'k Heb niet direct over Umbrië geschreven, en wel met opzet. Deze fantastische streek in Italië, is een bezoek overwaard.Geschiedkundig, zou ik zeggen een must. Op gebied van natuur een sterke aanrader. De foto hierbij was het zicht dat we hadden vanuit onze kamer. We reden die vrijdagmorgen om 04.00 uur van huis weg, richting Fratticiola Selvatica, een onooglijk dorpje ergens verloren tussen Assisië en Perugia, in de nabijheid van het Lago Transimeno, één van Italiës grootste meren. Tussenin, in de nabijheid van Milaan, 940 km. ver en nog 450 km. te gaan gingen we overnachten. "Casa di Alice" was de naam, rustig gelegen in de omgeving van de nieuwe aanloopwegen naar diverse autostrades in Busto Garolfo, onder de rook van Milaan. 's Anderendaags, reden we verder naar onze bestemming.We kwamen 's middags aan en werden er verwelkomd door onze gastheren Loredana en Tim. Een belg gehuwd met een Italiaaanse, een adres trouwens dat we ontdekten via het programma "Vlaanderen Vakantieland". De eerste dag werd een rustdag, met veel platte rust en een zwempartijtje. De volgende dag, maandag, kondigde zich zonnig aan. Rond de 26° warm en een lichte frisse bries. Meer is er niet nodig om steden te bezoeken Als eerste stond Assisi, stad van Franciscus op het programma. Prachtig gerestaureerd, na de aardbeving van enkele jaren geleden. Diverse kerken met prachtige fresco's. Vermoeiend dat wel, want we eindigden bovenop de Rocca Maggiore, hoogste punt van Assisi, tevens de plaats waar een schitterend bouwwerk uit de 14° eeuw staat. Vanaf deze site is het zicht over Assisi, fabelachtig mooi.
Morgennacht vertrek ik naar één van Italië's mooiste streken. Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol over Toscane en nauwelijks iemand, behalve Gene Bervoets verleden week, die vertelde hoe mooi Umbrië wel is. Met steden in de nabijheid zoals Assisi en Perugia gaan we een weekje genieten van al dat moois. Nu de grote toeristenstroom voorbij is, is het werkelijk genieten. Reeds enkele jaren proberen we of voor het "seizoen" of er na op vakantie te gaan. De mensen die voor jou zorgen hebben meer tijd, de druk op de wegen is minder, en de stress bij onszelf is totaal weg. Ook op de waterwegen is die grote druk dan weg. Dit is voor mij dan toch telkens een rare gewaarwording, temeer daar ik vele jaren steeds gebonden ben geweest aan verlof nemen gedurende de grote twee maanden. Neem daarbij de goede vooruitzichten, beginnend met vanaf october 4/5 arbeid, en dat geeft een gevoel van bevrijding, iets dat meer dan waarschijnlijk te maken heeft met ouderdom en minder met omstandigheden. Maar goed, het is er, en het geeft een fijn gevoel !
Het zeeschip : "De Republica di Genova" staat weer recht. In mijn blog van 8/3/2007 meldde ik dat het schip kapseisde in het Verrebroekdok. Vandaag werd voorlopig het schip rechtgezet, het zal in Antwerpen verder een voorlopige reparatie krijgen en dan verder naar een andere werf gaan om een volledige refit te krijgen. In welke werf is tot op heden nog niet gekend. Waarschijnlijk wordt het wel een derde-wereld land dat goedkope krachten kan leveren.
Kort samen gevat : we vaarden gedurende 47 uur, 424,2 km ver, met 16 sluizen. Een gemiddelde van 9,03 km/uur. Het verbruik kon ik moeilijk nagaan omdat ik niet wist hoevel brandstof er verbruikt is gedurende het verblijf op/en het transport naar de werf, maar ik houd het rond 4,5 ltr/uur.
