36e MARCHE DE LA BERWINNE / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE / THIMISTER-CLERMONT 09/02/2008.
36E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT S/BERWINE.
THIMISTER CLERMONT.
De Place de la Halle is als een eeuwenlange openluchtles van verschillende bouwkundige stijlen. In dit opzicht behoort ook aan het eind van de 19de eeuw aangepaste stadhuis tot een van de aantrekkelijke plaatsen in het dorp.
Bij de kerk wordt de aandacht getrokken door het voorportaal en de verdedigingstoren, resten van de herenboerderij uit 1635. Het dorp omringt door een landschap van bosjes, boomgaarden en omheint grasland. De omgeving heeft verschillende kleine religieuze erfgoed, bestaande uit huiskapellen, dodenkruizen, kapellen en nog eens kapellen.
KASTEEL CLERMONT
We verlaten het mooie dorp en we zien de herenboerderij van Aguesse, straks op het einde van de wandeling komen we erlangs. We wandelen de mooie omgeving af en komen aan de nieuwe spoorwegbrug, welke zeer indrukwekkend is in het landschap. We komen dan aan de kasteelhoeve met twee torens, verder langs velden en weilanden.
KASTEEL AGUESSE
Langs de oude spoorwegzate die ons naar Thimister brengt, maar eerst komen we langs een varkensbedrijf wat op zijn eigen niet zo bijzonder is, maar hier wel de varkens lopen vrij rond en genieten van de natuur en kunnen zich lekker in de modder ronddraaien, wel bijzonder in deze tijd.
We komen in Thimister, hier staan verschillende prachtige huizen. We komen ook langs Cidrerie Ruwet. In 1898 keert Joseph Ruwet terug van een reis naar Normandië waar hij ingewijd is in het fabriceren van de plaatselijke drank : de cider. De overeenkomsten tussen het Normandische wallenlandschap en de vele boomgaarden van het Land van Herve zetten hem ertoe aan in het centrum van het dorp Thimister de ciderfabriek en azijnstokerij Joseph Ruwet op te richten.
THIMISTER
De zaak kent al heel gauw veel succes en verschaft aan de bevolking erg nuttig, hoewel voornamelijk seizoensgebonden werk. De kleine landbouwers vinden een nieuwe afzet voor de enorme hoeveelheden appelen die de boomgaarden elk jaar opleveren. De hele 20ste eeuw lang maakt het fabriekje onvermoeibaar deze mousserende drank die men in ons land, maar ook buiten de grenzen, op tafel zet. Drie generaties Ruwets volgen elkaar op aan het hoofd van de onderneming. Vandaag is het nog steeds een van de voornaamste ciderfabriek van het land.
CIDER RUWET
We keren terug naar Clermont via de oude spoorwegzate. Nu komen we langs de herenboerderij van Aguesse, dit gebouw in renaissance-Maasstijl omvat achterin een woongedeelte en een binnenplaats, waarvan de toegang verdedigd wordt door een toren met schietgaten. De Aguesse wat in het Waals ekster betekent en de spotnaam was van de oude eigenaar, waakt als een weerhaan over het kasteel.
We komen terug op het plein en gaan even op het kerkhof kijken de oude grafkruizen zijn tegen de kerkmuur geplaatst. Vanop het kerkhof hebben we een mooi zicht op het kasteel van Clermont. Clermont is één van De mooiste dorpen van Wallonië
HOEGAARDENWANDELING / DE WEGWIJZER / HOEGAARDEN 03/02/2008
HOEGAARDENWANDELING
DE WEGWIJZER.
HOEGAARDEN.
Is er een mooiere plaats om te vertrekken in Hoegaarden dan de brouwerij, Sinds mensenheugenis brouwt men te Hoegaarden bier. De eerste verwijzing naar het bestaan van een brouwerij dateert van 1318. Die traditie werd door de Paters Bogaarden met de gebruikelijke toewijding voortgezet, toen zij in 1445 witbier brouwden. Het witbier kende eeuwen lang een enorm succes.
Toen echter in 1957 de laatste brouwerij zijn deuren sloot, betekende dit het einde van een rijke traditie. Het witbier is een deel van het Hoegaards erfgoed en dat mocht niet verloren gaan. Daar waren alle Hoegaardiers het over eens. Brouwer Pierre Celis begon in 1965 het troebele witbier opnieuw te brouwen, volgens de oude methoden, met natuurlijke ingrediënten. Daarom smaakt Hoegaarden nu nog net als vroeger. Celis was melkman van beroep maar had het brouwersstiel geleerd bij zijn buurman Tomsin, de laatste ambachtelijke brouwer uit Hoegaarden. In 1965, enkele jaren nadat Tomsin sloot, begon Celis op zijn hooizolder met een testbrouwsel. In 1966 stichtte hij de brouwerij De Kluis.
Hier vertrekt onze wandeling door het prachtige landschap van Hoegaarden met zijn vele hollewegen. We passeren de oude brouwerij Loriers uit 1832 de brouwerij met grote vierkantshoeve, vandaag staat de brouwtoren ingepakt er wordt van het hele complex een woonerf gemaakt, met veel zorg voor het uitzicht van de oude brouwerij, gelukkig hebben we nog wat beelden van voor de restauratie.
