varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
30-09-2008
't Sas !
Na een weekje werken, voorspellen ze nog altijd prachtig weer. We gaan zeker niet blijven liggen en zijn van plan naar 't Sas Van Gent te varen. Kort, maar we moeten geen rekening houden met sluizen, getijden of weet ik veel. Patrick en Kristin gaan naar Terneuzen, maar twee weken hetzelfde lijkt ons iets te veel van het goede. Sas Van Gent is ver genoeg, en Rose en Joël zijn maar wat blij dat ze mee kunnen. Hun bootje "Wet dream" draait op benzine, dus wordt er snel nog 60 liter gehaald en getankt. De "Glastron" van Joël is een snellopende benzinemotor, die rond de 15 liter slikt per uur. Met de tankinhoud komt hij ruim toe om heen en terug te varen. Bijkomend heeft hij dit nog nooit gedaan en heeft liever iemand bij hem die de haven en de gebruiken ginder kent. We vertrekken bijtijds, de zon is van de partij. Gewoon schitterend. De gewone trip via Moervaart naar het kanaal Gent - Terneuzen levert geen noemenswaardige problemen op. Dit kanaal is gedurende de week toch wel een smeltkroes van diverse schepen. van zeeboot tot jacht en alles wat er tussen zit, komen we op onze weg tegen. Aan Sidmar, nog altijd een drukte van belang, lossen zeeschepen in combine met laden van binnenschepen - alle kranen zijn in werking. In 't Sas wijken we uit naar bakboord en glijden door de smalle strook water tot aan het "Van Gogh brugje". Net er voor zijn er twee, drie plaatsen waar we kunnen liggen. De vaste mensen, zijn op week-end trip naar Eeklo. Ze komen zeker niet terug voor zondagnamiddag, en tegen die tijd zijn we weg. Effen voor de middag liggen we op onze plaats. We maken vast en de vrouwtjes gaan winkelen. Als ze terugkomen, gaan we samen wandelen. We nemen een drankje en spreken af om 's avonds te gaan eten. Nergens plaats, behalve bij de Chinees. We blijken goed te zitten en eten schitterend tegen een normaal tarief. We drinken nadien nog een pintje en wandelen terug naar boord. Ik kijk nog eventjes TV en verneem dat mijn ex-buurvrouw Miet Smet gehuwd is met ex-premier Maertens. Veel geluk ! We duiken in ons bedje en slapen onmiddelijk in.
We waren gisteren nog maar net aangekomen en vastgemaakt of de fietsen werden van boord gehaald. Het doel was, hoe kan het anders, een café-taverne in de buurt. Nu ja, in de buurt, dat dachten we althans. Met de wind op kop, langs de prachtige dijk van Terneuzen, de buitenhaven voorbij, waar we toch even halt hielden om bootjes te bekijken. Terneuzen heeft er alles aan gedaan om de wat ingedeukte reputatie als "drugstad" te dwarsen en is flink op weg om van zijn dijk een fijne trekpleister te maken. Rijkelijk met kunstwerkjes voorzien, alsook met zitjes en leuningen in inox-uitvoering en overvloedige bankstellen. Daarbij aparte wegen voor fietsers en voetgangers. Na een halfuurtje effen halt gehouden, want de dames vonden dat we te snel reden. Op een bankje rustig terug op adem komen. Na twintig minuutjes terug de fiets op en naar de "griet". We komen er aan en op het terras is het al aardig aan 't vollopen. Allemaal fietsers. IJskreem, taartjes, wafels en pannekoeken komen in snel tempo, richting terras. Wij houden het bij een biertje en voor de dames een koel glas witte wijn. Na nog een biertje en wijntje houden we het voor bekeken. Tegenwind wanneer we gekomen zijn, betekent mee-wind in het terugrijden. We steken de grootste versnelling en zijn een halfuurtje later op de kermis in Terneuzen. Ik kan het verdomme niet laten, maar voorbij het smoutebollenkraam is voor mij een brug te ver. Zij die mij verweten "geen karakter" en "ge zijt al dik genoeg" enz... - zij zijn de eersten die ook een bol uit het zakje hengelen. De restinhoud van de zak verdijnt in 't maagje van den dré. Au, dat heeft gesmaakt ! We drinken nog een glaasje aan boord bij onze vrienden, rusten 's avonds wat uit aan boord en kruipen rond half elf in 't bedje.
