MARCHE DU 25E ANNIVERSAIRE - MARCHE D'AUTOMNE. / LES DJALES D'ANHEE. / ANHEE. 23/09/2012.
MARCHE DU 25E ANNIVERSAIRE, MARCHE DAUTOMNE.
LES DJALES DANHEE.
ANHEE.
Vandaag wandelen in een van de mooiste plekken van provincie Namen, we vertrekken in Anhée op een plek met een bijzonder prachtige zichtentegen over de hoge rotsen en er boven op de ruïne van Poilvach.
Wij wandelen de vallei in langs de vele weilanden de koeien bekijken ons ze zullen denken wat een raar volk komt hier vandaag allemaal voorbij. We wandelen nu Mont Anhée binnen een privé bezit waar we vandaag uitzonderlijk mogen wandelen, een stevige klim staat voor ons klaar en we hebben een prahtig zicht op de Ferme du Mont Anhée. Verder klimmen maar prachtige zichten op het golven landschap. Komen zo boven. Weer hebben we een zicht op de hoge rotsen aan de overzijde van de Maas. We komen in Haute-le-Wastia. Door kleine veldwegen en kerkwegels wandelen we het dorp binnen. Wat een prachtige oude huizen met lokale steen en de ramen en deuren in rode baksteen zijn bijzonder mooi.
Het hele dorp adem rust en kalmte uit, het is een lust om hier te wandelen en te genieten van al het moois. Komen aan de kerk en het oude gemeentehuis nu museum, gelegen aan een groot gemeenteplein. We bezoeken even de kerk deze is simpel maar mooi. We wandelen verder en dalen dan af langs de historische weg van Haut-le-Wastia naar Annnevoie, deze weg sluit aan de op de Ravel nabij het station van Warnant nu dalen we een heel eind langs deze wandelweg met prachtige zichten over het landschap.
Wat verder dalen en we komen in Ohay langs de Chemin Barons de Rosée die ons langs een grote hoeve leid en dan komen we aan
Abdij de Moulins Warnant
Een stukje geschiedenis: Abdij De Moulins-Warnant gelegen in Anhée, langs de Molignée en in de buurt van de monding in de Maas, was een cisterciënzer abdij . Opgericht in 1233 als een klooster voor nonnen, wordt de abdij toevertrouwd aan de monniken cisterciënzer in 1414. Een kerk word gebouw en ingewijd in 1444. De abdij bloeit .
Reeds in 1430 werden monniken gestuurd van Walcourt om de labbaye du Jardinet te stichten . Andere stichtingen volgen: de Abdij van Nizelles in 1441 (bisdom Cambrai) en de Abdij van Boneffe in 1461. In 1465 is de abdij slachtoffer van een conflict tussen Dinantezen en de Prins-bisschop van Luik. Woedend over een maatregel van de excommunicatie tegen hen, de Dinantezen geplunderd en steken de abdij in brand. De Abbé Nicolas Neumart (overleden 1498) regisseert de wederopbouw. Een eeuw later doen de 'bezoekers' de Franse troepen het beleg van Dinant en Bouvignes. Na hun vertrek vatten de monniken hun werk terug op. In 1785 word het beheer van het klooster. De protesten en de ongehoorzaamheid van de monniken zijn een excuses voor de sluiting van de abdij. 25 Maart 1787, de monniken ontvangen een pensioen en zijn verdreven. Drie jaar later, proberen de oude monniken hun leven te hervatten in het verlaten klooster.
Het papierwerk word in orde gebracht maar de Franse revolutie veegt al hun hoop weg. De abdij in 19de en 20ste eeuw. Voor een tijdje is de abdij en militair hospitaal. En vervolgens wordt het verkocht als een publiek goed, in 1797. Een bepaalde Louis Rousseau kocht het goed en ontmantelde de kerk en gebouwen om te gebruiken als bouwmateriaal: en bouwde zijn eigen kasteel. De rest van het eigendom werd in 1827 verkocht. Dankzij de Molignée en de nabijgelegen molen word er een fabriek gestart voor het bewerken van koper tot in 1978. Overblijfselen van de abdij hebben het overleefd. De boerderij en haar schuren zijn veranderd en zijn nu beschikbaar voor verblijf van langere of kortere duur voor groepen en gezinnen. Er zijn ook georganiseerde seminaries en banketten. Het kasteel is in privé bezit.
We wandelen het domein op langs vijvers en mooi aangelegde paden, komen zo aan het kasteelpark, wij hebben een zicht op het kasteel we wandelen nu naar de oude fabrieksgebouwen, langs de spoorweg naar het fabriek, er staan oude spoorwagons en op een oude postkaart staan dezelfde spoorwagons.
Langs de spijtig vervallen gebouwen, veel schouwen en een bijzonder molen, die spijtig ook vervallen is maar er is hoop dat ze ooit hersteld word, deze kopermolen is van bijzondere afmetingen het is een bovenslagrad watermolen met een waterrad met een doormeter van 6,2 meter en 3,5 meter breed. Nu komen we in een grote hal met een bijzondere tafel waar koperplaten op bewerkt werden. Hier is de controlepost, hier kunnen we rustig genieten van een drankje en wat rondkijken naar de prachtige gebouwen. Ook proberen wat info te vergaren over deze plek. We verlaten de fabrieksgebouwen en komen zo op het grasplein voor het kasteel en de boerderij. Het is best een groot geheel het kasteel is een prachtig geel geschilderd gebouw met een stroompje ervoor je bereikt het kasteel over een brugje, ernaast lig de boerderij waar je kunt op verblijven.
Wij wandelen door het park en steken de straat over naar de parking. Op de helling is er een kleine wijngaard en wij gaan hier de Ravel de oude spoorweg op. Zo komen we terug in Anhée aan nog een eind langs de Maas. Deze staat heel laag, de Maas staat laag omdat er werken zijn aan de oevers en is opzettelijk zo. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek, een mooie en aangename wandeling.
MARCHE DE LA RENTREE. / LES GODASSES DE FRAIRE. / YVES-GOMEZEE. 22/09/2012.
MARCHE DE LA RENTREE.
LES GODASSES DE FRAIRE.
YVES-GOMEZEE.
Vertrek met de wandeling op Place St. Laurent. Yves-Gomezee heeft een groot plein en verschillende prachtige gebouwen, wij wandelen een eind op de wandeling Le sentier du Fer. We verlaten het dropje en vlug wandelen we langs velden en weilanden.
Uitgestrekte velden en weilanden zover het oog rijkt. Wat verder langs een mooie veldlaan met bomen komen we in Fraire. Is ook een deelgemeente van Walcourt. Hier prachtige zichten over het landschap. Het kerkje ligt op een bijzondere mooie plek en daar wandelen we de weilanden in. Puur natuur. Langs de vijvers en dan weer verder tot in Bois de la Ville zo weer een eind door de velden en we komen in Chastres. Weer een deelgemeente van Walcourt. Prachtige huizen in lokale steen en een wit geschilderd kasteeltje. Door het centrum langs mooie oude huizen en dan komen we aan de fontein van het dorp, mooi onderhouden een gezellig plekje in het dorp. Wat verder langs een huis waar een soort van museum is met houten poppen.
We verlaten Chastres en wandelen weer door de velden en langs de akkers het is hier wel mooi om te wandelen en aangenaam om te vertoeven. We wandelen nu een eind door het bos waar verschillende ruïnes staan langs het water, vroeger waren er verschillende watermolens en smederijen en dit zijn waarschijnlijk de overblijfsel ervan. In Yves-Gomezée, waar oude ijzersmederijen van de nagelmakers langs de beek de Yves te vinden zijn. Wat verder komen aan de brug over het riviertje. Weer verder door het prachtige landschap. We komen in het Bois des Restins mooie boswegen zijn ons deel hier met een stevige klim en dan een prachtig vergezicht over de streek zeker de moeite. Beneden komt de kerk van Yves-Gomezee in zicht we dalen af en komen terug aan op de Place St. Laurent waar onze wandeling eindigt.
De dag is nog jong en we hebben nog ruim de tijd om even naar Walcourt te rijden.
Walcourt ligt aan de samenvloeiing van de rivieren de Eau dHeure en de Eau dYves. Vroeger was Walcourt een versterkte stad die heel strategisch gelegen was. Vanuit het centrum van het hooggelegen Walcourt leiden steile steegjes en een straatje naar het dal. Het doet een beetje denken aan een Spaanse stad. Walcourt werd tegen een uitstekende rots gebouwd.
Op de rots ligt de toren van de basiliek. De kerk heette vroeger église, maar paus Pius XII schonk de Sint-Maderne in 1951 de titel van basiliek. De toren van de basiliek stamt uit de 11de eeuw, de rest van de basiliek uit de 13de eeuw. De Onze-Lieve-Vrouwe van Walcourt, een houten beeld uit de 10de eeuw, trekt jaarlijks nog bedevaartgangers. Dit fraaie beeld is sinds de 12de eeuw bedekt met zilveren platen. In de 17de eeuw werd het beeld gekleed naar de Spaanse mode uit die tijd. De basiliek beschikt over een prachtige kerkschat, waaronder verschillende monstransen die nog door Hugo dOignies zouden zijn gemaakt. We bezoeken de kerk met zijn prachtige koor. Voor de kerk op het plein staat de fontein die het verhaal verteld van de pot van Keizer Karel met de vier oren. Wel mooi. We wandelen wat door het stadje gaan even op een terrasje zitten om van de naburige bakker een lokale specialiteit te proeven le tarte tropezienne is een lokale specialiteit. We genieten nog wat van het prachtige weer en wandelen wat rond in de stad dan word het tijd om verlaten en huiswaarts te keren, een fijne dag hebben we toch hier gehad.
SINT-PIETERSBERG TUSSEN JEKER EN MAAS. / OVER BERG EN DAL. I1. / MAASTRICHT. 17/09/2012.
SINT-PIETERSBERG TUSSEN JEKER EN MAAS.
OVER BERG EN DAL. i1.
MAASTRICHT.
Deze wandeling maakt deel uit van het grensoverschrijdend wandelgebied Sint-Pietersberg met 7 vertrekplaatsen en 20 wandelroutes. Wij doen vandaag controle op wandeling i1. Vertrek in Maastricht Chalet Bergrust. Het kalkmassief van de Sint-Pietersberg ligt op de grens van Nederland, Vlaanderen en Wallonië.
Dit is een unieke streek, met pittoreske dorpjes, forten en kastelen, tal van waterlopen, een bewogen geschiedenis en een uitzonderlijke natuur. De Sint-Pietersberg is het plateau gelegen tussen de lage valleien van Jeker en Maas. De kalkachtige ondergrond van deze streek werd gevormd tijdens de Krijtperiode, meer dan 65 miljoen jaar geleden, in een zeemilieu waarin dieren goed gedijden, zoals blijkt uit de ontdekking van talrijke fossielen waaronder de befaamde mosasaurus. In de loop der eeuwen ontstond in deze streek geleidelijk aan een typische plantengroei, de kalkgraslanden, vooral door het gebruik van de hellingen als weilanden voor schapen en geiten.