We hebben ook in Terneuzen heel goed geslapen. Voor vandaag staat de laatste en kortste trip naar onze club op het programma. 't Is ruim halftien als we uit ons nestje rollen en met slaperige oogjes aan de ontbijttafel zitten. Ik maak voor mezelf spek klaar, met een boterhammetje er bij smaakt het voortreffelijk. Na het ontbijt doe ik nog een babbeltje met de havenmeester en een buurman. Beiden blijken me te kennen en zijn oud-spitsenschippers. De tijd van de beurs wordt weer bovengehaald en Petra maant me aan om te vertrekken. Lachend nemen we ons drieën afscheid van elkaar. We zwaaien tot afscheid, en gooien los op weg naar Mendonk. Eens op het kanaal Gent-Terneuzen vaar ik achter een zeeschip met thuishaven Yerseke, een hopperzuiger. Bij de nieuwe draaibrug krijgt hij voorrang en ik mag er niet achter. De brug sluit en via marifoon verneem ik dat ik de andere kant opmoet. Als ik hem voorbijvaar wat verder is hij al aan 't werken. Ophoging van het industriegebied rond de Axelse Sassing. Van ver zie ik de koeltoren, die de hoek markeert van de moervaart. Ik ga volle snelheid over het kanaal en ben nu op de moervaart. Mijn eerste reis met de "enya" loopt ten einde. Wanneer ik de knalgroene brug zie van Spanjeveer, zie ik al beweging. Robert en François staan al klaar om een touwtje aan te nemen. Ik zwaai op een hoger toerental en kom keurig tussen mijn twee buurmannen uit. Een paar minuten later houd de motor op met brommen, we zijn nu echt thuis. 't Was fantastisch, maar te kort. 's Avonds in de zetel kijken we beide naar de foto's genomen onderweg en genieten er van. "Wanneer zijn we weer weg," vraagt mijn maatje. Ook zij heeft de smaak te pakken. "We zullen eerst nog wat werken," merk ik droog op. We kijken elkaar triestig aan en denken beiden hetzelfde. Wanneer winnen we nu eens met de lotto ?
't Was nog maar eens een mooie zonnige dag, weliswaar met een ruimende wind. We werden terug wakker door het zonnetje dat door ons slaapkamer raampje priemde. 't Zou een dag worden, waar mijn maatje Petra niet zo naar uitkeek. Het zou een lange dag worden naar Terneuzen toe. We begonnen met het Hollands Diep eventjes na achten, mooi groot water waar alles rustig scheen. De meeste mensen waren aan de slag en de scholen waren bezig. Dikke toeristen waren we, om zo maar buiten het seizoen een paar dagjes te varen. Het drukke Moerdijk groeit ieder jaar, elk jaar ook krijg ik meer offertes te verwerken, met lading in Moerdijk. Eens daar voorbij komen we in de buurt van Willemstad, de mooie jachthaven waar we al eens verbleven. Een jachthaven met zeer weinig passanten plaatsen, een ziekte die meerdere Nederlandse, maar ook Vlaamse jachthavens schijnt te treffen. De watersport zit nu éénmaal in de lift. Daarom deze oproep tot de Vlaamse overheid : "slacht de kip met de gouden eieren niet", of men wijkt terug massaal uit naar Nederland, zoals weleer. Over de grens wordt inderdaad gekeken naar de vele potentiële Vlaamse klanten. De Krammer en de Volkerak sluizen zijn echte professionele sluizen complexen , gescheiden binnenvaart en pleziervaart sluizen. Dit is top in de watersport. Ook de begeleiding van de watersport en de scheepvaart in het algemeen gebeurt hier op een correcte, maar vriendelijke manier. Al dient er gezegd te worden dat er de laatste jaren veel ten goede is veranderd in Vlaanderen. Via het Zijpe, het Mastgat en de Keeten komen we op de Oosterschelde, bekend bij zeer veel landgenoten als duikstek. Vanaf Stavenisse kiezen we kant voor Wemeldinge, waar vroeger ook een sluis was, nu afgebroken. Geen noemenswaardige moeilijkheden en we lopen met onze bruingebrande smoeltjes het kanaal naar Hansweert binnen. In Hansweert zijn er twee sluizen en we mogen na enig wachten de bakboord sluis binnen. Eens buiten de sluis is het water anders, veel onrustiger. Mijn maatje kijkt bezorgd. Na een lange woelige overtocht zien we de pijpen van Dow Chemical in de verte, ooit in verre tijden de sponsor van Sporting Lokeren. De gouden tijden van het grote SPORTING met de gouden L-L-L voorlijn, Lato - Lubanski - Larsen. Wat een weelde, geen vergelijk meer met het huidige Lokerse clubje.We draaien en draaien maar tot we eindelijk in het zicht van de sluizen komen. 't Is kwart voor zes als we ons melden voor de oostsluis in Terneuzen. We moeten heel lang wachten, ik lig naast een 135m schip " de mission" heet hij en is gemaakt in Roemenië. Met een grote tonnemaat van 3.875 ton naast me voel ik me safe in de sluis, de man komt bij mij en begint een praatje. Wat ga je doen, als je uit de sluis komt, vraagt hij. Het muurtje omlopen, zeg ik en overnachten in Terneuzen. Prima, zegt hij en roept de sluis op en zegt : laat de kleine maar eerst, daarna kom ik. Fier als een gieter lopen we de sluis uit, het grote beest achter me mindert snelheid en volgt me op afstand. Eén keer het muurtje voorbij, het handje omhoog en komt het grote beest op snelheid. Ik minder de snelheid, en kijk vol verwondering naar het mooie beest, dat zoooooooooo mooi glijd door het water. Verdorie, wat is dat mooi, zo'n 135 meterschip. Ikzelf glijd met mijn 11,50m schip verder en leg rond half acht aan in Terneuzen. Verschil moet er zijn, nietwaar ! 's Avonds eten we op de pier, niet al te best, moet ik zeggen. Het zicht over de rede van Terneuzen, maakt veel goed.
