LES POINTS VERTS / ADEPS / MY - FERRIERS 03/01/2010
LES POINTS VERTS.
ADEPS.
MY - FERRIERES.
Voor de eerste keer wandelen we met Les Pionts Verts van ADEPS. Elke zondag en vakantie wijst Les Pionts Verts de weg naar verschillende wandelingen in het Waalse gebied.
Sportclubs, ouders verenigingen, culturele bewegingen, en anderen, animeren deze activiteiten en maken hun dorp bekend, hun landschap, hun erfgoed. Vandaag wandelen we in MY een deelgemeente van Ferrieres. Tot aan de franse revolutie in 1789, dat is voor meer dan 1000 jaar was Ferrières deel van de Prinsdom van Stavelot in de Logne graafschap. De ijzerindustrie begon te groeien vanaf de eerste jaren van ons tijdperk, met hoogtepunt rond 1570. Die industrie leefde tot 1871. Ferrières bestaat ook uit een aantal charmante en schilderachtige gehuchten waar we nog altijd herinneringen kunt vinden van de metaalindustrie : La Rouge-Minière , Ferot-le-Fourneau
Vandaag is Ferrières rijk aan mooie landschappen en bouwwerken (kastelen, boerderijen en musea). My was één van de vier leengoederen die het kasteel van Logne moest verdedigen. Er was zelfs een gerechtshof. Wij vertrekken met onze wandeling aan de kerk met prachtige huizen, en nu het volop winter is met sneeuw en een blauwe lucht is het gewoon sprookjesachtig.
De zon, blauwe hemel en sneeuw op de bomen ongewoon prachtig. Het landschap met de bossen en weilanden langs de landwegen mooi. In de verte ligt het kerkje van het volgende dorpje wat kan een winterlandschap toch prachtig zijn. Wij genieten van de wandeling door de prachtige natuur en komen zo in het volgende dorpje Sy-Vieuxville met grote boerderijen en door de velden en dan komen we aan de achterzijde van het kasteel van My. Hiermee sluiten we onze wandeling bij de Points Verts
Gemeente Beek, de 17.000 inwoners van de gemeente Beek hebben de keuze om te wonen in een centrum met steedse allures dan wel in nog, uitgesproken landelijke dorpen als Spaubeek, Neerbeek, Genhout, Geverik en Kelmond. De oude kernen van de dorpen zijn zorgvuldig bewaard. Diverse oude hoeven en vakwerkhuizen, vooral in de gehuchten Groot en Klein Genhout, Kelmond, Geverik en Hobbelrade zijn ook bewaard.
De gemeente Beek is rijk aan diverse historische kerken, kapellen, patriciershuizen en enkele indrukwekkende boerderijen. Maar vooral de natuur is nog volop tegenwoordig. Prachtige hollewegen met vel wegkruizen komen we tegen op onze wandeling. Wij wandelen naar Kelmond. Op de splitsing Kelmonderweg/Kelmonderhofweg staat een Maria-wegkapelletje midden op de weg. Vroeger stond hier een wegkruis, dat werd vervangen door een houten kapelletje. In 1903 werd het huidige kapelletje gebouwd. In 1995 heeft men de kapel grondig gerestaureerd. Elk jaar in december fungeert deze kapel als kerststal.
Het nabij gelegen Kelmonderbos is een hellingbos van circa 10 hectare, beheerd door Natuurmonumenten. Uit talloze bronnetjes ontspringt bij dit bos de Cötelbeek, een zijbeek van de Geleenbeek. Midden in het veld boven op de heuvelrug staat de St Hubertusmolen. Deze houten standaardmolen voor het malen van graan, werd gebouwd in het begin van de 19e eeuw. Als bouwjaar wordt 1802 genoemd. In de massieve houten balk bij de trap, die toegang geeft tot het 'molenhuis', is de naam 'Johannes van Mulcken' gegrift, vermoedelijk de eerste molenaar. Het vaste onderstel (standaard) draagt de as, die het hele molenhuis draaibaar maakt. Dit 'kruien' geschiedt vanaf de begane grond. Zeer interessant is het geheel uit hout vervaardigde mechanisme.
De wieken met een vlucht van 24 meter, worden in het molenhuis afgeremd op de gladde zijde van het eikenhouten tandwiel met eveneens houten remstuk, de zgn. 'vang'. De St. Hubertusmolen werd in 1971 van gemeentewegen aangekocht en grondig gerestaureerd. Genhout is een kleine plaats en behoort van oudsher bij de gemeente Beek en ligt op het heuvelplateau ten oosten van deze plaats. De plaats omvat het dorp Groot Genhout en het gehucht Klein Genhout, deze (voorheen) aparte kernen vormen tegenwoordig administratief een geheel met elkaar. In de volksmond wordt nog steeds over twee aparte plaatsen gesproken, op de witte plaatsnaamborden die naast de officiële blauwe borden zijn geplaatst staan enkel de oude namen in het plaatselijke dialect. De kernen liggen slechts enkele tientallen meters van elkaar.
