Ik ben Letourneur Leo, en gebruik soms ook wel de schuilnaam spitfire.leo.
Ik ben een man en woon in Wolvertem (België) en mijn beroep is met pensioen.
Ik ben geboren op 22/01/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: eerste en tweede wereldoorlog, geschiedenis en zo voort.....
als een spitfire door de lucht
mijmeringen en andere gedachten
02-08-2009
Vernietigend vuur
Vernietigend vuur
Op 4 augustus aanstaande zal het 95 jaar geleden zijn dat de Duitse troepen binnen vielen en voor ons landje de eerste wereldoorlog een feit werd. Over heel het grondgebied getuigen begraafplaatsen en monumenten over deze afgrijselijke periode. Ontegensprekelijk vinden we een concentratie van deze relikwieën in de Westhoek van Vlaanderen waar gedurende vier jaar verbeten stand werd gehouden tegen de overweldiger.
Ieder jaar weer vinden boeren, tijdens hun werkzaamheden op hun velden, nog resten van munitie al of niet ontploft en menig toerist heeft al met eigen ogen kunnen aanschouwen hoe soms langs de boorden van de velden een of meer van deze voorwerpen verzameld liggen te wachten tot de tussenkomst van het DOVO, de militaire dienst die belast is met het opruimen van onontplofte munitie. Soms gebeurt het ook dat bij werkzaamheden aan weginfrastructuur of bij het graven van funderingen voor nieuwe gebouwen, menselijke resten gevonden worden van gesneuvelde soldaten. Met het nodige respect en ceremonieel worden ze dan ontgraven, geïdentificeerd indien mogelijk en daarna bijgeplaatst in een begraafplaats tussen hun gesneuvelde broeders in strijd.
De bevolking van de streek heeft veel geleden onder de jaren van oorlog en de vele littekens getuigen hierover en toch toch heeft men de indruk dat ons Belgische volkje deze episode zo vlug mogelijk wil vergeten. In de geschiedenislessen is dit onderwerp blijkbaar geen hot item meer en de verzorging van de vele Belgische monumenten en begraafplaatsen ligt er dikwijls jammerlijk nalatig bij. In tegenstelling hiermee zie je op regelmatige basis Britse bussen hun lading scholieren lossen die op verschillende Britse begraafplaatsen hun doden gaan eren en al is het niet altijd met de nodige stilte, toch gaat een zeker respect en ernst uit van deze bezoeken. Minstens een schoolreis naar de oorlogsvelden in West-Vlaanderen en ook soms in Frankrijk, is dan ook een verplicht onderdeel van de geschiedkundige opvoeding van deze jongeren. Zo niet in België waar deze episode van s lands geschiedenis blijkbaar in de vergeethoek moet geduwd worden.
Sedert enkele jaren al heeft men hier de dienstplicht afgeschaft en veel jongeren beroepen zich op een anti militarist gevoel om zich te verantwoorden over hun gebrek aan interesse voor deze oorlogsepisode. Je hoeft absoluut niet militaristisch aangelegd te zijn om dit deel van de geschiedenis de nodige aandacht te geven. Integendeel kan een bezoek aan de begraafplaatsen en aan de o.a. de Menenpoort in Ieper de onzin van een oorlog slechts beklemtonen en de wil tot vrede aanscherpen. Er is dus zeker niets mis met een bezoek aan de plaatsen waar jonge mensen hetzij geallieerden zowel als de vijanden -gevochten hebben voor idealen die hen van bovenop werden geïndoctrineerd. De kennis van de geschiedenis kan ons integendeel behoeden voor het zetten van misstappen die zouden kunnen leiden tot nieuwe conflicten. Men mag immers niet uit het oog verliezen dat tot op heden de gevolgen van deze wereldbrand nog doorwoeden in vele geesten. De hertekening van de wereldkaart na de vrede, de houding van bepaalde volksgroepen, de deelname aan vreselijkheden door sommigen, het verraad door landgenoten en andere misdaden tegen de menselijkheid, zijn nog heden ten dage oorzaak van vele misverstanden en gruwelijkheden. Men kan met stelligheid beweren dat de gevolgen van deze wereldoorlog helaas nog niet voorbij noch vergeten zijn.
