varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
24-11-2011
Een Antwerpse wandeling van iets meer dan zevenduizend meter - deel 2.
Het verhaal van Vlotkraan 1 of beter gekend onder z'n echte Antwerpse naam: "Grote Gust" was een enorm kraan-monument. Overal waar hij voorbijvoer keek iedere Sinjoor weer op en stond in bewondering. Op een ponton van 39,44m op 19,70m paste hij juist om door de havengeul aan de Siberiabruggen te passeren. De Antwerpenaar sprak bij iedere passage van: " 't ies e passemoatje" , waarmee hij bedoeld dat hij er juist doorkon. De kraan met haar ponton woog 93 ton. Een inginieus systeem van verschuivende gewichten van voor naar achter, samen met pompen die er voor zorgden dat ballastwater in de beunen* van stuurboord naar bakboord kon gepompt worden en gesteund werden door vier "poten" die de kraan op haar plaats hielden op het ponton. De eerste Grote Gust werd gebouwd in 1915 en afgeleverd in Antwerpen in 1922. Hij werd op last van de Belgische regering tot zinken gebracht in de Royerssluis om zo de toegang tot de haven te beletten aan de Duitsers. Waarschijnlijk komt de naam Gust niet van de voornaam August, maar wel van de werf in Schiedam waar hij werd gebouwd, de Gustowerf. Op 12 mei 1947 werd de Grote Gust besteld in Nederland voor de som van 1.970.000 gulden wat aan de lage gulden toen nog goed was voor ongeveer 900.000. De aflevering gebeurde in 1950. Behalve kraanmachinisten had men bij de vlotkranen ook pontbazen, schippers, motoristen en lierkamermannen. Van groot belang waren ook de togers, dat zijn de bemanningen van de sleepboten. Grote Gust was een vlotkraan en moest altijd naar de plaats gesleept worden waar hij job had. Het drama dat op 9 november 2006 om 02.00 uur 's nachts gebeurde met het kapseizen van de Grote Gust werd waarschijnlijk veroorzaakt door het slecht functionneren van de overhevelingspompen naar de beunen van stuurboord naar bakboord in combinatie met het niet werken van de balansgewichten langs beide kanten van de kraan van voor naar achter. Door het ongeval kwam de kapitein van de sleepboot 86 in het ijskoude water. Hij kon gelukkig gered worden door zijn bemanning en doordat de sleepboot 80 direct uit de Kattendijksluis voer, werd een ramp vermeden doordat de bemanningen de vallende brokstukken niet over hun kregen. De laatste kraanmachinist van de Grote Gust, dhr. Charles Lecompte was eregast op de inbedrijfstelling van de opvolger van Grote Gust, de Brabo 1. Tenslotte nog een pijnlijke anekdote over de Grote Gust, zij het dan voor mezelf. Op een avond werd een grote partij coils (ijzeren plaat op ringen) geladen van een binnenschip naar een zeeschip met bestemming Iran. Grote Gust lag tussen het zeeschip en de wal. De dekman stond op z'n plaats want de kraanman kon niet in het ruim van het zeeschip kijken en moest afgaan op de vingertjes van de dekman die de zware coils (30/35 ton per stuk)in het ruim stuurde. Ikzelf moest aan boord van het zeeschip om in het ruim expertise te doen met zilvernitraat op ijzer, en te testen of het roest niet afkomstig was van zout water, waardoor het ijzer met een claim naar minderwaardig zou verwezen worden. Met een touwladder begon ik aan een afdaling, de boekentas aan een riem over de schouder bengelend, maar toen ik op de laatste trede stond gaapte er ongeveer een gat van nog anderhalve tot twee meter met het dek van de Grote Gust. Atleet die ik toen was, stootte ik me af met de borst, maar kwam niet op mijn voeten, maar wel op de knieën terecht. Wat was er gebeurd ? Als naar gewoonte stootte Gust stoom uit, die viel door de koude naar beneden en vroor gelijk aan op het ijzeren dek van het ponton. Den dré zijn voeten schoven weg bij de landing op Gust en daar zat den Dré op z'n knieën. Zoveel eer was "Gust" nog nooit te beurt gevallen. Iemand op z'n knieën krijgen. Na het werk en de klim uit het zeeschip om via Gust terug aan de wal te klauteren, realiseerde ik me mijn pijnlijke knieën. Met moeite kwam ik tot bij mijn wagen (toen een VW-kever) een reed naar huis. Vanop kantoor had ik eerst mijn vrouw verwittigd om me helpen uit de wagen. 's Anderendaags werd ik in de kliniek van Lokeren behandeld en het vocht uit mijn fel gezwollen en pijnlijke knietjes gehaald. Met mijn dank aan de Grote Gust !
*beunen = ruimten in binnenschepen en pontons om met ballastwater te spelen van stuurboord naar bakboord of van voor naar achter om een gelijke nivellering van het schip of ponton te verkrijgen.
Een Antwerpse wandeling van iets meer dan zevenduizend meter - deel 1.