Zondagmorgen 20 september, de zon vergast ons al met een gouden palet van stralen. We maken schoonschip en de zon droogt alles snel. We gaan nog eens naar de kermis en slenteren nadien de winkeltjes af. We zijn rond elf uur aan boord, aperitieftijd ! We spreken af om na de middag te vertrekken rond de klok van twee/halfdrie. Patrick moet immers nog een dutje doen voor we in gang schieten. Bij ons aan boord wordt er wat gelezen. Petra, haar boek en ik op zoek naar de juiste ruitenwissers die ik ga plaatsen op de Enya. Rond kwart voor drie maken we onze buren wakker. Starten maar, onze motoren grommen tevreden. We verlaten één voor één de haven, onze nederlandse buren roepen tot ziens, we nodigen hen uit voor een tegenbezoekje aan spanjeveer. Ze knikken en wensen ons goede vaart. De zon schijn fel, het water schittert in de zon en met open tent varen we met korte mouwen en in korte broek 't kanaal op. Varen op z'n mooist. 't Is rustig, zo vroeg op een zondagmiddag. De "Cellus" een zeeschip dat ik goed ken ligt in de Middensluis. We horen instructies geven en verwijzen naar het Zevenaarsdok in Terneuzen, losplaats voor de "Cellus" Vaste lading van de Cellus is cellulose of papierdeeg, basisproduct van allerlei soorten papier. Werk aan de winkel tegen maandag, want één van de klanten waarvoor ik bevracht is Verbrugge, het grote overslagbedrijf uit Terneuzen, de nr 1 in overslag van papierdeeg. Aan Sidmar is het terug een drukte van belang. Het zeeschip dat er gisteren lag is vervangen door een ander ertsschip, dat in lossing is. Voor en achter Sidmar verschillende bakken geladen met erts en kolen, allemaal voor het grootste metallurgie bedrijf van 't land. We horen via marifoon de loods afspreken wanneer hij het zeeschip komt halen. We gaan wat verder bakboord uit en dwarsen het vaarwater recht de Moervaart in. Aan de koeltoren, zoals steeds, vissers ten overvloede. Het water is er enkele graden warmer en de vissen talrijker zo blijkt. Na de bruggen over de vaart komen we aan Xhanks, een bedrijf gespecialiseerd in recyclage van restafval. Toen ik enkele weken geleden via mail mijn verontwaardiging uitte over het neergooien van bakken en binnenschepen, zonder rekening te houden met een minimale opening voor pleziervaart in de Moervaart, moet dit toch wel opgevolgd zijn. Van dan af liggen ze tijdens het week-end netjes op een rij en is er doorvaartmogelijkheid voor iedereen. Jammer dat vaarwegbeheerder het niet nodig vond te antwoorden. Zo ver blijkt onze administratie nog niet te zijn. In de verte komt Spanjeveerbrug in het vizier. We passeren het houten wrak van een jacht dat gedumpt werd en een half gezonken werkplateau van een Nederlands bedrijf. Alles kan blijkbaar in dit landje. Jammer !
Zaterdag 20 en zondag 21 september gaan we samen met de "Ruth" naar Terneuzen. Het weer is zoals beloofd mooi, droog en zonnig. Dan is het varen geblazen, want we zijn dit jaar zeker niet verwend. Maar september doet zoals ieder jaar trouwens moeite. De laatste drie jaar zijn we in september met verlof gegaan en telkens hadden we zonnig en droog weer. De Moervaart ligt er weer prachtig bij. Een lichte nevel, kort bij het water hangt nog met slierten over het kanaal. We gaan langzaam door de jachthaven van Mendonk, want er kunnen altijd mensen slapen. Bij het opdraaien op het kanaal Gent - Terneuzen richting Zelzate/Terneuzen, is er weinig vaart te bespeuren. Een brede zon stoeit met haar stralen over het ganse kanaal. Aan Sidmar gekomen, is er zelfs op zaterdag een drukte van jewelste. Hier is het ook drukker met scheepvaart. Aan de brug van Sas Van Gent komt er een zeeschip ons tegemoet. Altijd spannend en imponerend. Hij schuift langzaam voorbij en laat een flinke golf achter. We dobberen. Terneuzen komt in zicht. We houden uiterst rechts en gaan net voor de Oostsluis bij de jachthaven van de VW Neuzen binnen. Ik leg eerst aan, omdat er net twaalf, dertien opening is, de Ruth komt langszij en legt zich vast aan mij. We maken voor de zekerheid ook vast aan de wal, een extraatje dat gezien het gewicht en de lengte van de Ruth niet onverstandig is.