De 28e van de maand augusutus kondigt zich terug op een zonnige manier aan. We hebben in Spakenburg/Bunschoten een heerlijk nachtje rond geslapen. Op de radio geeft men 20/21° en zonnig, voor ons start de dag dan ook goed. We ontbijten rustig en horen dat België nog altijd geen regering heeft. De enen zeggen "ja", de anderen "non". Zo zal het altijd wel blijven, tenzij men ieder zijn weg laat gaan. Petra is benieuwd naar de Biesbosch, na mijn verhalen. 't Is na negenen wanneer we starten. We maken er vandaag een korte dag van. Ons doel is de Lage Zwaluwe te bereiken op de Amer. Na de start steken we de Lek over en komen op de Merwede bezuiden de Lek, Vianen tegemoet. Voor de sluis ligt reeds een binnenschip te wachten, samen met twee jachtjes. Een 80m schip zwaait in de kom, en komt onze richting uit. Hij komt als tweede in de sluis, achteraf komen nog drie jachten zich aanmelden. 't Wordt een volle bak ! Omdat beroepsvaart altijd voorgaat, schutten beide binnenschepen vooraan en alle jachtjes achteraan. We varen buiten na een twintig minuten en gaan nu naar Gorinchem. Na Gorinchem varen we naar Werkendam, de Biesboschsluis in. Men is andere lichten aan het plaatsen bovenop de sluis. Eén keer uit deze sluis komt men in een andere wereld. Rust, rust en nog eens rust heerst hier. Hier heerste tijdens de oorlog de Nederlandse ondergrondse verzetsgroepen. Ook werden hier veel joden verstopt. Er bestonden toen geen deugdelijke kaarten van dit gebied, en de kaarten die er van bestonden werden verstopt om niet in duitse handen te vallen. Onderweg komen we de rijkspolitie te water tegen, ze steken vrolijk hun hand op en we zwaaien terug. Een groot verschil met hun Belgische collega's, die nog altijd denken dat hun job bestaat uit mensen op het water of lastig te vallen of te verbaliseren omwille van de ene of andere futiliteit. "Als we willen, kunnen we je altijd pakken !", zei eens iemand van de waterpolitie onlangs tegen mij. Toezicht moet streng, maar integer zijn. Tegen een slakkengangetje komen we op de Amer. De zon brandt fel, ik heb last van rode vlekken op mijn handen, dat moet ik toch eens laten nakijken door de dokter. Het jeukt en ziet bloedrood. De jachthaven van Crezée is aan bakboord en die gaan we binnen. We leggen aan en gaan eerst nog wat shoppen in de winkel. Petra koopt van haar favorite vlaggen-reeks onderleggers om op te eten. De toonzaal is goed voorzien, en we besluiten om deze winter eens terug te komen. De dame achter de kassa verwijst ons verder te varen en onder de brug links naar "de jos" te vragen, "ne schat van ne vent" zegt ze er nog bij. Onder het brugje komt er een krasse zeventiger naar ons toegelopen. Het blijkt een Vlaming te zijn en afkomstig uit Grobbendonk. Tien minuten later weet ik heel zijn leven. Hij laat me aan de wachtsteiger liggen, helemaal vooraan en op een goede rustige plek. Hij legt nog een electra-draad bij omdat mijn draad net iets te kort is. Ooit waaide Jos hier binnen bij Crezée met een bootje, hij verkocht zijn bootje en kocht in plaats daarvan een caravan, waar hij nu woont. Hier slijt hij zijn oude dag, en kan ik nog woordje klappen, verteld hij. Wij hebben zeven uur gevaren en de km-teller staat op 55,9 km. Ad multos anos, Jos !