Het wordt een wandeling over een schitterende promenade langsheen de hangaars ofte Scheldekaaien, die een frivool maar zwoegend en hard leven aftekenen langsheen de boorden van de Rivier die 't Stad afbakend. Tijdens het najaar 2003 scheen de zon, ideaal wandelweer. Bladeren verkleurden en kregen een goud tintje. Voor mij lag de Kattendijksluis in alle rust. Vroeger gonsde het hier van bedrijvigheid, nu hoor je een pluim vallen. Mooie gebouwtjes omgeven de sluis, binnen enkele jaren herkent niemand meer deze plek, want alles wordt gerenoveerd. 't Zijn goede mensen die het verleden eren, werd ooit gezegd. De Kattendijk is de oudste, nog bestaande sluis van Antwerpen. Gebouwd in 1880 bleef ze 118 jaar in bedrijf. In 1998 sloot men deze sluis wegens teveel tijdverlies. Niet zoals vroeger betekende de factor "tijd" puur verlies uitgedrukt, toen nog, in belgische frankskes. Miljoenen tonnen waren hier gepasseerd, zowel in afvaart als opvaart. Toen was de kant tussen de sluis en de gebouwen van de Red Star Line* een fameuze uitgangsbuurt. Ook die gebouwen van de Red Star worden gerenoveerd in de toekomst en komen later aan bod in deze reeks. Honderdveertig bij achtennegentig meter was de sluis, langs de zijkanten stonden kaapstanders met kettingen voor de deuren te bedienen. Bij een laagwaterschutting moesten de schepen twee uur op voorhand in de sluis liggen. Aangezien de wachttijden daardoor soms opliepen, werd de sluis in 1998 definitief buiten gebruik gesteld. Direct had men plannen voor deze sluis, het zou een jachtensluis worden, direct verbonden met het Willemdok via de Londenbrug. Gedaan met tussen de binnenschepen of zeeschepen te liggen. Gedaan met die vuile Royerssluis. Een jachtensluisje voor ons alleen, wat een luxe. Maar zover was het nog niet ! Een kleine anekdote. In 2000 stond ik met mijn nieuwe wagen geparkeerd voor het Havenhuis. Naast mij stopte een nog mooiere, nieuwe wagen. Een boomlange vent stapte uit en zei vriendelijk: die is nog nie lang neuf, zeker. De rollende rrrrrrrrrrrrrrrr verraadde franssprekendheid. Die van u ook nie, antwoordde ik. Hij liet z'n wagen bewonderen en ik die van mij. Toen pas realiseerde ik wie voor mij stond. "Heu, ge zijt toch meneer Delwaide". Het gloeiende rood schoot me langs de wangen. "Zeg maar, Leo" antwoordde hij, oep 't schoan verdiep zeggen ze zelfs Lange Leo ! Hij schuddebolde van 't lachen om de mop, ik bleef ingetogen en oogde waarschijnlijk dieprood. Ik probeerde toch iets zinnigs te vragen en zegde: de Kattendijk wat gaan ze daar mee doen, meneer ? Dat word ne sluis veur jachtsjes, vriend. Ik bleek zowaar met de verkiezingen op komst al zijn vriend geworden te zijn. Die babbel met Baron Leo Delwaide koester ik vandaag nog als een leuk "fait divers". Werking van de sluis.
De werking van de sluis was zeer complex. Wanneer de schepen in de sluis waren, werd de vloed- en dokdeur gesloten, waarna de schepen op het getij wachten. Het sluiswater werd langs de muur weggespuid via de verlaten naar de Schelde. Bij anderhalve meter boven het Scheldepeil werden de deurverlaten geopend zodat bij gelijk waterpeil tussen sas- en rivierwater de eb- en vloeddeuren aan de buitenkant konden geopend worden. Bij vloed konden de binnenschepen dan naar Gent, Merelbeke of naar Frankrijk. Er waren 5 buitendeuren waarvan 1 ebdeur en 4 vloeddeuren.
2006 zou een rampjaar worden in het bestaan van de Kattendijk. Immers, bij het wegnemen van de oude sluisdeur kapseisde "VLOTKRAAN 1" beter bekend door iedereen met Antwerpen begaan als "de Grote Gust" een door stoom aangedreven kraan-monument, speciaal voor die tijd om zwaardere liften te verrichten. Er wordt nog altijd gedroomd om ze te renoveren, maar vermoedelijk was ze te zwaar beschadigd tijdens het kapseizen. Jammer ! In de renovatie was er ook al een plaatsje voorzien om de "Grote Gust" onder handen te nemen. Meer over deze stoomkraan misschien wel in een volgend artikel.
In 2010 werd door de firma's Roegiers, Buyck en Egimin voor de electronica de nieuwe sluisdeuren op hun plaats gezet. Het precieze kraanwerk gebeurde door de firma Aertssen. En op 25 september 2011 was het zover. De nieuwe sluis werd met de nodige luister geopend.
Werkuren nieuwe getijdesluis Kattendijk.
van maandag tot zaterdag, van 06.00 tot 22.00 uur. op zon- en feestdagen, vanaf Pasen tot en met het laatste week-end van september van 09.00 tot 19.00 uur (afhankelijk van het getij). sluis is nu 24m breed en 4,20m diep.