Omdat hier gemiddeld weinig neerslag valt, de zon meer schijnt, de hellingen goed beschut liggen en de kalkbodem sterk doordringbaar is, komen er op de Sint-Pietersberg veel zeldzame dier- en plantensoorten voor. Het gaat om soorten met vaak een zuiderse oorsprong, zoals de muurhagedis, bepaalde orchideeën en talrijke insecten. Om deze unieke biotoop van de kalkgraslanden te behouden moet er regelmatig opschietend struikgewas en bos gekapt worden. Eenmaal ontbost, onderhouden de sterke mergellandschapen deze graslanden. Door eeuwenlange mergelontginning is er in dit gebied een indrukwekkend ondergronds gangenstelsel ontstaan dat thans een van de belangrijkste overwinteringcentra is geworden voor duizenden vleermuizen uit heel West-Europa. Over het hele gebied liggen ook tientallen open mergel-, krijt en silexgroeves verspreid. Van zodra de ontginning in een groeve stopt, neemt de natuur op spectaculaire wijze weer de bovenhand. Onze wandeling brengt ons naar Fort Sint-Pieter.
Fort Sint Pieter is een fort dat in 1701-1702 tot stand kwam op de noordflank van de Sint-Pietersberg in Maastricht. Het fort werd in opdracht van de militaire gouverneur van Maastricht Daniël Wolf, baron van Dopff gebouwd in een vijfhoek ter verdediging van de zuidelijke vestingmuren van Maastricht. Dit werd noodzakelijk gevonden nadat de Fransen in 1673 de Sint-Pietersberg hadden ingenomen om van hieraf met kanonnen bressen te slaan in de zuidelijke vestingmuren. Vanuit dit fort zou voortaan elke zuidelijke aanval afgeslagen kunnen worden. Het fort heeft het in de geschiedenis niet altijd even gemakkelijk gehad; zo werd het in 1794 door de Fransen in de rug aangevallen tijdens een van de vele belegeringen van Maastricht. In het begin van de negentiende eeuw is het nog ingrijpend gemoderniseerd om aan de eisen van de tijd te kunnen voldoen. De sterkte verloor zijn verdedigingsfunctie na het opheffen van de vesting Maastricht in 1867. Vandaag is het een landmerk en de startplek van onze wandeling.
We klimmen de trappen op en komen boven op de vlakte. Hier wandelen we door het grasland. Hier grazen een kudde schapen die het natuurpark onderhouden. Wat verder hebben we een zicht op de ENCI groeve. De provincie Limburg verleende in 1926 een concessie aan de Eerste Nederlandse Cement Industrie voor de exploitatie van een groeve. De groeve is ca. 135ha groot. Heel wat geologen leven zich hier uit. En juist enkele dagen later als we hier voorbij wandelen word er een fossiel gevonden.
Een mededeling in de krant van 19/09/2012.
Enorm fossiel gevonden in mergelgroeve Maastricht In de mergelgroeve bij cementfabriek ENCI in Maastricht is een groot fossiel gevonden. Het dier heeft in het dinosaurustijdperk geleefd, maakten ENCI en het Natuurhistorisch Museum in Maastricht woensdag bekend. Om welk prehistorisch dier het precies gaat, maken het museum en de cementfabriek donderdagmiddag bekend op een persconferentie. Het gaat om een 'nieuw, reusachtig fossiel' dat onlangs ontdekt is. Het museum spreekt van 'een bijzondere vondst'. In de achttiende eeuw werd in de kalksteengroeves in de Sint-Pietersberg in Maastricht een schedel van een 'maashagedis' gevonden. Dat zeereptiel, ook wel mosasaurus genoemd, leefde aan het einde van het dinosaurustijdperk, ruim 65 miljoen jaar geleden.
We wandelen verder door het prachtige natuurreservaat en wandelgebied tot we aan de Caester Hoeve komen.
Het plateau van Caestert ligt deels op Nederlands en deels op Belgisch grondgebied, wat het beheer van het gebied niet ten goede lijkt te komen. Natuurvorsers spannen zich al vanaf de 70-er jaren enorm in om dat onder de aandacht te brengen. Gelukkig beginnen diverse verantwoordelijke instanties signalen af te geven over de hoge landschappelijke waarde van het gebied. Zeker, het gebied heeft geleden onder de cementlobby, maar er zijn ook positieve klanken te horen. In 1972 werd het kasteel Caestert door brand getroffen en werd met de grond gelijkgemaakt. De monumentale boerderij bleef gelukkig gespaard, maar is heden ten dage een vervallen bouwwerk. Nu wandelen we verder een heel eind langs het kanaal en de hoge mergelwand. Wij wandelen weer verder. Zo komen we aan het voormalig Klooster Slavante De rijke geschiedenis van Slavante gaat terug tot ... 1455 toen op deze prachtige plaats het klooster der 'Observanten' werd gesticht. Die naam leidde al snel tot de verbastering van het woord naar de naam zoals wij die nu gebruiken 'Slavante'. Vanaf het prille begin werd Slavante geroemd om de gastvrijheid. De paters brouwden hun eigen bier, dat bekendheid genoot in de wijde omgeving. Gasten kwamen te voet, met paard en wagen of ... over de Maas naar het klooster en lieten zich het gerstenat goed smaken. Het klooster genoot een groot voorrecht; dames mochten in de terrastuinen van het klooster wandelen, hetgeen zeker zal bijgedragen hebben tot de populariteit van Slavante. De Franse revolutie in 1795 betekende het einde van het klooster. Alle bezittingen werden verkocht en het kloostercomplex kwam in handen van enkele particulieren, die de kerk en het klooster lieten afbreken. Alleen het gebouw waarin een herberg was gevestigd (het kleine witte huisje bij de parkeerplaats) en het naastgelegen kapelletje alsmede een deel van de ommuring en enkele mergelkelders zijn bewaard gebleven.
Wat verder wandelen we en klimmen nu via de trappen naar het domein Lichtenberg. Zo komen we aan de Kasteelruïne Lichtenberg. Op de oostelijke helling van de Sint-Pietersberg, op een klif hoog boven de Maasvallei, pronkt de Hoeve Lichtenberg met ruïne. In deze hoeve is het Sint-Pietersmuseum gehuisvest. Een huis van geschiedenis en verhalen, dat is wat het Sint-Pietersmuseum wil zijn. Tentoonstellingen en andere activiteiten vertellen de geschiedenis van de Sint-Pietersberg en de voormalige gemeente Sint-Pieter, ooit een Luikse vrijheid. Ook de buurtdorpen worden in het verhaal betrokken. De Stichting Oud Sint-Pieter, die het museum beheert, zorgt voor jaarlijks wisselende exposities en voor een programma dat een breed publiek aanspreekt. Lichtenberg is een ruïne gelegen op de Sint-Pietersberg ten zuiden van de wijk Sint Pieter in Maastricht. Het was vroeger een van de weinige hoogteburchten van de Noordelijke Nederlanden. Vanaf de op de berg gelegen toren heeft men een prachtig uitzicht over het Maasdal bij Maastricht. In een van de gebouwen van de boerderij bij de kasteelruïne is het Sint Pieters Museum gevestigd. De oorspronkelijke naam was Luchtenborg ofwel Hooggelegen kasteel. Ook de Latijnse naam Mons Lucis werd wel gebruikt voor Lichtenberg. Een mythe is dat Lichtenberg oorspronkelijk een Romeins lichtbaken langs de Maas zou zijn geweest. Hetzelfde geldt voor een naam verklaring dat een roofridder die op Lichtenberg woonde de voorbij reizende kooplieden verlichtte van hun koopwaar. Met de bouw van het eerste kasteel is waarschijnlijk begonnen in 1212 door de prins-bisschop Hugo II van Pierrepont.
Hij gebruikte hiervoor de fundamenten van een in de 10e eeuw gebouwde donjon. Hiermee is de uit vuursteenblokken en kolenzandsteen gemaakte onderbouw van de ruïne wellicht een van de oudste nog zichtbare kasteelrestanten in Nederland. In de 12e en 15e eeuw werd de donjon nog uitgebreid met twee extra verdiepingen. Het kasteel zelf is omstreeks 1400 gebouwd en in de 15e en 16e eeuw is het meerdere keren uitgebreid. Tijdens de Hollandse Oorlog van 1672 tot 1678 werd het kasteel verwoest. Ofschoon het kasteel in 1740 nog bewoond was, is het in 1747 na een grote brand geheel in verval geraakt. Op het kasteelterrein is vervolgens een gesloten hoeve gebouwd, waarvan het woonhuis tegenwoordig nog bestaat. Het poortgebouw met geknikt schilddak en de hierbij gelegen stallen zijn gebouwd in 1816. Wij wandelen even rond op de site de donjon zijn ze aan restaureren en kan nu niet beklommen worden, is voor later eens.
Wij wandelen weer verder. Tot aan de rand van het plateau hier beneden ligt de diepe wonde die de cementindustrie hier gemaakt hebben om mergel te ontginnen. We wandelen nu nog een heel eind over grasvlakten met wat bosjes en zo komt Fort Sint-Pieter weer in zicht en ook het einde van onze wandeling. Een zeer aangename kennismaking met dit stukje Sint-Pietersberg.
41E MARCHE INT. DES TROIS FRONTIERES. / MARCHES DES TROIS FRONTIERES. / PLOMBIERES. 16/09/2012.
41E MARCHE INT. DES TROIS FRONTIERES.
MARCHES DES TROIS FRONTAIRES. AMTF.
PLOMBIERES.
Plombières-Dorp is fier op zijn oorsprong (Bleyberg), zijn geschiedenis en zijn patrimonium. Zoals een nestje in het groene langs de kronkelende Geul biedt Plombières ons mooie plekken zoals: De overblijfsels van de vroegere lood- en zinkmijnen (einde 1922), die binnenkort als natuurreservaat beschermd worden (typische galmeiflora, zelden in Europa) en de ovens en hangars van toen. Zijn achthoekige neo-byzantijnse kerk : een kunstwerk van elegantie waarin de lichtverdeling opvalt door een juiste verdeling van de talrijke ramen.
Zijn mooie wandelwegen naar de heuvels van Braesberg, Boffereth en Belle-Vue. Onze wandeling vertrek aan het gemeentehuis en al vlug wandelen we het natuurreservaat binnen. De mijnsite van Plombières is vandaag een natuurreservaat. Het gebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van graslanden op zinkhoudende bodem. De graslanden op zinkhoudende bodem, stille getuigen van de vroegere mijnactiviteit, zijn milieus die een heel bijzondere fauna en flora herbergen.
De planten die hier groeien zijn soorten die enkel voorkomen op bodems met zink of andere zware metalen in het substraat. Hun verspreiding in Europa is heel beperkt, het zinkviooltje is de meest representatieve soort. Door het reservaat loopt ook de Geuldalroute Via Gulia. We wandelen nu langs het huis van de mijn site van Plombières. Dit gebouw is één van het oudste van de gemeente. De bouw heeft tijdens de winter 1644-1645 plaatsgevonden. In 1982 werd de gevel en het dak onder monumentenbescherming gesteld. Bij renovatie is een groot deel van het vakwerk bewaart gebleven. Delen die in een te slechte staat waren, werden met dezelfde materialen, maar met behulp van de huidige technologie vervangen. De authenticiteit is daarom nog goed herkenbaar. Het project werd met de grootste zorg en nieuwste duurzame technologie in de bouw uitgevoerd.
