Veel wereldschokkends valt hier ook niet te beleven, tenzij een bejaarde disk jockey die zich aan funky moves waagt, er mag al 1s gelachen worden, nietwaar, nonkel Oskar placht destijds op trouwfeesten en begrafenissen wel eens voluit uit de bol te gaan op de tonen van https://www.youtube.com/watch?v=MRTrgmi56Mk een wereldhit in Limburg en wijde omstreken, naar eigen zeggen van de chanteuse – en in het kader van de oprukkende emancipatie – moest een huismoeder af en toe ook wel eens uit de band springen,
“A plant that grows out in the woods and the fields.” ziedaar de beknopte beschrijving van een legendarische plant uit de swamps, ook bekend als polk salad.
In de begindagen van zijn carrière kreeg Tony Joe White heelder zakken gras backstage aangeleverd omdat zijn toehoorders dachten dat dit tot zijn geliefkoosde culinaire dagelijkse kost behoorde, al was er geen Sandra Bacardi – of hoe dat mens ook mag heten – in de buurt.
In wezen is TJW's signature song een nummer over de armoede – hij was de jongste uit een gezin van zeven kinderen – in het diepe zuiden van Louisiana waar hij, net als ontelbare andere blanken en zwarten, mee te maken kreeg in zijn jeugd en de mensen vanwege geldgebrek wilde planten gingen eten. Polk salad was echter giftig, zeker de bessen, vandaar dat je de stengels minstens drie keer moest koken vooraleer ze gefrituurd werden.
Maar goed, back to the music, TJW kreeg de smaak om zelf songs te schrijven voorgoed te pakken nadat hij onder de indruk geraakte van Bobby Gentry's Ode to Billy Joe, een song waarvan ik zelf algauw besefte dat dit nummer zo veel meer was dan een onnozel hitparadetrekpleister van dertien in een dozijn, zelfs in volle hippietijd en die blommenkinders mij meer irritatie dan muzikaal genot bezorgden. Pfw, fuck San Francisco!
Ongetwijfeld is er al tonnen inkt gevloeid over versregels als :
That nice young preacher, Brother Taylor, dropped by today
Said he'd be pleased to have dinner on Sunday, oh, by the way
He said he saw a girl that looked a lot like you up on Choctaw Ridge
And she and Billy Joe was throwing somethin' off the Tallahatchie Bridge
Over die verschrikkelijke periode in de geschiedenis van de VS is nog ontzettend veel te vertellen – de lynchpartijen, de Klan, rednecks u.s.w. Maar da's voor een andere keer.
Met nummers als Rainy Night in Georgia, ontelbare keren gecovered, of Steamy Windows kon zijn reputatie al gauw niet meer stuk terwijl er nog enkele dozijnen uitstekende songs in de loop van zijn carrière het levenslicht zagen. Ik was eerst van plan om Polk Salad Annie, vanwege overbekend, toch maar niet bij te sluiten tot ik deze geweldige live versie vond uit 1980, TJW ten voeten uit: minimale bezetting (bass en drums) en een staaltje van 's mans geweldige gitaarlicks:
Deze zat nog in mijn out box, geen idee hoe lang al na de perikelen met een vorige computer.
Bob Luman, dames en heren – hoewel, zitten hier eigenlijk nog wel dames? – heeft een wel redelijk omvangrijke discografie in diverse genres achtergelaten. Zijn eigen muzikale carrière kwam maar aarzelend van de grond nadat hij in Louisiana in het jaar des heren 1955 hij ene Elvis Presleyhad zien optreden en zoals gebruikelijk in die jaren zelf lokale succesjes boekte met een highschoolbandje. Hij twijfelde toen tussen een aanbod als professionele baseball speler maar uiteindelijk was de muzikale microbe toch sterker.
