varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
26-04-2008
'k Mis mijn bootje.
Vandaag, zaterdag was een prachtige dag. Het mooie weer lonkte uitnodigend en ook wij boden geen enkele weerstand. Bij gebrek aan ons bootje, besloten we om te fietsen. Waar kan je per definitie het mooiste fietsen overal in 't Vlaamse land ? De jaagpaden natuurlijk. Deze paden, eertijds aangelegd om de schepen over kanalen en rivieren verder te trekken, lenen zich nu perfect om te fietsen. Wanneer daar in den beginnen gerekend werd op de kracht van de vrouw, de man moest immers aan het roer staan, werden het later paarden en soms ook ezels die het schip voorttrokken. Tja, het schippersleven van weleer was bikkelhard. Het waren verharde paden langswaar gejaagd werd. Met de opkomst van de stoom lagen deze paden er jarenlang verlaten bij, dikwijls overwoekert met diverse soorten onkruid. Maar toen de mens wat meer vrije tijd kreeg, en de rage van het fietstoerisme weer toenam, werden ook de jaagpaden herontdekt. Aangenaam, dat is alles wat men kan zeggen, fietsend van Lokeren naar Daknam langs een andere weg van vroeger, een afgebroken spoorweg. Deze holle weg is een fietsautostrade geworden Lokeren over Daknam, Sinaai naar Moerbeke. Wanneer dan het vroegere station van Daknam, per toeval bewoond is door Petra's pa, dan weet je dat een welgekomen halte nooit veraf is.
Drie, zeer voorname onderdelen op het onder-schip, hier in de zwarte antifouling verf gezet. Bemerk op het roer en de midden-vin er voor, de zink-anodes, die het roest moeten weren. Van hun goede of slechte staat hangt af in welke mate het roest zich op het ijzer zet.Dus heeeeel belangrijk !
Nieuws, daar heb je positieve en negatieve berichten in. Laat ons maar beginnen met het positieve, het onder-schip is tweemaal in de goudkleurige grondlaag gezet en de eerste laag antifouling is af. Om goed te zijn moet de antifouling een tweede laag krijgen, hetgeen gebeurd gedeeltelijk vandaag en de rest maandag. Bij nazicht van het onder-schip bleek dat alle anodes nog in goede staat waren en gerust nog een paar jaar mee konden. Volgende week begint men ook aan het motor-nazicht. Al de olie dient ververst te worden en ook alle filters worden vervangen. De boiler wordt nagekeken of er genoeg koelvloeistof aanwezig is. En dan komt eigenlijk het voornaamste aan de beurt. Het nazicht van het lek. Bij de aansluiting van de circulatiepomp aan de watertank is een lek. Een nieuwe aansluiting, plus een nieuwe, geruisloze waterpomp staan ook al klaar om geplaatst te worden.Het expansievat is overbodig en wordt afgebroken. Aan het dashboard binnen wordt er een nieuwe uur-meter geplaatst + de tweede marifoon aangesloten. Op de tweede besturing buiten, zal de ruitenwisser niet geplaatst worden. Blijkbaar doet geen enkele werf dit werkje graag. Boren in een ruit blijkt niet hun favoriete bezigheid !
Het Atomium is 102,705m. hoog. Het heeft de vorm van een ijzerkristal, dat 165 miljard keer uitvergroot werd. Binnenin is er een lift die u tegen 5m/seconde naar de bovenste bol brengt. In de bovenste bol bevind er zich een restaurant, en een uitkijk-niveau. Nog drie andere niveaus bevinden zich in deze bovenste bol. De ontwerper van dit kunstwerk, André Waterkeyn overleed in 2005, en beleefde de eindfase van de twee jaar durende opknapbeurt niet meer. De platen van het Atomium werden nu vervangen door inox, hetgeen meer weerbestendig is en langer bestand tegen alle mogelijke gure omstandigheden. Zijn familie geniet tot 2075 een auteursrecht dat rust op alle afbeeldingen van het Atomium. Voor het jaar 2008 werd een uitzondering gemaakt op dit recht.
Mensen, wat gaat het snel. Met de hype rond expo '58, en aangezien we toch zonder bootje zitten (nog altijd op de werf), besloten we om vandaag, zondag te gaan "brusselen". Hoe meer beelden we van de expo te zien krijgen, des te meer iedereen van onze generatie spijt krijgt dat zoveel moois tegen de grond ging. Voor mij persoonlijk staat nog altijd het Amerikaanse en Russische, maar ook het Thaise paviljoen mij fel voor de geest, samen met de watertrap de "teleferikskes" de gemotoriseerde bakskes waarin men rondreed, Oud-België waar we gezellig tafelden en ik van mijn vaders schuimende pint mocht drinken, "de pijl" en natuurlijk het Atomium. In het Amerikaanse paviljoen stond ik als 13-jarige in bewondering voor de eerste kleuren TV, thuis hadden we nog geen wit-zwart, die kwam pas in 1960 met de Olympische Spelen in Rome. Recht er tegenover stond het Russische paviljoen met de verbijsterende "Spoetnik" die aan het plafond hing en waar ik met wijdopengesperde mond naar het raadselachtige bip-bip geluid stond te luisteren. Het Thaise paviljoen was het exotische dat me aantrok. Ik had nog nooit zo'n gebouw gezien in pagode- vorm met fel gekleurde en gouden tinten. Ook de vrouwen en mannen die er rondliepen vormden samen met het Congolese paviljoen voor mij de openbaring. Er waren ook anders gekleurde mensen ! Ik heb nog naar andere wereldtentoonstellingen geweest, maar deze van '58 was voor mij een totaal nieuwe wereld, die qua architectuur en design sindsdien zijn gelijken niet meer kende. Jammer van die teloorgang. Wat hadden onze kinderen en kleinkinderen versteld gestaan bij "de pijl". Hadden ze hun niet geamuseerd in Oud-België ? Hadden ze niet plaatsgenomen in de bakskes en er overal mee rondgereden of een ritje gemaakt in te teleferikskes ? Neen, ze zouden het niet gedaan hebben, want ze hebben teveel. Ieder kind kijkt nog nauwelijks op van deze dingen. Op 13 jaar zijn er andere dingen aan de orde. En niet altijd ten goede. Waar hebben we gefaald ? Ligt het aan ons ? 'k Geloof het niet. Wij waren nog kinderen van 13 jaar en als we niet luisterden, kregen we een draai rond onze oren. Nu gaat men daarvoor naar de rechtbank en wordt veroordeeld voor slagen en verwondingen. Ligt het dan aan ons ? Eén van de enige dingen die ons nog resten, is het 102- meter hoge Atomium. Nog snel gered van de ondergang, want het was vijf voor twaalf. Het ijzer-kristal dat 165 miljard keer uitvergroot werd, stond symbolisch voor Belgiës negen provinciën. Ook dat is voorbij, want het zijn er nu tien. En toch was ik blij dat ik er nog eens was, ik was weer even dertien geweest en liep in korte broek langsheen de watertrap, zag bij de Amerikanen de kleuren TV spelen en er recht tegenover hoorde ik de bip-biptoon. Ik dronk weer uit mijn vaders grote pint en voelde hoe het schuim langs mijn kinnetje liep. Ik hoor nog hoe mijn moeder mijn vader berispte om zoveel gegeven vrijheid. Ik zag bruine, zwarte en gele mensen die rustig keuvelend over de esplanade wandelden en in het park voetbalden. 't Was een droom, ik was nu drieënzestig en enkel het atomium en het Amerikaanse paviljoen, nu VRT, stonden er nog. De rest was verdwenen. Jammer, doodjammer !
Vandaag rij ik voor de eerste keer naar de werf om de stand van zaken op te volgen. Ben benieuwd wat er reeds gebeurd is. Ik was al gelukkig dat er "iets" gebeurd was. De schilder was bezig met de eerste grondlaag. Het was een gouden kleur en er zouden twee lagen van deze verf gezet worden. De reden is, dat de derde laag, een afstotende verf is, antifouling* genaamd, niet hecht op bloot ijzer, maar wel op de verf die als grondlaag gezet wordt. antifouling = aangroeiwerende verf, vooral voor plantjes en kleine diertjes die zich snel aan de boot hechten, en zodoende de boot afremmen qua snelheid, met ook een groter brandstofverbruik tot gevolg, en de evidentie sneller roesten.
Het kondigde zich zo mooi aan, die dag midden april 2008. Voor de eerste keer dit jaar zou ik met mijn bootje varen. Een schitterende zon spoorde ons aan om te vertrekken. François was reeds ter plaatse. Ik had de motor al laten draaien en controleerde een laatste keer alle details. Lage slierten nevel kwamen van de velden en hingen over de moervaart. Gewoon prachtig. Een mens zou bij al dat mooie poëtisch worden en misschien wel onzin uitkramen. Dus hield ik het maar bij mijn bootje. De motor had zijn temperatuur bereikt en rond 08.45 uur maakten de "Enya" zich los uit een kluwen van touwen. Piepend richting kanaal Gent - Terneuzen kwam ze van tussen de twee jachten voor en achter. Fijne rimpeltjes op het water achter me en een zacht gebrom van de motor en weg waren we. We rekenden op een dik uur tot aan de werf Carron in Zelzate. In Mendonk ging ons toerental omlaag, want er lag misschien wel een collega-watersporter van de naburige clubs in Mendonk nog tussen de lakens, zalig dobberend op 't water. Bij het naderen van het kanaal minderden we vaart, want hier snorren de binnenschepen voorbij en houden zich niet altijd aan de opgelegde snelheid. François riep dat het kon, en ik gaf vol gas. Het kontje wat dieper in 't water en een flinke snor vooraan gingen we direct aan de rechterkant van het vaarwater, want er kwamen een paar schepen achterop. Aan de overkant een paar slepers met een flinke put achter hun. Ons bootje ging fel tekeer en dobberde over de golven. Onder de brug van Zelzate kwam langszaam de werf in 't zicht. François ging naar voor om te kijken waar we konden aanleggen, want het lag er kompleet vol. Tegen een woonbootje aan, want het was toch maar voor even. Eens aan de wal spraken we af, er ging een jachtje uit en dan mocht ik in de slings*. Eerst moesten drie binnenvaartuigen die naast elkaar lagen, eventjes met de kop van de wal, om toe te laten dat de jachtjes er uit en er in gingen. De kraan stond al op zijn plaats en een polyester jacht van ca 9m hing al in de slings. We starten de motor en tuften even later naar de plek waar de slings in 't water hingen. Eens de slings aangespannen kwam de Enya zachtjes aan uit het water. Aan de boordsteen gingen we beiden aan de wal. 't Is tenslotte altijd gevaarlijk om aan boord te blijven tijdens de hijs. Zonder moeite zette hij mijn bootje feilloos op een rijdende bok*, die hem naar de spuitplaats trok. Tussen de middag nam ik aan een armeluis-restaurant (frituur) mijn middagmaal. Terug naar de werf, dus. Afspraken werden er gemaakt met de man die buiten alles regelt, en Diederik die binnen alles regelt van motorgedeelte enz... Rond drie uur bolde ik tevreden naar huis, wetende dat het bootje in de hal stond en in goede handen verkeerde. Met die wetenschap sliep ik 's avonds, rustiger in dan de dag ervoor. *slings = zijn platte banden die onder een stacker hangen (is een in kruisvorm ijzer-gewrocht waar aan de vier uiteinden de slings vastgemaakt worden, zie foto) *bok = rijdend of niet-rijdend gestel waar de boot op rust met flexibele aangebrachte steunpunten.
Morgen, 15 april 2008 is het zo ver. Dan vaar ik met een vriend uit de club, François, naar de werf Carron in Zelzate. Aan de "Enya" moet er het één en het ander gebeuren. Ik deelde het in in vier categorieën : I. Wanneer de boot er uit getild wordt, is het evident dat het onderschip de eerste zorg is. Na het afspuiten, worden de anodes natuurlijk nagekeken, evenals het roer- en de roerkoning. Een algemeen nazicht van het onderschip moet aan het licht brengen of er een plaat onder het kombuis moet komen of niet. Bij het nazicht van het onderschip zal ook naar de boegschroef gekeken worden. Bijkomend moet ook langs de binnenkant gekeken worden, want daar is er roestschade.
II. Eens dit achter de rug is, zal de motor een algemeen nazicht krijgen, waarbij filters en olie vervangen worden. De besturing zal in het bijzonder nagezien worden op vibraties. De boiler wordt terug met koelvloeistof gevuld. De watertank moet gecheckt worden, want er is ergens een lek, dat tot in het voorschip loopt. Het gebeurd enkel wanneer de pomp aanslaat. As en roerkoppeling beëindigen het werk in de machinekamer.
III. Bij de binnenbesturing moet de tweede marifoon aangesloten worden. De toeren- en uurteller moet nagezien worden, en indien nodig vervangen.
IV. Bij de buitenbesturing wordt een ruitenwisser aangebracht. De leiding en bedieningsknop werden al door een andere werf aangebracht, maar die kon door omstandigheden zijn werk niet afmaken.
Ik reken er op dat alle werkzaamheden op het einde van de maand achter de rug zijn, maar op een werf, weet je nooit ! Als dit moest lukken, varen we na een klein oponthoud, op vakantie voor een tiental dagen. Duimen jongens, maar geloof me, na deze werfbeurt krijgen jullie een reeks foto's waar ge de "ENYA" niet meer zult herkennen. Het bootje zal dan in prima conditie zijn, en terug goed om vier jaar verder te varen, met als klap op de vuurpijl, eind dit jaar, ne gepensionneerden oan buert. Nie te gelueven !
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.