Deze eerste wereldoorlog kenmerkt zich vooral door een groot aantal nieuwigheden. Het was een nieuw soort confrontatie waar de gevechten en de tactiek niet meer beantwoordden aan hetgeen daarvoor gebruikelijk was. Het blanke zwaard, de lansen en de massale cavalerieaanvallen werden stilletjes aan vervangen door nieuwe wapens en nieuwe methodes van oorlogsvoeren. Deze oorlog zou vooral gekenmerkt worden door het inzetten van nieuwe wapens en het gebruik van nieuwe strategies, maar het gebruik er van door ouderwets gevormde officieren, zou in eerste instantie een massa slachtoffers met zich meebrengen zoals die voorheen nog nooit gezien werd. Hele compagnies werden in een mum van tijd uitgeschakeld door ze in een frontale aanval te jagen tegen bijvoorbeeld mitrailleurs die een nooit gezien vuursnelheid konden ontwikkelen en bijgevolg de aanvallende soldaten wegmaaiden alsof het om een kegelspel van grote omvang ging.
De eerste wereldoorlog zou zich o.a. kenmerken door de massale inzet van mitrailleurs, nieuwe destructieve artillerie, tanks, gas en vlammenwerpers. Aan het ontwerpen van deze onmenselijke destructieve middelen werd meegewerkt door ingenieurs en wetenschappers. Alhoewel bepaalde onder hen eigenlijk een opleiding hadden gehad om middelen te creëren ten bate van het welzijn van hun medemens, verleenden ze hand- en spandiensten aan een oorlogsmachine die slechts ten doel had zoveel mogelijk tegenstrevers uit te schakelen. De geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars en al te vaak wordt in dit verband de schuld en medewerking van de Duitsers aangehaald, maar de geallieerden bleven zeker niet op hun stoel zitten en beantwoordden de agressie met de inzet van nog meer afschuwelijke wapens. Het zou een escalatie worden die het hele militaire denken zou omverwerpenen waarvan de akelige gevolgen in wereldoorlog twee konden vastgesteld worden en tot op heden nog doorgaat.
Wat men er ook van zegt, het waren de Franse troepen die in augustus 1914, als eerste chemische middelen gebruikten bij een veldslag. Ze lanceerden projectielen met traangas (xylylbromide) om de vijand af te houden. De Duitsers zouden als antwoord hierop met veel toewijding zoeken naar een antwoord onder de leiding van de Duitse geleerde Frits Haber. Op 22 april 1915 worden in de buurt van Steenstraete door de Duitsers 5730 gasflessen opengedraaid die een groene gasnevel verspreiden. Het chloorgas bevangt de Franse Zoeaven en de Canadezen die de sector bewaken en er ontstaat een bres van 6 km in het geallieerde front. Op 25 mei valt het offensief stil doordat de Duitsers geen rekening hadden gehouden met zulk succes en geen extra maatregelen hadden genomen om hun vooruitgang te consolideren. De Duitsers zouden nog verder experimenteren met gassen en zo zag het befaamde chloorgas (Ieperiet) zijn ontstaan en gebruik in 1917. Niet alleen gassen, maar ook ziektekiemen werden met obussen losgelaten op de vijand en aldus werd de kiem gelegd voor een biologische oorlogsvoering. De Britten en de Fransen zouden eich evenmin onbetuigd laten in deze wijze van oorlogsvoeren.