We gaan vandaag naar huis. Petra moet nog wat wassen en ik moet naar de garage. We dragen alles van boord naar de auto en weg zijn we. Zoals de eerdere dagen is het prachtig weer. Een fijn neveltje hangt nog over de Moervaart, maar men voorspeld een prachtige zonnige dag. Patrick heeft ons gebeld om een week endje naar Terneuzen te varen, 't is er immers kermis. We moeten ons immers haasten dit jaar, want door de slechte weersomstandigheden over het jaar, hebben we een slecht vaarjaar gehad. Petra ook nog ziek geworden onderweg, zodat we al onze voornemens moesten wijzigen. We hebben dit jaar nog maar 92 uur gedraaid en dat is betrekkelijk weinig. Eind deze maand is het ook gedaan met de sluizen. Ze zullen van dan af niet meer schutten. Jammer, want varen tijdens "de winter" heeft ook z'n charmes. Thuis is het een drukte, alles rap regelen en dan terug. In de late namiddag zijn we terug aan boord en genieten samen met Kristin en Patrick van een schitterende avond.
Vandaag hebben we de intentie om naar 't Sas Van Gent te varen, zodat we vrijdag, na een dagje shoppen in 't Sas naar onze ligplaats Spanjeveer kunnen terugkeren. Bijna onmiddelijk kunnen we in de sluis van Oudenaarde samen met het binnenschip Ste Marie. De zon is ook van de partij en spreid zijn stralen op een gulle manier. Ik maak de kap over de buitenbesturing open, t-shirt met korte mouwen aan, zonnebril op de neus. Meer hoeft dat niet te zijn ! Wanneer we in Asper, de volgende sluis toekomen, blijkt er geen plaats te zijn voor ons en wordt het tweede schutting. Wachten dan maar. Wanneer het onze beurt is, wordt het uiteindelijk nog derde schutting. Een streep door onze rekening. We rekenen ongeveer twee uur die we verloren hebben door te wachten. Maar goed, we zijn op vacantie en de zon schijnt. Na een goed uurtje varen na het laatste sas op de Bovenschelde, gaan we bakboord uit en varen terug op de Ringvaart richting Evergem, waar ons de laatste sluis wacht. We hopen op beter dan de vorige. Echter via de marifoon horen we niets anders dan onheilspellende berichten. Wat bij aanvang nog 4 en 5 schuttingen was, is bij aankomst aan de sluis opgelopen tot 8 afvarige schuttingen en 9 opvarige. Ik meld me zo snel mogelijk aan, en mag van de vrouwelijke sasmeester met de tweede schutting mee. Aan de sluis verlies ik nog wat tijd omdat er discussie tussen twee schippers is of zij al of niet meekunnen in de schutting. De sasmeester neemt uiteindelijk de beslissing van niet, zodat het voor mij de derde wordt. Pech ! We zullen nooit voor halfacht in 't Sas zijn en we besluiten onze reis in te korten en naar onze ligplaats te varen. We zijn immers om 09.00 uur vertrokken en het zal dik zes uur wanneer we op onze ligplaats zullen liggen. Een lange dag. Wanneer we uiteindelijk uit Evergem sluis komen, liggen de binnenschepen drie rijen dik langs beide kanten. Nog niet dikwijls meegemaakt, moet ik zeggen. Vanaf hier naar het kanaal Gent - Terneuzen is ca. anderhalf uur, en vandaar uit nog eens een uur. Mochten we nog naar 't Sas Van Gent gevaren zijn, zouden we rond de klok van acht daar geweest zijn. Bijna wijzertje rond en dat is wat teveel van het goede. Ook op het kanaal is het nog ontzettend druk. Er word ook nog zeevaart gemeld zowel op- als afvarig. Ik dwars het kanaal zo snel mogelijk, en hou me zo goed mogelijk aan stuurboordkant. Eerlijk gezegd ben ik blij, wanneer ik het groene bord bemerk, net voor de koeltoren met de afslag voor Lokeren. Stuurboord uit, en we zijn terug op de rustige Moervaart. Net op tijd trouwens, want een zeereus kwam achterop en die golfslag kan je beter vermijden. Oef, de drukte voorbij ! Aan 1200 toeren vaar ik huistoe. Om kwart over zes meren we, moe maar voldaan, aan. 't Was een lange dag, we eten rustig en kruipen rond tienen in ons bedje en slapen de slaap der zaligen.
* om een idee te hebben over het toerental - bij de "Enya" is 1.700 toeren = ca. 12 km/u.