Meer dan vijftien jaar terug hoorde ik er reeds van. "Het Masterplan van Antwerpen". Met een eerste gedachte aan Antwerpse grootspraak, zwakte ik die nadien af naar ongeloof over zoveel lef. De heraanleg en herbestemming dit jaar van de Scheldekaaien, bij mij beter bekend als "de hangaars", werd er na de bouw van de cultuurtempel "Hangaar 29", de bouw van het MAS, de renovatie van de "Red Star Line", de vernieuwing van de Pompierskazerne, de herwaardering van de "droogdokken" de verzameling kranen aan de Scheldebocht, waar destijds de Red Star boten lagen omdat er in die bocht diepgang genoeg was, wachtend op dat arme volkje dat de plas ging oversteken op zoek naar geld en geluk !!! Ik ben fierder en fierder dat ik er mocht werken, geloof me. Iemand die zijn verleden eert, kan nooit een slecht mens zijn ! Telkens ik terug naar 't Eilandje ga, is het voor mij een stukje thuiskomen. Nooit zag ik een gebied zo veranderen, toen het vol met dokwerkers café's en binnenschippers was, een rosse buurt van weleer tot de poepchique, onbetaalbare appartementen van nu, het wordt stukje bij stukje terug in puzzels gelegd, die dit verleden tot leven roepen. In de komende reeks, wat ik zou willen noemen "winterschrijfsels" wil ik proberen die "thuiskomsten" te beschrijven en door mijn eigen verleden te wandelen en de vlam van eeuwige liefde brandend te houden bij datgene dat ik nog iedere dag mis: "'t Eilandje".
't Zou nooit meer zijn zoals weleer. Met die gedachte stapte ik een laatste maal buiten, een zonnige dag, net als nu, in Antwerpen, Lange Nieuwstraat op de Schippersbeurs. We schrijven november 1998. Meer dan 50 jaar hadden hier generaties binnenschippers over de vloer gekomen, gevochten en verloren, gedaan er mee.Weg beurs, zou het beteren of verslechten. Eén ding was zeker, het sociale kontakt was weg. Nooit meer zou iemand uit ons vak (bevrachter binnenvaart) nog weten wie uit welk nest kwam, wie met welk schip voer. We verloren die dag allemaal het draadje dat ons verbondt. De ganse buurt was één en al schipperscafés met hier en daar verzekeringskantoren en andere diensten direkt of indirect te maken met dat ene beroep: binnenschipper. Buitenstaanders kijken er een beetje meewarig naar, dat soort volk dat op een boot leeft, en er nog zijne kost mee moet verdienen ook. Beste mensen, schud die meewarigheid af, want onder die dikke huid van ruwheid schuilen mensen die hard en eerlijk werken voor hun job en waarbij vriendschap geen ijdel woord betekent. Tijdens mijn tochtjes met de "Enya" langs het water merk ik hoeveel herkenning er nog is. Als men je toevallig ziet, of de "Enya" herkent via het lezen van deze blog, gaan handen de hoogte in, wordt er geroepen met dikwijls een kwinkslag er bij, en komen ze soms uit hun stuurhut om goeiedag te zeggen. Gedaan die ruwheid, weg er mee, hier komt die warme pit er vanonder en geloof me.... soms heb ik het er moeilijk mee. Dag mannen, ik hoop jullie nog lang tegen te komen en zwaai maar, gegarandeerd dat ik terugzwaai !!!
Laatste vaartocht - Spanjeveer - Terneuzen - de foto's
Foto 1 -De bovenste foto, het vertrek - het zwaaien van de kapitein is volledig gefacked. Met een klein hartje en de knagende gedachte van: "het is nu echt gedaan, weg bootje". Met die gedachte nam ik afscheid van onze "Enya". Ik wist wel dat hij in goede handen zou zijn bij Vermeulens Jachtwerf, maar toch, het gemis aan de fysieke aanwezigheid van onze boot op Spanjeveer deed meer met me dan iemand vermoeden kan.
Foto 2 - de "Enya" onderweg, mooie foto van een mooi scheepje, zoveel is duidelijk. De aftekening van de snelheid van de boot op het water zorgt voor een fantastische omkadering. Verdomme, wat is het mooi op 't water. Fantastich, maar mijn blog heet na 6 jaar nog steeds: "Mijn bootje op 't water". Een betere titel kan ik me nog altijd niet dromen.
Foto 3 - aankomst bij Vermeulen in Terneuzen, nu nog in de box varen en het afscheid is er. Ik merk nu dat ik er stiller en stiller van wordt.
* Met dank aan mijn vrienden Frankie en Annie voor de prachtige foto's en Patrick voor het gezelschap en de hulp onderweg.