Dit huis uit de 17e eeuw herbergt een museum dat gewijd is aan de geschiedenis van Plombières en zijn natuurreservaat waar zeldzame planten bloeien op een bodem die verrijkt is met metalen. De natuur is hier wel bijzonder en prachtig dank zij de zon is het aangenaam wandelen hier. We komen dan aan de 'Lijn 38' is de oude spoorlijn die het Land van Herve doorkruist en die ooit Chênée met Plombières verbond. Vandaag is de oude spoorlijn 38 exclusief voorbehouden voor wandelaars, joggers, ruiters en mountainbikers. De bedding behield haar oorspronkelijke sintelbekleding, die soepel aanvoelt voor onze voeten. Wat verder komen we terug in het natuurreservaat en zo zijn we dan weer in het centrum van Plombières. We bezoeken de bijzondere kerk nog en dan eindigt voor ons een mooie wandeling in het land van de 3 grenzen.
35E MARCHE DES VACANCES. / LES SANGLIERS DU SAMSON. / STRUD-HALTINNE 15/09/2012.
35E MARCHE DES VACANCES.
LES SANGLIERS DU SAMSON.
STRUD-HALTINNE.
Onze wandeling vertrekt in Strud. Langs de weg naar Haltinne. Wel mooi gebouwen langs de weg. Haltinne is een klein en rustig dorpje. Het dorpje heeft enkele leuke bezienswaardigheden. Zo vindt men er de 18de-eeuwse neoklassieke Sint-Maartenskerk en een door slotgrachten omgeven feodaal kasteel uit de 17de eeuw. Bij het gehucht Strud vertoont de bodem een kleine uitholling, die men de Trou des Nutons noemt.
Aan het begin van de maand november worden hier ruiters en hun paarden gezegend. Dit gebeurt op veel plaatsen in de Ardennen rond de viering van het feest van Sint-Hubertus. We wandelen door de mooie omgeving en het volgende dorpje is Haut-Bois. Hier weer prachtige huizen en een mooi kasteeltje met twee vierkante torentjes. We komen in Rue de Manoir met een kasteelhoeve met ronde hoektoren en een beeld van een dame met een boek in haar handen, mooie plek en gebouw we wandelen weer verder langs prachtige gebouwen in lokale steen. Een heel eind wandelen we langs velden en akkers.
Dan weer verder en komen aan de kerk van Haltinne. Samen met Faulx-les-Tombes, Gesves, Mozet en Sorée behoort het tot de Waalse gemeente Gesves. Naast de dorpskern zelf liggen op het grondgebied nog de dorpjes Strud en Haut-Bois. We kommen aan de kerk en dan weer verder door het dorpje. Nu komen we aan het kasteel van Haltinne. Enorm vierkant gebouw in rood bepleisterde kalksteen en bakstenen van twee verdiepingen hoog dat dateert uit de 17e eeuw. Langs weerszijden vindt u vierkante torens die telkens drie verdiepingen tellen. Het kasteel wordt omsloten door grachten met water uit de Struviaux. Dit kasteel onderging in de 18e eeuw enkele belangrijke aanpassingswerken.
Bezienswaardigheden: het park in Engelse stijl, een opmerkelijk smeedijzeren hek uit de 19e eeuw dat in eerste instantie bedoeld was voor het koninklijke kasteel van Ciergnon, een inkomhal met een voor België unieke stenen trap met een leuning met spijlen die versierd werden met kleine stenen standbeeldjes, een prachtig roze salon dat verlicht wordt door de glinsteringen op het water van de slotgracht. Aan de zijkant vindt u de kasteelhoeve. Het gaat om een klein gebouw in kalksteen en baksteen uit de 18e eeuw met een hoofdgebouw van drie verdiepingen hoog en lange stallen in kalksteen. We wandelen langs het kasteel om even de boerderij te bekijken, een groep gebouwen met woonhuizen en stallingen. Mooi is de stalplaats voor de landbouwtuigen met zijn ronde pilaren waar het dag op rust. Weinig hebben de tand des tijd overleefd.
Langs de beek die de grachten voeden staan vele wilde bloemen die bezocht worden door vlinders, mooi toch. We wandelen verder door de velden en komen zo in Bellaire- Gesves. Hier ook een mooi kasteel spijtig dat we er geen foto van kunnen maken en weer verder wandelen we. Nu komen we in Groynne-Andenne hier in een grote hoeve hebben we onze laatste controlepost.
Nu weer verder door het landelijk gebied en dan komen we terug in Haltinne. Een mooie en aangename wandeling hebben we hier gedaan met prachtige natuur en vele historische gebouwen en ook hebben we het gewone landelijk leven kunnen smaken. Mooi.
Wanderung auf den spuren der Gallier, Römer und Benediktiner.
Vandaag wandelen we terug in Echternach. Op het plein staan standjes van de verenigingen die zich bezig houden met de geschiedenis. Gekleed in kleding van die tijd. Worden voorwerpen getoond en gemaakt zoals in die tijd. Wij nemen de tijd om even rond te kijken en dan vertrekken we met de wandeling.
We wandelen langs de abdij en door het park. Het is mooi hier met de vijver met fontein. Het paviljoen en de beelden in het park ogen mooi. Dan een heel eind langs de Sauer. Een prachtig stuk natuur en dan komen we aan de eerste controlepost, hier even rusten en genieten van de prachtige omgeving. Dan wandelen we verder en klimmen door prachtige boslanen en door prachtige wandelwegen. Het klimmen word beloont naar de hoogste vlakken van het Sauertal de Geyerslay. Hier worden we gefascineerd door de felsenwelt en de schluchten. De rotsen zijn zo mooi en afwisselend, grillige vormen en hoge rotsen en diepe dalen. Smalle doorgangen geven mooi zichten. Vanop de uitkijk plaats hebben een mooi zicht op de Sauer en zijn vallei gewoon prachtig.
We wandelen door de vallei, brugjes over zig-zag door de vallei, rotsen huizen hoog bossen en water, dan komen we aan de tweede controlepost aan de Perekop Via steile trappen en zeer smalle doorgangen is de Perekop te beklimmen en kan men genieten van een riant uitzicht over het gebied. We wandelen weer verder door smalle wegjes en klimmen, trappen en rotsen over en onderdoor wat een pracht van een wandeling. Al snel verdwijnt het pad het bos in, en komt de zon nauwelijks nog door de dichte kruinen van het loofbos heen. Het wordt meteen een heel stuk donkerder, koeler en vochtiger.
Rustige paden wisselen af met steile trappen, traptreden en wortelpartijen. Dwars door de geheimzinnige "Wolfsschlucht". En dan plotseling wordt het weer warmer, lichter en is de zon er weer: Echternach in zicht! Via een beklinkerd pad (weer even wennen) naar beneden en na 10 minuten staat men midden in het centrum van dit mooie plaatsje. Onze wandeling zit erop wat een mooie wandelingen hebben we hier op de Europiade gedaan een prachtige streek om te wandelen en te genieten van de natuur.
We nemen nog de tijd om het abdijmuseum te bezichtigen, het is gratis toegankelijk. Het abdijmuseum is ondergebracht in de gewelfde kelderruimten van het abdijpaleis dat in 1727 gebouwd werd. Hier worden de facsimiles van de mooiste handschriften tentoongesteld, die in het Echternacher scriptorium vervaardigd werden.
Het biedt ook een overzicht van het leven en werk van Willibrord. De schoonheid van de ruimten evenals de kwaliteit van de tentoongestelde stukken en de audiovisuele voorstellingen laten bij het bezoek van het abdijmuseum een onvergetelijk indruk achter. Hier eindigt voor ons de wandelvierdaagse in de Eifel.
IVV-EUROPA IRREL. / IRREL/DUITSLAND. / 1 EUROPIADE. EUROPA WANDERT. 08/09/2012.
IVV-EUROPA IRREL.
IRREL/DUITSLAND.
1 EUROPIADE. EUROPA WANDERT.
Wanderung auf den spuren der Gallier, Römer und Benediktiner. Vandaag wandelen we in Irrel, vertrek op een paar honderd meters van ons verblijf.
Wij wandelen Irrel uit en al vlug komen we aan het Westwall Museum - Panzerwerk "Katzenkopf". De van 1937 tot 1939 gebouwde bunker "Katzenkopf" is de meest noordelijke en vandaag de dag enige "B-Werk" bunker van de voormalige "Westwall" van dit gebouw type 6-Scharten Panzerturm und Tunnelanlage die in Duitsland te bezichtigen is. Hierin is vanaf 1979 in drie toegankelijke verdiepingen het Westwallmuseum ingericht met een interessant overzicht van fotodocumentatie en wapens. In 1947 werd de bovenste verdieping door de toenmalige Franse bezettingsmacht vernield en aansluitend dichtgestort.
Na een reünie van het voormalig Infanterie Regiment 39 uit Düsseldorf begon de vrijwillige brandweer van Irrel in juli 1976 de bedolven bunker bloot te leggen en voor bezichtigingen in te richten. Op de omhoog rijzende betonresten werd een herdenkingsmonument opgericht voor de meer dan 4000 gevallenen en vermisten van het 39. Regiment Fuseliers uit Düsseldorf. Alle werkzaamheden, waarin inmiddels ongeveer 75.000 uur zijn gaan zitten, zijn onbezoldigd door de leden van de brandweer uitgevoerd.
De Westwall: een stukje geschiedenis.
Ter bescherming van de Duitse Westgrens werd vanaf 1936 (officieel vanaf 1938) een beschermingslinie gebouwd, bestaande uit bunkers, tankgrachten, loopgraven en prikkeldraadversperringen. Deze linie strekte zich uit noord van de Neder-Rijn tot in het zuiden onder Bazel over een lengte van 630km en kreeg in de loop van de bouwperiode de naam "Westwall". In deze "Westwall" waren 22000 bunkers en andere out bouwwerken gepland. Uiteindelijk werden ongeveer 14800 bunkers en bouwwerken gebouwd, waaronder 32 gepantserde onderkomens van het type "Baustärke B" (d.w.z. tot een dikte van 2m). In het huidige Kuuroord Irrel, an de Duits-Luxemburgse grens, werden als noordelijke hoeksteunpunten de bunkers "Katzenkopf" en "Nimsberg" ter beveiliging van de hoofdverbindingsweg Keulen - Luxemburg gebouwd.
De bunker.
Op de bovenste verdiepingen was in totaal plaats voor 45 kamers van uiteenlopende oppervlakte. Hier waren verblijven voor de 84 manschappen, wachtlokalen, gevechts- en waarnemingsposten, ziekenverblijf, toiletten en waslokaal, munitieopslagplaatsen voor 5cm granaten en mitrailleurmunitie, opslagruimte voor de voorraden, keuken, telefooncentrale en stroomcentrale ondergebracht.
In de stroomcentrale kunnen 2 diesel- aggregaten voor de noodzakelijke stroom voor de meer dan 60 elektrische motoren voor lucht- en waterpompen, de elektrische verwarming en de verlichting zorgen. Twee naar zes zijden gerichte pantsertorens met ieder 2 MG 34 mitrailleurs waren samen met de vesting vlammenwerper en de machinegranaatwerper bedoeld voor de rondom-verdediging. Een artillerie- en infanterie-waarnemingstoren dienden voor de waarneming rondom en de vuurleiding. In het onderste gangenstelsel bevinden zich 2 grote gangen met een totale lengte van 138 meter. In de bronkamer naast dit gangenstelsel bevindt zich een put met en diepte van 180 Meter. Vandaag kunnen we de bunker gratis bezoeken en na het bezoek wandelen we verder en al vlug komen we aan de Irrel watervallen De benaming Irreler wasserfällen is eigenlijk niet helemaal correct. Het zijn stroomversnellingen en geen watervallen die van enorme hoogten komen, desondanks is deze wandeling zeer de moeite waard langs smalle padjes en zo komen we aan de brug over de Prüm, de naam van deze rivier, en klimmen het dal uit.
