Soms is het toch raar, we wandelen in onze eigen gemeente, hebben hier duizenden kilometers gewandeld, iedere dag een tochtje van een paar uur met de hond.
OUDE SPOORWEGZATE
HOEVES IN KUTTEKOVEN
KASTEEL HULSBERG
De nieuwe wandelingen van Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren die op het einde van Maart officieel geopend worden hebben een aantal mooie plekken opgesteld voor de wandelaars. Wij zullen met de wandeling van De Strooplekkers ze ontdekken. We vertrekken aan de voetbalkantine en wandelen dadelijk langs de oude spoorwegzate, Natuurpunt is hier onderhoudswerken aan het doen en het ziet er allemaal wat beter uit de doorgang is nu terug goed begaanbaar en we kunnen terug genieten van de prachtige natuur.
SNEEUWKLOKJES
KERK KUTTEKOVEN
KAPEL HULSBERG
We komen in Kuttekoven langs de boerderijen, in de kersenweide staan veel sneeuwklokjes, mooi de witte bloempjes in het groenen gras. We wandelen Kuttekoven uit richting Hendrieken-Voort. Op de heuvel ligt het kasteel van de Hulsberg. Wij wandelen langs de kapel van de Hulsberg. Deze kapel, ooit een kluizenaarskapel staat er prachtig bij spijtig dat ze niet bezocht kan worden ze is eigendom van het kasteel en afgesloten.
Door het golvend landschap hebben we soms wel een vreemd zicht op het kasteel, dan steek het hoog boven het landschap en wat verder zie je alleen het dak en toren. Maat het is een prachtige gebouw met een mooi park. Hierna brengt de wandeling ons naar Borgloon met een stuk langs het kasteel De Mot gelegen in de Motvallei. We klimmen uit de vallei en steken de steenweg over en klimmen naar Bolderberg.
KASTEEL DE MOT
ZICHT OP BORGLOON
KERSENTOREN
SEVAESHOEVE
We komen langs de nu hier in de streek beroemde Kersentoren uit Katarakt, maar degene die de streek niet kennen lopen wel een teleurstelling op er blijft niks meer over van de kersentoren. De eigenaar heeft de 80 jarige Kersentoren gewoon neergehaald hij wil geen toeristen op zijn eigendom. De Kersentoren was een stenen gebouw, die op het hoogste punt van de kersenweide stond en waar de herenboer plaats in nam en zo zijn kersenplukkers kon controleren, deze kersentoren was bijzonder door het feit dat hij twee verdiepingen telde en met veel zorg gebouwd was. Spijtig dat de toren gesloopt is en een stukje fruitgeschiedenis verdwenen is.
KERKJE GROOTLOON
CHRISTIANE, ANDRE EN MARLEEN
We wandelen verder en komen zo in Grootloon. Langs de prachtige Servaeshoeve, in deze hoeve werd vroeger stroop gestookt het speciale dak is nog altijd te zien. Nu klimmen langs de kerk omhoog, het kerkje van Grootloon is een bijzonder mooi gebouw. Hier is een nieuw wandelpad aangelegd door de weide, gewoon prachtig. Hier komen we Marleen en Andre tegen hier kun je rustig zitten en een babbel maken, het is ook zon prachtige dag Blauwe hemel en een lekker zon.
MEER DAN 20 JAAR ONZE VRIENDEN
BORGLOON
Wij dalen af en wandelen terug naar de steenweg welke wij oversteken, dan klimmen we op naar het centrum en komen terug aan ons vertrekpunt. Een pracht van een wandeling.
AMICALE DES MARCHEURS KAYL / TETANGE / LUX. 10/02/2008.
AMICALE DES MARCHEURS KAYL.
TETANGE. LUX.
Tetange ligt in de lieflijke Kayl vallei. Indrukwekkende rood afgeslepen steenformaties met rondom het diepe groen wijzen op de vroegere open ertswinning. Het zuiden van Luxemburg, ook le bassin minier genoemd is niet meteen de streek die door de toeristen plat gelopen word., de mijnontginning en de staalfabrieken hebben hun stempel vrij nadrukkelijk op deze streek gelegd. Toch kunnen we heel wat boeiends ontdekken, in de eerste plaats op het vlak van industriële archeologie.
KAYL
Voormalige schoenfabriek
HAARD-HESSELBIERG-STAEBIERG NATUURGEBIED
Maar ook de natuurliefhebber komt hier aan zijn trekken, we kunnen ontdekken dat de natuur stilaan weer de bovenhand krijgt daar waar de mijnbouw enkele decennia geleden is uitgevallen. Het blijkt weer eens dat Luxemburg een land is die rijkelijk bedeeld is met natuur. In Tetange in de voormalige schoenfabriek die verbouwd is tot cultureel centrum. Hier vertrekt onze wandeling.
Wij worden door het stadje gebracht naar het natuurreservaat Haard-Hesselbierg-Staebierg een 600ha grote natuurgebied dat voordien een openlucht mijngebied was. In 1994 werd het natuurgebied. Je ziet duidelijk aan het landschap dat hier ertsen gedolven werden, steile wanden en diepe gleuven krijgen we voorgeschoteld.