Leuke titel maar nee, niet met varen natuurlijk, wel gedaan voor dit jaar. En met spijt moet ik zeggen. Maandag op de laatste dag van oktober, net voor allerheiligen, voer ik met mijn bootje naar Terneuzen. In de loods er mee, en dit voor 5 of 6 maanden. Maar 't leek wel zomer, een prachtige zon, practisch geen wind. Het was hemels. Om half acht stipt werd ik opgehaald door Frankie en Annie, wat een luxe, richting Spanjeveer. Petra was met de mama naar de "countrybeurs" en genoot waarschijnlijk evenzeer als ikzelf. Rond halfnegen was Patrick er, mijn vaar-maatje. Hoe dikwijls we tegen elkaar het niet hadden over de perfecte weersomstandigheden, 'k weet het niet. We waren net boeren, die ook altijd "zeveren" over 't weer. En kijk, voor ons, net voor het uitvaren van de Moervaart, wat zagen we ? Jawel, een bootje, hij richting Gent, ik de andere kant op. Je bent niet gauw alleen op 't water. Ik kon hem zeker geen ongelijk geven. Geen verkeer op het kanaal, dus met een goeie snelheid (13,5 km/u) ging het richting Vermeulens Jachtwerf. We genoten beiden van het goeie weer en het weinige verkeer. Tijd om wat rond te kijken ! Tot Zelzate niks bijzonder. In de jachthaven van Zelzate niets dan bekenden. Onze vrienden uit 't Sas lagen er, Jan en Etienne en nog een paar waren de dag er voor van Spanjeveer naar Zelzate gevaren. De grens over, Sas van Gent voorbij, waar een zeeboot mij in 't midden van 't vaarwater tegemoet kwam gevaren en de "88" dwars voor mij ging liggen. Ik riep de "88" op en vroeg of ik langs de zeeboot mocht stuurboord/stuurboord. Dat kon, mits ik voorzichtig dit maneuver deed. Vijftig meter verder, het gas erop richting sluis. Net er voor, nogmaals bellen met "Vermeulen" om te zeggen dat we in de arm, langs de Oostsluis zaten. In het zicht van de kraan stonden Annie en Frankie al te wachten, het fototoestel in aanslag. We hadden ze ook onderweg reeds gezien, toen ze vanop de brug van Sluiskil, foto's maakten. Samen met mijn vaarmaatje dacht ik eventjes na, hoe goed het voelt om vrienden te hebben. Met deze "warme" gedachte meerde ik feilloos aan, net voorbij de kraan, waar mevrouw Vermeulen stond, bij een vrije box. Mijn bootje was afgeleverd. Ze zou deze week op stal gezet worden, na een winterupdate, antivries in de leidingen, de boiler ontlucht, enz... Daarna zes maanden rust. Ik zou ze wel een paar keer bezoeken, deels uit zorg, deels omdat ik ze graag zie, mijn Enya, mijn bootje.
Maandag 31 oktober 2011, de laatste vaart w.p. Bedoeling is, om samen met de vrienden Patrick, Frankie en Annie, de "Enya" naar Terneuzen te varen en hem uit het water te halen. Daarna wordt ze in de hal geplaatst in winterberging. Afspraak is dat Frankie en Annie me komen halen en we naar Spanjeveer rijden. Samen met Patrick vaar ik naar Terneuzen, terwijl Annie en Frankie een paar mooie kiekjes maken onderweg van die mooie dame, die "ENYA" heet, en daarna hopen om ze op de blog te plaatsen. Rond 09.00 e.t.s. Spanjeveer, e.t.a. Terneuzen 11.15 uur. Daarna komt het spannendste moment van de dag. De "Enya" in de kraan, waarna zij wordt geplaatst op een bok en binnengereden. Daarna kan ze uitrusten tot volgend jaar, om in het voorjaar terug te schitteren op kanalen en rivieren en meren. Kortom op het water, H20, het element bij uitstek waar ze thuishoort.
P.S. Met opzet gebruikte ik enkele afkortingen uit de zeevaart. w.p. weather permitting (indien de weersomstandigheden het toelaten). e.t.s. expect to sail (verwacht om te vertrekken). e.t.a. expect to arrive (verwacht om aan te komen)
Het najaar was mild voor ons. Na een rampzalige zomer gaf men ons, waarschijnlijk uit schaamte, een goed einde voor ons vaarseizoen. Met eind september nog eens naar Maldegem te varen en de eerste week van oktober nog eens naar Terneuzen met 2 bootcollega's, mochten we niet klagen. Immers, een kinderhand is snel gevuld ! De eindcijfers voor 2011 worden dan iets positiever: 768,98 km vaart en 18 sluizen met daarbij 97 motoruren. Hopen dat we volgend jaar beter besteld worden. Zo'n hete zomer uit mijn jeugd, waar juli en augustus verzengend warm was en het naar hooi rook. Waar buien in voorkwamen, met bakken uit de lucht en na een uur terug de zon de nodige warmte gaf. Nu, 50 jaar later, op 4 dagen een verschil van 12°. Vooruit op naar 2012 en geef ons zo eens een knaller van een zomer uit de oude doos. We kijken er naar uit ! Bewijzen, kijk maar eens naar mijn foto van begin oktober, is dit de toekomst???