We komen langs de hopvelden een mooi zicht. Dan terug het bos in klimmen om zo naar de Teufelsschlucht te gaan. We komen aan en gaan eerst het museum bezoeken in het infocentrum, hier kun je zien welke dieren hier leven en hoe de Teufelsschlucht ontstaan is. Wij hebben de tijd om nog van iets lekkers van de lokale keuken te genieten en dan gaan we de wandeling door en rond de Teufelsschlucht te doen. De route ernaar toe wordt keurig op de borden langs de weg aangegeven. De Teufelsschlucht is ontstaan door het neervallen van een stuk rotswand. Hierdoor oogt het landschap zeer ruig en is het prettig wandelen.
Vanaf de parkeerplaats is het ongeveer 400 meter lopen naar het begin van de Teufelsschlucht. Vanuit het niets kijk je een enorm diepe spleet in, omgeven door rotsblokken bedekt met mos. De wandeling in de rotsspleet is een absolute aanrader! Door de trap naar beneden af te lopen kom je meteen in het diepste gedeelte van de Teufelsslucht. Het betreft een nauwe spleet, omgeven met steile rotswanden. Onderaan de trap buigt de Teufelsschlucht naar links en is het oppassen geblazen. op verschillende plaatsen moeten we krom gebogen onder de lage rotsblokken door.
Ook het lichtspel is geweldig. Van uiterst helder (zeer geschikt voor mooie fotos), tot bijzonder donker. Wij wandelen verder en wat later komen we terug in Irrel. Een pracht van een wandeling hebben we vandaag gedaan prachtig weer en aangename temperaturen. Na de wandeling terug naar ons vakantiehuis en dan aan het eind van de avond gaan we nog eens rond het stadje wandelen en een gezellig terrasje doen aan de startplaats waar een orkestje speelt en je kun er iets drinken. Zo eindig weer een mooie en aangename dag in de Sud Eifel.
IVV-EUROPA PRASIDENTENWANDERUNG. / ECHTERNACH-LUXEMBOURG. / 1 EUROPIADE. EUROPA WANDERT. 07/09/2012.
IVV-EUROPA PRASIDENTENWANDERUNG.
ECHTERNACH/LUXEMBOURG.
1 EUROPIADE. EUROPA WANDERT.
"Auf den Spuren der Gallier, Romer und Benediktiner""In de sporen van de Galliers, de Romeinen en Benedictijnen."
Is het thema van deze 3 daagse wandel Europiade. Vandaag de wandeling in Echternach. Een stadswandeling en door de mooie omgeving. Het eerste gedeelde is door de stad. Echternach de oudste stad van Luxemburg met zijn 5600 inwoners, is gesticht in 698 door de Ierse monnik Willibrord, en is het toeristische en zakencentrum van de Regio Mullerthal. De stad ligt aan de Sûre , aan de ingang van het Luxemburgs Klein Zwitserland en in het Duits-Luxemburgs natuurpark. Een stad, toeristisch en commercieel gezien van hoge kwaliteit. De vele getuigenissen van 2000 jaar geschiedenis zijn rijk gedocumenteerd Als belangrijke toeristische plaats van de stad kunnen we de Romeinse villa vermelden, alsook de Benedictijnenabdij van Sint Willibrord of het cultuurcentrum van Trifolion.
Waar de wandeling start. De oude Benediktijner abdij, in de 7e eeuw gesticht door St. Willibrord, bestaat uit vier vleugels van 75 m, die een grote vierkante binnenplaats omsluiten. Erlangs is de basiliek met haar crypte is het belangrijkste en imposantste religieuze monument van het land. De oude parochiekerk van St. Peter en Paul, gebouwd op een heuvel midden in de stad, geldt als het oudste christelijke heiligdom van de streek. Het stadhuis op het marktplein is een opmerkelijk historisch monument uit de 15e eeuw. De oude patriciershuizen, de nauwe straatjes en de oude stadswallen hebben de stad een middeleeuws karakter doen behouden. Rococopaviljoen (XVde eeuw) in het stadspark. Vier torens van de middeleeuwse ommuring die gerestaureerd en ingericht werden in prachtige appartementen voor toeristen. Groot Romaans paleis naast het recreatiecentrum bij het uitgaan van de stad (richting Luxemburg).
De stad is gelegen aan de oever van de Sure, welke de grens met Duitsland vormt, bij de ingang van het Mullerdal en het Duits-Luxemburgs Natuurpark. De omliggende bossen worden door talrijke wandelpaden doorkruist, leidend naar rotsen, watervallen en uitzichtspunten. We verlaten de stad en wandelen door de straten naar Rodenhof. We komen zo aan de jeugdherberg waar de controlepost is, dan komen we aan de Romeinse villa. Een Romeinse villa in de streek van de Treveri Aan de rand van het idyllische stadje Echternach bevindt zich een van de grootste en rijkste landgoederen van de Noordwestelijke provincies van het Romeinse rijk. Het herenhuis, dat 118 bij 62 m meet, werd geheel blootgelegd tijdens archeologische opgravingen en lijkt op een paleis. Het telde niet minder dan 40 en later zelfs 70 kamers op de begane grond, met zuilengangen, binnenplaatsen, vijvers, marmeren decoraties, mozaikvloeren en vloerverwarming. Het indrukwekkende landgoed omvatte nog minstens tien andere gebouwen, die stelselmatig links en rechts van een ommuring waren gebouwd en zijn ontdekt dankzij luchtfoto's en geofysisch onderzoek.
De bezoeker kan het herenhuis bewonderen, waarvan de funderingen, de kelders en de vijvers behouden zijn en dat door vele numerieke reconstructies in al zijn glorie wordt weergeven. In een Romeinse tuin zijn meer dan 70 medicinale en decoratieve planten gepresenteerd en staat een pergola bedekt met wijnranken. Wij bezoeken de Romeinse Villa die vandaag gratis te bezoeken is. een hele beleving is het met het kleine museum met taferelen uit het dagelijks leven. We verlaten de villa en klimmen nu zo dat we een prachtig zicht hebben op de villa vanop de hoogte nu wandelen we verder door het bos en komen zo in het Mullerthal.
Een deel van de wandeling leid over de Mullerthal trail. De Mullerthal Trail leidt over een lengte van 110 km door alle landschappelijke bijzonderheden van de regio Mullerthal- Luxemburgs klein Zwitserland. Paden gaan door bossen en weiden om steeds weer langs indrukwekkende kloven en bizarre rotsen te komen. Het is de rotsenwereld met namen als Goldkaul, Goldfralay, Eulenburg en Schelmelay en Ramelay zijn enkele namen van rotsen op deze wanderling. Tengevolge van erosie zijn er talrijke leuke vormen en kloven ontstaan. Een waar wandelparadijs. De Wolfsschlucht is een steil naar beneden lopende, gladde rotsspleet, waar het voetpad zich doorheen slingert.
Vroeger vond de wolf in deze chaotische rotsen bij gevaar een ideaal toevluchtsoord. In de rotsholten Hohllay en Breechkaul (tegenwoordig amfitheater) werden van de Middeleeuwen tot en met de 19e eeuw molenstenen voor de molens in de regio gebroken. De sporen zijn nog steeds als vreemde patronen in het gesteente herkenbaar. We wandelen tussen de hoge rotsen en spleten, en dan komen we terug aan de oevers van de Sauer.
Zo komen we terug in Echternach op het gezellige plein staan verschillende eet en drinktenten, info tenten. We gaan voor onze afstempeling en wandelen nog een tijdje door de stad. En dan keren we terug naar Irrel waar morgen de tweede wandeling plaats vindt.
WANDELWEEK IN DEUTSCH-LUXEMBURGISCHEN NATURPARK. / ECHTERNACH/IRREL. / MINDEN. 06/09/2012.
WANDELWEEK IN DEUTSCH-LUXEMBURGISCHEN NATURPARK.
ECHTERNACH/IRREL.
1.EUROPIADE.
Een wandelparadijs waar de eerste Europiade gehouden word. Voor ons de gelegenheid om hier 4dagen te vertoeven. Wij hebben onze intrek genomen in Irrel. Bij de familie Hinkes op de Hauptstrasse. Slechts een 500 meter van de start in Irrel. Als we de eerste dag aankomen gaan we eerst een wandeling in MINDEN doen.
Aan de kerk vertrekt de wandeling.
DUITS-LUXEMBURGSE ROTSENROUTE.
LANGS DE OEVER VAN DE SAUER.
MINDEN.
De Blauwe wandelroute leidt ons vanuit het dorpje Minden, via de Konrad Schubach-brug naar het Luxemburgse Steinheim. Het plaatsje was in de middeleeuwen eigendom van het Klooster in Echternach. Voor de bouw van de Romaanse dorpskrant St.Martin heeft men delen uit de 12e eeuw gebruikt. Het kerkje is bijzonder. We wandelen bergopwaarts en komen langs de "Altkammer" met aan beide zijden hoge rotsen we wandelen verder.
We wandelen het natuurpark binnen dat in 1958 in het plaatsje Ferschweiler opgericht. Het omvat het Ferschweiler plateau. We wandelen verder en komen in de "Minderes Lay" Het bestaat uit Muschelkalksteen dit gesteende is te herkennen aan zijn meestal lichte, gele kleur en een glad oppervlakte. Daar de "Mindener Lay" naar het zuiden gericht is, heerst er een zeer mild en warm klimaat. Vanwege dit feit werd in haar berghellingen tot medio 20e eeuw wijn aangebouwd. Tot op heden zijn de wijnbergterrassen uit die periode nog zichtbaar. Door de ideale omstandigheden is deze plek tot een uiterst waardevol ontwikkelingsgebied voor zeldzame planten geworden.
Orchideen , vlinders en bijen zijn dan ook hier te zien in grote verscheidenheid. We wandelen door dit prachtige landschap en op een ogenblik staan we op een hoge rots die uitzicht geeft over een prachtig landschap. Met vergezichten op de Sauer die zich kronkelen door het landschap slingert. Op een plaats zien we de bocht in de Sauer wat een zicht wat een pracht. Nu dalen we af langs honderd houten trappen om zo beneden te komen.
Beneden gekomen volgen we een heel eind de Sauer langs de kleine dorpjes, soms slechts enkele huizen langs de rivier. Nog even verder en we steken de staatsgrens over en zo zijn we in Rheinland Pfalz. Nu volgen we de Sauer een heel eind en dan weer een stukje langs de oude spoorwegzate.
Als we terug in Minden komen steken we de Sauer terug over en we zijn terug in Luxemburg. Op de brug hangen hangsloten met namen erop een gebruik hier in de streek als twee mensen zich verloven als teken van de eeuwige verbondenheid. We komen terug aan het kerkje van Minden. Hier eindigt onze kennismaking met Minden.
We verlaten het dorpje om ons naar Irrel te begeven. Als we Irrel binnenrijden hangen de spandoeken voor de Europiade als welkom. Wij verkennen even de stad en gaan dan ons vakantiehuis opzoeken.