Op onze wandeling blijft de Sint-Gorgonuiskerk steeds het herkenningspunt. Gelegen op het hoogste punt van Hoegaarden is ze alom tegenwoordig. Hoegaarden het dorpje aan de Grote Gete met zijn prachtige hollewegen en zijn mooie landschap genieten is het wel. Golvend landschap klimmen en dalen langs bermen die rijkelijk begroeid zijn, prachtige oude huizen die gebouwd zijn met zandsteen uit de Vallei van Gobertange. Deze Gobertangesteen gevonden in de beurt van Melin met zijn zachte kleuren kom in deze streek wel meer voor.
We keren terug richting Hoegaarden centrum en zien in de verte de brouwerij Lories en de brouwerij Hoegaarden, gelukkig is het brouwen van het Wit Bier terug in Hoegaarden en word de traditie van bier in Hoegaarden verder gezet. Nu komen we in het centrum met de Tuinen van Hoegaarden In het 4ha grote Kapittelpark onder de eeuwenoude bomen de gezellige hoekjes met originele plantcombinaties, pergola's en waterpartijen maken dit domein tot een favoriet oord. De rust van de natuur en de tuincultuur vormen een mooi evenwichtig geheel. Wij wandelen door het park en genieten van de eerste bloemen.
De Tuinen van Hoegaarden
We verlaten het park en nemen even een kijkje in de prachtige kerk. Dan dalen we het kerkplein af nog even de prachtige gebouwen bewonderen en zo komt de brouwerij De Kluis terug in het zicht. Een prachtige wandeling in het Brabantse Haspengouw.
MARCHE D'APRES-MIDI / LA SAVATE ALLEUROISE / ANS-ALLEUR 02/02/2008
23E MARCHE DAPRES-MIDI
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS-ALLEUR.
We vertrekken met onze wandeling in Ans, langs het gerenoveerde kerkplein met het standbeeld voor de gesneuvelden.
We wandelen in deze landelijke omgeving we zijn hier tenslotte nog altijd in Haspengouw, we genieten van de omgeving, we wandelen door de velden en komen in Loncin, in het portaal van de kerk hangt een mooie tegelwand ter ere van de gesneuvelden soldaten van Loncin in 1914-1918.
We komen aan het Fort van Loncin. Fort Loncin was een van de 12 Belgische forten van de ring van forten rond Luik. Het werd in 1888 naar plannen van generaal Henri Alexis Brialmont gebouwd. De forten werden opgetrokken uit ongewapend beton, aangemaakt met grote rolkeien uit de Ourthe. De vorm van het fort is een gelijkbenige driehoek met een oppervlakte van 0,01 km², die omgeven wordt door droge grachten van 10 meter diep en 15 meter breed. Het fort bevindt zich ongeveer 7 km ten westen van de binnenstad van Luik aan de uitvalsweg in de richting van Brussel. De bezetting van het fort bestond uit 500 artilleristen en 80 infanteristen. Op 15 augustus 1914 raakte een 42 cm granaat de munitiekamer van Loncin. Het fort ontplofte en 350 Belgische soldaten waren op slag dood. Hiermee kwam de strijd om de forten van Luik ten einde. Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort niet herbouwd. Het fort werd of beter: bleef de begraafplaats voor de soldaten die omkwamen bij de explosie. Dit onder andere vanwege het feit dat er zich in het fort waarschijnlijk nog enkele tonnen aan munitie bevinden. Omdat men het nooit heeft aangedurfd de granaten en het kruit op te ruimen, besloot men het hele complex in een groot graf te veranderen.
Ter nagedachtenis werd er een monument bij het fort gebouwd. Er is ook een museum, er is gewerkt aan de ingang van het Fort en ze hebben wat figuren erbij gezet. Een paar dagen per jaar is er een opendeurdag. Zeker de moeite om eens te bezoeken, zo komen we terug aan ons vertrekpunt en eindig een mooie wandeling.
MARCHE D'HIVER DES GUIBOLLES / LES GUIBOLLES GUIBERTINES / BLANMONT 27/01/2008
MARCHE DHIVER DES GUIBOLLES
LES GUIBOLLES GUIBERTINES.
BLANMONT-CHASTRE.
In de omgeving van Blanmont treft men heel wat oude herenboerderijen aan, met de poorttorens die dienst deden als duiventil, wat weer duiden op de belangrijkheid van de eigenaar, niet iedereen mocht zo maar en duiventoren hebben, het was een voorrecht voor voorname lieden.
WATERMOLEN BLANMONT
De streek wordt ook doorkruist door verschillende waterlopen zoals lOrne, La Houssiere en de Ruisseau. Met als gevold dat er vele watermolens waren en we passeren er enkele. Al dadelijk aan het vertrek komen we aan roze watermolen, spijtig dat het waterrad zo slecht zichtbaar is, wat verder weer een roze boerderij met een poorttoren, blijkbaar is zijn deze hoeve en de watermolen ooit van één eigenaar geweest.
We wandelen verder door deze prachtige streek achter elke bocht komen we wel een interessant gebouw tegen, vooral de herenhoevens zijn er veel met een poortgebouw en volledig ommuurd.