Guy en Monique belden ons gisteren dat ze naar Oudenaarde kwamen. Rond tienen verwachten we hen. We liggen in de jachthaven tegenover de technische school, met op de hoek de gevangenis en in de straat die parallel loopt met de gevangenis een reeks rechtbanken. We hebben afgesproken op de Markt omdat dit het makkelijkst lijkt. We gaan rechtsaf bij het uitkomen van de jachthaven en komen voor de brug, die met vier enorme zuigers naar omhoog geheven wordt, telkens wanneer er een schip onderdoor moet. De straat rechtdoor met op het eind links en we zijn op de Markt. Imposant en direct in het oog springend is het prachtige stadhuis en de St. Walburga kerk. Zoals op ieder marktplein, centraal een grote parking. We zien Guy van ver zwaaiend teken doen. Omdat dit een betalende parking is, gaan we de auto terugbrengen naar de jachthaven, waar het vrij parkeren is en de auto min of meer bewaakt is, door de aanwezige jachthaven bewoners. De vrouwen hebben zich ondertussen op een terrasje genesteld in een horeca zaak, gehuisvest in de twee oudste huisjes van Oudenaarde, naast de kerk. We babbelen gezellig en merken achter ons dat er een intervieuw aan de gang is met één van de legendes van de Vlaamse wielersport : Freddy Maertens. Immers, het is hier in Oudenaarde dat het Centrum van de Ronde Van Vlaanderen gevestigd is in een zijstraatje van de Markt. Ik maak wat foto's van Freddy om later in mijn blog te verwerken. Hij laat alles rustig en glimlachend over zich heen gaan. Destijds een onrustig woelwater in de wielersport en poulain van Lomme Driessens, zijn mentor. Nu, de kalmte zelve. We besluiten om daar te blijven eten en Guy en ik kiezen voor de dagschotel, terwijl de vrouwtjes een andere keuze maken. Ik neem nog een soepje vooraf, en gezamelijk nemen we allemaal koffie na. We hebben uitstekend gegeten voor een ongelofelijke prijs. Met z'n vieren betalen we ca 54,- We maken een wandeling door Oudenaarde, onze vrouwtjes vergapen zich aan de winkels. Bij het terugkeren naar de boot kopen we taart. We maken koffie aan boord en eten samen heerlijke taart van den bakker achter de hoek. Onze vrienden vertrekken rond 17.30 uur terug richting Wilrijk na een gezellig dagje. Morgen varen we over de grens, naar 't Sas van Gent.
Gisteren hadden we reeds afgesproken met de sasmeester om ons te schutten op het kanaal van Bossuit. Toen we belden, was de brave man net aan het tanken met zijn brommer. "Binnen vijf minuutjes zennik doare meniere" klonk het. Ik zei dat we met verlof waren en tijd hadden. Om 09.00 vertrekken we en wachten op het groene licht om de jachthaven uit te lopen. Een scherpe bocht naar stuurboord en we komen aan sluis 11 op het kanaal. Zoals elders valt ook hier de slechte onderhoud van de sluizen op. In de sluisdeuren groeien al kleine boompjes. Deze spitsensluis wordt gevolgd door nog twee andere kleine 38 meter sassen. Vroeger telde dit kanaal elf kleine sluizen, waarvan er nu nog zes sluizen overgebleven zijn. Het kanaal is 15 km. lang en werd gegraven tussen 1857 en 1861 om de toevoer van kolen te verkorten tussen Leie en Schelde. De vroegere sluizen 6, 7 en 8 werden vervangen door de grotere sluis in Zwevegem met een verval van bijna negen meter. Daarna volgen nog de grote sluizen van Moen (4,5m verval) en Bossuit (9,5m verval). Bij de kleine sluisjes horen ook nog de gerestaureerde sluismeester-huisjes, met altijd een bloemen- of groententuin er bij. Vanaf 1970 werden het kanaal onder handen genomen en gereoveerd. Jammer genoeg waren toen al de meeste industrieën vertrokken. In de oude fabrieksgebouwen wordt er nu flink verbouwd en