geverfde indianen worden
in verboden wigwams die omtuimelen
terwijl ze me belagen met pijlen
die mama die gif probeert te ontwijken
Ik werk in een tuin met bomen
bloemen en grasperken als burgertrut
ik sakker een gat in de vervlogen tijd
omdat het alweer ouwe wijven spuwt
uit de dakgoot die gutsend overloopt
Ik heb gekoffiekletst aan de buitentafel
nu verdwaal ik in huis- tuin en keukenverzen
met de zon op mijn rug en een pen die krast
van plezier dat ze eruit mag om te schrijven
Wellicht ben ik nu een zondagsdichter
die echt een schouderklopje verdient
Ingrid Lenaerts
|