Dat resulteerde in enkele singles die vrijwel onopgemerkt bleven tot ene Roger Corman zich aandiende om voor hem een nummer te spelen in een film (Carnival Rock, vergeet die titel maar, niemand heeft die ooit gezien aan deze kant van de oceaan) die zich afspeelde in een nachtclub. Corman zou later een Hollywood-legende worden als koning van de B-film, ook The Platters mochten er een acte de présence in geven. Gelukkig voor hun Engelse counterparts hadden zij geen problemen met enige naamsverwarring als Bob Luman and his Shadows. Rechts van Luman stond een zestienjarige (!) James Burton al te schitteren aan de vooravond van een bijzonder rijkgevulde levensloop als side man (Master of the Telecaster) van ontelbaar veel artiesten.
En die black moustache hoor ik u al zeggen? Wel, Luman nam in 1957 bij zijn eerste platensessie een, niet al te beklijvende, versie op van de Warren Smith klassieker A Red Cadillac and a black moustache. Voilà, zo bent u weer helemaal bij (of daaromtrent).
Edit: dit is 'm dan, uit de ongelooflijk rijke SUN-catalogus (en rats vergeten erbij te voegen) van singles die nooit het daglicht zagen:
Op je negentigste de pijp uitgaan in de wetenschap dat je tot de founding fathers, beter gezegd DE founding father - van het populairste muziekgenre ooit behoort heeft wellicht iets magisch: al wat erna kwam is je schatplichtig geweest. Als eerbetoon een stukje van mij uit 2015:
Maar goed, over tot de orde van de dag. Er zijn zo van die figuren in de muziekwereld - daarbuiten ook, natuurlijk - waarop het epitheton "levende legende" zelden meer van toepassing is geweest dan deze Chuck Berry. Het aantal artiesten van de huidige en vorige generaties in het pop- en rockwereldje dat door hem is beïnvloed is zelfs bij benadering niet meer te schatten.
Per toeval vond ik - met dank aan Willy Donni*, één van onze meest onderschatte jazzmusici - dit RTBF-filmpje uit 1965 met een live optreden van Mister Rock 'n Roll, inclusief de legendarische duck walk en zijn bekendste signature songs. Begeleiders zijn Willy Donni (gitaar), Willy Albimoor (piano, ook al een legende en al een jaar of tien geleden overleden) en bassist Ed Rodgers. Jammer genoeg bestaat het studiopubliek voor het merendeel uit een stel apathische zombies en buslading weduwen en wezen.
Goed, de temperaturen waren gisteren nu weer wat menselijker maar vandaag en morgen zou het alweer koekenbak zijn - of moet ik nu Couckenbak schrijven? - tijd dus voor nog 1 zomers deuntje, dit keer uit de swamps van the deep south.
Een heerlijke mix van Billy Vaughn, Fats D. plus de zwoelwarme bariton van Tony Joe White en daarbovenop de fabuleuze Memphis Horns, meer moet dat niet zijn:
Het is alweer enkele dagen geleden - 17 maart om precies te zijn - dat de Ieren hun nationale patroonheilige Maewyn Succat herdachten. Gelukkig was er paus Celestinus I die hem bij zijn bisschopswijding met de naam Patritious oftewel Patrick bedacht. Sindsdien is die brave borst niet meer weg te denken bij alles en iedereen met een halve gram Iers bloed in de aad'ren.
Toen in 1791, enkele jaren na de republikeinse revolutie op het continent, in Dublin de Society of United Irishmen werd opgericht gingen in Engeland uiteraard de poppen aan het dansen want die waren erachter gekomen dat de Society nauwe banden aanknoopte met de Fransen. Dat resulteerde in het zoveelste conflict en regelrechte oorlog tussen beide kemphanen en in het nog straffer onder de knoet houden door de Engelsen van de Ieren.
Ondanks de mislukte ontscheping in 1796 van zo'n 15000 Fransen - ze geraakten niet aan land door het aanhoudende stormweer - brak in de lente twee jaar later toch de rebellie uit. Dat de opstand gedoemd was om te mislukken stond in de sterren geschreven, de Engelsen hadden een overmacht aan vuurkracht en een getraind leger, de Ieren niet veel meer ongecoördineerde acties en gebrek aan militair leiderschap. Kortom, de zoveelste bloedige bladzijde in de Ierse geschiedenis en er zouden vele volgen.