Een nieuwe verschijning op de slachtvelden werd in 1917 als eerste door de Britten ingezet, namelijk de tank. Deze mastodonten werden in eerste instantie gebruikt om voor de infanterie uit te rijden zodat ze een zekere bescherming boden voor de achteropkomende infanterie. Het was ook een gedroomd middel om de prikkeldraadversperringen van de Duitsers plat te rijden, zodat de troepen te voet minder moeite hadden om deze hindernis te nemen. Bij de eerste aanval werden een belangrijk aantal van die tanks ingezet, maar al vlug werden ze uitgeschakeld omdat ze zich in eerste instantie vastreden in de modder van de Vlaamse slachtvelden. Het waren dan ook mastodonten van machines die enerzijds heel zwaar wogen en anderzijds niet makkelijk te besturen waren. Voor de bemanning waren ze meer een nachtmerrie dan een soelaas. Enkele Britse tanks werden door de Duitsers veroverd en zij trachtten hiermee zelf een tank te ontwerpen. Het grote succes van de tanks zou evenwel uitblijven tot aan het eindoffensief in 1918 en vooral zijn grote nut bewijzen tijdens de tweede wereldoorlog.
Een derde belangrijke nieuwe medespeler op het oorlogstoneel, was de vlammenwerper.Een eerste vlammenwerperactie zou plaatsgrijpen op 26 februari 1915 bij de Franse plaats Malancourt. Deze aanval geschiedde met werkelijk primitief materiaal. Tien handdrukspuiten en twee gasspuiten waren onder leiding van dokter Reddeman, een brandweercommandant uit Posen, in een loopgraaf geïnstalleerd. Naast iedere spuit bevond zich een emmer met de brandstof. Om kloklslag 12 uur spoten de 12 spuiten hun dodelijk vuurstraal in de richting van de Franse loopgraven en dit op een breedte van 700 meter. Na dit succes werd de Duitse pyrotechnicus Fiedler belast met het aanmaken in zij n ateliers van verbeterde modellen. Uit de samenwerking van beiden ontstond een model vlammenwerper die door een genist kon gedragen worden en die min of meer het model vertoonde zoals we dit nu nog kennen. De geniesoldaat droeg op zijn rug een soort melkbus uit twee delen bestaande. In het onderste deel bevond zich een persgas (meestal stikstof) dat de licht ontvlambare brandstof in het bovenste gedeelte naar buiten moest drijven via een rubberen buis met op het einde een metalen stuk met het ontstekingsgedeelte. Bij het lossen van het gas, werd de ontsteking in werking gesteld en spoot een vlam van circa 18 meter uit de buis. Het enige probleem was dat voor elke ontsteking, het mechanisme opnieuw moest voorzien worden van een nieuw slaghoedje. Ook dit probleem werd met de tijd opgelost.
Het nieuwe wapen moest gebruikt worden bij een gepaste gelegenheid en de situatie die ontstaan was rond Hooghe aan de Menenweg in Ieper (aan het huidige domein Bellewaerde is deze site nog terug te vinden), bleek een gedroomde gelegenheid. Op 19 juli 1915 hadden de Britten er een mijn doen ontploffen en ze bezetten onmiddellijk de krater van 120 voet breed en 20 voet diep (een voet is 0,3 cm) die was ontstaan.Op een bepaalde plaats werden de protagonisten gescheiden door amper 13 m niemandsland. De Duitsers die zeer goed op de hoogte waren van de situatie, maakten gebruik van de aanwezigheid van verse troepen in de Britse sector die niet bekend waren met de omstandigheden, om op 30 juli 1915 over te gaan tot een zorgvuldig voorbereide aanval. Om kwart over drie spoten zes straalpijpen vlam na vlam over de Britse soldaten, tegelijkertijd met een intens artilleriebombardement op de Britse lijnen. Ongeveer 12 man van het tweede pelotonvan het 8ste bataljon van de Rifle Brigade was al wat er restte. Van de anderen werd nooit een spoor teruggevonden. De Duitsers heroverden bijna de hele sector op een klein stukje na. De vlammenwerper had zijn effectiviteit bewezen en zou niet alleen de onmiddellijke omgeving, maar ook de iets naar achter gelegen troepen verder blijven terroriseren. De aanval werd voor Dr. Reddeman een ontegensprekelijk succes dat aanleiding gaf tot de uitbreiding van het wapen. Begin1916 werd het 3de Garde-reserve-pionier-regiment dan ook vergroot tot 3 bataljons met 3.000 man aan troepen en 80 officieren. Nadat op 18 juli 1916 de 150ste aanval op Verdun plaatshad, kreeg het regiment het doodshoofdkenteken op de linkermouw gespeld. Tijdens in totaal 653 aanvallen waarvan 300 in de laatste tien maanden van de oorlog werd de eenheid dan ook de schrikkelijke boeman voor de geallieerde troepen die geconfronteerd werden met het gebruik van dit nieuw ontwikkelde wapen.