De bijwijlen harde wind van gisteravond is in de loop van de nacht wat geluwd. We hebben het klokje rondgeslapen. Ik had gisteravond nog het schip gedraaid en mij tussen een duits zeiljacht en nederlands motorjacht gelegd, beider breder dan ikzelf, zodat ik wat minder last had van de wind. We waren echter beiden zo moe van de lange tocht dat we door alles heen geslapen hadden. Twee jaar geleden lagen we hier ook, in deze door de kerk bestuurde jachthaven. Maar toen was het zondag, in die regio nog altijd de dag des heeren, met vrijwel geen activiteit. Toen ik twee geleden ging vragen hoeveel het was voor liggeld en electra antwoordde de man mij : "De Heer vraagt geen liggeld". Dit jaar, tijdens de week, kwam de havenmeester rond. Ik mocht al direct 14,25 betalen inclusief douche en electriciteit. 't Ja, tijden veranderen, ook bij de Heer ! Gestart om 08.35 u lopen we een kwartuurtje later de haven uit. Ook hier, op het Eemmeer is het water vol groene planten c.q. diertjes ? Drie kwartier later komt het laatste van de randmeren in zicht, het Gooimeer, de buitenkant van Amsterdam zeg maar. Met aan stuurboord Almere, een stad welke ontstond na de drooglegging van een stuk IJsselmeer en aan bakboord Muiden, een slotstad van uit de middeleeuwen, met voor schepen nog steeds vigerende tolrechten om de stad binnen te voeren. We komen nu terug op het immense IJsselmeer en genieten van een schitterend vergezicht van Amsterdam met er voor het eiland "de pampus" waar men uit de buurt moet blijven en rondzwaaien. Tijdens het voorbijvaren zien we een enorme bouwbedrijvigheid op het eiland. Waarvoor is ons niet bekend. We komen nu dichter bij de stad, en het valt ons op hoeveel aandacht de architectuur hier krijgt. Alle openbare gebouwen zien er futuristisch uit, en met heel veel zorg uitgevoerd. Ook voor de bruggen geldt dit. Drie, vier bruggen ogen zeer mooi en uitdagend qua vormgeving. Geweldig, vind ik dit. Zoals we uitgerekend hebben komen we in de oranje-sluizen in Amsterdam rond de middag. Heel veel sluizen zijn ontdubbeld in Nederland, zo ook de Oranjesluizen. Het ganse complex is gescheiden : pleziervaart en beroepsvaart. Dit is top op nautisch gebied. We beginnen nu aan de waterautostrade van midden-nederland, het Amsterdam-Rijnkanaal. Een saai kanaal met heel veel beroepsvaart en parallel lopend met de Vecht tot Utrecht. De Vecht is een bijzonder mooie rivier en staat zeker en vast op ons programma voor de toekomst. Hij loopt door het plassengebied Loosdrecht en Vinkeveen. Heel wat BN's hebben hier hun villa staan langs de Vecht. Brandsteder, Van Duin, Van Gorp, Postema en andere corrifeën van de radio en tv-wereld uit Hilversum. Na deze drie uur durende autostrade zijn we blij bij het opdraaien van de Merwede. 't Is 16.00 uur en onze eindbestemming Vreeswijk, aan de kruising van de Lek en de Merwede komt nabij. Eventjes er voor is een nieuwe jachthaven gebouwd, weer ingepoot tussen een aantal nieuwe trendy huizen met brugjes en nieuwe waterloopjes er omheen. Dit is gewoon prachtig om wonen. Hoeveel keer hebben we tegen elkaar niet gezegd : "hier zouden we wel willen wonen. We tuffen Vreeswijk binnen rond de klok van vijf en liggen 15 minuten later vast. Tijd om van kledij te wisselen. De kapitein wordt kok en de matroos poetsvrouw. Om halfacht na het aperitief eten we een omelet met garnaaltjes en gebakken aardappeltjes. Een lekker glaasje wijn bij het eten en koffie na. Wat wil een mens nog meer. Vandaag stond er 84,1 km op de teller - we hebben 8 uur en vijftig minuten gevaren en deden drie sluizen. 's Avonds het stadje bezoeken, kopen we ons nog een ijsje. We komen rond de klok van tien aan boord en kruipen onder de wol.