In het dorpje Hevillers komen we langs de dorpsbron welke mooi aangelegd is, dan weer een paar mooie boerderijen, we wandelen door de prachtige hollewegen waar de natuur op zijn best is, we hebben dit prachtige gedeelte pas achter ons of er duiken weer nieuwe kastelen op.
Wat verder een grote vierkantshoeve en dan komen we aan het Domaine Al Poudre Gelegen langs de lOrne, waarschijnlijk bestaat de molen Al Poudre al lang, maar in 1608 vermeldt men het bij een proces dat de Heer van het Kasteel van Blanmont de nieuwe eigenaar van de molen tegen de burgers van Malines. Men maalde er schors van eiken fijn.
Hij werd gebruikt om graan te malen tot in 1940. In 1815 gebruikte Napoleon het als munitiedepot, vandaar "Moulin Al Poudre. In 1865 wordt het een brouwerij, het is de oorsprong van de beroemde brouwerij van Mont-Saint-Guibert met zijn Vieux Temps. Deze molen werkte nog in 1963 maar zijn activiteiten beperkten zich tot malen van de graangewassen.
Nog een laatste klim en we komen terug in het dorp. Met zijn prachtige kasteelhoeve. Wat een bijzonder mooie omgeving met prachtige en waardevolle gebouwen. Een wandeling die nog langs zal bijblijven.
MARCHE D'APRES-MIDI DES MAUVES ET BLANCS / LESGLOBE-TROTTERS / AWIRS FLEMALLE. 26/01/2008.
MARCHE DAPRES-MIDI DES MAUVES ET BLANCS
LES GLOBE-TROTTERS.
AWIRS-FLEMALLE.
Awirs een deelgemeente van Flemalle. Met prachtige gebouwen, we komen langs het Chateau dAigremont werd gebouwd tussen 1717 en 1725 door Mathias Clercx, kanunnik van de Luikse kathedrale Saint-Lambert. Het kasteel is een mooi voorbeeld van kasteelarchitectuur uit het begin van de 18de eeuw in deze streek. Meer dan twee eeuwen lang was het in handen van dezelfde familie. Nu is het eigendom van de Association royale des demeurs historiques.
De naburige hoeve, opgetrokken in kalksteen uit de streek, werd gebouwd boven op de resten van een oude vesting, die verschillende keren werd verwoest en waar de oorsprong teruggaat tot de 10de eeuw. Wij zien het kasteel op de rots, eerst de hoeve eb dan de voorkant. Gewoon prachtig. Op de heuvel tegenover het vertrek ligt nog een prachtig kasteel, spijtig dat we niet weten hoe dit heet.
We wandelen verder en wandelen door het mooie landschap. Langs de voormalige steengroeven. We dalen af en komen in het dorp langs een prachtig kapelleke en in de school is controle, na een hapje en drankje wandelen we verder.
Komen aan Tchafornis, het Parc des Tchafornis dat in 1994 opgesteld werd, in de voormalige steengroeve, bijzonder is de rechte wand van verschillende stenen waar fossielen op te zien zijn, het park is mooi aangelegd en voorzien van borden met uitleg en aan de wand is een wandelpad aangelegd waardoor je heel duidelijk de fossielen kunt waarnemen. Deze oude steengroeve is nu een bijzonder mooi wandel en leerpark.
De huizen uit lokale steen zijn een juweeltje van bouwkunst. We wandelen verder langs de steengroeve met een zicht op het kasteel dAigremont, nog een stukje langs de mooie natuur en we hebben een pracht van een wandeling achter de rug.
WANDELEN IN BRUSTEM / OKRA BORGLOON / BRUSTEM 21/01/2008
WANDELEN IN BRUSTEM.
OKRA BORGLOON.
BRUSTEM.
We vertrekken met de wandeling in Brustem centrum. Onze eerste stop is de burcht van Brustem. Lodewijk I, graaf van Loon, bouwde omstreeks 1170 in Brustem een sterke achthoekige toren en voorzag die van een garnizoen. Tegelijkertijd werden de kerk en het kerkhof door een grote wal versterkt.
Brustem kreeg in 1170 stadsrechten van de Loonse graaf maar door de concurrentie van Sint-Truiden werd Brustem nooit een belangrijk centrum. De burcht van Brustem speelde wel weer een rol op 28 oktober 1467 tijdens de slag bij Brustem, die door Karel de Stoute tegen de Luikenaars werd geleverd, onder de muren van de sterkte waarin de Luikse ambachten zich verschanst hadden. In 1489 werd zij echter stormende hand ingenomen en geslecht door de hertog van Saksen. Het trotse bouwwerk verviel steeds meer in de volgende decennia. Van de burchttoren op een steile motte gebouwd, blijft nog de helft over. De voorburcht is volledig verdwenen.
De aarden wal en omgrachting zijn alleen nog aan de noordkant aanwezig. De ruïne wordt thans in stand gehouden door de vereniging De Burchtwacht. We wandelen verder en genieten van de mooie gebouwen, de grote hoeve en de kapel, nu word onze wandeling geheel anders we wandelen de velden in. Hier weer en plantage en dan weer een hoogstamboomgaard.