Maar de natuur heeft zich hier op een vrij korte periode van 15 tal jaren hersteld en het is een van de waardevolste natuurgebieden in Luxemburg. Het is wel zo dat er door de ertswinning en mijnbouw een speciale omgeving is ontstaan. Op de info borden staan indrukwekkende cijfers, de bijzondere fauna en flora die hier voorkomt even een lijstje: 252 soorten vlinders waaronder velen die op de rode lijst staan, 109 soorten vogels met zeldzame soorten, 25 soorten zoogdieren waaronder de hazelmuis,zevenslapen, das en wilde kat. 2 soorten vleermuizen en 24 soorten orchideeën. Toch wel een indrukwekkende lijst.
Wij kunnen genieten van de prachtige natuur alhoewel veel nu in winterrust is. Dat de natuur stilaan de bovenhand krijgt zie je ook aan de verlaten gebouwen die stilaan tot ruines vervallen. Wanneer we het natuurgebied verlaten komen we aan de rand van het stadje met groene weilanden, we wandelen gewoon genietend van de prachtige omgeving, zo komen we aan het park achter de schoenfabriek. Hier eindigt onze prachtige wandeling in het Land van de Rode Aarde
Gisteren een interview met Radio 2 Limburg, één jaar is het nu geleden dat de Monumentenstrijd gestreden is. De restauratiewerken zouden geplant zijn voor dit jaar.
Vandaag toch nog even bij de stroopstokers geweest, ze zijn volop bezig met de uitbreiding van het stroop stoken, nieuwe en groter koperen ketels die volop staan te dampen. Raf Bleus is de potjes aan vullen en zijn vader Johnny Bleus is het gekookte fruit aan het overpompen in de pers, zodat het sap nadien kan ingekookt worden tot stroop.
HET INKOKEN VAN HET SAP TOT STROOP
PERS
HET KOKEN VAN HET FRUIT
De familie Bleus heeft de stoomstroopfabriek nieuw leven ingeblazen, nu is het aan de gemeente om de restauratie van het gebouw te doen, volgens de burgemeester zou binnen de 5 jaar deze moeten voltooid worden. Wij hopen en blijven hopen.
36e MARCHE DE LA BERWINNE / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE / THIMISTER-CLERMONT 09/02/2008.
36E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT S/BERWINE.
THIMISTER CLERMONT.
De Place de la Halle is als een eeuwenlange openluchtles van verschillende bouwkundige stijlen. In dit opzicht behoort ook aan het eind van de 19de eeuw aangepaste stadhuis tot een van de aantrekkelijke plaatsen in het dorp.
Bij de kerk wordt de aandacht getrokken door het voorportaal en de verdedigingstoren, resten van de herenboerderij uit 1635. Het dorp omringt door een landschap van bosjes, boomgaarden en omheint grasland. De omgeving heeft verschillende kleine religieuze erfgoed, bestaande uit huiskapellen, dodenkruizen, kapellen en nog eens kapellen.
KASTEEL CLERMONT
We verlaten het mooie dorp en we zien de herenboerderij van Aguesse, straks op het einde van de wandeling komen we erlangs. We wandelen de mooie omgeving af en komen aan de nieuwe spoorwegbrug, welke zeer indrukwekkend is in het landschap. We komen dan aan de kasteelhoeve met twee torens, verder langs velden en weilanden.
KASTEEL AGUESSE
Langs de oude spoorwegzate die ons naar Thimister brengt, maar eerst komen we langs een varkensbedrijf wat op zijn eigen niet zo bijzonder is, maar hier wel de varkens lopen vrij rond en genieten van de natuur en kunnen zich lekker in de modder ronddraaien, wel bijzonder in deze tijd.
We komen in Thimister, hier staan verschillende prachtige huizen. We komen ook langs Cidrerie Ruwet. In 1898 keert Joseph Ruwet terug van een reis naar Normandië waar hij ingewijd is in het fabriceren van de plaatselijke drank : de cider. De overeenkomsten tussen het Normandische wallenlandschap en de vele boomgaarden van het Land van Herve zetten hem ertoe aan in het centrum van het dorp Thimister de ciderfabriek en azijnstokerij Joseph Ruwet op te richten.
THIMISTER
De zaak kent al heel gauw veel succes en verschaft aan de bevolking erg nuttig, hoewel voornamelijk seizoensgebonden werk. De kleine landbouwers vinden een nieuwe afzet voor de enorme hoeveelheden appelen die de boomgaarden elk jaar opleveren. De hele 20ste eeuw lang maakt het fabriekje onvermoeibaar deze mousserende drank die men in ons land, maar ook buiten de grenzen, op tafel zet. Drie generaties Ruwets volgen elkaar op aan het hoofd van de onderneming. Vandaag is het nog steeds een van de voornaamste ciderfabriek van het land.
CIDER RUWET
We keren terug naar Clermont via de oude spoorwegzate. Nu komen we langs de herenboerderij van Aguesse, dit gebouw in renaissance-Maasstijl omvat achterin een woongedeelte en een binnenplaats, waarvan de toegang verdedigd wordt door een toren met schietgaten. De Aguesse wat in het Waals ekster betekent en de spotnaam was van de oude eigenaar, waakt als een weerhaan over het kasteel.