't Was lekker en gezellig gisteren, toen we, samen met ouders van Petra in het restaurant met zicht op de Westerschelde zaten te genieten van ons middagmaal. Telkens is het een gigantisch zicht, die grote stroom met diverse bootjes er op. Van speedbootjes tot zeereuzen, alles kriskras door elkaar. De mosseltjes smaakten en dan met zo'n zicht op de natuur. Beter kan niet ! Na nog wat slenteren door de straten van Terneuzen nog een biertje en onze gasten keerden huiswaarts. Morgen zou het naar de thuishaven Spanjeveer gaan. De zon scheen zowaar, om ons uitgeleide te doen uit vakantie en terug naar de realiteit van elke dag. Spanjeveer verwelkomde ons zoals iedere keer, warm en uitbundig. We waren terug thuis en hadden 413,72 km gevaren, hadden 14 sluizen gepasseerd en hadden moeten stoppen voor 59 bruggen. Onze motor draaide perfect 49 uur en 48 minuten. we verbruikten ca. 246 liter brandstof, zeg maar 5 tankbeurten met een gewone auto.
Portus Ganda - Terneuzen en Terneuzen - Spanjeveer
10 augustus: 34,01 km met 2 bruggen. Portus Ganda -Terneuzen 13 augustus: 25,32 km. Terneuzen - Spanjeveer.
Wanner we vertrekken uit Portus Ganda is het winderig en fris. Een strakke wind, die na de middag nog zou aanwakkeren. We steken een tandje bij en hopen voor de middag op ons plaatsje bij Aricom in Terneuzen te liggen. Het verlof zit er zo goed als op. Voorbij die dromen over Nederland en Frankrijk. De slechtste zomer van de laatste jaren deed ons de das om. Teveel wind om de Wester-en Oosterschelde te kruisen en teveel regen om Frankrijk te trotseren. We hopen op beter volgend jaar. Wanneer we Gent achter ons laten merken we grote werkzaamheden aan het Handelsdok. Men wil hier de jachthaven uitbreiden en er twee nieuwe bruggen bijleggen. Volgend jaar zou alles klaar moeten zijn. Wanneer we het kanaal Gent-Terneuzen opdraaien is het druk. Veel binnenschepen en twee zeeschepen liggen voor ons. Oppassen, dré ! Stuurvaardig en met een goeie matroos er bij laveren we ons er door. Voorbij de Moervaart wordt het rustiger. Enkel aan Sidmar draait er net een duwbak naar de overkant. Terneuzen komt in zicht. De wind is nu ruimend tussen 4 en 5.Ik ga de Enya niet met z'n kont eerst in de box draaien en stuur met hulp van boeg- en hekschroef ons bootje op z'n plaats. Snel en goed vastmaken is de boodschap. Elektra aansluiten en water bunkeren. Petra gaat de namiddag wat winkeltjes doen en ik ga naar de koers zien op TV. We gaan morgen onze vakantie afsluiten met een etentje samen met de ouders van Petra, die ons komen bezoeken met Katrien er bij. Rest nu nog enkel onze eindvaart naar thuishaven Spanjeveer, maar da's voor zaterdag.
Maldegem - Portus Ganda 65,75 km, 2 sluizen en geen bruggen.
Voor de 5de augustus naar Zomergem kan ik kort zijn, mooie trip met een dorpje zeker het bezoeken eens waard. Maar net aangekomen werd mijn Petraatje ziek en moesten we in allerijl terug. Uitgesteld, maar niet verloren. 't Zonnetje stak zich achter de wolken toen we op 6 augustus naar Gent vaarden. Niettemin eens het "Blinker" afgevaren tot aan de sluis, brak de zon door en kondigde zich in al zijn pracht aan. Ik kon niet aan de verleiding weerstaan en plaagde Petra door te zeggen: "zou dat weer toch iets met mijn goed gedrag te maken hebben ?" Ze trok de schouders op en keek de andere kant op. Een duidelijker antwoord kon niet. Ze bleef rustig op het achterdek. Gisteren had ze de hele dag in de zetel doorgebracht. Niets voor haar. Maar, ziek zijn heeft nu éénmaal voorrang ! De sluis stond terug klaar. Deze morgen had ik gebeld met de sassenier en de man had woord gehouden. We verlieten de sluis zwaaiend naar hem en wensten hem verder een prettige wacht."Goeie vaart" riep hij nog en verdween terug naar beneden om de sluis terug te zetten. Het valt mij op dat de pleziervaart een stuk kalmer geworden is, na de overgang van rode naar witte diesel. Voor veel mensen scheelt het een slok op de borrel. Sommigen met tanks tussen de 500 naar 2.000 liter ziet men een stuk minder varen. Zeker de "snellopers", zij die met motoren van boven de 200 pk zitten en dikwijls dubbel. Wanneer je in de machinekamer 2 motoren hebt van 250pk of meer, dan weet je wel snel wat een uur varen kost. Verzekering, taks en vignet er bij en 't wordt een kostelijke bedoening. Maar goed, ik ben blij met één Iveco-motor 145pk en traagloper. Ik hou het tussen de 4 en 5 liter/uur. Met een tank van 500 liter, kan ik 100 à 120 uur varen, wat normaliter overeenkomt met een gans seizoen. Aanvaardbaar ! Het kanaal Gent-Oostende lag te blinken in de ochtendzon. We begonnen te rekenen welke spoorbrug we konden halen in Gent. We gingen voor deze van rond 11.00 uur. We staken een tandje bij, en zouden het kleine sluisje eens proberen. Voor we aan de Tolhuissluis kwamen vaarden we ons vast. Zeker tien meter uit de kant en nog vast. Na enig wrikwerk, waren we los. De bocht nog breder gepakt in het ondiepe kanaaltje riepen we de sluis op. "In panne, meneer" verwittigde de vrouwelijke sassenier ons, "en eerlijk 't is mijnen eerste dag, kunt ge niet rondvaren". Ik draaide me en stoof het kanaaltje uit, want nu begon de tijd te dringen voor het halen van de brug. We namen gelukkig Evergem sluis in no-time, en gingen nu voluit. We liepen ruim 15 km/uur, zowat het maximum wat de motor vermag. Net op tijd, 3 minuten voor de spertijd belde ik naar de NMBS voor de brug te draaien. Eerst belde de telefoon zeker 15/20 keer, voor de man opnam. "'k Ga ze direkt draaien, meneer, zijde gij alleen" ? "Ja"antwoordde ik en er kwam beweging in de brug. Allebei blij voor de goede afloop, want de volgende brug was rond twee uur en dan had het wachten geweest !