Tussen de twee kernen staat de parochiekerk Sint Hubertus, genoemd naar de schutspatroon van Genhout. Deze kerk werd in 1937 gebouwd naar een ontwerp van de architect Alphons Boosten. Hierbij werd Groot Genhout, waar de kerk in feite staat, een dorp en hoorde niet langer bij de parochie van Beek. De kerk is zeer markant door het spitse groene dak dat van koper is gemaakt en de betonen look van de muren. Ook hier weer enkele prachtige boerderijen, sommige hebben nog delen van vakwerk. Zo komen we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling in een winters landschap.
OUDE GLORIETOCHT / W.C.AVIAT ST-TRUIDEN / GROOT-GELMEN 28/12/2009.
OUDE GLORIETOCHT.
W.C. AVIAT SINT-TRUIDEN.
GROOT-GELMEN.
Groot-Gelmen is een landbouwdorp met een kasteel, gelegen in de vallei van de Herk. Een bijzonder gebouw is de herberg De Zwaan. Reeds van in de 16de eeuw en dat tot 1972 werd hier op deze plaats café De Zwaan uitgebaat. Laatste herbergierster was Jeanne Dumont. Uit oude documenten blijkt dat een zekere Eyben rond 1645 op deze plaats eigenaar was van een boomgaard met hof, genaamd den Swaenhoff. Het is allicht aan die benaming te danken dat ook deze herberg de Zwaan werd genoemd. In het wapenschild van de familie Eyben staat trouwens ook een zwaan afgebeeld. In de muurankers lezen we de datum maar de Zwaan is allicht ruim 100 jaar ouder. In de jaren na 1972 keek er niemand nog om naar het gebouw en in de kortste keren verkrotte het helemaal.
Wat velen nog gekend hebben als een dorpscafé was vroeger veel meer dan dat. Nu ligt de Zwaan ver van het grote verkeer zowat in het hart van het dorp maar vroeger was dat anders. De huidige Luikersteenweg bestond nog niet en de weg Luik Sint-Truiden - Tienen kwam hier vlak voor de deur voorbij. Drie vier eeuwen geleden was het verkeer uiteraard heel wat trager en daarom was het nodig dat langs die oude verkeerswegen ook de mogelijkheid bestond om te overnachten. In de regel was het zo dat om het uur, dus om de vijf à zes kilometer, een herberg annex slaapgelegenheid werd voorzien. Zo was er een in Brustem, vijf km van hier langs diezelfde weg naar Luik,Het Elske en zes km in de andere richting een in Heers, Het Groene Schild. De Zwaan was dus in feite wat we nu een bed and breakfast zouden noemen, een chambre dhôte .
Voor de paarden van de reizigers lag er tegenover de Zwaan een poel die gebruikt werd als drinkplaats. Een keer dat de nieuwe verbindingsweg met Luik werd aangelegd, in de 18de eeuw, zal het aantal overnachtingen wel gevoelig zijn teruggelopen maar het café bleef bestaan. Een tijd lang kwam het bier zelfs rechtstreeks van de brouwketel in de potten terecht want toen was hier ook een brouwerij gevestigd. Niet alleen een brouwerij trouwens, want tot een goede vijftig jaar geleden lag achter het café een gesloten binnenkoer omringd door stallen en schuur zodat we oorspronkelijk te maken hadden met een vierkantshoeve. Gelukkig is het gebouw nu gerestaureerd.
Tegenover de Sint-Martinuskerk een neo-romaanse kruiskerk uit 1880. Wij wandelen door het dorp en de omliggende velden, het is aangenaam om te wandelen en te genieten van het Haspengouwse landschap met zijn Haspengouwse vierkanthoeven.
Wanneer je in Tongeren aankomt merkt je het meteen deze stad is anders. De voorbije 20 eeuwen hebben zonder enige twijfel een blijvende stempel gedrukt op de Oudste Stad van België
.
In het historische stadscentrum maken we kennis met de vele overblijfselen uit lang vervlogen tijden de OLV Geboortebasiliek, het 13de eeuwse begijnhof, restanten van de Romeinse aanwezigheid- kortom, het stadscentrum ademt oude kunst en cultuur. Wij wandelen het centrum binnen voor ons de basiliek, op de Markt het standbeeld van Ambiorix. In 54voor Christus stootten de Romeinse legioenen, onder leiding van Julius Caesar, op het verzet van plaatselijke stammen van de Eburonen van Ambiorix. Na de uitroeiing van de Eburonen bevolkten de Tungri deze streek.
Onder de Romeinse heerschappij groeide Tongeren toen Atuatuca Tungrorum uit tot één van de grootste steden van Noord Gallië. De aanwezigheid van een indrukwekkende verdedigingsmuur, een aquaduct en een tempel geven de toenmalige rijkdom van de stad aan. Een bijzonder stadje binnen de stad is zeker het Begijnhof, hier kun je de ingetogen intieme sfeer die hangt in de straten en steegjes en pleintjes in dit unieke stukje Tongeren.
Het pleintje Onder de Linde eens de boomgaard van het begijnhof, moest wijken voor de enorme uitbreiding van het begijnhof in de 17de eeuw. Hier werden dan ook begijnhofhuisjes gebouwd. De begijnhofkerk is een van de oudste kerken van de stad, ook de infirmerie gewijd aan Sint-Ursula. Deze infirmerie werd rond 1262 gesticht met als functie de verzorging van zieke en bejaarde begijnen. De Ursulakapel dateert uit 1701. We wandelen wat verder en komen aan het prachtig gerestaureerde Agnetenklooster.