We komen terug op het plein en gaan even op het kerkhof kijken de oude grafkruizen zijn tegen de kerkmuur geplaatst. Vanop het kerkhof hebben we een mooi zicht op het kasteel van Clermont. Clermont is één van De mooiste dorpen van Wallonië
HOEGAARDENWANDELING / DE WEGWIJZER / HOEGAARDEN 03/02/2008
HOEGAARDENWANDELING
DE WEGWIJZER.
HOEGAARDEN.
Is er een mooiere plaats om te vertrekken in Hoegaarden dan de brouwerij, Sinds mensenheugenis brouwt men te Hoegaarden bier. De eerste verwijzing naar het bestaan van een brouwerij dateert van 1318. Die traditie werd door de Paters Bogaarden met de gebruikelijke toewijding voortgezet, toen zij in 1445 witbier brouwden. Het witbier kende eeuwen lang een enorm succes.
Toen echter in 1957 de laatste brouwerij zijn deuren sloot, betekende dit het einde van een rijke traditie. Het witbier is een deel van het Hoegaards erfgoed en dat mocht niet verloren gaan. Daar waren alle Hoegaardiers het over eens. Brouwer Pierre Celis begon in 1965 het troebele witbier opnieuw te brouwen, volgens de oude methoden, met natuurlijke ingrediënten. Daarom smaakt Hoegaarden nu nog net als vroeger. Celis was melkman van beroep maar had het brouwersstiel geleerd bij zijn buurman Tomsin, de laatste ambachtelijke brouwer uit Hoegaarden. In 1965, enkele jaren nadat Tomsin sloot, begon Celis op zijn hooizolder met een testbrouwsel. In 1966 stichtte hij de brouwerij De Kluis.
Hier vertrekt onze wandeling door het prachtige landschap van Hoegaarden met zijn vele hollewegen. We passeren de oude brouwerij Loriers uit 1832 de brouwerij met grote vierkantshoeve, vandaag staat de brouwtoren ingepakt er wordt van het hele complex een woonerf gemaakt, met veel zorg voor het uitzicht van de oude brouwerij, gelukkig hebben we nog wat beelden van voor de restauratie.
Op onze wandeling blijft de Sint-Gorgonuiskerk steeds het herkenningspunt. Gelegen op het hoogste punt van Hoegaarden is ze alom tegenwoordig. Hoegaarden het dorpje aan de Grote Gete met zijn prachtige hollewegen en zijn mooie landschap genieten is het wel. Golvend landschap klimmen en dalen langs bermen die rijkelijk begroeid zijn, prachtige oude huizen die gebouwd zijn met zandsteen uit de Vallei van Gobertange. Deze Gobertangesteen gevonden in de beurt van Melin met zijn zachte kleuren kom in deze streek wel meer voor.
We keren terug richting Hoegaarden centrum en zien in de verte de brouwerij Lories en de brouwerij Hoegaarden, gelukkig is het brouwen van het Wit Bier terug in Hoegaarden en word de traditie van bier in Hoegaarden verder gezet. Nu komen we in het centrum met de Tuinen van Hoegaarden In het 4ha grote Kapittelpark onder de eeuwenoude bomen de gezellige hoekjes met originele plantcombinaties, pergola's en waterpartijen maken dit domein tot een favoriet oord. De rust van de natuur en de tuincultuur vormen een mooi evenwichtig geheel. Wij wandelen door het park en genieten van de eerste bloemen.
De Tuinen van Hoegaarden
We verlaten het park en nemen even een kijkje in de prachtige kerk. Dan dalen we het kerkplein af nog even de prachtige gebouwen bewonderen en zo komt de brouwerij De Kluis terug in het zicht. Een prachtige wandeling in het Brabantse Haspengouw.
MARCHE D'APRES-MIDI / LA SAVATE ALLEUROISE / ANS-ALLEUR 02/02/2008
23E MARCHE DAPRES-MIDI
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS-ALLEUR.
We vertrekken met onze wandeling in Ans, langs het gerenoveerde kerkplein met het standbeeld voor de gesneuvelden.
We wandelen in deze landelijke omgeving we zijn hier tenslotte nog altijd in Haspengouw, we genieten van de omgeving, we wandelen door de velden en komen in Loncin, in het portaal van de kerk hangt een mooie tegelwand ter ere van de gesneuvelden soldaten van Loncin in 1914-1918.
We komen aan het Fort van Loncin. Fort Loncin was een van de 12 Belgische forten van de ring van forten rond Luik. Het werd in 1888 naar plannen van generaal Henri Alexis Brialmont gebouwd. De forten werden opgetrokken uit ongewapend beton, aangemaakt met grote rolkeien uit de Ourthe. De vorm van het fort is een gelijkbenige driehoek met een oppervlakte van 0,01 km², die omgeven wordt door droge grachten van 10 meter diep en 15 meter breed. Het fort bevindt zich ongeveer 7 km ten westen van de binnenstad van Luik aan de uitvalsweg in de richting van Brussel. De bezetting van het fort bestond uit 500 artilleristen en 80 infanteristen. Op 15 augustus 1914 raakte een 42 cm granaat de munitiekamer van Loncin. Het fort ontplofte en 350 Belgische soldaten waren op slag dood. Hiermee kwam de strijd om de forten van Luik ten einde. Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort niet herbouwd. Het fort werd of beter: bleef de begraafplaats voor de soldaten die omkwamen bij de explosie. Dit onder andere vanwege het feit dat er zich in het fort waarschijnlijk nog enkele tonnen aan munitie bevinden. Omdat men het nooit heeft aangedurfd de granaten en het kruit op te ruimen, besloot men het hele complex in een groot graf te veranderen.