't Beloofde terug een droge dag te worden met zelfs wat zon. Een reden te meer om tevreden te zijn. 's Morgens op ons gemaksken ontbeten en de motor gestart. Achteruit uit de box en weg. Voor ons een rustig kanaal. Een donderdag, er zat terug bijna een vaarweekje op. Snel, veel te snel, maar goed. Het zonnetje deed zijn best en onderweg reeds belde ik met de schipdonksluis. "Ik ga de sluis voor u zetten, mijnheer" klonk het beleefd. Een tandje bij dus om de brave man niet te lang te laten wachten. Het sluisje stond open, zoals beloofd. Tijdens het versassen een praatje gemaakt met de sassenier. "Ik blijf enkele dagen in Maldegem en bel u 's morgens op de dag van de terugkomst, ok" ? De man stak z'n duim naar omhoog. Tien minuutjes later vaarde ik de sluis uit. Ik sta iedere keer versteld hoe mooi dit is. Een rij bomen, zeldzaam in Vlaanderen, langs beide kanten van het kanaal. De vaste lezers konden reeds de geschiedenis van deze 2 kanalen uitvoerig lezen vorige jaren. Het schipdonkkanaal, dat eigenlijk afleidingskanaal van de Leie heet, en de verlenging ervan, het Leopoldkanaal na de keersluis in Balgerhoeke, die uiteindelijk in de buurt van Knokke uitmondt. Er wordt aan gedacht om in deze bedding ooit een duwvaartkanaal te maken. Laat ons hopen dat het bij een natte droom blijft ! Wandelaars, fietsers, zij maken gebruik met duizenden van de jaagpaden. En wij zijn zeer tevreden met het kanaaltje er naast. Nog mooier zou het zijn om het Leopoldkanaal terug in werking te zetten. Sluis, bruggen liggen er allemaal. Het zou een toeristische "boom" geven voor deze streek. Maar bij de instanties wordt "toerisme" nog altijd niet aanzien voor een economische groeier. Jammer. Bij het passeren leg ik de beugel naar beneden, omdat de brugjes net iets te laag zijn voor de Enya. Tussen één en twee ben ik op mijn plaats en meer af naast een andere boot, die mij door Robert was aangeduid. We genieten van het weertje en dekken de tafel op ons achterdek.'t Smaakt ! 's Namiddags wat verse proviand opgehaald in de nabijgelegen winkel. Ook de krant meegebracht en onze schotel gezet voor de TV. Met nog een wandelingetje 's avonds en een drankje op het terras van de club, gaan we aan boord. Morgen doen we Zomergem met de fiets.
Oudenburg - Beernem 31,81 km - 1 sluis en 14 bruggen.
't Is zonnig, waterig weliswaar, maar het schijnt. We hebben afgesproken met onze buurman en de mensen van de mobiele ploeg om rond 09.00 uur te vertrekken. Blijkbaar is onze buurman haastig en gaat reeds rond twintig voor acht losmaken. We stoppen met eten en maken ook los, kwestie van overal "mee" te zijn met hem. Via marifoon verontschuldigd zijn vrouw zich, hij kijkt niet eens om. Ok, we volgen hem en moeten alles bijzetten om hem te kunnen volgen. Na een paar brugjes komen we door de openstaande sluis Plassendale op het kanaal Gent - Oostende. We besluiten hem te volgen tot de sluis en hem dan z'n gangen te laten gaan. Ook in de sluis gaat hij geweldig tekeer en maakt golven waar iedereen last mee heeft. Ook z'n vrouw heeft het blijkbaar moeilijk om aan te leggen. De rest kijkt schuddebollend elkaar aan. Wanneer de sluis opengaat, gaat hij nog voor het groen, fors door. We laten hem en roepen de volgende brug op. Iedere brug laat de man wachten tot wij er zijn. Elke brug hij in Brugge passeert schiet hij direkt vol door de brug, wij volgen op ons gemak. Iedere brug weer ligt hij reeds voor de brug te wachten op ons. Gelukkig slaat hij aan de Flandria haven in Brugge af. Oef, die hebben we gehad. Vanaf hier gaat het rustiger door de bruggen. Ik verwittig de volgende boot dat ik in Beernem afhaak. De man met een Nederlandse schoener bedankt me en vaart verder. We kruipen in Beernem in één van de boxen en de sluismeester vertelt ons deze namiddag te komen afrekenen. We sluiten de electriciteit aan en eten ons middagmaal. De zon doet z'n best. Na de middag nog wat proviand gehaald en de rest van de dag is het genieten geblazen. Een krantje, een wijntje, muziekje op de achtergrond en 't vrouwtje naast me. Geef toe, er zijn slechtere momenten in 't leven !