Amby is een wijk in Maastricht, even buiten het centrum waar het aangenaam wandelen is. Amby wordt wel eens aangeduid als het "oudste dorp van Nederland". Reeds in 1000 v.Chr. was er sprake van bewoning en sindsdien is het gebied min of meer continu bewoond gebleven. In 2008 werd in Amby een muntschat uit de eerste eeuw v. Chr. gevonden van zilveren zogeheten Rijnlandse regenboogschoteltjes, en gouden munten die worden toegeschreven aan de Eburonen. In 1918 werden verspreid over een groot terrein Romeinse dakpannen en scherven van aardewerk aangetroffen. In het begin van de jaartelling heeft hier een Romeins landhuis gestaan.
In Amby liggen enkele historisch waardevolle kasteeltjes en herenhoeven, o.a. Kasteel Geusselt, Huis Severen en Withuishof we vertrekken dan ook op onze ontdekkingstocht en komen zo aan Huis Severen we komen eerst aan de hoeve. Bij het huis ligt een wit gepleisterde voorburcht met gesloten hoeve uit de 17e eeuw. Het poortgebouw is uit 1647 en is in 1700 verhoogd en voorzien van een koepeldak met lantaarn. Het heeft een in gezwenkte gevel waarin een fronton is aangebracht. In het fronton is een wapensteen van de familie Pain et Vin zichtbaar. Het is een heel opvallende gebouw in de groene omgeving. Wij wandelen het park binnen en wandelen door de in landschapsstijl ingerichte tuin uit 1880. Zo komen we aan het kasteel.
Het huidige kasteel is een omgracht herenhuis met wolfdak en is in 1742 gebouwd door Godaert van Slijpe op de plek van een laatmiddeleeuwse voorganger. Over een boogbrug heeft men toegang tot het huis via een poort met een gebeeldhouwde omlijsting in Lodewijk XV-stijl, waarin het alliantiewapen van de families Van Slijpe en Van Bogaert is verwerkt. De achtergevel met daarvoor een terras met hardstenen balustrade, heeft een middenrisaliet met afhangende guirlandes en daarboven een dakerker waarin aan de top een onderbroken fronton waar een ovaal zoldervenster in is aangebracht. Aan de zijkanten van het huis bevinden zich in 1880 aangebouwde verandas en aan de tuinzijde een portiek met dubbelzuilen. Binnen heeft het huis een rijk régence-interieur. Het kasteel heeft verschillende eigenaren gehad nadat in 1912, de familie Stevens kinderloos was gestorven, vestigden de Zusters De la Miséricorde er een gesticht voor verlaten en verwaarloosde kinderen.
In 1986 werd het complex aangekocht door de Woningvereniging Maasvallei, die de benedenverdieping in de oude stijl liet restaureren en op de bovenverdiepingen appartementen inrichtte. In 1997 vestigde de verpleegkliniek De Zeven Bronnen zich in het huis. Nu wandelen we een eindje door het dorp om zo de velden in te wandelen, wat hebben we vandaag geluk de dahliaclub heeft zijn jaarlijkse tentoonstelling. De dahlia, wel meer dan 60 verschillende soorten groeien en bloeien op een beschut perceel aan de Oude Molenweg. Landelijk gebied, zover je oog reikt. Op het ene veld is een boer bezig met het maaien van gras, in de andere wei lopen een paar pony's te genieten van het zomerse weer met op de achtergrond tegen de helling een donker groen bos. Het veld met bloeiende bloemen is een oase van rust en het is genieten van de prachtige perken met bloemen. Wij nemen ruim de tijd om de tentoonstelling te bezoeken en om er even te verpozen met een kopje koffie.
Vele wandelaars komen kijken naar de bloemenpracht. We verlaten de dahlia tentoonstelling om onze wandeling verder te zetten. Eerst een stukje door de velden en langs de akkers en dan komen we aan de Groeve Curfs of de Bronsdaler groeve
De Bronsdaelgroeve te Geulhem
In maart 1944 begonnen de Duitsers met de inrichting van de eerste ondergrondse werkplaatsen in het Geuldal. Dit gebeurde in de Bronsdaelgroeve (codenaam Valerie 15). De werkzaamheden in deze groeve werden uitgevoerd door Belgische dwangarbeiders en moesten 9200 m2 werkruimte opleveren t.b.v. reparaties voor BMW motoren voor de Duitse bommenwerpers.
Tevens had de beton constructie een overdekt laadperron moeten worden voor vrachtwagens en treinen, maar dankzij de Belgische arbeiders is deze spoorlijn nooit in gebruik genomen, daar de overkapping met opzet te laag werd gemaakt, waardoor de treinen de groeve niet konden bereiken. In de rots is een uitgehouwen hal (genoemd "De Ster van Parijs"), die als hangar voor een locomotief moest fungeren. Vlak voor de fabriek klaar was maakten de geallieerde bevrijders een einde aan deze poging om de "Endsieg" te redden.
Deze groeve heeft een hele geschiedenis en vandaag is het een plaats waar de natuur zijn gang kan gaan ze hebben de steile mergelwanden wel laten staan waardoor we een indruk krijgen van de grote van de groeve. We wandelen verder en komen zo in een bos met steile mergelwanden hier vinden we een bijzondere soort paddenstoelen. Een Engelse benaming heb ik gevonden dead mans fingers of xylaria polymorpha.
Xylaria polymorpha,
Algemeen gekend als dodemansvingers, is een saprotrofe paddenstoel. Het is een algemene bewoner van bossen, meestal aan de basis van rottende of verwonde boomvoeten of boomstammen in afbraak groeiend. Deze soort kan ook houtige struikgewassen of kruidachtige stengels koloniseren. De houtknotszwam wordt gekarakteriseerd door zijn langwerpige, rechtopstaande, soms vertakte vruchtlichamen die uit de grond schieten als waren het vingers. De soortnaam polymorpha betekent letterlijk vele vormen. Zoals deze naam suggereert, heeft deze soort een zeer variabel uitzicht, vaak knotsvormig voorkomen met een uitzicht van verbrand hout. Vaak wordt deze paddenstoel ook aangetroffen met meerdere individuele vingers, maar soms zijn deze delen met elkaar versmolten.
We wandelen verder en komen zo in Meerssen. We komen zo aan de Groote Molen gelegen op een zijtak van de Geul het was een banmolen. Vanaf 1985 maakt de molen elektriciteit.
We wandelen weer een eind verder en stekken de Geul over. Op de Molenveldweg staat een prachtig boerderij in gele mergel. Weer verder komen we in Rothen. We komen aan de Joodse begraafplaats. De Joodse begraafplaats van Meerssen is gelegen langs de Geul tussen de plaatsen Meerssen en Rothem.
Joodse begraafplaats Rothem.
De begraafplaats werd in het jaar 1715 in gebruik genomen. Het is hiermee een van de oudste joodse begraafplaatsen van Nederland. De begraafplaats hoorde officieel bij de Joodse gemeente van Meerssen die in 1947 werd opgeheven. Meerssen valt nu onder de Joodse gemeente van Maastricht.
De begraafplaats is een Rijksmonument en is niet toegankelijk voor publiek. In 1990-1991 is ze gerestaureerd. Er zijn nog 67 graven te zien. De oudste, bewaard gebleven grafsteen, stamt uit 1859. Omdat de Joodse begraafplaats van Meerssen al in 1715 in gebruik was, kan er van worden uitgegaan dat er veel meer mensen hier hun laatste rustplaats hebben gevonden.
Nu wandelen we langs de Geul. Zo komen we aan de Oliemolen, waar olie gewonnen werd uit zaden, het waterrad is na de oorlog verloren gegaan door een brand, er was brandstof van het Amerikaanse leger in de Geul terecht gekomen en deze is in brand geschoten waardoor het waterrad verbrand. We wandelen verder door de velden en weilanden en kome zo in de Dellen terecht.
De Dellen
De Dellen en het Meerssenerbroek [167 ha] liggen ten zuiden van Meerssen op de zuidelijke helling van het Beneden-Geuldal.
Het gebied bestaat uit helling- en plateaubos, in het dal liggen bossen en graslanden langs de Geul en in de ondergrond bevinden zich enkele mergelgrotten. Op het plateau zijn enkele akkers in eigendom die beheerd worden ten behoeve van de hamster, en andere soorten natuurrijke akkers. Dellen zijn holle wegen en grubben die zich in de helling hebben ingeslepen. Hiervan zijn mooie voorbeelden in het gebied te zien.
We wandelen door het prachtige natuurgebied en wat later verlaten we de Dellen en komen zo terug naar ons vertrek.
Een pracht van een wandeling in een streek die er wezen mag.
39E MARCHE EN HASBAYE. / LA SAVATE ALLEUROISE. / ANS-LONCIN. 01/09/2012.
39E MARCHE EN HESBAYE.
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS-LONCIN.
We wandelen vandaag in Waals Haspengouw, veel landerijen en weilanden komen we op onze wandeling tegen, we wandelen door de velden en komen vlug aan een van de pakkendste plekken waar we ooit gewandeld hebben, telkens als we hier komen overvalt het ons.
De plek Fort Loncin Het was een van de 12 forten van de ring van forten rond Luik. Het werd in 1888 naar plannen van generaal Henri Alexis Brialmont gebouwd. De forten werden opgetrokken uit ongewapend beton, aangemaakt met grote rolkeien uit de Ourthe. De vorm van het fort is een gelijkbenige driehoek met een oppervlakte van 0,01 km², die omgeven wordt door droge grachten van 10 meter diep en 15 meter breed. De bezetting van het fort bestond uit 500 artilleristen en 80 infanteristen. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog werden de forten van Luik als onneembaar beschouwd. Door voor de Duitse aanvallers gelukkige omstandigheden, kon de binnenstad al op 5 augustus 1914 ingenomen worden. De forten bleven echter in Belgische handen.
De forten waren nooit aangepast aan de nieuwste artillerieontwikkelingen: mortieren met een kaliber van 42 cm. Desondanks hadden de Duitsers deze Dikke Bertha's bij de begindagen van de Eerste Wereldoorlog niet meegenomen naar Luik, omdat men niet op veel tegenstand rekende en de verwachting was dat de forten onder beschieting met 21 cm artillerie, gevolgd door een infanteriebestorming, geen stand zouden houden. Het 21 cm geschut bleek echter weinig uitwerking te hebben: bij het begin van de beschieting verlieten de Belgen de stellingen, om bij het einde weer tevoorschijn te komen en de aanstormende infanterie neer te maaien. De verliezen aan Duitse zijde bedroeg in de duizenden. Alsnog werden de Dikke Bertha's naar Luik gestuurd, die na enkele dagen daar aankwamen. De Belgische troepen in Luik konden uiteindelijk tien dagen stand houden. Op 15 augustus 1914 raakte een 42 cm granaat de munitiekamer van Loncin. Het fort ontplofte en 350 Belgische soldaten waren op slag dood. Hiermee kwam de strijd om de forten van Luik ten einde.
Generaal Gerard Leman die zich in dit fort bevond, raakte bewusteloos door de ontploffing, maar overleefde het wel. Hij werd door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. De oorzaak voor de snelle val van het fort lag ten eerste aan het feit, dat de munitiekamer te dicht aan de oppervlakte lag. Verder was het beton dat men gebruikte ongewapend. Beide zaken werden herzien bij de Belgische forten die na de Eerste Wereldoorlog werden gebouwd. Fort Loncin heden. Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort niet herbouwd. Het fort werd of beter: bleef de begraafplaats voor de soldaten die omkwamen bij de explosie. Dit onder andere vanwege het feit dat er zich in het fort waarschijnlijk nog enkele tonnen aan munitie bevinden. In 2007 haalde men 3500 obussen van onder het puin. Omdat men het nooit heeft aangedurfd de granaten en het kruit op te ruimen, besloot men het hele complex in een groot graf te veranderen. Ter nagedachtenis werd er een monument bij het fort gebouwd.