Aan de ingang van het begijnhof ligt de Moerenpoort is de enige authentieke Middeleeuwse poort die vandaag nog rest. De oudste vermelding van een poort op deze plaats gaat terug tot in 1241, alhoewel de huidige poort opgericht werd in het jaar 1379. Een belangrijke historische getuigen zijn de Romeinse en Middeleeuwse omwalling. De Romeinse omwalling rond Tongeren werd aan het begin van de 2de eeuw na christus gebouwd, de muur had een hoogte van ongeveer 6meter en was 2 meter dik en had een totale lengte van 4.544 meter. Vele eeuwen later in de 13de eeuw werd er onder impuls van de uitdijende Middeleeuwse stad, gestart met de bouw van de Middeleeuwse omwalling, voor en deel werd hiervoor gebruikt gemaakt van het tracé en restanten van de Romeinse muur.
Van beide omwallingen zijn vandaag nog vele restanten te zien. De wandeling heeft ons verschillende prachtige monumenten laten zien, als je Tongeren eens wil verkennen moet je wel een dag uitrekken, er is zoveel te zien en op de Markt zijn gezellige terrasje zelfs in de winter.
MARCHE DES ABBAYES / LES DJALES D'ANHEE / DENEE MAREDSOUS 26/12/2009.
4E MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES DANHEE.
DENEE. ABDY MAREDSOUS.
De benedictijnenabdij van Maredsous werd gesticht in 1872. Bekend voor haar Kaas en Brood. Ze is een van de parels van de streek. Hier vertrekt onze wandeling.
Een stukje geschiedenis over het ontstaan van de abdij van Maredsous en Maredret door de familie Hemptinne en de familie Desclee.
Familie Hemptinne ; Hemptinne nabij Eghezee gelegen in het voormalige graafschap Namen. De eerste bekende Hemptinne droeg de naam van Eustace en onderscheidde zich als Baljuw in de provincie Namen in 1231. Hij richtte tegelijkertijd Abdij Boneffe. Geleidelijk aan tussen twee militaire campagnes, de familie breidt haar grondgebied uit, niet alleen Hemptinne, maar ook Merdorp, Jandrain, Jandrenouille, Orp-le-Grand, Jauche, Autre-Eglise. In de vijftiende eeuw, de Hemptinne verlaten de militaire en de rechterlijke macht en worden landheren. Aanvankelijk Barons, door eerstgeboorterecht tot op de dag vandaag.
In 1815, Felix-Joseph de Hemptinne verlaat Namen en gaat naar Gent. Hij trouwde met Henrietta Lousberg en begon daar de textielindustrie. Hij slaagde er goed in en zijn bedrijf groeide en kreeg de bijnaam "katoen baron. Zijn nakomelingen zette zijn werk verder zodat het Vlaamse deel van de familie de meest bekende werd. Tegelijkertijd, Louis Clement de Hemptinne onderscheidde zich in zijn leengoed van Jauche, en vertegenwoordigde het district Nijvel in het Nationaal Congres in 1830. In de late negentiende eeuw, twee Hemptinne, broer en zus, Hildebrand de Hemptinne, benedictijner monnik, stichter van de bekende abdij van Maredsous met de hulp van de famille Desclée. Hij word de eerste primaat van de benedictijner orde, dat wil zeggen, meer algemeen de "baas" van alle de benedictijnen van de tijd. Zijn zus Agnes, op haar beurt creëert Maredret, op een steenworp afstand van de abdij van monniken, een klooster voor vrouwen. Door de financiering met haar eigen geld leverde haar dat op de leeftijd van 28,de titel van eerste abdis van Maredret.
Wij verlaten Maredsous en dalen af in het dal komen aan het Kasteel Desclee, mooi gelegen met een grote kasteelhoeve. Boven op de heuvel komt de toren van de abdij boven de bomen uit. De verbondenheid tussen Maredsous, Maredret en Deslee is duidelijk te zien. Wij wandelen het dorpje Maredret binnen, bekent als ambachtendorpje met het Musée du Bois et de la Vie ruale. Wij wandelen nu de oude spoorweg op en keren terug naar Maredret met zijn oude huizen en boerderijen, we komen aan Ferme de la Cour dan dalen we af en in de vallei is een boer die zijn dieren vrij laat lopen in de weiden, mooi om te zien de zeug met haar jonge biggen, wij wandelen weer verder en komen in Ermeton-sur-Biert.
Hier komen we aan het kasteel van Ermeton-sur-Biert. En dan ligt daar ineens in de diepte het klooster, Monastère Notre-Dame sur Biert, aan de rand van het dorp Ermeton-sur-Biert. Het ziet er uit als een klein kasteel en er ligt een parkachtige tuin bij met grote statige bomen. De geschiedenis van het complex gaat terug tot begin 14e eeuw. In de loop der jaren is er veel aan ge- en verbouwd door de elkaar opvolgende adellijke bewoners.
De gemeenschap van Benedictinessen die er nu woont is nog vrij jong. Ze is in 1917 gesticht door een monnik van het nabijgelegen Benedictijnenklooster Maredsous. In 1936 hebben de zusters het kasteel betrokken. Hun sfeervolle kapel hebben zij in 1954 laten bouwen. De gemeenschap bestaat nu uit ruim twintig zusters, van vijf nationaliteiten. De voertaal is Frans, maar Vlaams en Duits wordt ook verstaan. We gaan weer verder en komen terug op de oude spoorweg, we zien de toren van de abdij van Maredret.
Vlug komen we aan de abdij en gaan even een kijkje nemen in de abdijwinkel en de kerk. Dan weer verder en we komen zo terug aan de abdij van Maredsous. Een prachtige wandeling met drie abdijen en een kasteel in een prachtige omgeving, genoten van de wandeling.
10E NAMUR ILLUMINE / WALLONIA NAMUR / SALZINNES 19/12/2009.
10E NAMUR ILLUMINE.
WALLONIA NAMUR.
SALZINNES.
Sneeuw en berenkoud is het vandaag, wij willen in Namen gaan wandelen, eigenlijk is het Namen verlicht en zouden we moeten vertrekken na dat het wat duister wordt. Wij kiezen ervoor om namiddag te wandelen.
Vertrek in het depot van de Belgische Spoorwegen, vandaar uit wandelen we naar Namen. Het word een mooie wandeling. Een stukje langs de rivier en deze steken we over en dan wandelen we het park binnen, dan wandelen we het stadje binnen. Uit zijn tweeduizendjarige geschiedenis heeft Namen merkwaardige staaltjes van religieuze en burgerlijke architectuur bewaard. Burgerhuizen in baksteen en arduinsteen uit het begin van de 17de eeuw. De grote kathedraal Saint Aubin die gebouwd werd tussen 1751 en 1767. Het is een gebouw in klassieke stijl in de vorm van een Latijns kruis.
Dan komen we aan de Kerstmarkt met gezellige kraampjes en een fanfare die kerstliederen speelt. Wij wandelen over de kerstmarkt langs de kraampjes. Dan komen we aan de grote plaats waar de schaatsbaan staat en nog verschillende mooie kraampjes. We steken de straat over en komen zo aan de citadel. Een bezoek aan de Naamse citadel is een ontdekkingstocht doorheen 2000 jaar geschiedenis, in een bosrijk domein van 8 ha. De panoramas zijn hier erg verrassend.
Wij wandelen over de citadel, gewoon genieten van de zichten over de stad en de rivieren. We wandelen naar Terra Nova. Het versterkte domein Terra Nova met zijn onderaardse gangen. Wij wandelen verder en komen boven op het paradeplein.
Dan langs het kasteel van Namur stilaan word het donker en de gebouwen worden verlicht. Wij komen zo weer aan ons vertrek. Een prachtige wandeling en de thermometer wijst -10°C aan.
Sfeervolle winterse stoomritten over de Miljoenenlijn.
Sfeervolle winterse stoomritten over de Miljoenenlijn
Donderdag 31 december (oudejaarsdag) genieten we van een Nostalgisch Wintersprookje op de Miljoenenlijn, een stoomtreinarrangement aangepast aan de tijd van het jaar. Gezeten in de pluchebanken in een van de sfeervol versierde 1e-klasse rijtuigen reizen we op comfortabele wijze door het Heuvelland. Kou hoeven we niet te lijden, want de rijtuigen worden nog steeds heerlijk verwarmd middels de stoomverwarming. Op het aangeklede perron van station Simpelveld kunnen we terecht voor een heerlijk glaasje Glühwein of een beker warme chocomel.
We wensen je het beste voor het nieuwe jaar en weet; we doen dit niet zomaar! We hopen dat al je dromen mogen uitkomen en alle liefde naar je toe mag stromen! Fijne feestdagen vol liefde en geluk!
Strategisch goed gelegen op de machtige heuvel (118m) tussen Sint Truiden en Tongeren, verkozen de Graven van Loon rond 1015 hier een vestiging te bouwen en hun macht uit te breiden over wat later Limburg zou worden. Hoewel Borgloon na de 13de, 14de eeuw geleidelijk een gewoon landbouwdorp werd, bleef het stedelijke uitzicht behouden.
STADHUIS EN MARKT MET PERON
GROTE MOT
Tot begin 19de eeuw volgde de architectuur getrouw de Maaslandse stijl, zoals blijkt uit heel wat bewaarde oude gevels (17de 19de eeuw). Vandaag is de middeleeuwse vergeten hoofdstad van Limburg een rustige gemeente met een 14tal kastelen, waardoor er soms de naam van het Damme van Limburg aan wordt gegeven. De wandeling vertrekt achter het s Grevenhuis een Maaslandse herenhuis met vierkante toren en open zuilengalerij.