Een beetje in het verlengde van de Carter Family bezingen Na Casaidigh (The Cassidy's) dit epos in de traditional The Rising of the Moon
Well they fought for poor old Ireland, and full bitter was their fate, Oh what glorious pride and sorrow, fills the name of ninety-eight!
Zullen we nog even de geschiedenis induiken? Nee, niet voor de zoveelste honderdjarige herdenking, maar voor belangrijker zaken zoals daar zijn: les enfants du Rock.
Even de plas oversteken naar het London van de jaren vijftig, meer bepaald de beruchte wijk Soho, niet echt een plek van godvrezende en proper gewassen burgers. Terwijl de Londenaars nog volop hun stad aan het heropbouwen waren en 's ochtends nog ontwaakten met een post war-depressie - in sommige delen stond geen steen meer overeind - broeide in Soho al de voorboden van een nieuwe cultuur overgewaaid vanuit de andere kant van de oceaan. Jonge gasten zochten er vertier, om van moeders rokken en vaders gezaag verlost te geraken, samenhokkend rond de juke box in de talloze bars of luisterend naar de al even talloze nieuwe bandjes die er optraden.
Zeggen dat de opkomst van de Britse rock'n roll te danken is aan een Italiaanse sexbom is allicht wat overtrokken, nochtans was het Gina Lollobrigida die er de eerste Moka Coffee Bar opende in 1953, gevolgd door een ware explosie van dergelijke tenten.
bekend letterwoord uit het internetfora-vocabulaire en staat voor Oh My God!
Wel, in dit geval zoiu ik willen voorstellen die met onmiddellijke ingang te vervangen door Oh My GADD! U gaat mij zeker gelijk geven na het zien van dit clipje. Voor de basloopjes van Nathan East ben ik nog aan het zoeken tussen een lijstje superlatieven.
Anyway, Meester Eric (signature Crash3 Strat) plus enkele oude getrouwen: Andy Fairweather Low (guitar) Billy Preston (Hammond) en David Sancious (keyboards plus een bizar "mondmuziekske" in het slotnummer) gaan helemaal uit de bol in Badge - One More Car.
mondharmonica's, vroegen ze vanmiddag bij Radio1 in het gelijknamige programma? Heu, neen, maar ik ken wel aardig wat muziekjes waar dit mini-instrument een prominente rol in speelt.
Once Upon a Time in the West zit natuurlijk in het geheugen van iedere filmliefhebber gebrand en wij hebben hier een Brusselaar die er al honderd jaar lang, of daaromtrent, de wereld mee afschuimt, maar dat is niet echt mijn ding.
Nu is het best mogelijk dat presentator Kobe Ilse nog niet geboren was, maar een programma over de mondharmonica zonder John Mayall'sRoom to Move uit de legendarische LP The Turning Point (1969) te draaien is gewoon zonde van de zendtijd te verprutsen aan de gerzondheidsaspecten van het mondmuziekske.
Jaja, we kregen wel het obligate streepje Dylan en dan verwacht je toch tenminste hetzelfde van zijn Canadese tegenpool. Niet dus, wel, laat ik het dan maar zelf doen, inclusief de hilarische intro:
dat simpele liedjes nog enige betekenis hadden, een gebruik dat dezer dagen wat in de vergetelheid is geraakt.
Zo zat ik wat te graduinen tussen mijn oudere albums in het hokje "Country" op zoek naar Quarter Moon in a Ten Cent Town (Emmylou Harris) om tot de vaststelling te komen dat ik dat alleen maar op vinyl LP heb.
Niet getreurd, want tussen al dat fraais zat ook nog Harvest Moon dat ik al in tijden niet meer gehoord had. Neil Young - bijna negenenzestig intussen - bracht dit pareltje uit in 1992 en dat nummer klinkt nog altijd even fris en gevoelig als meer dan twintig jaar geleden.
In 2003 verscheen het dubbelalbum Decade op cd, een schitterend overzicht van 's mans oeuvre tussen 1966 en 1976 waarop enkele bonustracks met nooit eerder uitgebrachte nummers. Een absolute aanrader voor wie Neil Young wil (her)ontdekken.