Ter nagedachtenis werd er een monument bij het fort gebouwd. Er is ook een museum, er is gewerkt aan de ingang van het Fort en ze hebben wat figuren erbij gezet. Een paar dagen per jaar is er een opendeurdag. Zeker de moeite om eens te bezoeken, zo komen we terug aan ons vertrekpunt en eindig een mooie wandeling.
MARCHE D'HIVER DES GUIBOLLES / LES GUIBOLLES GUIBERTINES / BLANMONT 27/01/2008
MARCHE DHIVER DES GUIBOLLES
LES GUIBOLLES GUIBERTINES.
BLANMONT-CHASTRE.
In de omgeving van Blanmont treft men heel wat oude herenboerderijen aan, met de poorttorens die dienst deden als duiventil, wat weer duiden op de belangrijkheid van de eigenaar, niet iedereen mocht zo maar en duiventoren hebben, het was een voorrecht voor voorname lieden.
WATERMOLEN BLANMONT
De streek wordt ook doorkruist door verschillende waterlopen zoals lOrne, La Houssiere en de Ruisseau. Met als gevold dat er vele watermolens waren en we passeren er enkele. Al dadelijk aan het vertrek komen we aan roze watermolen, spijtig dat het waterrad zo slecht zichtbaar is, wat verder weer een roze boerderij met een poorttoren, blijkbaar is zijn deze hoeve en de watermolen ooit van één eigenaar geweest.
We wandelen verder door deze prachtige streek achter elke bocht komen we wel een interessant gebouw tegen, vooral de herenhoevens zijn er veel met een poortgebouw en volledig ommuurd.
In het dorpje Hevillers komen we langs de dorpsbron welke mooi aangelegd is, dan weer een paar mooie boerderijen, we wandelen door de prachtige hollewegen waar de natuur op zijn best is, we hebben dit prachtige gedeelte pas achter ons of er duiken weer nieuwe kastelen op.
Wat verder een grote vierkantshoeve en dan komen we aan het Domaine Al Poudre Gelegen langs de lOrne, waarschijnlijk bestaat de molen Al Poudre al lang, maar in 1608 vermeldt men het bij een proces dat de Heer van het Kasteel van Blanmont de nieuwe eigenaar van de molen tegen de burgers van Malines. Men maalde er schors van eiken fijn.
Hij werd gebruikt om graan te malen tot in 1940. In 1815 gebruikte Napoleon het als munitiedepot, vandaar "Moulin Al Poudre. In 1865 wordt het een brouwerij, het is de oorsprong van de beroemde brouwerij van Mont-Saint-Guibert met zijn Vieux Temps. Deze molen werkte nog in 1963 maar zijn activiteiten beperkten zich tot malen van de graangewassen.
Nog een laatste klim en we komen terug in het dorp. Met zijn prachtige kasteelhoeve. Wat een bijzonder mooie omgeving met prachtige en waardevolle gebouwen. Een wandeling die nog langs zal bijblijven.
MARCHE D'APRES-MIDI DES MAUVES ET BLANCS / LESGLOBE-TROTTERS / AWIRS FLEMALLE. 26/01/2008.
MARCHE DAPRES-MIDI DES MAUVES ET BLANCS
LES GLOBE-TROTTERS.
AWIRS-FLEMALLE.
Awirs een deelgemeente van Flemalle. Met prachtige gebouwen, we komen langs het Chateau dAigremont werd gebouwd tussen 1717 en 1725 door Mathias Clercx, kanunnik van de Luikse kathedrale Saint-Lambert. Het kasteel is een mooi voorbeeld van kasteelarchitectuur uit het begin van de 18de eeuw in deze streek. Meer dan twee eeuwen lang was het in handen van dezelfde familie. Nu is het eigendom van de Association royale des demeurs historiques.
De naburige hoeve, opgetrokken in kalksteen uit de streek, werd gebouwd boven op de resten van een oude vesting, die verschillende keren werd verwoest en waar de oorsprong teruggaat tot de 10de eeuw. Wij zien het kasteel op de rots, eerst de hoeve eb dan de voorkant. Gewoon prachtig. Op de heuvel tegenover het vertrek ligt nog een prachtig kasteel, spijtig dat we niet weten hoe dit heet.
We wandelen verder en wandelen door het mooie landschap. Langs de voormalige steengroeven. We dalen af en komen in het dorp langs een prachtig kapelleke en in de school is controle, na een hapje en drankje wandelen we verder.