maandag 1 augustus 2011 - Veurne - Oudenburg 60,17 km met 2 sluizen en 8 bruggen staat er op het programma. We vertrekken altijd rond negen, kwestie om op tijd op onze bestemming te raken. Een geweldig verblijf was het in Veurne, een stadje dat ons allebei fel heeft aangesproken. Na het verlaten van de openstaande sluis in Veurne gaan we stuurboord uit, de Lovaart in. 16 km verder wacht ons Fintele sluis, maar eerst moeten er nog een aantal bruggetjes gedraaid worden. Meer en meer gebeurd het electronisch via camera. Mensen zijn te duur geworden. Wanneer we aan de bruggen komen roepen we op, enkele seconden later gaan de rood/groene lichten aan en opent de brug. Een keer de lichten op groen slaan we vooruit en weg, naar het volgende bruggetje dat alweer wacht. Het zonnetje is zowaar van de partij en onze motor laten we op een rustige 1500 toeren draaien, wat overeenkomt met 9 km/uur. Tussen hoge dijken met veel groen naderen we intussen Fintele. De sassenier is al verwittigd door de laatste brug en wacht al op ons. We kunnen er zo invaren. eenmaal uit Fintele varen we bakboord terug de IJzer op, richting kanaal IJzer-Ieper, van waar we gekomen zijn. Onderweg bel ik al met de Knokkebrug, een pijnpunt in het trajekt. We moeten wachten voor de brug, hetgeen wil zeggen dat men in Boesinge bezig is met schutten. We zijn wat in de luwte aan de kant gaan liggen en worden gepasseerd door een mooie sloep. 50m. verder bedenkt de man zich en komt terug met de vraag: "Zijde gij van Lokeren"? In grote letters staat mijn thuishaven op de kont van het schip. "Ja" antwoord ik, waarop de man terug: "ik ook". We lachen beide, hij is van origine uit Diksmuide, heeft hier zijn zaak van waterwerken, maar woont in Lokeren. Doet in de Westhoek alle waterwerken aan de IJzer, Loovaart, Plassendale en kanalen IJzer/Ieper en Veurne/Duinkerke (vlaams gedeelte). Kleine wereld, altijd leuk om andere Lokeraars op het water te ontmoeten. We nemen afscheid, ik vaar richting Knokkebrug, hij gaat naar Fintele. Na de Knokkebrug, varen we naar de Tervatebrug, camerabediend. De man heeft ons waarschijnlijk gezien, want de brug begint te draaien wanneer we nog 100m moeten varen. Met Diksmuide in het vizier met onze fiere Vlaamse IJzertoren reeds merkbaar van ver in het vlakke land, komen we dichter bij onze bestemming. De IJzer verder af met de St. Jorissluis als sluitstuk. Voor de sluis varen we de jachthaven Nieuwpoort binnenhaven voorbij. "Andreetsjen, poepescheetsjen" roept een Gentse stem. Dan kan alleen Martina zijn en Ernest. De steiger staat vol leden die op Spanjeveer liggen. We zwaaien met zoveel vreugde terug, en duiken de openstaande sluis in. Een kwartiertje later zitten we op de Plassendale Vaart. Alle bruggen worden hier bediend door mobiele ploegen. We vertellen de man dat we meegaan tot Oudenburg. Hij steekt de duim op. Een uurtje later leggen we aan in Oudenburg, je weet wel DE GEMEENTE WAAR WATERSPORTERS ALTIJD WELKOM ZIJN ! Na een fijne vaardag,tafeltje buiten, tijd voor een aperetiefje. We plannen voor morgen een fietstochtje naar Oostende, slechts 9 km.