omgetoverd tot prachtige lofts met schitterend uitzicht op het water. Wanneer we de drie kleine sluizen achter de rug hebben en in de sluis in Moen aankomen ligt voor ons het binnenschip "Chomy", een 1300 tonner met als thuishaven Waregem. Ik ken het schip niet en ga achter hem liggen aan de andere kant. Wanneer hij start om uit de sluis te komen vult de sluiskom zich met een blauwe rook. We worden hier bijna vergast. De meeste binnenschepen gaan met de kont van de wal en dan met de boegschroef vooraan van de kant. Hij doet het andersom en "tikt" daarbij tegen de voorkant van de sluis. Ik maak terug vast, want vertrouw het niet. Ik zie hem met moeite varen, zodanig veel rook is er. Wanneer hij buiten het sas is, maak ik los. De sluismeester vraagt of ik gezien heb dat hij tegen de sluis gevaren heeft, waarop ik bevestigend knik. Eens de sluis uit, zwenkt hij met de neus naar bakboord en slaat in achteruit en komt met de kont terug het sas binnen. Iedereen staat versteld. Ik hoor de sasmeester vloeken en iets melden via marifoon aan zijn collega in Bossuit. Iedereen probeert de schipper te bereiken via marifoon, maar het blijft stil. Uiteindelijk vertrekt het schip, gehuld in blauwe rook. Ik loop hem voorbij zo snel ik kan en laat hem achter. Oef, dat is geregeld. Ik geef gas en loop uit, zoveel, dat ik na de volgende bocht hem niet meer zie. Aan Bossuit vraagt de sluismeester achter de "Chomy". Ik zeg dat die achterna komt. We wachten vijf, tien minuten, maar geen Chomy te zien. De sassenier is het beu en schut mij alleen. Bij het uitvaren verontschuldigt de brave man zich nog eens voor het wachten. Ik zwaai hem vriendelijk toe en wens hem via marifoon een goede wacht. Bij een volle zon en een lichte wind varen we de Bovenschelde op, de laatste sluis voor die dag tegemoet, Berchem-Kerckhove. Iets verder komen we een Engelse luxemotor tegen, de dame zwaait me vrolijk toe, ik zwaai terug. Honderd meter verder roept Petra : "Kijk, dien Engelsman !" Ik draai me om en de luxemotor knalt in de dijk. Ze blaast luid de hoorn en haar man komt boven en neemt over. Is het een verkeerd maneuver of is er een besturingskabel gebroken. Wie weet. Ze varen gelukkig verder. Ik vervolg mijn weg en rond kwart na één varen de laatste sluis binnen samen met de Alyson een 920 tonner. Na een uurtje varen we net voor de sluis van Oudenaarde, de geheven brug onder, de jachthaven binnen. Lucien staat ons al op te wachten. Ook Staf is met de motor op bezoek gekomen. Het doet goed om die mannen terug te zien. Om tien over twee liggen we vast. We gaan er eentje drinken in de kantine. Lieve komt aangelopen met taart. We komen rond half zes aan boord, bakken pannekoeken en genieten verder van ons avondje.
Het wordt een rustig dagje.We spreken af dat Petra gaat shoppen en dat ik aan boord blijf. Het slot aan het deurtje moet gerepareerd worden, er moet nog schoonschip gemaakt worden. Tegen de middag is Petra terug en aan boord is ondertussen alles in orde. Na de middag nemen we de fietsen en gaan een eindje rijden. Langsheen het prachtig aangelegde park rondom de jachthaven aan de Broeltorens, fietsen we richting kanaal van Bossuit.Dit kanaal begint met drie kleine sluizen, gevolgd door drie grote. Aan het tweede kleine sas, slaan we rechtsaf en bezoeken het Begijnhof. Een flink deel van het Begijnhof is gerestaureerd. Op de markt houden we halt. Voor Petra een koffietje, voor mij een wafeltje, meer moet dat niet zijn. Nadat de innerlijke mens versterkt is, fietsen we terug naar de Enya. 's Avonds kijken we wat TV en kruipen we daarna in ons bedje. Morgen varen we naar Oudenaarde.