Komen aan Tchafornis, het Parc des Tchafornis dat in 1994 opgesteld werd, in de voormalige steengroeve, bijzonder is de rechte wand van verschillende stenen waar fossielen op te zien zijn, het park is mooi aangelegd en voorzien van borden met uitleg en aan de wand is een wandelpad aangelegd waardoor je heel duidelijk de fossielen kunt waarnemen. Deze oude steengroeve is nu een bijzonder mooi wandel en leerpark.
De huizen uit lokale steen zijn een juweeltje van bouwkunst. We wandelen verder langs de steengroeve met een zicht op het kasteel dAigremont, nog een stukje langs de mooie natuur en we hebben een pracht van een wandeling achter de rug.
WANDELEN IN BRUSTEM / OKRA BORGLOON / BRUSTEM 21/01/2008
WANDELEN IN BRUSTEM.
OKRA BORGLOON.
BRUSTEM.
We vertrekken met de wandeling in Brustem centrum. Onze eerste stop is de burcht van Brustem. Lodewijk I, graaf van Loon, bouwde omstreeks 1170 in Brustem een sterke achthoekige toren en voorzag die van een garnizoen. Tegelijkertijd werden de kerk en het kerkhof door een grote wal versterkt.
Brustem kreeg in 1170 stadsrechten van de Loonse graaf maar door de concurrentie van Sint-Truiden werd Brustem nooit een belangrijk centrum. De burcht van Brustem speelde wel weer een rol op 28 oktober 1467 tijdens de slag bij Brustem, die door Karel de Stoute tegen de Luikenaars werd geleverd, onder de muren van de sterkte waarin de Luikse ambachten zich verschanst hadden. In 1489 werd zij echter stormende hand ingenomen en geslecht door de hertog van Saksen. Het trotse bouwwerk verviel steeds meer in de volgende decennia. Van de burchttoren op een steile motte gebouwd, blijft nog de helft over. De voorburcht is volledig verdwenen.
De aarden wal en omgrachting zijn alleen nog aan de noordkant aanwezig. De ruïne wordt thans in stand gehouden door de vereniging De Burchtwacht. We wandelen verder en genieten van de mooie gebouwen, de grote hoeve en de kapel, nu word onze wandeling geheel anders we wandelen de velden in. Hier weer en plantage en dan weer een hoogstamboomgaard.
We komen ook langs de plantage met het hagelkanon. Rond deze kanonnen is er veel herrie. Bij mogelijke hagel worden om de 5-7sec schokgolven de lucht ingeschoten tot op 15.000meter waar ze zich mengen met de koude lucht en daardoor de hagel omvormen in water. Dit is de simpele uitleg. Het is natuurlijk wat ingewikkelder dan dat. Maar ze maken wel een donderend geluid, men moet de hagelwolken voor zijn en de kanonnen moeten 20 minuten op voorhand aangezet worden. Het is altijd een afwegen tussen de economische voordelen en de overlast voor de buren. In de omgeving van Brustem/Rijkel staan een paar van deze hagelkanonnen. Wij wandelen terug naar Brustem centrum, waar we samen de wandeling afsluiten.
Janneke Aerts verdient een straatnaam in Borgloon. Hij heeft mij van de Duitsers gered.
Zestig jaar lang zweeg Simon Gronowski (76) over zijn verleden. Maar donderdag deed hij zijn boekje open voor de leerlingen van het Atheneum in Borgloon, opdat zij de oorlog nooit zouden vergeten. Of de dappere Aerts zijn straat krijgt, is niet zeker. Maar voor het overige mag het gelukkige Pools-Joodse ketje van weleer op beide oren slapen. De leerlingen van Borgloon zullen Simon nooit vergeten.
Simon Gronowski was negen in 1940. Een gelukkig kind, uit een gelukkig gezin. Mijn vader was een Pool, mijn moeder een Litouwse. Ze waren naar België gekomen, op zoek naar wat geluk en op de vlucht voor de jodenhaat en armoe. Het waren de sans papiers van die tijd. Hier hebben ze gevonden wat ze zochten. Mijn vader had een winkeltje met lederwaren in Etterbeek. De zaken liepen gesmeerd.
De oorlog veranderde daar in het begin niets aan. Er kwamen ook veel Duitse soldaten over de vloer. Ik vond het best aardige jongens. Toen mijn ouders te horen kregen dat ze zich moesten laten registreren als Jood, aarzelden ze niet lang. Het is om jullie beter te kunnen helpen, hadden de Duitsers gezegd.
Daarna begon de nachtmerrie. De radios werden in beslag genomen. De deuren van de winkel moesten dicht. Vader Gronowski werd opgenomen in het ziekenhuis en net toen werden Simon, zijn moeder en zus opgepakt. Het was negen uur. Moeder had koffie gezet en mijn zus had mijn boterhammen met confituur gesmeerd. Toen stond er plots een man van de Gestapo in de kamer te tieren: Papieren!