In dit, voor zijn doen, ongemeen vrolijk filmpje duikt Neil op met een van z'n favoriete (en onbetaalbare) Martin D45 '68 gitaar, een wezenlijk onderdeel van de typische Young-sound uit zijn akoestische platen en concerten.
dog? Neenee, dat laat ik over aan de adepten van dat BBC-schapendrijversprogramma.
"A man and his guitars" dan, daarmee kom je al een eind dichter in de buurt van het opzet van dit blog. Laat ik er dan maar meteen een hele grote uitpikken: Eric Clapton. Nu staat die er niet om bekend veelvuldig de persmuskieten te woord te staan, maar voor een cameraploeg van Rolling Stone maakte hij begin vorig jaar graag een uitzondering om over zijn vroegere werkinstrumenten te praten.
De eerste in de reeks is de 1956 Stratocaster die hij tweedehands kocht in een Londense muziekwinkel in 1967 en die de geschiedenis zou ingaan als "Brownie", geïnspireerd door zijn idool Buddy Holly die een dergelijk exemplaar bespeelde.
Het was EC's allereerste Strat - te horen in de vroege jaren zeventig op o.m. Layla en de fameuze Derek and The Dominos-periode en voor zijn solodebuut album.
Fender besliste in februari 2013 een quasi perfecte replica uit te brengen en aan de meester zelve ter beoordeling voor te leggen, die was verwonderd over de getrouwheid qua sound en uitzicht, zelfs de afgebladderde lak hadden ze nauwkeurig nagebootst. Gezien de beperkte oplage - en ondanks het forse prijskaartje (+/- 15000$!) - was de voorraad snel uitverkocht
De originele Brownie bracht in 1999 bij een veiling een fenomenale 497000$ op ten bate van Clapton's Crossroad Centre, een rehabilitatiecentrum voor drugs- en alcoholverslaving op Antigua.
Brownie was de inspiratiebron voor een zo mogelijk nog beroemder instrument uit de Fender-stal, met name "Blackie" but that's another story...
lees je hier en der, allicht onbedoeld, grappige wetenswaardigheden zoals deze:"Zonder Jet Harris zal de Europese Rock 'n roll nooit meer zijn wat hij was."
Nu, in de wetenschap dat Harris' gloriedagen, solocarrière inbegrepen, hooguit vier jaar omspanden, lijkt mij dat toch heu...lichtjes overdreven. Net zomin als Diamonds"een instrumentale wereldhit" zou zijn geweest. Verder dan de UK kwamen Harris&Meehan niet.
Dat nummer werd evenmin op een basgitaar gespeeld maar op een gedowntunede Fender Jaguar met de hulp van ene Jimmy Page op rhythm en John Baldwin op bass die later furore zou maken als John Paul Jones bij Led Zeppelin.
Laten we wel wezen, Jet Harris was een goeie bassist maar zeker geen topmuzikant, daarvoor had hij iets te veel ...dorst.
a wall of sound als je met een paar gabbers uit the good old days de studio kan induiken zonder dertig ton aan elektronika?
John Illsley alvast niet, zo te horen is de klassieke bezetting - bass, drums, lead guitar en een heuse Bösendorfer-vleugel - plus een heerlijk melodietje om bij weg te dromen langs een zomerse waterkant ruim voldoende.
Neem daarbij blonde engel Polly Wood voor de backing vocals en de fabelachtige sound van die Gibson ES335 en voor u zit een blije mens.
le déluge is een bekende uitdrukking die al eens te pas of te onpas boven water komt als het over politici of over politiek in het algemeen gaat.
In het nummer Before The Deluge uit 1973 houdt Jackson Browne ons al een toekomstbeeld voor ogen - de sixties waren uit- en doodgebloeid en de hippies staken hun verdorde bloemenkransen in de compostbak, trokken een modieus kostuumpje aan en gingen aan de slag in Wall street - dat er niet al te fraai uitzag: "With their hearts they turned to each other's hearts for refuge In the troubled years that came before the deluge".