't Is bijna niet te geloven, maar vanaf vandaag wordt er mooi weer voorspeld. Zou het dan toch waar zijn dat weer iets te maken heeft met hoe het gedrag van mensen is. Gezien dit over het ganse jaar uitstekend was, heb ik recht op mooi weer tijdens mijn verlof ! Enkel Petra fronst de wenkbrauwen bij zoveel nonsens. We vertrekken rond kwart voor negen, met een zonnetje dat volop zijn stralen over de Moervaart spreid. Bij het uitkomen van de vaart gaan we bakboord, richting Ringvaart. Het kanaal Gent - Terneuzen ligt er verlaten bij, dit in tegenstelling met de drukte tijdens de week. We passeren het veer van Langerbrugge en wat verder gaan we stuurboord aan de fabriek van Stora Enzo, de Zweedse papiergigant met vestigingen in Gent en Zeebrugge. Ook op de Ringvaart vaar ik moederziel alleen, is het omschakeling van rode naar witte diesel die pleziervaarders in de haven houd of is het vaarseizoen nu echt voorbij. Goed voor mij, want nergens heb ik wachttijden. Wanneer ik voor de sluis in Evergem kom, lig ik alleen in 't sas. Ik had op voorhand de sluismeester via VHF verwittigd en alles was praktisch klaar om in te varen toen ik er aankwam. Probleemloos laten we twintig minuutjes later de sluis achter ons en varen onder de Nieuwekalebrug stuurboord uit, richting Oostende. Op het kanaal van Gent - Oostende zijn we weer alleen op de wereld, het ganse kanaal voor mij alleen. Opvarig richting Schipdonksluis, waar we het afleidingskanaal van de Leie zullen dwarsen en bakboord zullen gaan in de richting Kortrijk/Franse grens. De Schreve, zoals ze daar zeggen. Patrick heeft mij gelukkig verwittigd, dat ze in Schipdonk aan 't spuien* zijn. Wanner ik aan het afleidingskanaal kom, houd ik me in 't midden van 't vaarwater, kwestie om niet in de aanzuiging te komen van het spuien.Bij ons vorig bootje "El Verde" hadden we ook schade door 't spuien in Schipdonk. Wanneer zullen waterwegbeheerders doen zoals in Nederland, waar varende mensen d.m.v. van een elektronisch bord verwittigd worden dat er gespuit wordt. Zonder moeilijkheden gaan we nu richting Deinze. HET BEEST, je weet wel uit vorige afleveringen, spint als een poes.Met het zonnetje in de rug, voelt het heerlijk varen. Zij, met een bootje in de haven, hebben ongelijk. Les absents ont toujours tort, zegt het Franse spreekwoord. En dat blijkt. Eens voorbij Deinze varen we voor de tweede sluis in Sint. Baafs Vijve. Samen met de sluis in Harelbeke zijn dit de twee sassen die we vandaag nog te doen hebben. Beide sluizen hebben niet zo'n goede reputatie bij pleziervaarders, omdat de afstand tussen de bolders* in de sluis te groot is voor een gemiddeld jachtje. Maar goed ! In Sint Baafs Vijve hebben we een vrouwelijke sasmeester, en die komen meer en meer op de sluizen. Ze staan hun mannetje, dat mag gezegd worden. Beleefd en accuraat worden we bediend, meer moet dat niet zijn. Over het algemeen is het sluispersoneel fel verbeterd de laatste jaren, ze zijn zich meer bewust van een klantvriendelijke aanpak.Wanneer we de sluis in Harelbeke verlaten, is het half drie.We komen in de dorpskom van Harelbeke binnen en er voorbij terug tussen het groen, Kortrijk tegemoet. Het moet gezegd worden, maar wat er in Kortrijk aan werk langs de waterkant gepresteerd is mag gezien worden. Het heeft geld gekost, maar het oogt prachtig. Rond de jachthaven een mooi park, met 's avonds een feeërieke verlichting, en zowel afsluiting als bolders aan "den blauwe steen*" staan in inox te glimmen. Gewoon af. Een iets te lage, maar zeer mooie brug (jammer), sluit het gehele complex af. Ook de rondom staande gebouwen werden serieus gerenoveerd. Ongetwijfeld een opwaardering voor de omgeving. We liggen vast om drie uur. We hebben 06.15 uur en 64,1 km gevaren. Genoeg voor vandaag. Een medelid van onze vereniging die in Bellegem woont, bellen we op en melden dat we in Kortrijk liggen. Hij is in Spanjeveer, maar komt ons afhalen rond half zeven. Rond half zeven verschijnen Rose en Joël in de jachthaven. We drinken een aperitiefje aan boord en keuvelen wat over ons tochtje. We rijden naar Bellegem en brengen de avond gezellig door. Een hapje eten en een wijntje. Onze gastvrije vrienden hebben dit verlof hun boot naar Zuid-Frankrijk gebracht (trailerbaar) en er opnames van gemaakt. Het water komt ons in de mond bij het zien van zoveel zon en water. Water hebben we genoeg hier, maar de zon hebben we dit jaar te weinig gezien. 't Is elf uur wanneer we Rose en Joël verlaten. Immers zij moeten werken morgen. Onze gastheer brengt ons in een mum van tijd terug naar de "Enya". We hebben weer een paar vrienden bij, en zijn daar dankbaar voor. Fijne mensen ! Na een overvolle dag, 'tis al tegen half twaalf, kruipen we in ons mandje. Morgen een rustdag in de guldensporen-stad.
* spuien = overpompen door verlaten* in een ander, meestal lager gelegen rivier, kanaal of beek, dikwijls na forse regenval. * verlaten = schuiven of kleppen die geopend of gesloten kunnen worden, meestal naast een sluis, en dienen om het niveau van het water dermate te regelen zodat overstromingen voorkomen worden. * bolders = bollen of klampen waaraan men zich met touwen kan vastleggen, om het schip te beveiligen wanneer het water stijgend of dalend is (in een sluis), of nog wanneer je moet wachten voor een brug of sluis (aan een wachtsteiger) * de blauwe steen = blauwe arduinen steen, meestal de afboording van waterwegen.