In april 43 werden Simon en zijn moeder, samen met honderden andere Joden, homoseksuelen, gehandicapten en kunstenaars op de beestenwagen richting Auschwitz gezet. Wat in de trein en daarna gebeurde, valt te lezen in een boek dat daarover is verschenen. Ik heb mijn ma en zus nooit meer gezien. Ik weet het, het is geen origineel verhaal, zegt hij bijna verontschuldigend. Miljoenen mensen hebben het meegemaakt. Origineel of niet, de leerlingen van het Atheneum hingen aan Simons lippen en hielden niet op met vragen over hoe hij ontsnapte en hoe Janneke Aerts, een brave familievader uit Berlingen-Borgloon, hem tegen de Duitsers heeft beschermd, nadat hij uit de trein was gesprongen en gevlucht.
Dat verhaal wordt één van de 25 bijdrages in een boek van het Davidsfonds, dat verschijnt op de 60ste verjaardag van het Universele Verdrag van de Rechten van de Mens. Hoe belangrijk dat verdrag wel is, werd duidelijk aan het einde van Simons betoog. Of zoals leerling Thiry Vandersmissen het verwoordt: Jongeren zouden blij moeten zijn dat ze in deze tijd leven. Schrijf dat zo maar op.
Gunter WILLEKENS Het Belang van Limburg 01/02/2008.
Romeinse sporen in de schaduw van een middeleeuwse stadje.
STADHUIS EN KANUNIEKENHUIS
We vertrekken met de wandeling aan het stadhuis van Borgloon. Langs de middeleeuwse burcht. We komen langs het Speelhof met het Kanuniekenhuis. Dan wandelen we langs de Graaf de middeleeuwse omwalling van het gravenstadje. Spijtig dat alleen de contouren van de omwalling bewaard gebleven zijn. We komen aan de Mot vallei, met het motkasteel en de wijngaarden, hier hebben we een prachtig zicht op de Motvallei.
DE GRAAF EN KASTEEL DE MOT
We dalen af en klimmen dan terug en steken de steenweg over. Nu wandelen we naar Bollenberg. Het golvend landschap, de weilanden en de plantage hier is het volop Katarakt landschap. We komen aan de perenweide waar bij de opname van d e serie de kersentoren stond, de eigenaar heeft de toren afgebroken, Katarakt wandelaars zijn niet welkom op zijn eigendom. Een mooi stukje erfgoed is hier verloren gegaan.
MOTVALLEI
PANORAMA OP BORGLOON
Wij bevinden ons nu in het natuurgebied Bollenberg en komen zo op de Romeinse Kassei, de weg die gedurende 2.000 jaar een belangrijke rol speelde in Haspengouw. Nu is het een van de mooiste fiets- en wandelwegen die we kennen met prachtige gebouwen in de onmiddellijke omgeving. We wandelen de hoogstam kersenweide in waar de rustbank ons uitnodigt om even te verpozen in dit prachtige landschap. We vervolgen onze weg en hebben een prachtig zicht op het kerkje van Grootloon.
RUSTBANK KERSENWEIDE
KERKJE GROOTLOON
Het golvend landschap met fruitplantages en helling bossen en akkers is speciaal en pooi, we wandelen over het golvend landschap en genieten van de vergezichten die ons ten deel vallen. Nog een panoramisch zicht op het gravenstadje met de kerktoren als opvallend herkenningspunt.
Nu dalen we af en komen uiteindelijk terug aan de steenweg die we terug overstekken. We klimmen langs de Oude berg en passeren nog een paar mooie oude huizen. Zo komen we terug aan het stadhuis. Al de vier Katarakt wandelingen hebben we gedaan en elke wandeling heeft zijn charme en zijn bijzondere mooie zichten, zeker een aanrader.
LANDSCHAPWANDELING ALDEN BIESEN / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN. 07/02/2008
LANDSCHAPWANDELING ALDEN BIESEN.
LANDCOMMANDERIJ ALDEN BIESEN.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
Enige tijd geleden deed Regionaal Landschap Haspengouw een oproep naar Greenspotters. Om de wandelingen van het Regionaal Landschap te controleren.
Als wandelfanaten vonden Christiane en ikzelf dat dit wel iets voor ons zou zijn, om de wandelingen te controleren, het is een goed idee om de wandelingen up to date te houden en problemen te verhelpen waardoor de wandelaars die na ons komen er ook volop van kunnen genieten. Vandaag worden de Greensspotters uitgenodigd voor de nieuwjaarsreceptie. Hoe kan een receptie voor Greenspotters beter beginnen met een fikse wandeling.
Wij krijgen de primeur om de Landschapswandeling Alden Biesen in te wandelen met de deskundige uitleg van Christel Cornelissen die de aanleg begeleid heeft. Vertrek aan de parking van Alden Biesen. We wandelen langs de Franse tuin met een prachtig zicht op de landcommanderij. We steken de weg over en wandelen het kleine natuurreservaat binnen.
Door de beemd, langs de vallei over het houten pad, op deze wandeling heb je telkens een zicht op de landcommanderij, langs 100 jarige boomgaarden en langs het Engelse park van het kasteel. Op de heuvelrug zien we de kasteelhoeve eigenlijk de rentmeesterwoning. Mooi is het wel langs de weilanden met hoogstambomen en afgehaagd met meidoornhagen, zoals het eens was voor de prikkeldraad zijn weg vond naar onze streken.