WIJNGAARD - GROTE MOT
Wij wandelen door de Graaf naar het kasteel De Grote Mot. De Graaf is de ring rond de stad waar vroeger de stadsmuren stonden met de stadspoorten. De Grote Mot een versterkt herenhuis, oorspronkelijk met watergrachten uit 1661. Dan wandelen we door de Motvallei, beneden in de vallei hebben we een prachtig zicht op kasteel De Grote Mot. Als later de bladeren op de bomen zijn is het zicht veel minder. We steken de Steenweg over om zo naar Bolderberg te wandelen. Op deze wandeling moet je geregeld eens om kijken om te kunnen genieten van de prachtige zichten op de Sint-Odulfuskerk met de kanunnikenhuizen.
GROOTLOON
Op Bolderberg wandelen we tussen de velden en akkers met zichten op de laagstam plantages. Voor ons duikt Grootloon op. Laat je niet verrassen door de benaming Grootloon, het is eigenlijk één van de kleinste deelgemeente van het land, toch bezit het de 12de eeuwse Sint Servatiuskerk. Tegenover de kerk de Servaeshoeve, een van de laatste boerderij waar je het typische stroopdak nog kunt zien, een bewijs dat hier vroeger stroop gestookt werd. Wij klimmen nog even en dan nemen we de wandelweg naar het natuurreservaat, hier genieten we van de prachtige hoogstamboomgaarden.
SEVAESHOEVE EN KERK GROOTLOON
Gewoon prachtig hier in het dal de bomen, overladen met maretak en een paar koeien die komen kijken naar ons. Prachtige dieren. We wandelen het dorpje binnen langs een prachtige gerestaureerde boerderij, onder het afdak hangen de plukkorven welke een zeldzaamheid worden. We verlaten Grootloon, nog even achterom kijken naar het prachtige dorpje.
Wij wandelen nu op de Romeinse Heerbaan en komen de schaapherder tegen die zijn laatste schapen komt ophalen, wij kijken toe hoe de hond de schapen samendrijft. Nu komen we aan de Kersenweide en keren zo terug naar het centrum van Borgloon.
Nog even langs het Speelhof en het Stadshuis en dan naar de Graethemkapel de 12de eeuwse romaanse Begijnhofkapel, het laatste restant van het Begijnhof. Zo eindigt een prachtige wandeling.
EINDEJAARSTOCHT / DE LOONSE TSJAFELEERS BORGLOON / BOMMERSHOVEN 16/12/2009
EINDEJAARSTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS BORGLOON.
BOMMERSHOVEN.
Hoewel Bommershoven lange tijd een belangrijke siroopfabriek bezat is het dorp een kleine leefgemeenschap gebleven. Samen met de Sint-Alfonskerk (1840) en een paar kwadraathoeven, bestaat het oudste gedeelte van Bommershoven uit haar Rococokasteel (1759) midden een prachtige Franse tuin en Engels park.
Bommershoven lag aan de belangrijke heirbaan Tongeren-Tienen-Kassel, die thans nog steeds als weg wordt gebruikt. Bovendien doorkruisten twee antieke wegen, die van Bilzen-Waremme en de vanuit Tongeren N.-lopende weg, het grondgebied van de gemeente. In het begin van deze eeuw werden op de plaats Wilder resten van een Romeinse villa opgegraven. Ook het herengoed "Tenhove" zou ontstaan zijn uit een Romeinse villa.
Bommershoven oorspronkelijk behoorde tot het persoonlijke domein van de graven van Loon. Het vormde met het huidige, N.-gelegen gehucht Haren één heerlijkheid, die in 1366 in bezit komt van de Bisschoppelijke Tafel van Luik. De gehuchten Bommershoven en Haren waren zelfstandige Loonse gemeenten, die onder de jurisdictie stonden van de Loonse schepenbank van Haren-Bommershoven. Pas vanaf 1844 vormen zij één gemeente.
Na de fusie van de gemeenten vormen ze met Borgloon één gemeente. We vertrekken met de wandeling uit de voormalige stroopfabriek Lowette in Bommershoven. We wandelen langs het monument voor de gesneuvelden en het jachthuis van het kasteel. Dan wandelen we naar het kasteel. En een stukje over de Romeinse heerbaan. In de verte zien we kasteel Terhove met de boerderij liggen wat verscholen in het dal. Dan wandelen we terug naar Bommershoven centrum. Een mooie wandeling in Bommershoven.
Deze landschapswandeling op de oostelijke helling van de boven Demervallei, voert ons langs hoogstamboomgaarden, uitgestrekte akkers en beekvalleien.
Midden in het gebied staat de Landcommanderij Alden Biesen te pronken. Deze monumentale kasteelsite drukte niet alleen een stevige stempel op de geschiedenis van de regio, maar ook op de omgeving.
Een stukje geschiedenis:
De sprookjesachtige Landcommanderij Alden Biesen.
Er was eens een abdis in Munsterbilzen, die haar broer de graaf van Loon- verzocht om een bedevaartskapel, met aanhorigheden, te schenken aan een Duitse Ridderorde .. zo begint in 1220 het sprookje van Alden Biesen.