We kwamen tijdens onze reis doorheen Friesland heel veel ludootjes tegen. We zijn ze zo gaan noemen toen er, lang geleden, iemand aan boord kwam van de toenmalige "El Verde" en die man altijd kwaad keek tijdens het voorbij varen van die waterpaaltjes - Hij vertelde ons dat hij ooit eens passeerde aan zo'n paaltje, en het schip waarmee hij voer het kontje oplichtte en het aantal toeren van de motor duidelijk de hoogte inging. Sindsdien kijkt hij altijd kwaad in de richting van die arme paaltjes ! Wij noemen ze van dan af ludootjes, zoveel als, pas op, hier is het ondiep.
Na ons getafel bij Vandervalk, hebben we geslapen als roosjes. Het was dan ook de zon die ons wakker riep en door ons venstertje op de slaapkamer priemde. We gaven onszelf nog een kwartuurtje rust om zalig wakker te worden, en bespraken ondertussen wat voor ons lag. We wilden zo ver mogelijk geraken op de meren en dat hield ook drie of vier sluizen in. Ik bleef nog wat liggen, zoals dat heet, tot de geur van gebakken spek me tegemoet kwam. Petra vraagt om de fenderkorven te verplaatsen, zodat er meer plaats vrij komt bij het aanleggen. Ik begin dan maar te sleutelen na het eten, en een uurtje later is alles klaar. Onze manden hangen nu in de neus van het schip. En het dient gezegd, 't is veel beter. We leggen 15 minuten op voorhand de motor aan, de koorden worden gereedgelegd, fenders binnengehaald en weg zijn we. 't Is de mooiste streek van de Zwolse Vaart, tussen de bossen door. De diepgang is hier 2,20m. We hebben twee sluisjes te doen. De Marknessersluis en de Voorstersluis. Twee rustige sluizen, waarvan de laatste toegang geeft tot de Randmeren. We beginnen aan het Zwarte Meer, een klein meer die de aanloop is tot het veel grotere Ketelmeer met de Roggebotsluis als sluitstuk. We zitten nu volop in Flevoland. Eens voorbij de sluis begint het Drontermeer, lang en smal, dat stopt in Elburg, waar het Veluwemeer begint. 't Is heerlijk met zo'n weer te varen op deze uitgestrekte plassen, waarvan slechts één strook bevaarbaar is en de overgrote oppervlakte zeer ondiep is, 0,3 tot 1m. Wat me opvalt is de zeer vele groene slierten in het water. Volgens ingewijden zou het te maken hebben met de fel verbeterde toestand van het water en met een veel grotere zuurstof-graad. We varen nu richting Ermelo en Zeewolde, waar naast de jachthaven, de reddingsbrigade, afdeling randmeren gevestigd is. Een landgenoot met een drijvend wrak (occasie-boot in slechte toestand) komt vanuit Leeuwarden en moet naar Mechelen. Wij vragen ons af hoe hij het durft. Het bootje hangt schuinlinks naar achter. De waterlijn, zit aan de rechterkant ver onder water en langs de andere kant komt het er boven. Niet gezond dus. Maar goed, we zullen een kaars voor hem branden. We varen nu op het Nuldernauw en gaan richting Nijkerkernauw met de Nijkerkersluis. We varen nu echt onze topsnelheid om de sluis nog te halen. Die werkt tot 19.00 uur. Wij komen aan de sluis om 18.45 u. De sluismeester vertelt me dat ik te laat ben, want dat hij een kwartuur vroeger stopt met schutten, voor de sluitingstijd. 't Is inderdaad gemarkeerd op het blauwe bord. Ik heb geluk want er liggen twee schepen in de sluis, een zeilschip met panne aan de motor en een motorschip, die hem sleept. De man is in een goede bui en laat me nog in de sluis. Dit gaat me enorm veel schelen. Bij het verlaten van de sluis, meld hij me via de luidspreker, dat het bij veel andere collega's niet waar zou zijn. We besluiten om een nog een paar uur te varen en Bunschoten/Spakenburg aan te doen. Iets voor achten komen we aan. We hebben 99,5 km afgelegd en vier sluizen. Moe, maar gelukkig na deze zonnige dag slapen we korte tijd nadien in, nadat we electra gelegd hebben en onze fenders stevig vastgemaakt hebben.