We komen ook langs de plantage met het hagelkanon. Rond deze kanonnen is er veel herrie. Bij mogelijke hagel worden om de 5-7sec schokgolven de lucht ingeschoten tot op 15.000meter waar ze zich mengen met de koude lucht en daardoor de hagel omvormen in water. Dit is de simpele uitleg. Het is natuurlijk wat ingewikkelder dan dat. Maar ze maken wel een donderend geluid, men moet de hagelwolken voor zijn en de kanonnen moeten 20 minuten op voorhand aangezet worden. Het is altijd een afwegen tussen de economische voordelen en de overlast voor de buren. In de omgeving van Brustem/Rijkel staan een paar van deze hagelkanonnen. Wij wandelen terug naar Brustem centrum, waar we samen de wandeling afsluiten.
Janneke Aerts verdient een straatnaam in Borgloon. Hij heeft mij van de Duitsers gered.
Zestig jaar lang zweeg Simon Gronowski (76) over zijn verleden. Maar donderdag deed hij zijn boekje open voor de leerlingen van het Atheneum in Borgloon, opdat zij de oorlog nooit zouden vergeten. Of de dappere Aerts zijn straat krijgt, is niet zeker. Maar voor het overige mag het gelukkige Pools-Joodse ketje van weleer op beide oren slapen. De leerlingen van Borgloon zullen Simon nooit vergeten.
Simon Gronowski was negen in 1940. Een gelukkig kind, uit een gelukkig gezin. Mijn vader was een Pool, mijn moeder een Litouwse. Ze waren naar België gekomen, op zoek naar wat geluk en op de vlucht voor de jodenhaat en armoe. Het waren de sans papiers van die tijd. Hier hebben ze gevonden wat ze zochten. Mijn vader had een winkeltje met lederwaren in Etterbeek. De zaken liepen gesmeerd.
De oorlog veranderde daar in het begin niets aan. Er kwamen ook veel Duitse soldaten over de vloer. Ik vond het best aardige jongens. Toen mijn ouders te horen kregen dat ze zich moesten laten registreren als Jood, aarzelden ze niet lang. Het is om jullie beter te kunnen helpen, hadden de Duitsers gezegd.
Daarna begon de nachtmerrie. De radios werden in beslag genomen. De deuren van de winkel moesten dicht. Vader Gronowski werd opgenomen in het ziekenhuis en net toen werden Simon, zijn moeder en zus opgepakt. Het was negen uur. Moeder had koffie gezet en mijn zus had mijn boterhammen met confituur gesmeerd. Toen stond er plots een man van de Gestapo in de kamer te tieren: Papieren!
In april 43 werden Simon en zijn moeder, samen met honderden andere Joden, homoseksuelen, gehandicapten en kunstenaars op de beestenwagen richting Auschwitz gezet. Wat in de trein en daarna gebeurde, valt te lezen in een boek dat daarover is verschenen. Ik heb mijn ma en zus nooit meer gezien. Ik weet het, het is geen origineel verhaal, zegt hij bijna verontschuldigend. Miljoenen mensen hebben het meegemaakt. Origineel of niet, de leerlingen van het Atheneum hingen aan Simons lippen en hielden niet op met vragen over hoe hij ontsnapte en hoe Janneke Aerts, een brave familievader uit Berlingen-Borgloon, hem tegen de Duitsers heeft beschermd, nadat hij uit de trein was gesprongen en gevlucht.
Dat verhaal wordt één van de 25 bijdrages in een boek van het Davidsfonds, dat verschijnt op de 60ste verjaardag van het Universele Verdrag van de Rechten van de Mens. Hoe belangrijk dat verdrag wel is, werd duidelijk aan het einde van Simons betoog. Of zoals leerling Thiry Vandersmissen het verwoordt: Jongeren zouden blij moeten zijn dat ze in deze tijd leven. Schrijf dat zo maar op.
Gunter WILLEKENS Het Belang van Limburg 01/02/2008.
Romeinse sporen in de schaduw van een middeleeuwse stadje.
STADHUIS EN KANUNIEKENHUIS
We vertrekken met de wandeling aan het stadhuis van Borgloon. Langs de middeleeuwse burcht. We komen langs het Speelhof met het Kanuniekenhuis. Dan wandelen we langs de Graaf de middeleeuwse omwalling van het gravenstadje. Spijtig dat alleen de contouren van de omwalling bewaard gebleven zijn. We komen aan de Mot vallei, met het motkasteel en de wijngaarden, hier hebben we een prachtig zicht op de Motvallei.
DE GRAAF EN KASTEEL DE MOT
We dalen af en klimmen dan terug en steken de steenweg over. Nu wandelen we naar Bollenberg. Het golvend landschap, de weilanden en de plantage hier is het volop Katarakt landschap. We komen aan de perenweide waar bij de opname van d e serie de kersentoren stond, de eigenaar heeft de toren afgebroken, Katarakt wandelaars zijn niet welkom op zijn eigendom. Een mooi stukje erfgoed is hier verloren gegaan.
MOTVALLEI
PANORAMA OP BORGLOON
Wij bevinden ons nu in het natuurgebied Bollenberg en komen zo op de Romeinse Kassei, de weg die gedurende 2.000 jaar een belangrijke rol speelde in Haspengouw. Nu is het een van de mooiste fiets- en wandelwegen die we kennen met prachtige gebouwen in de onmiddellijke omgeving. We wandelen de hoogstam kersenweide in waar de rustbank ons uitnodigt om even te verpozen in dit prachtige landschap. We vervolgen onze weg en hebben een prachtig zicht op het kerkje van Grootloon.
RUSTBANK KERSENWEIDE
KERKJE GROOTLOON
Het golvend landschap met fruitplantages en helling bossen en akkers is speciaal en pooi, we wandelen over het golvend landschap en genieten van de vergezichten die ons ten deel vallen. Nog een panoramisch zicht op het gravenstadje met de kerktoren als opvallend herkenningspunt.
Nu dalen we af en komen uiteindelijk terug aan de steenweg die we terug overstekken. We klimmen langs de Oude berg en passeren nog een paar mooie oude huizen. Zo komen we terug aan het stadhuis. Al de vier Katarakt wandelingen hebben we gedaan en elke wandeling heeft zijn charme en zijn bijzondere mooie zichten, zeker een aanrader.
LANDSCHAPWANDELING ALDEN BIESEN / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN. 07/02/2008
LANDSCHAPWANDELING ALDEN BIESEN.
LANDCOMMANDERIJ ALDEN BIESEN.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
Enige tijd geleden deed Regionaal Landschap Haspengouw een oproep naar Greenspotters. Om de wandelingen van het Regionaal Landschap te controleren.
Als wandelfanaten vonden Christiane en ikzelf dat dit wel iets voor ons zou zijn, om de wandelingen te controleren, het is een goed idee om de wandelingen up to date te houden en problemen te verhelpen waardoor de wandelaars die na ons komen er ook volop van kunnen genieten. Vandaag worden de Greensspotters uitgenodigd voor de nieuwjaarsreceptie. Hoe kan een receptie voor Greenspotters beter beginnen met een fikse wandeling.
Wij krijgen de primeur om de Landschapswandeling Alden Biesen in te wandelen met de deskundige uitleg van Christel Cornelissen die de aanleg begeleid heeft. Vertrek aan de parking van Alden Biesen. We wandelen langs de Franse tuin met een prachtig zicht op de landcommanderij. We steken de weg over en wandelen het kleine natuurreservaat binnen.
Door de beemd, langs de vallei over het houten pad, op deze wandeling heb je telkens een zicht op de landcommanderij, langs 100 jarige boomgaarden en langs het Engelse park van het kasteel. Op de heuvelrug zien we de kasteelhoeve eigenlijk de rentmeesterwoning. Mooi is het wel langs de weilanden met hoogstambomen en afgehaagd met meidoornhagen, zoals het eens was voor de prikkeldraad zijn weg vond naar onze streken.
Tussen de bomen zien we het Apostelhuis opdagen, nog een stukje langs de weg en we staan aan de ingang van het Apostelhuis. Eigenlijk hebben we veel geluk vandaag een fijne zonnige dag en als het zonneke op onze knokken kan schijnen doet dat deugd. Samen gaan we het Apostelhuis binnen waar een fijne receptie op ons wacht. Wij maken kennis met de andere Greenspotters.
We worden vergast met een paar gedichten van de Haspengouwse Fruitdichter. Boudewijn Knevels leest er enkele van zijn gedichten.
Het stukje Romeinse weg aan de Helshoven kapel herberg een stukje geschiedenis dat niet zo prettig is. Een stukje uit Het Belang van Limburg Langs een oude Romeinse weg in Gotem: (Borgloon) en niet ver van de kapel van Helshoven - een bekend en druk bezocht bedevaartsoord ter ere van Maria, koningin van de blijde vrede-- staat een galg. Het is een constructie van eiken balken met een galg, die om en bij de drie meter hoog is en dateert uit 1982.
In de omgeving staan wat bomen en struiken in terrasvorm. Het is een groen en vooral vredig oord voor wandelaars en picknickers, die er even komen verpozen aan tafels en banken. Toeristen uit alle hoeken van het land maken niet enkel kennis met het leemrijke, het golvende en het fruitige Haspengouw. Ook en vooral doet de galg hen herinneren aan een luguber verleden. In 1493 - bijna 500 jaar geleden - werden er de eerste boeven opgeknoopt. Ze kwamen uit het naburige Rijkel, nadien volgden nog vele andere outlaws en rovers. Destijds spraken koningen, rondreizende rechtbanken en schepenbanken de doodstraf - veelal ophanging aan de galg - uit onder een stokoude linde. En niet ver daar vandaan stond de galg, waar de beul de strop rond de nek van de ter dood veroordeelde deed. Van in de vroege middeleeuwen tot aan de Franse lijd vonden boeven, moordenaars, deserteurs en tal van andere kleine en grote criminelen de dood aan de galg.
LAATSTE KLUIZENAAR
HOOGSTAM BOOMGAARD
In onze contreien kregen vooral vele Bokkenrijders - ze maakten deel uit van een roversbende uit de 18de eeuw - een koord om de nek. Allen werden opgehangen aan een eikenhouten galg, die veelal op een berg in een uithoek van een dorp of een gehucht stond. In de steden lagen de galgenvelden buiten de stadswallen. Ook heksen bengelden hoog aan een galg. Niet veel, maar het kwam voor. Veruit de meeste heksen stierven een erg pijnlijke dood op de brandstapel. Die met mutsaarden eveneens in een uithoek van het dorp of op een heuvel werd aangestoken. Zowel de galgen als de plaatsen waar heksen werden verbrand, werden door de mensen angstvallig gemeden. Dood boezemde de mensen angst in. Rond die plaatsen ontstonden ook de spookverhalen en dwaalden er 's nachts lichtjes rond. Vandaag neemt een meerderheid van de mensen dergelijke verhalen niet meer au serieus.
ROMEINSE HEERBAAN
KAPEL HELSHOVEN
TJENNE DE HEKS
Sinds Napoleon spreekt de galg niet meer. Ook in Limburg zijn vele sporen door de tand-des-tijds uitgewist. Met uitzondering van sommige straatnamen, die nog verwijzen naar het bestaan van de galgen. En ook in een aantal plaatsnamen komt de samenstelling met «galg» nog voor: Galgenberg, Galgenveld, Galgenbos en Galgendries. De galg in Helshoven en de heuvel er rond is het enige tot nu toe gerestaureerde galgenveld van de provincie.
TSJENNEBOOM
PANORAMA OP BORGLOON
KASTEEL HULSBERG
De man achter de reconstructie van de galg en de herwaardering van nog vele andere bezienswaardigheden in en rond Helshoven is de Assumptionist Arsène Martens. die momenteel verblijft in het Sint-Aloyisiusinstituut te Zepperen. Er gaat bijna geen dag voorbij of broeder Arséne loopt effen langs. Van het galgenveld naar de Tjenneberg, dat op een kruispunt ligt van de vier gemeentes Voort, Gotem, Mettekoven en Hoepertingen. En het gaat erg bergop. Met zijn 92 meter het hoogste punt in Midden-Haspengouw. Een kleine zilveren abeel met wat struiken er omheen sieren samen met een rustbank de heuveltop.
NAAR METTEKOVEN
Centraal staat er ook een bordje niet een herinnering aan «Tjenne» of «Jenne», bijgenaamd de heks van Mettekoven. De naam zou verwijzen naar een Johanna of Anna Machiels, die van hekserij werd beschuldigd. Na een proces van ruim twee jaar werd «Tjenne de heks» in 1667 levend verbrand. Ze zou de verpersoonlijking zijn geweest van allerlei boze machten. Ook zou ze heel wat kwaaie daden op haar kerfstok hebben gehad of destijds jong en oud ertoe aangezet. De doodstraf werd uitgesproken aan de voet van een reuzelinde. Een goeie 100 meter beneden de Tjenneberg en de verbranding vond dan op de top plaats. Sindsdien wordt in de overlevering en geschriften gesproken over de «Tjenneboom» (de eerste). Hoe reusachtig die boom was? In een nummer van het tijdschrift «Limburgse Volkskunde» (1888-1889) schrijft Jules Frère: «De omtrek van de linde was 5,60 meter en vier personen konden makkelijk in één der spleten staan. Het takkengestel was sterk ontwikkeld en had een doorsnede van 16 meter». Eind vorige eeuw stierf de reuzelinde van ouderdom en in de nabijheid schoot een populier wortel, die dan de naam van Tjenneboom (de tweede) droeg. Hij bleef niet verstoken van onheil. Of had Tjenne de heks daar de hand in? Het leek alsof haar geest er nog rondzwierf. In volle groei werd hij geteisterd door een orkaan. Hij overleefde de aanslag.
METTEKOVEN
STASVELD
Vóór de invasie van de Duitsers in de tweede wereldoorlog gebruikte het Belgische leger de heuvel - toch een ideale uitkijkpost over een groot deel van de provincie - als verkenningspunt, met een telefooninstallatie in de onmiddellijke nabijheid. Ook de Duitsers en de Amerikanen maakten gebruik van de gunstige ligging van de Tjenneheuvel. De Amerikanen sloegen bijna een jaar lang hun tenten op onder de hoorn. De dag nadat ze in de zomer van '45 wegtrokken sloeg de bliksem in de populier. Van de kruin tot de wortel werd de stam opengereten. Vijftien jaar later werd de zwaargehavende boom, zoals «Tjenne de heks» - oh, speling van het noodlot -, levend verbrand. Na de blikseminslag gingen kinderen uit Helshoven en omgeving spelen in de holle boomstam. Ze haalden allerlei kattenkwaad uit en gingen ook een vuurtje stoken. De populier ging in de vlammen op. Alleen de stronk bleef nog overeind. Kinderen hebben van de eens zo statige boom een reus op lemen voeten gemaakt. En op een mooie woensdag lag dan ook de stronk tegen de, grond. Hij kwam neer in een tarweveld. Tjenneboom twee was dood. Niet getreurd. Tien jaar later verrees een derde boom uit zijn as. Door toedoen van de ijverige broeder Arséne Martens, burgemeester Vrancken van Gotem, en tal van notabelen uit Borgloon. SintTruiden en de rest van de provincie werd een jonge witte populier geplant.