Halvelings had ik het al verwacht, maar het was niet anders. Petra voelde zich niet lekker, en dan was de beslissing snel gemaakt. Naar huis, jammer voor de vakantie, maar er kwamen beslist nog dagen in ons leven. Beteuterd zat ze daar, met spijt omdat ook dat mijn verlof er op zat. Maar gezondheid gaat voor, zei ik met een kwinkslag. In de lucht was het een gevecht tussen de doorbrekende zon en de onweerswolken. 't Zonnetje won, en we waren maar wat blij. Schitterende lucht boven het kanaal Gent - Oostende. Den Asana van Jef Matthijs liepen we op. 't Is ondertussen de zoon van Jef, die geladen het kanaal afvoer. De gangboorden lagen onder in de midden, de Asana lag diep. Goe z'n tonnemaat. Ieder ton brengt op,dus... Veel overschot was er niet om de Asana op te lopen. Het schip zoog water weg, en de Enya daartussen deed hetzelfde. Een geluk dat het kanaal langs beide kanten diep is (2,85m). Oef, voorbij zet ik het toerental wat hoger, rond de 1700 toeren. Ik denk dat de Enya nu ongeveer 10/11 km loopt. We blijven als bij wonder voor drie/vier binnenschepen uitvaren. Ik loop zelfs uit. Aan het afleidingskanaal van de leie, aan de schipdonksluis gaan verschillende schepen stuurboord. Een goed uur scheiden ons van de inloop naar Evergem sas. Ik zet nog een tandje bij en loop nu ruim 12 km/u. Iets minder dan een uur later hoor ik via de marifoon dat de schepen de sluis in kunnen aan de bovenkant. Ik roep snel op : een jacht afvarig op het kanaal voor de sluis, en krijg direct antwoord dat ik met de eerste schutting meemag, samen met een binnenschip. Wanner we binnenvaren vaart de Guppy weer voor mij. Hij heeft ondertussen gelost en is terug op weg naar zijn laadplaats op de Moervaart. Ik roep op kanaal 20 om voorzichtig te zijn, aangezien er een jacht achter hem ligt. Hij komt uit zijn stuurhuis en roept : "Gij achtervolgt mij, zekers !" Louis blijft Louis, schalks als altijd. Ik laat hem rustig met z'n kont van de kant gaan, en dan de kop, efkes gas er op en langszaam loopt de Guppy de sluis uit. Vijftig meter verder komt de Enya Evergem uitgelopen. Ik blijf achter de Guppy, want bij het inlopen van de Moervaart zal hij naar het midden van het vaarwater gaan, alvorens naar stuurboord de vaart in te lopen. Ik laat hem de ruimte en loop na hem binnen. Een beetje verder roept hij, en zegt dat ik voor kan gaan. Ik geef gas en wens Louis 't beste. Zijn laadplaats lijkt benomen door een slijkbak. In de verte ontwaar ik Spanjeveerbrug. We zijn thuis. Ik leg mij andersom, speciaal om mijn ontvangst te testen van mijn TV. Na het vastmaken, test ik het toestel, en nu ontvangen we wel de beide Vlaamse zenders.Ons Petra is blij. Geluk komt soms uit een klein hoekje.
't Was niet voorspeld, maar na die heerlijke zomerdag die we gisteren hadden, sloeg het noodlot nog maar eens toe. Mijn matroosje voelde zich 's morgens onwel, en wel zo erg, dat ze de ganse dag nadien in de zetel lag, wat zeker niet haar gewoonte is.De rode blos op haar wangen voorspelde niets goeds.Ik had ondertussen in 't kombuis koffie gezet en fruitsap geperst, maar toen ze wakker werd, moest ze niets. Integendeel, bij het zien van al dat eten, volgden braakneigingen. Ik had ondertussen geregeld dat we een dagje meer konden blijven liggen, en betaalde voor twee dagen. Eén ding werd zeker, vandaag gingen we niet varen. Nagenoeg de ganse voormiddag sliep ze. 's Middags werd het beter. We bespraken wat er ons te doen stond, pas 's anderendaags gingen we wel of niet varen. 'k Was al blij toen ze in de namiddag een halve boterham at. We maakten nadien een kort wandelingetje en haar toestand beterde. Ze kreeg weer wat kleur. Bij de wandeling gingen we tot aan het nieuwe winkelcomplex aan het eind van de straat. We dronken iets fris en gingen wat winkelen. Morgen wordt de dag van de keuze : ofwel varen we naar Veurne ofwel wordt het onze thuishaven. Wait and see.