Op de plek waar het gebedshuis stond, groeide biezen, een soort vochtminnende rietplant. De Ridderorde die in de 14de eeuw haar hoogtepunt beleefde- bouwde er een vestiging met molens, boerderijen, huizen, kerken, hospitalen en parochies, omringd door weiden, akkers, wijngaarden en bossen. Het domein groeide, dankzij de strategische ligging aan de oude handelsweg Keulen-Brugge, uit tot de hoofdzetel van de provincie Biesen, die twaalf onderhorige commanderijen telde in Maas-Rijngebied. Na de Franse Revolutie kwamen het landgoed en kasteel in privé handen. Het leek het begin van het einde. Gelukkig werden de imposante gebouwenpatrimonium, de Franse en Engelse tuinen volledig gered.
Onze wandeling verlaat Alden Biesen achter ons en we dalen af en wandelen door de prachtige natuur, we komen zo aan de rietvijvers, ook hier wandelen we verder we hebben hier een prachtig zicht op het hele complex van Alden Biesen. Hoogstamboomgaarden vertellen een eigen verhaal, de vogels hebben er een thuis gevonden en de maretak is hier alom te zien.
Ook het Apostelhuis is prachtig te zien. De veldwegen zijn bevroren en in de bevroren plassen zijn mooie tekeningen te zien. Wij komen zo aan wat nu de achterkant van het domein is. Wat vandaag uitziet als de achterkant van de Landcommanderij Alden Biesen, was oorspronkelijk de hoofdingang. Dat blijkt uit het poortgebouw met Trompetterswoning van waaruit de hoge bezoekers aangekondigd werden.
Het Apostelhuis dat oorspronkelijk bedoeld was als gastenhuis voor twaalf hulpbehoevende mannen uit de streek. Door de poort gaan we het domein binnen langs een brede dreef wandelen we naar beneden naar het kasteelcomplex. We wandelen het kasteel binnen, we nemen de tijd om het allemaal te bekijken en wat mooie fotos te maken. Ook lopen we ven binnen in het bezoekerscentrum wat zeker de moeite is met de tentoonstelling en de grote tafel die ons het verhaal van de streek Haspengouw verteld.
We verlaten Alden Biesen door de poort en zo eindigen we onze wandeling in en rond Alden Biesen. Dit is één van de vier wandelingen die je hier kunt maken. Een prachtige wandeling die door het Regionaal Landschap Haspengouw aangelegd en door Greenspotter geregeld gecontroleerd waardoor de wandelingen aangenaam zijn en blijven.
Helshoven, een dozijn huizen rond een indrukwekkende geklasseerde kapel, Helshoven bij de voormalige gemeente Hoepertingen, nu deel uitmakend van de fusie Borgloon. Hier gaat onze wandeling heen vandaag.
In Hoepertingen tegenover de 18de eeuwse Sint-Vedastuskerk, ligt het kasteel Mariagaarden(1617) eigenlijk een waterkasteel dat classicistisch verbouwd werd tot bezinningshuis.
KASTEEL MARIAGAARDEN
PAANHUIS
Van de vroegere welstand getuigen vandaag nog steeds het Paanhuis, een 17de eeuwse brouwerij. We wandelen door de velden en langs de laagstamplantage en komen zo in Helshoven. De Kapel van Helshoven is een eeuwenoud gebedsoord in Helshoven, een gehucht van de Borgloonse deelgemeente Hoepertingen, in België. De kapel ligt aan de heerweg die Keulen, via Tongeren, met Bavay verbond. Oorspronkelijk stond hier een in 1254 opgericht oratorium of bidkapel, gebouwd door de Johannieters, die later ridders van de Maltezer Orde werden genoemd. De Johannieters bezaten een gasthuis tegenover de kapel ter verzorging van de voorbijtrekkende pelgrims. Toen ze in de 14e eeuw in geldnood geraakten, verkochten hun bezittingen te Helshoven aan Gozewijn, een commandeur van de Duitse Orde. Rond 1574 werd de kapel tijdens de Tachtigjarige Oorlog door brand verwoest. Edmond, grootcommandeur van Alden Biesen, bouwde de kapel rond 1661 weer op. Zijn wapenschild is nog steeds aanwezig boven de ingang van de kapel.
HELSHOVEN
KAPEL VAN HELSHOVEN
In april 1674 werd, om in het onderhoud van het gebouw te voorzien, toelating aan Gerardus van Deventer uit Terheijden gegeven, tot dan toe kluizenaar in Lantremange, om naast de kapel een kluis te bouwen. Er verbleven in totaal 14 mannen. Ze onderhielden de kapel gedurende 234 jaar, verzorgden zieken en gaven onderwijs. De laatste overleed in 1908 (Andreas Gielen). Broeder Andreas verbleef er gedurende 56 jaar. De kluis geraakte in verval en werd afgebroken in 1925. De kapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, koningin van de Blije Vrede. Haar beeld werd tijdens het bezoek van paus Johannes Paulus II aan België in 1985 te Ieper gewijd. In de kapel staat een preekstoel in zuiver gotische stijl uit 1550 en een biechtstoel uit 1570.