STASVELD
Vandaag is de abeel een uit de kluiten gewassen populier, die opnieuw de naam «Tjenneboom» draagt. Tot nu toe is hij gespaard gebleven van de bliksem of enig andere natuurramp. Misschien is de toom van «Tjenne de heks» geluwd en heeft haar ziel in de kleffe leemgrond eindelijk rust gevonden. Bij het aanplanten van de derde Tjenneboom op 22 april 1970 schreef de voormalige conservator van Bokrijk Jozef Weyns een korte spreuk, die nog altijd op een bord langs de boom prijkt: «Opnieuw geplant door Vrancken's hand, waar 'k eeuwen overschouw ons vruchtbaar Haspengouw». Inderdaad, de Tjenneheuvel en de vele boomgaarden er rond zijn het hart van de fruitstreek in Haspengouw. Vanop de heuvel kijken we ook naar het golvende landschap en hebben er een ongelooflijk mooi panorama. Bij goed weer en een open, blauwe hemel tellen we er een 15-tal kerktorens. Het zijn bakens in het landschap. Zelfs de steenstorten van de mijnen van Waterschei, Winterslag, Zwartberg, Houthalen en Beringen zijn goed zichtbaar. Een betere uitkijk over de streek is er niet. De laatste blik die de heksen op de brandstapel en de boeven aan de galg met zich meenamen naar de eeuwigheid was alleszins de moeite. Uit Het Belang van Limburg van 2 Augustus 1991 door Xavier Lenaers.
HOEVE HELSHOVEN
De Katarakt wandeling van Helshoven vertrekt aan de kapel van Helshoven. We wandelen over de Romeinse weg richting Tjenneboom. We klimmen door het prachtige landschap achterom kijkend naar de kapel. Zo komen we aan het monument van Tjenne de heks, dit vervangt het oude plaket en werd geplaatst bij de herinrichting van de verkavelingwerken. Wat verder staat Tjenneboom. Het panorama is uniek in de streek een prachtig zicht op het graven stadje Borgloon, kasteel de Hulsberg. Hier verlaten we de Romeinse heerbaan en wandelen naar Mettekoven. Een prachtig uitzicht op het dorpje Mettekoven, een echt grand-cru landschap, met golvende akkers langs een smal pad met bessenstruiken, een holle weg dan komen we in Mettekoven, langs de grote vierkantshoeve en dan het natuurgebied Stasveld binnen vanop de uitkijktoren hebben we prachtig beeld van het golvend landschap en wat verder door de kersenweide dan zakken we af naar de Romeinse heerbaan en zien terug de Kapel van Helshoven.
Op het plein voor de kapel staan twee prachtige hoeven. Om de prachtige wandeling af te sluiten gaan we in de De Kluizenaar een lekker pannenkoek met Loonse stroop eten.
Kastelendorp, met 4 kastelen heeft een dubbel entiteit, voorvloeiend uit het middeleeuws verleden, tot op heden gaaf bewaart. Het vroegere Gorsleeuw een typische kasteeldorp en het straatgehucht Opleeuw. Wij vertrekken met de wandeling in Opleeuw.
We wandelen hier in het heuvelachtig gebied, de overgangszone tussen Droog en Vochtig Haspengouw. Hier en daar staan nog oude huisje in vakwerk welke prachtig gerestaureerd zijn. We dalen af en wandelen naar het centrum van Gorsleeuw, zo komen aan het prachtige dorpsplein met de Sint Martinuskerk, het kasteel van Gors, de kasteelhoeve met bakoven en de paardenrijschool. Deze site is prachtig om te bezoeken.
KASTEEL VAN GORS
Gors-Opleeuw doet mee aan de wedstrijd Mooiste dorp van Vlaanderen met zijn vier kastelen en prachtige kasteelhoeven maakt ze wel kans om dit te winnen. Wij wandelen verder en komen aan het brongebied van het zachtglooiend zijdalletje van de Molenbeek, dit vormt het landschappelijk decor van het kasteel van Opleeuw. We komen voor de kasteelsite waar je eigenaardige golvingen in het landschap ziet de voormalige kasteelvijver met het eilandje zijn duidelijk te zien. Wat verder zien we de ommuurde kasteeltuin.
KASTEEL VAN OPLEEUW
Hier is nu de bekende wijngaard van Gors-Opleeuw. Zo komen we aan het kasteel van Opleeuw. Dit gebouw in neorococo-stijl (1874) wat slechts 1/3 van het oorspronkelijk gebouw is. Ten westen van het kasteel de twee parallelle vleugels van de kasteelhoeve en het boswachterhuisje. In de straatgevel van de rechtse vleugel is een zonnewijzer verwerkt. Wat verder staat de Mariakapel. Nog wat klimmen, wij kijken nog even achterom om te genieten van het prachtige zicht op het kasteel.
WINTERWANDERUNG / MARSCHFREUNDE KELMIS / KELMIS - LA CALAMINNE 20/01/2008.
36E WINTERWANDERUNG
MARSCHFREUNDE KELMIS
KELMIS/ LA CALAMINE
Kenmerkend voor deze vriendelijke gemeente in het hart van de Drielandenhoek is de grote menigvuldigheid van de natuur.