Bij recente opgravingswerken ontdekte men 25 lijken van gesneuvelde soldaten, waarvan er 4 konden worden geïdentificeerd. Deze werden bijgezet in de crypte van het fort. Door toedoen van het Waalse Gewest geraakt dit fort langzaam aan ontsloten. Vandaag wandelen we het fort binnen er zijn beelden geplaats en dat geeft een apart zicht en het geeft ook aan dat je een militair gebouw binnen komt. Het is een hele beleving als je de ronde van het fort doet en je ziet welke ravage er aangericht is, maar ook met respect betreden we het fort, en je ziet en hoort het ook van de andere bezoekers dat hier een speciale sfeer hangt. Het is ook niet voor niks de begraafplaats van honderden Belgische soldaten. De nodige eerbied opbrengen tijdens het bezoek is het minste wat je kunt doen.
We wandelen verder en verlaten het fort om onze wandeling verder te zetten. We wandelen verder en gaan door de velden en langs de akkers van het Haspengouwse landschap en komen zo in Waroux- Awans. Hier verschillende grote en statige huizen en boerderijen. Onder het Ancien Regime was de woning van de meeste mensen in Haspengouw en de Maasvallei een stro-leem hut met een houten geraamte. Enkel een paar hoofdgebouwen van de kwadraathoeven staken fel af tegen deze kwetsbare constructies. Men moet trouwens tot het einde van de 18de eeuw wachten om de gevels van de mooie kwadraatwoningen naar de openbare weg gericht te zien. Maar de voorliefde voor de mooie gevels verschijnt vooral in de 18de eeuw. In het dorp zijn er weinig of geen openbare gebouwen. De pastoor figureert er heel vaak als ambtenaar van de burgerlijke stand. Het is de pastorie, een soms zeer degelijk gebouw, die dienst doet als gemeentehuis. Men moet tot op het midden van de 19de eeuw wachten om het gebruik van de baksteen in de woningen op het platteland te zien toenemen, en daarbij de beginselen van welzijn op het gebied van de dorpswoning. Sommige vakwerkwanden werden toen ook steen gegeven in plaats van stro en leem. Een groot aantal huizen kreeg een verdieping. Verbonden aan de industriële revolutie explodeerde de bevolking, en vele gemeenten zagen hun populatie verdubbelen. Men bouwde langs de wegen, en vulde de ruimtes tussen de oude huizen in. In de dorpen stonden grote hoeven zij-aan-zij met luxueuzere huizen die onderdak boden aan verrijkte plattelandsbewoners. Sommige hielden nog steeds vast aan een traditionele stijl met het gebruik van kalk in de nissen en geketende hoekstenen. Anderen waagden zich aan historische stijlen als Neoklassiek, Pseudo-romaans of het Neoclassicisme. Zo kunnen we op de wandeling de grote hoeven en kasteeltjes zien. We verlaten Waroux en komen zo terug in Ans. Waar onze wandeling eindigt.
BEZOEK AAN CHIMAY / BEZOEK AAN DE BROUWERIJ ABDIJ CHIMAY / WANDELING LOMPRET. 30/08/2012.
BEZOEK AAN CHIMAY.
BEZOEK AAN DE BROUWERIJ ABDIJ CHIMAY.
WANDELING LOMPRET.
Gelukkig hadden we op tijd gezien dat in de abdij van Chimay opendeurdagen zijn. Wij kunnen de brouwerij bezoeken.
Maar eerst gaan we de stad Chimay bezoeken. "De stad Chimay ligt aan de rand van de Hoge Venen en de Thiérache en is bekend omwille van zijn kasteel op de rots die uitsteekt over de Eau Blanche, de Grand-Place en zijn collegiale kerk met een bolvormige klokkentoren. Chimay en zijn wezenlijke streek vormen de oude "grond van Chimay". Eerst enkel een heerlijkheid, dan een graafschap en eindelijk veranderd in een prinsschap door Maximilien d'Autriche in 1486. Als we in Chimay wandelen, vinden we de bekoorlijkheid van een 1000 jaar oud stad. Kleine straten met beperkte huizen, oude trappen naar de wasserij of naar de muren. U zult een belangrijke historische verleden ontdekken. Chimay en zijn lage stad hebben hun middeleeuwse topografie bewaard : de verschillende vormen van de kleine straten die in de oudste graveerkunst en steentekeningen staan, vindt U vandaag bijna gelijk op de moderne plannen. Het kasteel van Chimay werd op een rots gebouwd en hangt boven de Eau Blanche op 16 meters. Het staat op de basis van de 2 vierkante toren die voorheen in de bescherming van de stad waren begrepen. We geraken er door de Grote Markt over te steken en de "rue du Château" in te wandelen.
De hoofdgevel en de voorgevel met zijn renaissance stijl. Het kasteel heeft deze stijl na de brand van 1935 teruggevonden. Wij moeten door De triompoort. Gebouwd in 1630 heeft de poort drie booggewelven in een "toscanse" stijl. Boven de drie booggewelven komen de familiewapens voor en kunnen we de zinkspreuk lezen : « JUVAT PIETAS » (godsvrucht staat bij mij). Op de markt staan nog verschillende prachtige gebouwen, Het Heilige Pierre en Paul collegiale kerk. Het oudste deel van de huidige kerk dateert van de 13de eeuw : het is een specimen van de oude Soissons bouwkunst. Het klokkenspel van het collegiale is uniek : het is een echte piano met klokken en een kleine klavier. Het heeft geen "mi bemol". De oudste van zijn 26 klokken dateert van de 17de eeuw. De Fontein van de Prinsen midden op het plein. Gebouwd in 1852 door Prins Joseph I de Riquet, "de Grote Prins" genoemd, dit neo-gotische monument vervangt een fontein van de 18de eeuw die door de bronnen uit de Terne des Vaches was gevoed. Op half hoogte vindt U vier figuren van de prinselijke familie.
- Zicht naar Stadhuis : Philippe Gabriel dAlsace, 15de Prins van Chimay - Zicht naar de Triomfboog : François Joseph de Riquet, Comte de Caraman - Zicht naar het Noord : Pierre-Paul Riquet, créateur du Canal du Midi - Zicht naar Collégiale : Madame Tallien, echtgenote François Joseph.
Het stadhuis werd in 1724 gebouwd. Enkel de originele voorgevel, die op de Grote Markt geeft blijft over. De oude toren is het enige overblijfsel van de oude vestingwerken die de stad omgorden is de oude toren. De oorlogen en de 16de en 17de eeuw belegeringen hebben de versterkende ringmuur afgebroken. Het is een fijne rondgang in de stad en de verschillende prachtige gebouwen te kunnen bekijken. Het word tijd dat we ons naar de brouwerij te begeven.
Abdij Chimay.
De abdij ligt op het grondgebied van Forges, op ongeveer tien kilometer van de stad Chimay.
Ze werd op 25 juli 1850 gesticht als trappistenklooster. Zeventien monniken uit het klooster Sint-Sixtus van Westvleteren begonnen een stuk grond te ontginnen, dat hen door Prins Joseph de Chimay was geschonken. Het opgerichte fundatiekruis vermeldt: « Le 25 juillet 1850 les moines cisterciens fondant labbaye de Scourmont commencèrent à louer Dieu et à défricher la terre ». In 1871 werd het klooster een volwaardige abdij. De abdijgemeenschap bestond weldra uit 80 monniken (1858). In 1984 waren het er nog een veertigtal, na 2000 een twintigtal.
De monniken leven volgens de regels van de trappisten, waarbij gebed (persoonlijk of in groep), arbeid en rust elkaar afwisselen. De afzondering en de stilte zijn hierbij belangrijke elementen. De monniken komen vijf- of zesmaal per dag in hun kerk samen om er de goddelijke diensten te volbrengen. De abdij maakt ook Bier en Kaas. Het eerste Chimaybier werd in 1862 gebrouwen. De eerste leveringen van het bier deden de paters zelf. Ze zorgden te voet voor een huis-aan-huislevering. Tegenwoordig vinden het brouw- en gistingsproces binnen de abdij plaats.
Het aftappen van de flessen gebeurt in Baileux, een dorp dat zich tussen de abdij en de stad Chimay bevindt. We hadden een berichtje ontvangen dat de brouwerij eenmalig te gezoeken zou zijn.
Voor het eerst in haar geschiedenis opent de brouwerij van Chimay, die zich in de Abdij van Scourmont bevindt, deze zomer tijdens vier dagen haar poorten voor het grote publiek: op 30 & 31 augustus alsook op 6 en 7 september.Tijdens deze vier « Ontdekkingsdagen » zullen 150 bezoekers per dag de kans krijgen om de bieren van Chimay en hun brouwgeheimen te ontdekken. Op het programma staan een presentatie en een geleid bezoek; de ideale gelegenheid om alles te weten te komen over de geschiedenis van de Abdij en de brouwerij, de ingrediënten, het brouwproces, de productie van de trappistenbieren, maar tevens over het sociale engagement van de Fondation Chimay-Wartoise. Het bezoek eindigt uiteraard met een degustatie van het bier samen met de kazen van Chimay.
Wij hadden geluk dat we bij de gelukkige behoorden die deze unieke kans kregen. We krijgen een rondleiding door de brouwerij met een goede uitleg. Het aangename is dat we al de tijd krijgen om alles te bekijken.
Van af het lab tot aan het proeflokaal waar we de trappist en kaas te proeven krijgen, als extra krijgen we het speciale glas voor de verjaardag van 150 jaar brouwerij Chimay. Het was een fijne beleving om hier in deze brouwerij rond te lopen. Ook krijgen we een gratis toegang tot Espace Chimay in Auberge de Poteaupré. De Espace geeft ons een reis naar het hartje van de geheimen de geschiedenis en de schatten van de trappistenbieren. 1862-2012 anderhalve eeuw traditie, authenticiteit en knowhow op gebied van bier brouwen.
Na het bezoek willen we nog een bezoek brengen aan LOMPRET.
LOMPRET - Les Plus Beaux Villages de Wallonie.
Les Plus Beaux Villages de Wallonie - de mooiste dorpen van Wallonië: is een vereniging opgericht in 1994 naar analogie van de Franse vereniging Les plus beaux villages de France. Op dit ogenblik zijn er in Wallonië 24 dorpen die het label dragen. Basisvoorwaarden om opgenomen te worden in deze vereniging zijn: -het dorp moet een landelijk karakter vertonen -het dorp moet minstens een beschermd monument bezitten -het dorp moet een architecturaal en urbanistisch patrimonium van erkende waarde bezitten, bepaald op basis van vastgelegde criteria -het bestuur en/of verenigingsleven van het dorp moet de wil vertonen door concrete acties het dorpspatrimonium te herwaarderen.