't Is avond en het regent. 't Klinkt als een cliché, maar 't is al enkele dagen zo. We weten echt niet meer wat te doen. Morgen beter ? Morgen anders ? We zien wel. Wordt het dan toch nog een last minute. We hopen dat de weervrouw voor eens de juiste voorspelling doet, en het morgen beter is.
Maandag 8 september 2008.
Het wonder is geschied, er staat een serieuze wind (4 to 5), maar wat het voornaamste is, de zon doet enorm zijn best en prikt door het wolkendek heen. We willen vandaag naar Deinze varen, via de Oude Leie. We starten om vijf voor tien de motor, HET BEEST spint als een poes. Vijf minuutjes later verlaten we onze ligplaats Spanjeveer. Achter ons schittert en glanst de Moervaart in de lang verwachte zon. Terug op weg naar een nieuw vaaravontuur van de Enya. Aan het VVW Mendonk wuift Aloïs ons uit en vraagt waar we heen gaan. Iets verder ligt de Guppy te lossen. De Louis roept : " dréken, een goe verlof, hé manneken. Iets verder achteraan staat zijn naam Louis Tas. Onwillekeurig denken we beiden aan Sonja. Denken aan goede mensen, voelt goed aan. Zonder meer. We minderen snelheid aan het einde van de Moervaart en gaan bakboord uit over het kanaal Gent - Terneuzen. Eens de overzet van Langerbrugge gepasseerd, worden we tot voorzichtigheid aangemaand, baggerwerken aan de hoek van de Ringvaart met het Kanaal, vlak bij het fabriek van Stora Enzo. De Ringvaart in, en net voorbij "het gat van Evergem" ligt de sluis. Ik roep op kanaal 20. Direct antwoordden ze, k' mag met de eerste schutting mee. Als vierde na het ms IJsselmonde uit Sneek loop ik de sluis binnen. Als we de sluis verlaten roept de Fries dat ik voor mag. Typisch, die mensen ginder gaan toch anders om met pleziervaart. 't Is middag, we gaan bakboord uit richting Merelbek. Even daarvoor ligt de inloop van de Oude Leie. Het is er stil, weg alle feestvierders en toeristen. We varen bijna geruisloos door 't land van Gust De Smet, Permeke en andere Vlaamse Primitieven. We proberen VPF Deinze te bereiken, maar geen enkel van de drie telefoonnummers doet het. In Astene doen we nog een poging, maar ook de brugdraaier weet van niets. In Deinze is alles rustig, maar ook geen enkel plaatsje vrij. Onze beslissing is gauw genomen, we gaan verder naar Beernem. We komen terug op het afleidingskanaal en varen richting kanaal Gent - Oostende. We komen op het kanaal net tegenover de Schipdonksluis, nemen bakboordkant richting Beernem. Een kleine twintig km verder lopen we Beernem jachthaven binnen. Box 76 is voor ons. Probleemloos leggen we aan. We vragen naar het restaurant, maar dat blijkt gesloten. Typisch, alle jachthavens en de daaraan verbonden instellingen blijken gesloten. September blijkt geen vakantiemaand in ons Vlaams watersportland. Op maandag blijkt 95% van alle zaken gesloten, maar 's avonds vinden we een geïmporteerde Vlaming die open blijkt te zijn. De Chinese Wok Palace, waar we heerlijk eten en daarna terugkeren naar ons bootje. Ons bedje wacht.
't Is dinsdagavond en het regent. We kijken beiden beteuterd naar elkaar. Onze beide stemmen verstommen als "krullebol" De Boosere ten tonele verschijnt, en het weer moet gaan voorspellen. Enige seconden later kijken we elkaar nog ongeloviger, ontstemder en enigszins kwaad elkaar aan. Hij zegt : "En morgen is Sabine er weer, met meer weer". Een depressie met de mogelijkheid erna op een hogedrukgebied. Zo kan ik het ook. Maar goed, we zien wel wat er van komt. We leven op een berg onzekerheden, maar beslissen kunnen we niet, vanwege die onnozele nietszeggende weerpraatjes. We zullen een beslissing moeten nemen. Langs de ene kant zouden we graag varen, maar we moeten ook realist zijn en beseffen dat 14 dagen in een bootje zitten in de gietende regen ook geen ideale vakantie is. Maar wat dan ? Misschien een last minute naar de zon of misschien relax thuis. En toch verlangen we beiden naar ons bootje ! Gek, hé.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.