WATERMOLEN MORSENET
Een verrukkelijk landschap ligt aan de voeten van de wandelaar: het Hoge Veen, het Hertogenbos in 't zuiden, in 't noorden en oosten het Pruisbos en in het westen het Herver Heuvelland. We wandelen door het prachtige Geuldal. De Geul is 58 kilometer lang en het totale verval bedraagt ongeveer 250 meter. Vroegere kanalisaties worden weer opgeheven, zodat de rivier weer in haar oude loop komt te liggen. De rivier meandert zo weer als vanouds door het prachtige landschap.
Zo wandelen we naar Morsenet, een gezellig bruggetje over de rivier de Geul is het eerste, dat je ziet als je bij Moresnet aankomt. Vrijwel direct zie je ook een hoog spoorwegtraject en een groot toeristenbord.Dit alles maakt, dat je stopt en gelijk je fototoestel pakt. Het toeristenbord van de Belgische spoorwegen. Daarop staat in drie talen de geschiedenis van het viaduct. Het werd tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers gebouwd. In 1940, tijdens de aftocht, vernielden de Belgen het viaduct gedeeltelijk en bouwden de Duitsers het weer op. In 1944, toen de Duitsers vertrokken, vernielden zij op hun beurt het viaduct weer. De Belgen bouwden het op en in 1948 was het klaar. Het viaduct is 1.107 meter lang en tussen de 23 en 52 meter hoog.
VIADUCT MORSENET
MUSEUM MORSENET
Wat verder staat het museum van Morsenet met een aandenken aan de oude brug, de brug werd enkele jaren geleden volledig hernieuwd. We komen langs Foulerie 1726-1860 deze molen stopte zijn activiteit in 1972 nu word er door de turbine stroom opgewekt. We wandelen de zijstraat in en een stevige klim staat er voor onze voeten. We komen langs het Chateau de Bempt met zijn toren in bruine steen. Een stevige klim en we hebben een prachtig zicht op het viaduct.
MUSEUM MORSENET
CHATEAU DE BEMPT
We wandelen door het bos en komen aan het goed van Kasteel Eyneburg te Hergenrath. Het is één van de weinige kastelen van het hertogdom Limburg dat op een heuvel gebouwd is in plaats van in een dal. Men beschermde zich door middel van kunstmatig aangelegde grachten.
DOMEIN EYNEBURG
Eynebourg bepaalt het landschap van de linker Geuloever. Men kan kasteel Eynebourg, door zijn hoge ligging en vanwege de ronde toren met slanke spits, van zeer ver zien. In 1960 (nog), was het kasteel, als gevolg van het afbreken van een brug tijdens de Tweede Wereldoorlog slechts toegankelijk via de tweede weg. Deze weg takt zich af op de weg naar Aken op het uiterste noordoostelijke puntje van de bebouwde kom van La Calamine (Kelmis). Deze afslag loopt naar Hergenrath. Op de weg over de heuvel die voor dit dorp ligt, moet men rechts afslaan, een smalle holle weg in.
Deze weg loopt door een romantische rotsachtige en beboste engte, steekt vervolgens de geul over. Door deze prachtige weg dalen we af naar Kelmis. Nog langs de grote vijver en de grote baan over en terug naar het centrum. Door het park dat herinnerd aan de mijnbouw. Zo komen we terug aan in Kelmis. Een prachtige aangename wandeling met veel afwissseling.
34 MARCHE INT. DES PANTOUFLARDS / LES PANTOUFLARDS DE VILLERS L'EVEQUE / VILLERS L'EVEQUE 19/01/2008
34e MARCHE INT. DES PANTOUFLARDS
LES PANTOUFLARDS DE VILLERS-LEVEQUE.
VILLERS LEVEQUE.
Villers-l'Evêque is een Haspengouws landbouw- en woondorp in het westen van de gemeente Awans. Het is een landbouwgemeente met grote boerderijen.
We wandelen door de straten van Villers LEveque de ene grote boerderij na de andere. Het zijn toch prachtige gebouwen, met groet inrijpoorten, dikwijls zijn het vierkantshoeves. We zijn hier dan ook in het Waalse Haspengouw. We wandelen naar Xhendremael en Othee, beide landbouwdorpjes.
Othee is hier gekend voor de strijd van 23 september 1408 met Overwinning van de prins-bisschop van Luik en zijn Bourgondische bondgenoten. Voor de rest komen we boerderijen, landerijen en akkers. Zo komen we terug in Villers LEveque.
We wandelen langs het Perron van Villers LEveque beschermt als monument in 1937. Een perron is een stenen zuil met daarop een bol (pijnappel) en een kruis. Het is een symbool van vrijheid en autonomie. De oorsprong is duister en waarschijnlijk heidens. Waarschijnlijk was het de markering van de plaats waar recht werd gesproken.
Deze perrons zijn uitsluitend te vinden in plaatsen die behoorden tot het Prinsbisdom Luik. Zo eindigt onze korte wandeling, wij moeten ons klaar maken voor ons jaarlijks clubfeest bij onze wandelclub De Schoverik.