varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
23-10-2009
Donderdag 16 juli 2009 : Doornik/Valenciennes.
met toelating van de auteur Karel Hoet.
Als gebruikelijk deze reis worden we door de uitbundige zon gewekt.Wat een verschil met vorig jaar ! Naast ons liggen er geregeld schepen te wachten voor de doortocht. Dat maakt dat we wat te zien hebben tijdens ons ontbijt. Onze 24 uren ligtijd zijn nog niet om, onze zin in Doornik ook niet, dus trekken we weer de stad in. We bezoeken het museum voor Schone Kunsten, een gebouw van Horta, maar hoe mooi en bijzonder het gebouw ook is, van het museum zijn we geen van beiden echt tevreden. De belichting van de collectie is soms zo slecht, dat je door de weerkaatsing het werk niet goed kan zien, en bij de begeleidende teksten vinden we soms fouten. "Soite". We vervolgen met de Cour d'Honneur voor het stadhuis en het bijbehorende gemeentepark met klaterende fonteinen. En we gaan winkelen, want een poging om een bongobon in te wisselen, die we speciaal voor dit moment hadden bijgehouden, lukt niet. "La patronne n'est pas ici, monsieur, et je ne sais pas quoi faire". Dus geen bongobubbels, en we dineren à bord. Klinkt toch ook chique. Als nu nog iemand me van die eeuwig zeurende astma kon bevrijden, zou het nog chiquer zijn. Na de maaltijd hang ik de Franse beleefdheidsvlag uit en bevestig ik het vignet de péage aan stuurboord vooraan. Vandaag gaan we immers de grens over. Het vignet had ik op voorhand gekocht bij het VNF via internet. Om 12.55u gooien we de touwen weer los en zetten onze tocht naar de bron verder. Het is weer mooi varen en even verder passeren we het jachthaventje van Antoing. Het is dé plezierhaven van Doornik en we horen er tijdens deze reis goeie commentaren over, maar we maken er deze keer geen gebruik van. Wanneer we een eind verder de afsplitsing van het Canal Nimy - Blaton - Péronnes aan bakboord laten wordt onze Schelde weer een stuk smaller. Bovendien lijkt ze hier ook verlatener. Het hele wateroppervlak is bedekt met kroos. Dit is heel oppervlakkig en dus ongevaarlijk en ronduit prachtig. We dobberen onder bomen dooren het lijkt wel of we uit de beschaving gestapt zijn. We varen een tijdje verder in de veronderstelling dat we hier niemand gaan tegenkomen (anders was het kroos uiteengevaren, zoals in Doornik) en dat we afscheid hebben genomen van het vrachtverkeer. Maar uit die droom worden we al snel gewekt : een tegemotkomend vrachtschipje leert ons dat er nog een bewoonde wereld achter het huidige beeld ligt. Om 14.15u komen we aan de Franse grens. Het is echter zo warm, en de omgeving is zo mooi dat we de verleiding niet kunnen weerstaan : we leggen de boot vast, hangen de zwemtrap aan en plonsen in het water. Je kan er je bedenkingen bij hebben maar niettemin is het zalig. Af en toe moeten we opzij voor passerende schepen, maar dat kan de pret niet bederven.Ik maak van de gelegendheid gebruik om schroef en roer te controleren op kroos en wier en dat zit helemaal goed.
Helemaal opgefrist en met goed gemoed steken we om 15u de grens over. Niet dat dit een evenement is, want buiten een gesloten douanekantoor is er niks te zien. De mooie natuur is hier de baas ! In Flines-les-Mortagne, waar de Scarpe in de Schelde komt, twijfelen we even of we er niet zouden blijven voor de nacht. Het is hier mooi, er is nog volop tijd voor wandelen of fietsen en het ziet ernaar uit dat we hier kunnen aanmeren. Maar omdat we net nog drie kwartier hebben stilgelegen, besluiten we om verder te gaan. Foute beslissing blijkt achteraf. Er dient zich tot Cambrai (!) niks serieus meer aan, om aan te leggen en het wordt dus "wild kamperen"... niet dat we daar iets tegen hebben trouwens... Van hier tot Valenciennes geeft de kaart bosrijke omgeving aan en dus verwachten we een nog mooier stuk dan we al hadden. Maar het draait anders uit. Lelijk is het niet, maar voor mij is dit het enige stukje van de rivier dat ik heel voorzichtig toch en beetje saai zou noemen wegens te rechttoe-rechtaan, ondanks de mooie natuur en de vele schepen die we ontmoeten. De volgende sluis is Fresnes. Ik roep de sluis op en vraag of we met de beroepsvaarder voor ons kunnen versast worden. Maar dat mag niet. Het schip is met gevaarlijk chemicaliën geladen en we moeten dus uit de buurt blijven. Hij zal hem eerst versassen, dan komt er een schip in de afvaart en dan is het aan ons. We leggen ons dus maar vast, en al goed, want tegen dat wij erin mogen zijn we welgeteld 1 uur verder ! Nog een halfuurtje varen naar écluse Bray-sur-l'Esaut waar we weer tussen veel beroepsvaart liggen om even later aan te komen bij de laatste sluis voor vandaag : écluse Folien, nabij Valeniennes. Omdat ik geen enkele aanduiding van meerplaats of haven vindt op de kaart, tenzij vóór de sluis- maar dat ligt vol beroepsvaart, vraag ik de sluiswachter naar overnachtingsmogelijkheid. Dat weet ie zelf ook niet zo goed maar zegt me dat er bolders zijn voorbij de sluis om het hoekje aan stuurboordwal. We varen de sluis uit en zien er inderdaad enige bolders om een hoekje aan stuurboord. Maar de jongelui die daar rondhangen hebben niet de uitstraling die maakt dat ik daar met gerust hart mijn boot onbewaakt achterlaat (da's toch wel beleefd geformuleerd hé). Maar misschien is er voorbij die brug nog iets beters...tenslotte, het kan toch niet bestaan dat een stad als Valencienns geen voorzieningen voor pleziervaart zou hebben ! We varen dus toch de inham in, maar mijn dieptemeter gaat peilsnel in 't rood en dus laat ik het maar zo. Alweer een foute keuze laten we ons later vertellen, want een schip dat 1m diep ligt heeft er al gelegen, de jongeren ten spijt. En 't was allemaal goed afgelopen. Maar goed, wij besluiten dus om verderop ons geluk te beproeven. We vangen bot. Er is wel een steiger van de kanoclub, maar daar zijn we niks mee.
Dus keren we terug en leggen ons achter een vrachtschip - kwestie van de veiligheid - net aan het groot station van Valenciennes. Niet de meest schilderachtige plek, maar het is nu 20.30u en we hebben het gehad voor vandaag ! Ik dacht dat we een tochtje van 4u zouden doen, maar dat is wel even anders gelopen... Na de maaltijd trek ik toch nog even de stad in. Op goed geluk vind ik het oude centrum, en dát is wel mooi.
Reacties op bericht (0)
Over mijzelf
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.