ROMEINSE HEERBAAN
DE GALG
KASTEEL RIJKEL
We wandelen langs Romeinse kassei en langs de Galg de plaats waar de veroordeelde opgehangen werden. We wandelen verder en zien in de verte het kasteel van Rijkel. Wij wandelen verder door de velden en komen uiteindelijk in Rijkel. In Rijkel werd al in 720 kerk geschiedenis geschreven, kort daarop werelds gevolg door de heren van het Graafschap Rijkel, die er een kasteel bouwden. Het 16de eeuwse Kasteel van Rijkel in Maaslandse renaissance en Brabantse gotiek, gerestaureerd in de 17de en 18de eeuw en in 1939. Na de adel die er woonden kwam het kasteel in handen van de provincie die het geheel een tijdje gebruikt heeft als Provinciale Dienst voor Kunstpatrimonium en gewestelijk VVV kantoor.
Nu heeft de provincie dit prachtig stukje erfgoed aan privé personen verkocht welke het waardevolle goed aan verwoesten zijn. De prachtige oude vloeren zijn uitgebroken. Zo gaat onze provincie om met ons waardevolle erfgoed. Na Rijkel wandelen we terug Hoepertingen in het veld is een valkenier met zijn roofvogel aan het oefenen, prachtige vogel. Zo komen we terug aan het vertrek, een prachtige wandeling in Haspengouw.
KERSTSFEER IN SINT TRUIDEN / AVIAT ST TRUIDEN 13/12/2009.
KERSTSFEER IN SINT-TRUIDEN.
WC AVIAT SINT TRUIDEN.
SINT TRUIDEN.
St Truiden dankt zijn naam aan de Heilige Trudo, die hier een klooster wilde stichten, maar een hele gemeenschap creëerde. Het Domein Sarchinium, eigendom van de grootgrondbezitters, werd door Zoon Trudo omstreeks 650 aan de Bisschop van Metz geschonken ter oprichting van een klooster. Twee eeuwen later reeds een benedictijnenklooster en bloeide verder open tot stad. Onze wandeling brengt ons langs verschillende bijzondere monumenten uit de rijke geschiedenis van Sint Truiden.
We komen aan het Europaplein hier bevinden zich de ondergrondse resten van de Brustempoort; een bolwerk uit de 15de eeuw met kronkelende, mysterieuze gangen die leiden naar de schietkamers, bovengronds staat een kanon. We wandelen verder en komen op de wallen van de stad nu een wandel laan met oude bomen, na de controle wandelen we langs de wijken van de stad met enkele zeer mooie huizen die prachtige gevels hebben, als je de tijd neemt om even goed rond te kijken zie je de prachtige details aan de gevels. Boven sommige deuren en venster prachtige tegeltekeningen.
Wij wandelen naar de Markt. De Grote Markt met zijn 2ha de tweede grootste in Vlaanderen wordt beheerst door 3 torens: de abdijtoren en het Belfort en de toren van de Onze Lieve Vrouwekerk. Vandaag staat de Grote Markt vol met marktkrammers en een Kerstmarkt. Gezellig om op rond de kuieren, wij nemen onze tijd om de markt even te bezichtigen, de muziekkapel De Gilde speelt kerstmuziek erg mooi.
Het stadhuis verenigt drie gebouwen: een hal die van buitenaf niet zichtbaar is, een hallentoren en een stadhuis. De eerste hal dateert van 1366. Niet toevallig lag zij op de scheidingslijn tussen de twee stadsdelen. Zo genoten abt én prins-bisschop van de inkomsten. De hal zoals ze bewaard bleef in de onderbouw van het stadhuis, kreeg haar huidig uitzicht in 1755. Rondom het marktplein staan vele mooie patriciërshuizen met een kern die soms uit de 17de eeuw dateert. De meeste zijn echter verbouwd in de 18de en vooral in de 19de eeuw. Vroeger droegen veel van deze huizen een naam. Aan de westzijde van de markt draagt het huis nummer 54 een gevelsteen met daarop 'In den bonten Osch - anno 1760'. Aan dezelfde kant van de markt staat een imposant classicistisch dubbelhuis (nr. 45), 'De vier Heemskinderen' uit de 18de eeuw, met een opvallend driehoekig fronton. Een ander mooi fronton met jachtattributen en rankwerk siert het huis nummer 20, 'De gulden lelie' aan de zuidzijde van de markt.
Na een rondgang op de Grote Markt en Kerstmarkt vervolgen we onze wandelweg. We komen aan de Abdij van Trudo gesticht in 655, vernield na de inval van de Noormannen in 833. Opnieuw opgericht in de 12 de eeuw op de huidige plaats toen ontstond de grafkapel van de H Trudo. Van de huidige gebouwen is de toren van de 11ste eeuw het oudste, je kunt deze toren beklimmen en je ontdekt de het prachtige St Truiden met zijn vele kerktorens.
Een bezoek waard is zeker de Keizerzaal nu is er een kleine kerstmarkt in maar je kunt toch de prachtige muur en plafond schilderijen zien. Deze dateerd uit de 16de eeuw door een Italiaanse schilder Caldelli. In 1975 sloeg het noodlot toe en de kerk en de torenspit gingen in de vlammen op. Na een bezoekje aan de Keizerzaal wandelen we verder en komen zo in het stadspark dat in 1876 aangelegd werd op de oude stadswallen. De 4ha grote stadspark met vijvers, bruggetje, vele en zeldzamen boomsoorten en zelf een kiosk zijn de moeite om te bekijken hier komen we onze wandelvrienden Andre en Marleen tegen.