Donderdagavond 23 augustus 2007 haalden we ons bootje af in Akkrum. Petra's vader en moeder waren met de mobilhome tot ginder gereden en hadden ons afgezet. 's Avonds nog eens lekker gegeten bij de plaatselijke chinees (die ons ondertussen goed kent), en daarna een klein wandelingetje, nog een pilsje gaan halen in café "de kromme knilles" (het verhaal over deze reus, lees je in een ander verhaal), en onder de wol op onze "enya". We waren vroeg wakker die vrijdag, we wisten reeds op voorhand dat de werf nog een dagje moest werken. Pas zaterdag zou de vertrek-dag worden. Op het laatst werden nog tal van zaken gerealiseerd, maar toch. Achteraf zou blijken dat niet alles werd gedaan. Haast en spoed, weet je wel... Het werd een schitterende dag, die zaterdag. De zon deed z'n best en met een graad of 22, was het voor mij meer dan genoeg. Wind was er net iets te veel, maar wie klaagt daar nu om in Friesland, waar iedereen zeilt. De Meinesloot af richting Sneekermeer, en jawel de reus"manke meine" had flink zijn best gedaan in de aanleg van deze sloot want deze loopt kaarsrecht. 't Zijn hier allemaal sloten tot het Sneekermeer. Het eerste grotere meer op onze weg met Sneek aan stuurboord kant van de brug van Terherne. 't Lag te glinsteren in de zon. Recht voor ons, de Friese kathedralen van het water, de Skütjes. Vijf, zes zelfde skütjes achter elkaar. Gigantisch, deze bruine zeilvloot, die van vader op zoon overgaat en waar het een eer is, om deel te nemen aan de verschillende races. De laatste tijd is er een sociale afscheiding. De Skütjessilers en...."de rest. Maar verder met onze reis. s Avonds hadden we graag tot Emmeloord gekomen, maar dat was nog ver af. De kanalen die ons naar de Lemmer moesten leiden, de toegangspoort tot het IJsselmeer, kwamen op ons af. Het Prinses Margrietkanaal en het Johan Frisokanaal samen met de Grote Brekken vormden de aanloop tot de Lemmer. Aangezien de wind geruimd was tot 4/5 lagen er verschillende zeiljachten te wachten om op het IJsselmeer te gaan zeilen. We hoorden 5 à 6 schuttingen voor de Lemmersluis, en dat was voor ons van het goede te veel. Dan maar via de oude route naar het IJsselmeer, de Lemmer Zijlroedevaart, een zeer smalle vaart waar we voor drie bruggen en een sluis 4,50 betalen. De vaart is langs twee kanten afgezoomd met horeca bedrijven. Samen met bakkers en beenhouwers vormen ze de bewoning van de Lemmer Zijlroede. We komen op het gigantische meer, vlak naast een grote werf voor zeeschepen. Het schiphuis, waar de nieuwe schepen gebouwd worden is ca. 400m lang en meer dan 50m breed en ongeveer 50m hoog. Wanneer je er rond vaart ligt de IJsselsluis in de hoek. Deze sluis geeft toegang tot alle poldervaarten. Bij de indamming van deze nieuwe provincies groeven de Nederlanders in de nieuwe polders vaarten zoals de amerikanen straten maakten. Recht op recht en dwars op een ander kanaal. De vaarten werden op hun beurt verbonden met de nieuw ontstane dorpjes of de vroegere eilandjes van voor de inpoldering. Na de sluis, waar we ca. 6m zakten, beginnen we aan de Lemstervaart die tot Emmeloord loopt. Hier liggen nog zeer grote boerderijen, waarvan sommige ook reeds zijn verlaten om nog grotere boerderijen te bezetten in Australië of Zuid-Amerika. Veel jonge Nederlandse boeren emigreerden de laatste tien jaar. De wind is wat gaan liggen naar de avond toe en we naderen ons eindpunt Emmeloord. We gaan weer eten bij Vandervalk in een privé haven. We betalen er niets, maar hebben ook geen stroom of water. 't Is kwart voor vier wanneer we vastliggen, we hebben 48 km gevaren en zijn twee sluizen gepasseerd. Morgen komen mijn lievelingen aan de beurt, de Randmeren, één van de mooiste vaargebieden, voor mij het mooiste. We eten mosselen/frites en betalen er 14,50, gemiddeld 5,- minder als hier. Vlaanderen kan dan wel een mooi landje zijn, 't is wel een duur landje in vergelijk met onze buren.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.