Maar Jackson is geen doemdenker (wel een politieke activist) en gelooft dat we met z'n allen er wel zullen uitraken:
Let the music keep our spirits high Let the buildings keep our children dry Let creation reveal it's secrets by and by, by and by When the light that's lost within us reaches the sky
Ik had dit nummer al eens eerder gepost toen het hele concert nog online stond. Helaas hebben de geldwolven van de BBC en het Glastonbury-festival het weggehaald, gelukkig staan de individuele nummers nog steeds op YT, voor zolang het duurt, tenminste.
Kortom, bijna negen minuten pure schoonheid met de hulp van onder anderen David Lindley (geef die man iets waar snaren aan zitten en hij doet er iets wonderlijks mee) Mark Goldenberg (guitar) en Dannielle met het hoedje.
die eraan denkt dat het vandaag 3 februari 2014 is. Op zich is dat niets buitengewoons, voor mij is het een trieste datum in de loop van de geschiedenis van de populaire muziek, rock 'n roll in het bijzonder.
Precies 55 jaar geleden verongelukten drie jonge snaken op weg naar een grote carrière in de sneeuw van Iowa en nog eens tien jaar later schreef "folkie" Don McLean er dit prachtige nummer over: The Day The Music Died.
Voor een keer was Radio1 wèl mee, in tegenstelling tot vorige week toen ze er bij het overlijden van Pete Seeger niets beters op vonden dan een Franse vertaling te draaien van If I Had a Hammer van dat hyperkinetische dansmarieke Claude François.
De maker van deze video is erin geslaagd tien jaar popmuziek samen te vatten in een diashow die zowat alle elementen uit die periode samenvat, waarvoor hulde.
waar je nooit genoeg van krijgt, Sheryl Crow is er zo eentje en, laat ik het maar bekennen, niet alleen op muzikaal gebied.
Ze is dan misschien wel niet de grote hitmaker - ik twijfel eraan of ze ooit een toptien notering haalde - met haar dikwijls introspectieve songs en haar stem zal het waarschijnlijk ook nooit brengen tot The Voice of the Century.
Toch heeft ze dat ondefinieerbare, de looks daargelaten, "iets" dat haar ver boven de middelmaat laat uitsteken. Het is onbegonnen werk de schare artiesten waarmee ze al heeft samengewerkt in een notendop samen te vatten, daarvoor zijn er andere kanalen.
Daarom dit stukje uit het Crossroads Guitar Festival van 2007. Let maar eens op de manier waarmee ze Albert begroet (I can't do anything that fast) en Vince Gill vertelt "this song is in E".
Een dijk van een popsong is dit If It Makes You Happy en naar Youtube-normen van onberispelijke audiokwaliteit.
Pete Seeger, the singer, folk-song collector and songwriter who spearheaded an American folk revival and spent a long career championing folk music as both a vital heritage and a catalyst for social change, died Monday. He was 94 and lived in Beacon, N.Y.
His death was confirmed by his grandson, Kitama Cahill Jackson, who said he died of natural causes at NewYork-Presbyterian Hospital.
Je kan het je afvragen zoveel jaren later en het antwoord is: mmm, zeer twijfelachtig..
Om te beginnen was het al geen pure live groep, net zomin als de Beach Boys dat waren, ze moesten het hebben van het studiowerk waar naar hartelust kon geëxperimenteerd worden met een geniale producer achter de knoppen.
De revolutie prediken vanuit je bed in een Amsterdamse hotelkamer, met een Japanse troela aan je zij, voor het oog van zorgvuldig opgetrommelde fotografen en cameralui mag dan als reclamestunt honderd procent geslaagd zijn, het heeft allemaal weinig met de essentie te maken. Voor het echte ruigere werk moest je bij hun Londense confraters zijn.
Back to the party na de jam session van gisteren: de misthoorn van Etta James die laat horen en zien hoe je Rock and Roll Music laat swingen als een Fyra-trein op speed.
De bandbezetting is nog steeds dezelfde - Clapton zowaar nog eens op een Gibson en duidelijk beter in zijn sas - en deze keer in een proper kostuumpje gestoken: