varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
30-11-2011
Een Antwerpse wandeling van iets meer dan zevenduizend meter - deel 3
Ten noorden van de Katendijksluis, tussen de Royerssluis en het Straatsburgdok liggen de "DROOGDOKKEN", netjes genummerd van 1 tot 10. Ze werden gebouwd in 1863 en pas in 2001 geklasseerd als beschermde monumenten. Bijzonder is dat één droogdok, nr 7, volledig afzonderlijk ligt van alle andere dokken. De werkzaamheden startten in 2014 met de heraanleg van de Scheldekaaien vormt "Droogdokkenparkeiland" een evenementenpark van 15 hectare en zal het een nieuw stadspark worden met een natuurlijke getijdeoever voor slikken en schorren. Hiermee wordt de band herstelt tussen de "Stad" en de "Stroom" en wordt het letterlijk "De Stad aan de Stroom".
Een Antwerpse wandeling van iets meer dan zevenduizend meter - deel 2.
Het verhaal van Vlotkraan 1 of beter gekend onder z'n echte Antwerpse naam: "Grote Gust" was een enorm kraan-monument. Overal waar hij voorbijvoer keek iedere Sinjoor weer op en stond in bewondering. Op een ponton van 39,44m op 19,70m paste hij juist om door de havengeul aan de Siberiabruggen te passeren. De Antwerpenaar sprak bij iedere passage van: " 't ies e passemoatje" , waarmee hij bedoeld dat hij er juist doorkon. De kraan met haar ponton woog 93 ton. Een inginieus systeem van verschuivende gewichten van voor naar achter, samen met pompen die er voor zorgden dat ballastwater in de beunen* van stuurboord naar bakboord kon gepompt worden en gesteund werden door vier "poten" die de kraan op haar plaats hielden op het ponton. De eerste Grote Gust werd gebouwd in 1915 en afgeleverd in Antwerpen in 1922. Hij werd op last van de Belgische regering tot zinken gebracht in de Royerssluis om zo de toegang tot de haven te beletten aan de Duitsers. Waarschijnlijk komt de naam Gust niet van de voornaam August, maar wel van de werf in Schiedam waar hij werd gebouwd, de Gustowerf. Op 12 mei 1947 werd de Grote Gust besteld in Nederland voor de som van 1.970.000 gulden wat aan de lage gulden toen nog goed was voor ongeveer 900.000. De aflevering gebeurde in 1950. Behalve kraanmachinisten had men bij de vlotkranen ook pontbazen, schippers, motoristen en lierkamermannen. Van groot belang waren ook de togers, dat zijn de bemanningen van de sleepboten. Grote Gust was een vlotkraan en moest altijd naar de plaats gesleept worden waar hij job had. Het drama dat op 9 november 2006 om 02.00 uur 's nachts gebeurde met het kapseizen van de Grote Gust werd waarschijnlijk veroorzaakt door het slecht functionneren van de overhevelingspompen naar de beunen van stuurboord naar bakboord in combinatie met het niet werken van de balansgewichten langs beide kanten van de kraan van voor naar achter. Door het ongeval kwam de kapitein van de sleepboot 86 in het ijskoude water. Hij kon gelukkig gered worden door zijn bemanning en doordat de sleepboot 80 direct uit de Kattendijksluis voer, werd een ramp vermeden doordat de bemanningen de vallende brokstukken niet over hun kregen. De laatste kraanmachinist van de Grote Gust, dhr. Charles Lecompte was eregast op de inbedrijfstelling van de opvolger van Grote Gust, de Brabo 1. Tenslotte nog een pijnlijke anekdote over de Grote Gust, zij het dan voor mezelf. Op een avond werd een grote partij coils (ijzeren plaat op ringen) geladen van een binnenschip naar een zeeschip met bestemming Iran. Grote Gust lag tussen het zeeschip en de wal. De dekman stond op z'n plaats want de kraanman kon niet in het ruim van het zeeschip kijken en moest afgaan op de vingertjes van de dekman die de zware coils (30/35 ton per stuk)in het ruim stuurde. Ikzelf moest aan boord van het zeeschip om in het ruim expertise te doen met zilvernitraat op ijzer, en te testen of het roest niet afkomstig was van zout water, waardoor het ijzer met een claim naar minderwaardig zou verwezen worden. Met een touwladder begon ik aan een afdaling, de boekentas aan een riem over de schouder bengelend, maar toen ik op de laatste trede stond gaapte er ongeveer een gat van nog anderhalve tot twee meter met het dek van de Grote Gust. Atleet die ik toen was, stootte ik me af met de borst, maar kwam niet op mijn voeten, maar wel op de knieën terecht. Wat was er gebeurd ? Als naar gewoonte stootte Gust stoom uit, die viel door de koude naar beneden en vroor gelijk aan op het ijzeren dek van het ponton. Den dré zijn voeten schoven weg bij de landing op Gust en daar zat den Dré op z'n knieën. Zoveel eer was "Gust" nog nooit te beurt gevallen. Iemand op z'n knieën krijgen. Na het werk en de klim uit het zeeschip om via Gust terug aan de wal te klauteren, realiseerde ik me mijn pijnlijke knieën. Met moeite kwam ik tot bij mijn wagen (toen een VW-kever) een reed naar huis. Vanop kantoor had ik eerst mijn vrouw verwittigd om me helpen uit de wagen. 's Anderendaags werd ik in de kliniek van Lokeren behandeld en het vocht uit mijn fel gezwollen en pijnlijke knietjes gehaald. Met mijn dank aan de Grote Gust !
*beunen = ruimten in binnenschepen en pontons om met ballastwater te spelen van stuurboord naar bakboord of van voor naar achter om een gelijke nivellering van het schip of ponton te verkrijgen.
Een Antwerpse wandeling van iets meer dan zevenduizend meter - deel 1.
Het wordt een wandeling over een schitterende promenade langsheen de hangaars ofte Scheldekaaien, die een frivool maar zwoegend en hard leven aftekenen langsheen de boorden van de Rivier die 't Stad afbakend. Tijdens het najaar 2003 scheen de zon, ideaal wandelweer. Bladeren verkleurden en kregen een goud tintje. Voor mij lag de Kattendijksluis in alle rust. Vroeger gonsde het hier van bedrijvigheid, nu hoor je een pluim vallen. Mooie gebouwtjes omgeven de sluis, binnen enkele jaren herkent niemand meer deze plek, want alles wordt gerenoveerd. 't Zijn goede mensen die het verleden eren, werd ooit gezegd. De Kattendijk is de oudste, nog bestaande sluis van Antwerpen. Gebouwd in 1880 bleef ze 118 jaar in bedrijf. In 1998 sloot men deze sluis wegens teveel tijdverlies. Niet zoals vroeger betekende de factor "tijd" puur verlies uitgedrukt, toen nog, in belgische frankskes. Miljoenen tonnen waren hier gepasseerd, zowel in afvaart als opvaart. Toen was de kant tussen de sluis en de gebouwen van de Red Star Line* een fameuze uitgangsbuurt. Ook die gebouwen van de Red Star worden gerenoveerd in de toekomst en komen later aan bod in deze reeks. Honderdveertig bij achtennegentig meter was de sluis, langs de zijkanten stonden kaapstanders met kettingen voor de deuren te bedienen. Bij een laagwaterschutting moesten de schepen twee uur op voorhand in de sluis liggen. Aangezien de wachttijden daardoor soms opliepen, werd de sluis in 1998 definitief buiten gebruik gesteld. Direct had men plannen voor deze sluis, het zou een jachtensluis worden, direct verbonden met het Willemdok via de Londenbrug. Gedaan met tussen de binnenschepen of zeeschepen te liggen. Gedaan met die vuile Royerssluis. Een jachtensluisje voor ons alleen, wat een luxe. Maar zover was het nog niet ! Een kleine anekdote. In 2000 stond ik met mijn nieuwe wagen geparkeerd voor het Havenhuis. Naast mij stopte een nog mooiere, nieuwe wagen. Een boomlange vent stapte uit en zei vriendelijk: die is nog nie lang neuf, zeker. De rollende rrrrrrrrrrrrrrrr verraadde franssprekendheid. Die van u ook nie, antwoordde ik. Hij liet z'n wagen bewonderen en ik die van mij. Toen pas realiseerde ik wie voor mij stond. "Heu, ge zijt toch meneer Delwaide". Het gloeiende rood schoot me langs de wangen. "Zeg maar, Leo" antwoordde hij, oep 't schoan verdiep zeggen ze zelfs Lange Leo ! Hij schuddebolde van 't lachen om de mop, ik bleef ingetogen en oogde waarschijnlijk dieprood. Ik probeerde toch iets zinnigs te vragen en zegde: de Kattendijk wat gaan ze daar mee doen, meneer ? Dat word ne sluis veur jachtsjes, vriend. Ik bleek zowaar met de verkiezingen op komst al zijn vriend geworden te zijn. Die babbel met Baron Leo Delwaide koester ik vandaag nog als een leuk "fait divers". Werking van de sluis.
De werking van de sluis was zeer complex. Wanneer de schepen in de sluis waren, werd de vloed- en dokdeur gesloten, waarna de schepen op het getij wachten. Het sluiswater werd langs de muur weggespuid via de verlaten naar de Schelde. Bij anderhalve meter boven het Scheldepeil werden de deurverlaten geopend zodat bij gelijk waterpeil tussen sas- en rivierwater de eb- en vloeddeuren aan de buitenkant konden geopend worden. Bij vloed konden de binnenschepen dan naar Gent, Merelbeke of naar Frankrijk. Er waren 5 buitendeuren waarvan 1 ebdeur en 4 vloeddeuren.
2006 zou een rampjaar worden in het bestaan van de Kattendijk. Immers, bij het wegnemen van de oude sluisdeur kapseisde "VLOTKRAAN 1" beter bekend door iedereen met Antwerpen begaan als "de Grote Gust" een door stoom aangedreven kraan-monument, speciaal voor die tijd om zwaardere liften te verrichten. Er wordt nog altijd gedroomd om ze te renoveren, maar vermoedelijk was ze te zwaar beschadigd tijdens het kapseizen. Jammer ! In de renovatie was er ook al een plaatsje voorzien om de "Grote Gust" onder handen te nemen. Meer over deze stoomkraan misschien wel in een volgend artikel.
In 2010 werd door de firma's Roegiers, Buyck en Egimin voor de electronica de nieuwe sluisdeuren op hun plaats gezet. Het precieze kraanwerk gebeurde door de firma Aertssen. En op 25 september 2011 was het zover. De nieuwe sluis werd met de nodige luister geopend.
Werkuren nieuwe getijdesluis Kattendijk.
van maandag tot zaterdag, van 06.00 tot 22.00 uur. op zon- en feestdagen, vanaf Pasen tot en met het laatste week-end van september van 09.00 tot 19.00 uur (afhankelijk van het getij). sluis is nu 24m breed en 4,20m diep.
Meer dan vijftien jaar terug hoorde ik er reeds van. "Het Masterplan van Antwerpen". Met een eerste gedachte aan Antwerpse grootspraak, zwakte ik die nadien af naar ongeloof over zoveel lef. De heraanleg en herbestemming dit jaar van de Scheldekaaien, bij mij beter bekend als "de hangaars", werd er na de bouw van de cultuurtempel "Hangaar 29", de bouw van het MAS, de renovatie van de "Red Star Line", de vernieuwing van de Pompierskazerne, de herwaardering van de "droogdokken" de verzameling kranen aan de Scheldebocht, waar destijds de Red Star boten lagen omdat er in die bocht diepgang genoeg was, wachtend op dat arme volkje dat de plas ging oversteken op zoek naar geld en geluk !!! Ik ben fierder en fierder dat ik er mocht werken, geloof me. Iemand die zijn verleden eert, kan nooit een slecht mens zijn ! Telkens ik terug naar 't Eilandje ga, is het voor mij een stukje thuiskomen. Nooit zag ik een gebied zo veranderen, toen het vol met dokwerkers café's en binnenschippers was, een rosse buurt van weleer tot de poepchique, onbetaalbare appartementen van nu, het wordt stukje bij stukje terug in puzzels gelegd, die dit verleden tot leven roepen. In de komende reeks, wat ik zou willen noemen "winterschrijfsels" wil ik proberen die "thuiskomsten" te beschrijven en door mijn eigen verleden te wandelen en de vlam van eeuwige liefde brandend te houden bij datgene dat ik nog iedere dag mis: "'t Eilandje".
't Zou nooit meer zijn zoals weleer. Met die gedachte stapte ik een laatste maal buiten, een zonnige dag, net als nu, in Antwerpen, Lange Nieuwstraat op de Schippersbeurs. We schrijven november 1998. Meer dan 50 jaar hadden hier generaties binnenschippers over de vloer gekomen, gevochten en verloren, gedaan er mee.Weg beurs, zou het beteren of verslechten. Eén ding was zeker, het sociale kontakt was weg. Nooit meer zou iemand uit ons vak (bevrachter binnenvaart) nog weten wie uit welk nest kwam, wie met welk schip voer. We verloren die dag allemaal het draadje dat ons verbondt. De ganse buurt was één en al schipperscafés met hier en daar verzekeringskantoren en andere diensten direkt of indirect te maken met dat ene beroep: binnenschipper. Buitenstaanders kijken er een beetje meewarig naar, dat soort volk dat op een boot leeft, en er nog zijne kost mee moet verdienen ook. Beste mensen, schud die meewarigheid af, want onder die dikke huid van ruwheid schuilen mensen die hard en eerlijk werken voor hun job en waarbij vriendschap geen ijdel woord betekent. Tijdens mijn tochtjes met de "Enya" langs het water merk ik hoeveel herkenning er nog is. Als men je toevallig ziet, of de "Enya" herkent via het lezen van deze blog, gaan handen de hoogte in, wordt er geroepen met dikwijls een kwinkslag er bij, en komen ze soms uit hun stuurhut om goeiedag te zeggen. Gedaan die ruwheid, weg er mee, hier komt die warme pit er vanonder en geloof me.... soms heb ik het er moeilijk mee. Dag mannen, ik hoop jullie nog lang tegen te komen en zwaai maar, gegarandeerd dat ik terugzwaai !!!
Laatste vaartocht - Spanjeveer - Terneuzen - de foto's
Foto 1 -De bovenste foto, het vertrek - het zwaaien van de kapitein is volledig gefacked. Met een klein hartje en de knagende gedachte van: "het is nu echt gedaan, weg bootje". Met die gedachte nam ik afscheid van onze "Enya". Ik wist wel dat hij in goede handen zou zijn bij Vermeulens Jachtwerf, maar toch, het gemis aan de fysieke aanwezigheid van onze boot op Spanjeveer deed meer met me dan iemand vermoeden kan.
Foto 2 - de "Enya" onderweg, mooie foto van een mooi scheepje, zoveel is duidelijk. De aftekening van de snelheid van de boot op het water zorgt voor een fantastische omkadering. Verdomme, wat is het mooi op 't water. Fantastich, maar mijn blog heet na 6 jaar nog steeds: "Mijn bootje op 't water". Een betere titel kan ik me nog altijd niet dromen.
Foto 3 - aankomst bij Vermeulen in Terneuzen, nu nog in de box varen en het afscheid is er. Ik merk nu dat ik er stiller en stiller van wordt.
* Met dank aan mijn vrienden Frankie en Annie voor de prachtige foto's en Patrick voor het gezelschap en de hulp onderweg.
Leuke titel maar nee, niet met varen natuurlijk, wel gedaan voor dit jaar. En met spijt moet ik zeggen. Maandag op de laatste dag van oktober, net voor allerheiligen, voer ik met mijn bootje naar Terneuzen. In de loods er mee, en dit voor 5 of 6 maanden. Maar 't leek wel zomer, een prachtige zon, practisch geen wind. Het was hemels. Om half acht stipt werd ik opgehaald door Frankie en Annie, wat een luxe, richting Spanjeveer. Petra was met de mama naar de "countrybeurs" en genoot waarschijnlijk evenzeer als ikzelf. Rond halfnegen was Patrick er, mijn vaar-maatje. Hoe dikwijls we tegen elkaar het niet hadden over de perfecte weersomstandigheden, 'k weet het niet. We waren net boeren, die ook altijd "zeveren" over 't weer. En kijk, voor ons, net voor het uitvaren van de Moervaart, wat zagen we ? Jawel, een bootje, hij richting Gent, ik de andere kant op. Je bent niet gauw alleen op 't water. Ik kon hem zeker geen ongelijk geven. Geen verkeer op het kanaal, dus met een goeie snelheid (13,5 km/u) ging het richting Vermeulens Jachtwerf. We genoten beiden van het goeie weer en het weinige verkeer. Tijd om wat rond te kijken ! Tot Zelzate niks bijzonder. In de jachthaven van Zelzate niets dan bekenden. Onze vrienden uit 't Sas lagen er, Jan en Etienne en nog een paar waren de dag er voor van Spanjeveer naar Zelzate gevaren. De grens over, Sas van Gent voorbij, waar een zeeboot mij in 't midden van 't vaarwater tegemoet kwam gevaren en de "88" dwars voor mij ging liggen. Ik riep de "88" op en vroeg of ik langs de zeeboot mocht stuurboord/stuurboord. Dat kon, mits ik voorzichtig dit maneuver deed. Vijftig meter verder, het gas erop richting sluis. Net er voor, nogmaals bellen met "Vermeulen" om te zeggen dat we in de arm, langs de Oostsluis zaten. In het zicht van de kraan stonden Annie en Frankie al te wachten, het fototoestel in aanslag. We hadden ze ook onderweg reeds gezien, toen ze vanop de brug van Sluiskil, foto's maakten. Samen met mijn vaarmaatje dacht ik eventjes na, hoe goed het voelt om vrienden te hebben. Met deze "warme" gedachte meerde ik feilloos aan, net voorbij de kraan, waar mevrouw Vermeulen stond, bij een vrije box. Mijn bootje was afgeleverd. Ze zou deze week op stal gezet worden, na een winterupdate, antivries in de leidingen, de boiler ontlucht, enz... Daarna zes maanden rust. Ik zou ze wel een paar keer bezoeken, deels uit zorg, deels omdat ik ze graag zie, mijn Enya, mijn bootje.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.