Tussen de bomen zien we het Apostelhuis opdagen, nog een stukje langs de weg en we staan aan de ingang van het Apostelhuis. Eigenlijk hebben we veel geluk vandaag een fijne zonnige dag en als het zonneke op onze knokken kan schijnen doet dat deugd. Samen gaan we het Apostelhuis binnen waar een fijne receptie op ons wacht. Wij maken kennis met de andere Greenspotters.
We worden vergast met een paar gedichten van de Haspengouwse Fruitdichter. Boudewijn Knevels leest er enkele van zijn gedichten.
Het stukje Romeinse weg aan de Helshoven kapel herberg een stukje geschiedenis dat niet zo prettig is. Een stukje uit Het Belang van Limburg Langs een oude Romeinse weg in Gotem: (Borgloon) en niet ver van de kapel van Helshoven - een bekend en druk bezocht bedevaartsoord ter ere van Maria, koningin van de blijde vrede-- staat een galg. Het is een constructie van eiken balken met een galg, die om en bij de drie meter hoog is en dateert uit 1982.
In de omgeving staan wat bomen en struiken in terrasvorm. Het is een groen en vooral vredig oord voor wandelaars en picknickers, die er even komen verpozen aan tafels en banken. Toeristen uit alle hoeken van het land maken niet enkel kennis met het leemrijke, het golvende en het fruitige Haspengouw. Ook en vooral doet de galg hen herinneren aan een luguber verleden. In 1493 - bijna 500 jaar geleden - werden er de eerste boeven opgeknoopt. Ze kwamen uit het naburige Rijkel, nadien volgden nog vele andere outlaws en rovers. Destijds spraken koningen, rondreizende rechtbanken en schepenbanken de doodstraf - veelal ophanging aan de galg - uit onder een stokoude linde. En niet ver daar vandaan stond de galg, waar de beul de strop rond de nek van de ter dood veroordeelde deed. Van in de vroege middeleeuwen tot aan de Franse lijd vonden boeven, moordenaars, deserteurs en tal van andere kleine en grote criminelen de dood aan de galg.
LAATSTE KLUIZENAAR
HOOGSTAM BOOMGAARD
In onze contreien kregen vooral vele Bokkenrijders - ze maakten deel uit van een roversbende uit de 18de eeuw - een koord om de nek. Allen werden opgehangen aan een eikenhouten galg, die veelal op een berg in een uithoek van een dorp of een gehucht stond. In de steden lagen de galgenvelden buiten de stadswallen. Ook heksen bengelden hoog aan een galg. Niet veel, maar het kwam voor. Veruit de meeste heksen stierven een erg pijnlijke dood op de brandstapel. Die met mutsaarden eveneens in een uithoek van het dorp of op een heuvel werd aangestoken. Zowel de galgen als de plaatsen waar heksen werden verbrand, werden door de mensen angstvallig gemeden. Dood boezemde de mensen angst in. Rond die plaatsen ontstonden ook de spookverhalen en dwaalden er 's nachts lichtjes rond. Vandaag neemt een meerderheid van de mensen dergelijke verhalen niet meer au serieus.
ROMEINSE HEERBAAN
KAPEL HELSHOVEN
TJENNE DE HEKS
Sinds Napoleon spreekt de galg niet meer. Ook in Limburg zijn vele sporen door de tand-des-tijds uitgewist. Met uitzondering van sommige straatnamen, die nog verwijzen naar het bestaan van de galgen. En ook in een aantal plaatsnamen komt de samenstelling met «galg» nog voor: Galgenberg, Galgenveld, Galgenbos en Galgendries. De galg in Helshoven en de heuvel er rond is het enige tot nu toe gerestaureerde galgenveld van de provincie.
TSJENNEBOOM
PANORAMA OP BORGLOON
KASTEEL HULSBERG
De man achter de reconstructie van de galg en de herwaardering van nog vele andere bezienswaardigheden in en rond Helshoven is de Assumptionist Arsène Martens. die momenteel verblijft in het Sint-Aloyisiusinstituut te Zepperen. Er gaat bijna geen dag voorbij of broeder Arséne loopt effen langs. Van het galgenveld naar de Tjenneberg, dat op een kruispunt ligt van de vier gemeentes Voort, Gotem, Mettekoven en Hoepertingen. En het gaat erg bergop. Met zijn 92 meter het hoogste punt in Midden-Haspengouw. Een kleine zilveren abeel met wat struiken er omheen sieren samen met een rustbank de heuveltop.