Samen wandelen we naar het Speelhof. Het speelhof was een buitenverblijf, het 'speelhuis' van de Trudoabdij. De bouw ervan werd aangevat omstreeks 1562. Het goed bleef eigendom van de abdij tot aan de Franse bezetting. Bij een openbare verkoop kwam het, samen met het begijnhof, in handen van de familie de Pitteurs. Het domein, in totaal 36 ha groot, werd in 1989 door de stad Sint-Truiden aangekocht. Vanaf de Speelhoflaan leidt een dreef van wilde kastanjebomen, beuken en eiken via een poortgebouw met duiventil naar een stemmige rechthoekige binnenplaats. Daarrond liggen een herenhuis uit de 18de eeuw, waarvan het middendeel verbouwd werd in het begin van de 19de eeuw, stallingen en een schuur uit de 18de eeuw. De laat-19de-eeuwse oranjerie die tegen de voorgevel van het herenhuis werd aangebouwd, draagt bij tot de stemmige sfeer.
Nu komen we met onze wandeling op het Begijnhof Het Sint-Agnesbegijnhof werd in 1258 gesticht op grond, geschonken door Willen van Rijkel, abt van de benedictijnenabdij. Het geheel was omringd door een bakstenen muur waarvan nog een gedeelte te zien is achter de huizen die het plein langs de noordwestzijde afsluiten. Binnen de muren stroomt de Cicindriabeek. Aan de Schurhovensteenweg bevond zich de enige, thans verdwenen toegangspoort. In 1798 werd het begijnhof door de Fransen onteigend en verkocht. Het gebouw dat bekend staat als 'torenhuis' was allicht de woning van de grootmeesteres van het begijnhof. De muurankers en een wapenschild dat in de gevel is ingemetseld, vermelden het jaartal '1619'. Centraal op het plein staat de begijnhofkerk, toegewijd aan de H. Agnes. In 1934 verkocht de laatste particuliere eigenaar, de familie de Pitteurs, de kerk aan de v.z.w. Vrienden van het Begijnhof. Met de bouw van de kerk werd begonnen in 1258. Omstreeks 1300 werd het koor afgesloten. Het bakstenen middengedeelte, het begijnenkoor, is een verbouwing uit het begin van de 16de eeuw. De kerk vertoont zowel laat-Romaanse als vroeggotische kenmerken. Het interieur is overkluisd door een houten tongewelf uit het begin van de 16de eeuw, dat beschilderd is met leliemotieven en wapenschilden. In de vloer liggen talrijke grafstenen. Van het 17de-eeuwse barokke meubilair resten nog de preekstoel, het hoogaltaar, de orgeltribune met Ancion-orgel en enkele zijaltaren. De wanden en pijlers werden beschilderd met 38 muurschilderingen die tot stand kwamen tussen ca. 1300 en het begin van de 17de eeuw. Deze schilderingen, die bij een herinrichting van de kerk achter een kalklaag verdwenen waren, werden toevallig herontdekt in 1860. Het zijn hoofdzakelijk scènes uit het leven van Maria of vrouwelijke heiligen als Agatha, Gertrudis, Genoveva, Lucia, Cecilia .. Ze werden aangebracht op een droge bepleistering. Twee voorstellingen zijn in olieverf : die van de H. Ursula en de H. Odilia. De andere zijn uitgevoerd in temperatechniek waarbij lijm, ei of gom als bindmiddel voor de kleurpigmenten werden gebruikt. Door hun monumentale uitvoering vormen deze muurschilderingen één van de indrukwekkendste ensembles in het land. Normaal kan de kerk bezocht worden en de muurschilderingen bewonderd worden maar vandaag is er een concert.
Aan de noordwestzijde van het plein, vlak naast de kerk, ligt de toegang tot de Festraetsstudio waarin het levenswerk van Kamiel Festraets te bewonderen valt. Kamiel Festraets (1904) was een echte Truienaar. In 1935 kreeg hij voor zijn eerste astronomi¬sche salonklok een ere-diploma en een gouden medaille. In 1937 herstelde Festraets het belfortuurwerk van het stadhuis en voorzag het van een elektrisch opwindsysteem met kettingen, destijds een heel nieuwe methode. Van 1937 tot 1942 werkte Festraets in de begijnhofkerk onafgebroken aan de kern van het astronomisch uurwerk. In dat zelfde jaar startte hij met het schip. Acht jaar later realiseerde hij de slinger van Foucault en de omwenteling van de aarde rond de zon. In 1968 werden zijn vier creaties overgebracht naar de nieuwe studio en op amper 2 maanden tijd gemonteerd.
In 1973 tekende Festraets het contract met de stad Sint-Truiden voor de overname van de studio. Pas in 1990 werd de stad eigenaar en kocht het geboortehuisje van Kamiel Festraets, naast de studio. Festraets overleed in 1974. We nemen er ook een kijkje in, het begijnhofcomité heeft hier vandaag en kerstmarkt in. Het uurwerk en het schip kunnen we goed zien. We verlaten het begijnhof en komen zo terug aan ons vertrekpunt. St Truiden zeker een bezoekje waard. Een prachtige wandeling door onze wandelvrienden van AVIAT