De doelstellingen van de vereniging zijn: -de authenticiteit van het dorp bewaren -een beleid van duurzame ontwikkeling uitwerken -het netwerk van waardevol patrimonium onderling versterken en naar buiten brengen -de eigenheid van deze typische dorpen bij de overheden verzekeren. Wij willen het dorp verkennen en een wandeling door het dorp maken. Lompret ligt op vijf kilometer van Chimay. De oude kern is een overblijfsel van het feodaal kasteel. De neogotische parochiekerk van Saint-Nicolas staat op de plaats van de vroegere kapel. Het lange silhouet van het dorp wordt gevormd door een eenvoudige woonomgeving uit de 18de en 19de eeuw, in kalksteen in een lichte kleur. De brug uit de 19de eeuw evenals het kerkelijk erfgoed zijn de aandacht waard.
We ontdekken de landelijke omgeving, gelegen in een groen schrijn en des te meer opmerkelijk door de vele bijzondere bomen, met name de taxus. Volgens de legende zou iedere Romeinse soldaat die in een vreemd land overlijdt, pas van de eeuwige rust kunnen genieten als hij begraven werd met taxusbessen uit zijn geboorteland. Wellicht kan de spontane aanwezigheid (uniek in België) van deze bomen verklaard worden door de aard en het ietwat mediterrane Calestienne-klimaat van de Venen.
Wij doen de wandeling of toch een deel van La balade fruitiere de Lompret het is een mooie wandeling, bossen en prachtige gebouwen zoals het verstrekte huis van de smeden, de brug met 3 bogen die over Leau Blanche maar ook de rotsen gelegen aan de overzijde van het drop zijn prachtig we wandelen een eind op de wandeling en komen zo in Vaulx-Chimay. Ook een mooi dorpje met mooie gebouwen. Het kerkje is spijtig genoeg onderkomen, wij wandelen verder het bos in en weer verder komen we terug in Lompret.
Kasteel in Boussu-en Fagne
Een korte maar mooie wandeling waar we een mooie en aangename dag afsluiten.
Voerendaal vormt samen met Kunrade de overgang van het verstedelijkte gebied van Heerlen aan de oostelijke zijde naar het landelijke gebied aan de andere zijden. Het jonge karakter van het dorp komt vooral doordat in de 20e eeuw veel gebouwd is, in het begin door de steenkoolwinning in het gebied.
Rondom Voerendaal zijn verschillende kastelen, kasteelboerderijen en herenhuizen te vinden, waarvan kasteel Cortenbach waarschijnlijk het belangrijkst was. Andere kastelen zijn Haeren, Puth, Rivieren en Terworm (al ligt dit laatste kasteel tegenwoordig op grondgebied van de gemeente Heerlen). We wandelen door het dorp en zien verschillende huizen in geel-grijze steen. De steen is afkomstig van de steengroeven in Kunrade.
De Kunrader Kalk wordt gevonden bij Kunrade, en dagzoomt in de heuvels van Zuid-Limburg (Nederland). Het gesteente lijkt qua uiterlijk veel op krijtgesteente of "Limburgse mergel", dat iets zuidelijker, in het Mergelland, gedolven wordt. Kunrader Kalksteen is harder dan het meeste krijtgesteente, omdat het zand bevat. Het is in het verleden veel gebruikt als bouwmateriaal. Kunrader Kalksteen is gebruikt in vele boerderijen, kastelen en kerkgebouwen. Wij wandelen door het dorp en we genieten van de prachtige huizen en dan even door de velden en een bosje komen we aan het kasteel CORTENBACH. Kasteel Cortenbach is één van de vijf kastelen van Voerendaal. Het kasteel is tegenwoordig particulier bezit en niet voor het grote publiek te bezichtigen. De oorspronkelijke middeleeuwse burcht, waarvan uit de resten het huidige kasteel is opgebouwd, en de bijbehorende kasteelhoeve stammen beide uit de 14e eeuw. De enige overblijfselen van de burcht zijn onder andere twee ronde torens die vervaardigd zijn uit de plaatselijke Kunradersteen, vermoedelijk de hoektorens van de voorburcht. Daarnaast is er nog een deel van de walmuur overgebleven. Het huidige kasteel is rond 1713 als herenhuis gebouwd door de Akense handelaar Herman Lamberts nadat hij het oude liet slopen. In 1776 is het nog eens grotendeels herbouwd. De eigenaar daarvoor heeft het op zijn beurt van de familie Van Cortenbach gekocht. De voorburcht heeft een karakteristieke toegangspoort met een uivormige torenspits, er is een agrarisch bedrijf gevestigd. We wandelen door het park en hebben een mooi zicht op de vijvers en kasteel.
We wandelen door het veld en vlug komen we het LANDGOED TERWORM. Het huidige complex dateert grotendeels uit de 17e eeuw toen de oude 15e-eeuwse, verdedigbare voorganger werd omgebouwd tot een woonverblijf. Het kasteel heeft twee vleugels in een T-vormig grondplan en ligt, tezamen met een voorburcht, op een geheel omgracht terrein, waarbij het uiterlijk van een waterburcht ontstaat. De vleugels zijn geheel voorzien van zadeldaken die aansluiten op trapgevels en tuitgevels. Het hoofdgebouw is aan de voorzijde bereikbaar via een mergelstenen boogbrug uit 1843 naar de hoofdingang. Aan de achterzijde heeft het op elk hoekpunt een arkeltorentje en hier bevindt zich eveneens een boogbrug die via een achteruitgang toegang geeft tot de kasteeltuin. De uitspringende hoektoren, gelegen op de overgang tussen beide vleugels, is het oudste deel van het kasteel en dateert nog uit de 15e eeuw. Deze was aanvankelijk als ronde toren gebouwd, maar is in de 17e eeuw achthoekig ombouwt. De voorburcht bestaat uit een U-vormige nederhof met daarin opgenomen een twee verdiepingen hoog poortgebouw uit 1670, zoals aangegeven door jaarankers. Het poortgebouw heeft een hardstenen valbrugfront en is voorzien van een leien piramidedak. Het is het oudste deel van de voorburcht en is bereikbaar via een boogbrug uit ca. 1850. De westvleugel uit 1716 is eveneens als zodanig gedateerd met jaarankers, terwijl de zuidvleugel is voorzien van een sluitsteen met het jaartal 1718. In de noordvleugel bevindt zich een gevelsteen uit 1621, welke afkomstig zou zijn van de hoeve Eijckholt. We wandelen even over he plein voor het kasteel en hebben een mooi zicht op de gebouwen.
We wandelen verder en komen in de Kasteeltuinen. De kasteeltuin is een reconstructie aan de hand van opgravingen van en onderzoek naar de Franse rococotuin welke in 1787 door Graaf Vincent van der Heyden-Belderbusch was aangelegd. Oude leifruitrassen, rozen en lavendel, samen met buxus vormen de authentieke beplanting en geven de structuur aan. De tuin is openbaar en is gratis toegankelijk. Het is mooi om even door de tuinen te wandelen en naar de orangerie te gaan kijken. We wandelen verder en gaan nu door het dal van de Geleenbeek. Zo komen we terug in Voerendaal. Hier eindigt een mooie en aangename wandeling.
AU PAYS DE LA TRAPPE. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / ROCHEFORT. 25/08/2012.
AU PAYS DE LA TRAPPE.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
ROCHEFORT.
Vandaag een rit naar Rochefort voor een wandeling, een bezoek aan de stad zelf en ook even de abdij van Rochefort. Op onze rit naar Rochefort komen we langs Aye.
Hier een prachtig gebouw Le Manoir dAye. De Manoir is een landhuis in traditionele architectuur. Het dateert van 1699-1700 en wordt gevormd door een grote woning die omringd wordt door bijgebouwen. Het werd beschadigd tijdens de oorlog en verbouwd tussen 1920 en 1927. Het veranderde meerdere keren van eigenaar en werd opnieuw verbouwd tussen 1967 en 1970.
Het werd gebouwd in baksteen en blauwe steen op een kalkachtige ondergrond en telt een hoofdgebouw (waarvan de derde verdieping verdween tijdens de tweede verbouwingswerken), bergplaatsen voor koetsen en wagens rond de binnenplaats, een schuur en een tweede woning westwaarts. Er is ook nog een oude waterput op de binnenplaats. Alles is een indrukwekkend geheel met de ronde toren waarvan de basis in hardsteen en de bovenste deel in bakstenen. Het was de moeite om hier even te stoppen. Wat verder komen we in het dorpje Humain.
Hier weer een prachtige kasteel ook even stoppen voor een paar fotos. Het kasteel, gebouw in klassieke stijl van 1756, ligt in het midden van een groot park met meerdere vijvers en wordt omringd door muren. Dit privaat eigendom werd in 1944 tijdens de Slag van de Ardennen verbrand en in zijn oorspronkelijke stijl gerestaureerd. Zetel onder de Oude Regeling van het graafschap van de Rots, het werd gebouwd door Charles-Antoine de Rossius, heer van Humain. Aan de ingang van het domein staan twee gekroonde zuilen uit de 19de eeuw.
Het kasteel heeft een U-vorm en telt meerdere vleugels: het hoofdgebouw, verdeeld in drie traveeën door zuilen, en lagere bijgebouwen uit de 18de eeuw. In het park staat er een kleine observatietoren uit de 18de eeuw die een prachtig zicht biedt over de vijvers en de hele vallei. Men draaide er in de jaren 1990 een film van Maigret. We rijden verder en komen dan in Rochefort, niet in de stad maar juist erbuiten. We vertrekken met de wandeling en wij wandelen de hele tijd rond de stad. In de bossen en de langs de velden.
Aan het einde van de wandeling komen we aan een kapel waar we een prachtig zicht hebben op de stad Rochefort. We rijden tot aan de rand van de stad en wandelen dan even het centrum binnen. Rochefort gelegen aan de Lomme met prachtige gebouwen, de grote kerk en prachtig stadhuis maar vooral het kasteel van Rochefort en de overblijfselen van het Gravenkasteel van Rochefort. Vroeger, het grootste kasteel van de Famenne.
Nu, een belangrijke historische en archeologische vindplaats... Rochefort ontleende zijn naam aan de versterkte burcht (rocha fortis) door de eerste Heren van Rochefort, de Montaigus, op een rotsachtige heuveltop gebouwd. Het kasteel kende een evenementvolle levensloop; meermaals belegerd vanwege zijn strategische positie, omgebouwd tot paleis, genationaliseerd en door pragmatische inwoners als steengroeve gebruikt, en nu een belangrijke archeologische en historische vindplaats. Wij wandelen door de stad en genieten van de mooie gebouwen. We willen ook even een bezoek brengen aan de abdij Notre-Dame de Saint-Rémy behoort tot de cisterciënzers van de strikte observantie, de trappisten.
Net als in sommige andere trappistenkloosters in België en Nederland brouwen de monniken van deze abdij bier, Rochefort. In 1899 richtten ze een kleine brouwerij op, geholpen door de knowhow van de moederabdij. Paulin Cattoir, monnik van Rochefort kreeg reputatie na de Eerste Wereldoorlog. In 1952 werd een zware investering gedaan wat zowel de kwaliteit als de kwantiteit van het geproduceerde bier deed stijgen. De brouwerij werd de voornaamste bron van inkomen van de abdij. In de jaren zeventig werd opnieuw een volledige vernieuwing doorgevoerd. Rochefort is een van de zeven abdijen die het label 'Trappistenbier' mogen gebruiken. Wij kunnen enkel even langs de gebouwen gaan waar restauratie werken bezig zijn. Ook de kerk kunnen we bezoeken, de brouwerij is niet te bezoeken. Een dag in Rochefort is zeker de moeite om te doen, een mooie wandeling, een stadsbezoek en bezoek aan de abdij. Een prachtige dag.