NAAR METTEKOVEN
Centraal staat er ook een bordje niet een herinnering aan «Tjenne» of «Jenne», bijgenaamd de heks van Mettekoven. De naam zou verwijzen naar een Johanna of Anna Machiels, die van hekserij werd beschuldigd. Na een proces van ruim twee jaar werd «Tjenne de heks» in 1667 levend verbrand. Ze zou de verpersoonlijking zijn geweest van allerlei boze machten. Ook zou ze heel wat kwaaie daden op haar kerfstok hebben gehad of destijds jong en oud ertoe aangezet. De doodstraf werd uitgesproken aan de voet van een reuzelinde. Een goeie 100 meter beneden de Tjenneberg en de verbranding vond dan op de top plaats. Sindsdien wordt in de overlevering en geschriften gesproken over de «Tjenneboom» (de eerste). Hoe reusachtig die boom was? In een nummer van het tijdschrift «Limburgse Volkskunde» (1888-1889) schrijft Jules Frère: «De omtrek van de linde was 5,60 meter en vier personen konden makkelijk in één der spleten staan. Het takkengestel was sterk ontwikkeld en had een doorsnede van 16 meter». Eind vorige eeuw stierf de reuzelinde van ouderdom en in de nabijheid schoot een populier wortel, die dan de naam van Tjenneboom (de tweede) droeg. Hij bleef niet verstoken van onheil. Of had Tjenne de heks daar de hand in? Het leek alsof haar geest er nog rondzwierf. In volle groei werd hij geteisterd door een orkaan. Hij overleefde de aanslag.
METTEKOVEN
STASVELD
Vóór de invasie van de Duitsers in de tweede wereldoorlog gebruikte het Belgische leger de heuvel - toch een ideale uitkijkpost over een groot deel van de provincie - als verkenningspunt, met een telefooninstallatie in de onmiddellijke nabijheid. Ook de Duitsers en de Amerikanen maakten gebruik van de gunstige ligging van de Tjenneheuvel. De Amerikanen sloegen bijna een jaar lang hun tenten op onder de hoorn. De dag nadat ze in de zomer van '45 wegtrokken sloeg de bliksem in de populier. Van de kruin tot de wortel werd de stam opengereten. Vijftien jaar later werd de zwaargehavende boom, zoals «Tjenne de heks» - oh, speling van het noodlot -, levend verbrand. Na de blikseminslag gingen kinderen uit Helshoven en omgeving spelen in de holle boomstam. Ze haalden allerlei kattenkwaad uit en gingen ook een vuurtje stoken. De populier ging in de vlammen op. Alleen de stronk bleef nog overeind. Kinderen hebben van de eens zo statige boom een reus op lemen voeten gemaakt. En op een mooie woensdag lag dan ook de stronk tegen de, grond. Hij kwam neer in een tarweveld. Tjenneboom twee was dood. Niet getreurd. Tien jaar later verrees een derde boom uit zijn as. Door toedoen van de ijverige broeder Arséne Martens, burgemeester Vrancken van Gotem, en tal van notabelen uit Borgloon. SintTruiden en de rest van de provincie werd een jonge witte populier geplant.
STASVELD
Vandaag is de abeel een uit de kluiten gewassen populier, die opnieuw de naam «Tjenneboom» draagt. Tot nu toe is hij gespaard gebleven van de bliksem of enig andere natuurramp. Misschien is de toom van «Tjenne de heks» geluwd en heeft haar ziel in de kleffe leemgrond eindelijk rust gevonden. Bij het aanplanten van de derde Tjenneboom op 22 april 1970 schreef de voormalige conservator van Bokrijk Jozef Weyns een korte spreuk, die nog altijd op een bord langs de boom prijkt: «Opnieuw geplant door Vrancken's hand, waar 'k eeuwen overschouw ons vruchtbaar Haspengouw». Inderdaad, de Tjenneheuvel en de vele boomgaarden er rond zijn het hart van de fruitstreek in Haspengouw. Vanop de heuvel kijken we ook naar het golvende landschap en hebben er een ongelooflijk mooi panorama. Bij goed weer en een open, blauwe hemel tellen we er een 15-tal kerktorens. Het zijn bakens in het landschap. Zelfs de steenstorten van de mijnen van Waterschei, Winterslag, Zwartberg, Houthalen en Beringen zijn goed zichtbaar. Een betere uitkijk over de streek is er niet. De laatste blik die de heksen op de brandstapel en de boeven aan de galg met zich meenamen naar de eeuwigheid was alleszins de moeite. Uit Het Belang van Limburg van 2 Augustus 1991 door Xavier Lenaers.
HOEVE HELSHOVEN
De Katarakt wandeling van Helshoven vertrekt aan de kapel van Helshoven. We wandelen over de Romeinse weg richting Tjenneboom. We klimmen door het prachtige landschap achterom kijkend naar de kapel. Zo komen we aan het monument van Tjenne de heks, dit vervangt het oude plaket en werd geplaatst bij de herinrichting van de verkavelingwerken. Wat verder staat Tjenneboom. Het panorama is uniek in de streek een prachtig zicht op het graven stadje Borgloon, kasteel de Hulsberg. Hier verlaten we de Romeinse heerbaan en wandelen naar Mettekoven. Een prachtig uitzicht op het dorpje Mettekoven, een echt grand-cru landschap, met golvende akkers langs een smal pad met bessenstruiken, een holle weg dan komen we in Mettekoven, langs de grote vierkantshoeve en dan het natuurgebied Stasveld binnen vanop de uitkijktoren hebben we prachtig beeld van het golvend landschap en wat verder door de kersenweide dan zakken we af naar de Romeinse heerbaan en zien terug de Kapel van Helshoven.
Op het plein voor de kapel staan twee prachtige hoeven. Om de prachtige wandeling af te sluiten gaan we in de De Kluizenaar een lekker pannenkoek met Loonse stroop eten.