Dat koninklijke dankt Oostende aan Leopold II, die er toen een buitenverblijf had. Nadat iedereen het boek "Congo" gelezen heeft van David Van Reybroeck denkt iedereen wel anders over onze dynastie ??? Hetgeen ie daar deed was verre van fraai. Bandjes opgepompt , met regenkledij en drank in de rugzak, vertrekken we. Voorzichtig schijnt er een waterzonnetje, soms achter wat wolkjes maar meer en meer in al haar augustusglorie zinderend warm en deugddoend. We blijven langs de waterkant met uitzicht op het kanaal van Plassendale, daarna het Boudewijnkanaal, totaal verlaten op een paar roeiers na. Grote infrastructuurwerken aan de kades van de haven van Oostende. Ik kan me niet van de indruk ontdoen, dat ook dit weer als compensatie moest dienen voor Vlaamse vrijgevigheid tegenover Wallonië. Net voor Oostende liggen er allemaal bootjes van amateurvissers. Er blijken er twee gezonken. We stoppen om een paar foto's te maken.Een rasechte Oostendenaar staat naast me en vertelt: "Da zien boatjes veur de visscherie, hé meneere". Dat wist ik zelf ook wel, maar laat de man aan 't woord. "Ze goan daor me visschen op zeeë en d'opbrengste is veur 't zaksken, hé meneere", daarbij knipogend slaat hij zijn hand op z'n broekzak. Hij knipoogt nog eens en ik stel hem gerust dat ik het begrepen heb. "Een drinkcensken, he, want me da pensioentjen den dag van vandoage !" Ik knik bevestigend en vertel hem dat 'k zelf ook met pensioen ben. "Hoa, da weten we waarover da me klappe" zegt hij nog. Ik zucht en knik nogmaals. De man is duidelijk in zijn nopjes dat hij iemand gevonden heeft die hem begrijpt. Ik fiets wat verder tot ik op een plaats ben rechtover de bootjes. De man volgt me als een schaduw. "Die gruute krane meniere, kost 120.000 frank per dag. 't Is vandaoge al den tweede dag, want gisteren hetten moeten stoppen, meniere." Kraonmannen kunnen ook rekenen in Oostende, meniere". Ik wens meniere ne goeiendag en fiets verder. De Mercator, een van onze kroonjuwelen ligt nog altijd in Oostende. Bij gebrek aan geld om hem te laten varen, maakt men er dan maar een toeristen-attractie van. Jammer, opleiding van de kadetten, daar moet zo'n schip voor dienen. Eens de Kapellebrug over, komen we in de altijd drukke Kapellestraat. Vol met toeristen, nog altijd een trekpleister voor de Engelsen. Geef mij maar De Panne, Oostduinkerke of Wenduine, waar onze kust nog rustiger is, de zilte lucht nog ruikbaarder en de mensen nog echter. We eten goed en fietsen rond vieren terug, moe van al dat geslenter. De kraan is nog steeds aan het werk, nu voor het tweede bootje. Zouden ze er nog nen derden dag bijdoen, we horen vertellen dat de man niet verzekerd is voor berging. Petra vraagt direct: "zijn wij daarvoor verzekerd ?" Ik knik, mijne matroosje gerust over het antwoord fietst verder Oudenburg tegemoet. Thuisgekomen staat de man ons op te wachten die boodschappen haalt. Eigengemaakte choco en petatjes uit den hof. We betalen de man, die in Oudenburg iedere dag komt vragen" is er iets meniere ?" Van service gesproken !
We gaan hier een paar dagen blijven. Veurne, kleine stad die zoveel te bieden heeft. Vriendelijke mensen, een propere stad met een schitterend verleden. Genoeg om hier enkele dagen te blijven en er onze verjaardag te vieren. Immers op 31 juli zijn zowel Petra als ikzelf jarig. We boeken een goed restaurant om dit gepast te vieren. Op de markt is er kermis. Iedere keer we hier zijn is dat zo. Zou het toeval zijn of doen ze het voor ons ? Van hieruit is het slechts enkele km tot de kust. ook in de omgeving is heel wat moois te beleven. En op onze verjaardag gaat de Boeteprocessie uit. Iets wat ik wel wil zien ! 31 juli, onze verjaardag is het schitterend weer. Het mooiste cadeau, beter kon niet ! Meer dan twee uur gaat de processie, met vele mensen blootsvoets en een zwaar houten kruis dragend onder een loden zon. Van boete gesproken ! We wandelen daarna terug naar ons bootje en frissen ons op om onze verjaardag te vieren. Rond halfzeven zijn we aan het restaurant. We krijgen een plaatsje aan de venster, met overzicht op de markt. Beginnen doen we, hoe kan het anders, met een glas champagne. Dag bubbels, we hopen allebei op nog vele gezonde jaren. Na een goed maal, tijd voor een wandeling. We flaneren door de straatjes met enkele mooie historische panden en genieten. Terug naar de kermis. Ik kan niet voorbij het smoutebollenkraam. Petra vraagt zich af waar ik het steek !!! Ik neem een pak met negen bollen, suiker tot op de neus en ver er boven. Petra lacht, maar neemt er toch ook eentje. Een duwtje en ook zij zit tot aan de neus in de bloemsuiker. Lachend om het leuke van de toestand wandelen we terug naar ons bootje. Tafeltje buiten, flesje wijn open en zoals "God in Frankrijk" gaan we naar het einde van de dag. Petra leest de krant en ik mijn boek "Congo, een geschiedenis" van David Van Reybrouck. 'k Zit in de buurt van bldz 500, het Mobutu regime achter de rug, het Kabila regime van vader en zoon volgt. Jammer dat zo'n schitterend land zoveel ellende meemaakt en de mensen er verpletterd worden door de ene na de andere oorlog.'t Wordt donker en wat frisser. Tijd om nog wat TV te kijken. Iets later worden de oogleden zwaar. We twijfelen niet en kruipen onder de wol. Morgen na "'t schoonschip maken" is het varen geblazen. Een mens moet dan in orde zijn, of niet soms.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.