GREENSPOT HEKS. / LANGS BOERENERVEN. / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN. 23/08/2012.
GREENSPOT HEKS.
LANGS BOERENERVEN.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
De omgeving van het kleine dorp Heks bestaan grotendeels uit akkers. De beekvalleien kleuren de kaart blauwgroen en het landschap plooit zich tussen de valleien en de houtige hollewegen die vanuit de dorpskernen vertrekken.
We vertrekken in Vechmaal, aan de taverne de Hoorn. We wandelen door het prachtig Haspengouwse landschap. We wandelen langs de boomgaarden en akkers en wandelen zo richting Bommershoven, alhoewel we niet in Bommershoven komen is het de moeite om een paar honderd meters verder te wandelen om zo aan de kerk en kasteel te komen, maar wij wandelen vandaag over de oude tramweg op die gebruikt werd om bieten te vervoeren tot aan de hoeve Monnikenhof.
We wandelen nu voorbij de en gaan dan naar de Tranendreef is de dreef van het kasteel van Heks waar nu een tentoonstelling van PIT is de tranendreef is een dreef waar boomtenten hangen en waar je kunt overnachten. Heel speciaal. Alles is er voorzien, WC, banken voor te eten om je te wassen. Alles is er in een mooi decor. We wandelen nu verder en gaan richting Heks deze weg leid ons naar het kasteel van Heks. We draaien het veld in en wandelen weer verder door de velden en komen zo aan hoeve Manshoven en Manshovenbos.
Nu wandelen terug richting Heks en we komen in het dorp hier verschillende boerderijen, Heks is nog een van de landbouwdorpen waar nog vele het beroep van landbouwer uitoefenen. Weer verder en terug de velden in, we wandelen nu door de natte beemden, hier hebben ze een planken pad aangelegd zodat we met droge voeten kunnen doorwandelen. Het is wel een mooi stukje natuur.
Nu weer een stukje verder en we komen terug in Vechmaal. Langs het gehucht Horne. We komen aan de kapel, deze parel van Horne zou gebouwd zijn waar eertijds een Romeinse villa stond. Hiervan kan men nog overblijfsels terugvinden vermits er in de muren Romeinse pannen verwerkt zijn. De kapel is toegewijd aan de H. Petrus en werd reeds voor 1296 opgericht door de bewoners van deze kleine heerlijkheid om alzo in de mogelijkheid te zijn ter plaatse mis te horen op zon- en feestdagen.
De kapel werd gebouwd met vierkante silexstenen in regelmatige lijnen en is voorzien van een rechte koornis uit de 13e eeuw. Er zijn aanduidingen dat er vroeger grote vensters in de muren gestaan hebben die echter nadien weer toegemetseld werden en vervangen door de huidige kleinere rechthoekige vensters. De kapel werd in 1554-1556 gerestaureerd, zoals blijkt uit het jaartal 1554 dat boven de ingangsdeur met ingedrukte boog is aangebracht. Links ervan staat de hoeve Gielen een pracht van een boerderij. Weer verder en even later staan we weer aan de infoborden van de wandeling waar onze mooie wandeling eindigt.
34E MARCHE INT. / CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX. / BELLEVAUX. 18/08/2012.
34E MARCHE INT.
CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX.
BELLEVAUX.
Mooi zonnig weer, blauwe hemel en aangename temperaturen. Ideaal wandelweer. Op een bijzonder mooi plek Bellevaux nabij Malmedy.
Veel prachtige plekken om te wandelen vertrek aan de rand van het dorp en dan klimmen we het dorp uit langs mooie huizen zo typische voor de streek, dikwijls staan er bloembakken op de vensterplanken waardoor alles nog mooier word. Het is prachtig te zien als je de weg opkomt en de bebloemde huizen voor je ziet. Weer wandelen we verder. Mooie vergezichten over het prachtige landschap, weilanden en bossen zover het oog rijkt, tocht geweldig.
Nog even langs de weg en langs een vakwerkhuis en dan wandelen we het bos in. Hier weer mooie zichten over het landschap langs een bijenhuis en weer een huis met vakwerk. Wat een zichten krijgen we hier mooi de groene weilanden omring door struiken en hagen. Weer komen we langs een prachtige boerderij, de onderste lagen zijn hard steen en daarop vakwerk, prachtig verzorg en met liefde in eren gehouden bewaard voor de volgende generaties.
Zo komen we in Beaumont. Hier is rust en controle. We wandelen even door het dorp ook hier weer prachtige huizen in hardsteen en vakwerk. Nu wandelen we het bos in een heel ander uitzicht de hoge dennenbomen en hier en daar een open plek waar koeien grazen, wat is het toch fijn om hier te wandelen en van het afwisselend landschap te genieten. Nu wandelen langs een bosweg met bloeiende heide weer iets anders om naar te kijken en van te genieten.
Een eind door het bos en zo komen we aan de rand van Malmedy. Nu draaien we weer terug richting Bellevaux en stekken de Ambleve over en zo komen we terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling met veel afwisseling, genieten van de natuur en de omgeving. De zon mee op ons pad gewoon super.
MARCHE DES MOISSONS. / LE JOYEUX MARCHEURS DE FLAWINNE. / SUARLEE. 15/08/2012.
MARCHE DES MOISSONS.
LE JOYEUX MARCHEURS DE FLAWINNE.
SUARLEE.
Een mooie zonnige wandeldag met hel blauwe hemel, brengt ons vandaag naar Suarlee.
Een klein dorpje met een kerk en veel natuur. Bossen en weilanden brengen ons naar de mooie omgeving, genieten van het mooie weer maakt deze wandeling bijzonder. In de verte tussen de bossen een kasteel, het eerste van verschillende die we vandaag gaan zien weer verder met onze wandeling. Uitgetstrekte weilanden met groepjes bomen en struiken geven het landschap een prachtig zicht. We komen zo in Floriffoux. In de verte zien we de schachtbok van de mijn. Het is een mooi landschap hier golven en groen, verder wandelen we weer en komen zo terug in Suarlee.
Hier grote vlakten met gemaaid vlas die nu mooi kleuren in het landschap. Ook de graanvelden zijn geoogst en enorme rollen stro op de velden. Weer verder en we komen aan de kasteelhoeve met vierkante hoektoren wel mooi om te zien weer wat verder met onze wandeling. We wandelen nu langs grote vijvers en dan langs de rivier. Nu komen we aan het kasteel van Suarlee met een grote vijver en park het kasteel heeft twee vierkante torens.
Nu klimmen we een eindje langs het kasteel op. Boven hebben we een prachtig zicht op de rivier en het dal. Nu wandelen we een heel eind door het bos gewoon prachtig om door te wandelen. We komen zo aan in Flawinne. Grote landerijen en boerderijen in lokale steen velden met rollen stro, weer een eindje verder komen we aan Ferme de Morivaux. Een prachtige kasteelhoeve. We stekken de steenweg over en keren terug naar ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in een fijne streek.
ZOMERTOCHT. / WC. DE STROOPLEKKERS BORGLOON. / KERNIEL-BORGLOON 13/08/2012.
ZOMERTOCHT.
WC. STROOPLEKKERS BORGLOON.
KERNIEL-BORGLOON.
Een stukje geschiedenis en wetenswaardigheden van mijn geboortedorp.
Oudste vermelding als Kirnile (1279). Kerniel ligt op de zogenaamde steilrand van Borgloon, die het massief van Borgloon ten noorden begrenst. Dit talud van het Haspengouws plateau vormt de grens tussen Droog-Haspengouw ten zuiden en Vochtig-Haspengouw ten noorden, tevens tussen Laag- en Midden-België; hier daalt het zuidelijk gelegen Haspengouws plateau op zeer abrupte wijze naar het noorden, tot 60 meter. Het landschap is heuvelachtig met hoogteverschillen van 60 tot 110 meter. De Romeinse weg van Tongeren naar Taxandria doorkruiste het grondgebied van de gemeente. Kerniel behoorde tot het persoonlijke domein van de graven van Loon, dat na 1366 overgaat naar de Bisschoppelijke Tafel van Luik. Het was geen afzonderlijke heerlijkheid. In 1739 verpachtte prins-bisschop Georges-Louis de Berghes Kerniel samen met Rullekoven aan de barones van Mettekoven. Op het grondgebied van Kerniel bevond zich de belangrijke Loonse heerlijkheid Haebroek. Op gerechtelijk gebied ressorteerde Kerniel onder de rechtbank van Graethem onder Borgloon. Op het grondgebied bevonden zich de Loonse laathoven Sint-Servaas, toebehorend aan het Sint-Servaaskapittel van Maastricht, en van Colen of Coelen. Uit het cijnshof Rulicoven ontstond het gehucht Rullekoven.
Op bestuurlijk gebied waren Kerniel en Rullekoven twee afzonderlijke gemeenten met elk een jaarlijks verkozen burgemeester. De Sint-Pantaleonskerk was oorspronkelijk afhankelijk van de kerk van Gorsleeuw; vóór 1278 wordt ze van de parochie van Gorsleeuw afgescheiden. De pastoors van Gorsleeuw hadden er het begevingsrecht tot 1487, waarna het overgaat op de kruisheren van Kolen. De tienden waren, samen met die van de moederkerk, in het bezit van de Sint-Laurentabdij van Luik en van de pastoor van Gorsleeuw. In 1487 wordt de parochie van Kerniel geïncorporeerd in het klooster van de kruisheren van Colen. Vanaf deze periode wordt de kerk bediend door één van de religieuzen van het klooster. Rullekoven beschikte over de Sint-Martinuskapel, afhankelijk van de parochie Gors-Opleeuw, thans verdwenen. Het kruisherenklooster van Colen, zogenaamd Mariae Laudes of Marinlof, ontstond in 1438.
Kerniel is steeds een landbouwgemeente geweest, met de nadruk steeds meer op de fruitteelt. De industrie beperkte zich tot een paar brouwerijen en een stroopfabriek. In 1963 werd begonnen met wijnbouw, een teelt die sinds de middeleeuwen uit de streek was verdwenen. Kerniel bezat een station op de spoorlijn Sint-Truiden-Tongeren, die functioneerde van 1879 tot 1957. In 1970-71 werden de sporen opgebroken, het station werd afgebroken.
Het primitieve stratenpatroon bleef vrijwel ongewijzigd behouden, behalve wat betreft de Zilverstraat, de huidige kern van het dorp, die een 19de-eeuwse (eerste helft)-verbindingsweg schijnt te zijn; zij komt niet voor op de Ferrariskaart (1771-77); zij omvat de kerk en de school, en heeft de dichtste bebouwing, voornamelijk dorpswoningen en boerenburgerhuizen. Ook de Odiliastraat is een latere toevoeging: zij ontstond bij het thans verdwenen station.
Een klein dorp met toch een rijke geschiedenis. Verschillende grote boerderijen die het rijke landelijk leven weergeven, zoals vele andere gemeenten bezat Kerniel een stroopstokerij en brouwerij waarvan nog enkele documenten bewaard zijn. de wandeling brengt ons naar Abdij van Colen, de oude spoorwegzate en de wijngaard. Het is een mooi dorp en dikwijls denk aan het liedje van Wim Sonneveld Mijn Dorp gelukkig zijn de veranderingen hier niet zo ingrijpend geweest. Maar toch zijn de kleine dorpswinkels en cafés verdwenen. Alleen de fruitboeren zijn gebleven.