Het gebruik er van werd voortgezet in de latere oorlogen en de beelden van Amerikaanse soldaten die de bunkers op Iwo Jima en Guadalcanal te lijf gaan, zijn dan ook bekend.
Vandaag, 2 augustus, werd aan het monument van Koning Albert I in Nieuwpoort, een herdenkingsceremonie gehouden ter nagedachtenis van al de oorlogsslachtoffers van de eerste en tweede wereldbrand. Vooral oud-strijders van de tweede oorlog waren hierop aanwezig te samen met koning Albert II. Van den Grooten Oorlog zijn er geen Belgische overlevenden meer om de geschiedenis van die levendig te houden, al wat rest zijn meestal stenen herinneringsmonumenten en heel wat literatuur. Het warm houden van respect voor de doden en ander slachtoffers van die onzalige periode, blijft dan ook voorbehouden aan enkelingen die er hun (levens)werk van maken om opzoekingen te doen over deze verwoestende wereldbrand en die bezoeken brengen aan al die plaatsen waar gewone mensen hun leven hebben willen geven voor de vrijheid van zo velen. Als men vandaag de dag nog wel eens kritiek durft te uiten over Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, dan mag men toch wel bedenken welke offers vele van hun landgenoten brachten om in een hun onbekend land, voor een hen onbekende bevolking te vechten voor het behoud van vrijheid. Dit is trouwens eveneens van tel voor wat de oorlog van 1940-1945 heeft te weeg gebracht.
Men hoeft niet in alles en altijd akkoord te gaan met de houding en de politiek van beide Angelsaksische landen, men hoeft echt geen Angelsaksische liefhebber te zijn om in deze wereld te staan, maar respect zijn we wel verplicht. Aan hen hebben we immers voor een groot deel onze vrijheid te danken en dit is een veel te belangrijke bijdrage om maar losweg over heen te gaan.
De kogel is door de kerk!hoera!we hebben een Vlaamse regering.
De kogel is door de kerk hoera we hebben een Vlaamse regering.
Kiesresultaten op Vlaams niveau verbazen toch nog.
De verkiezingen hebben dan toch nog enige verbazing kunnen wekken. Dat de socialisten achteruit zouden gaan, was algemeen verwacht en is dus ook uitgekomen. Alhoewel men bij de evaluatie toch nog positieve geluiden uit die hoek hoorde klinken omdat toch nog kon vergeleken worden met de vorige verkiezingen en men in vergelijking daarmee dus nog kon spreken over een status quo.
Wat de achteruitgang betreft van de liberale Open VLD, was gebleken uit de opiniepeilingen dat men zich kon verwachten aan een licht verlies, maar dat de klop zo hard aankwam, was evenwel niet gedacht. Om maar te zeggen hoe tendentieus peilingen kunnen zijn als men zich beperkt tot een zogenaamd representatief staal van de bevolking. Nog nooit is een opiniepeiling de zuivere weerspiegeling geweest van de definitieve resultaten van een verkiezing en toch laten de partijbonzen zich graag leiden door de cijfertjes die bij dergelijke bevraging naar voor komen. Het betekende de politieke dood van de partijvoorzitter, Bart Somers, die met bedrukte stem zijn ontslag kwam aankondigen en daarbij manmoedig de schuld op zich nam. De vaudeville die ontstaan was bij het afkopen van een lid van de lijst De Decker, zal daar zeker niet vreemd aan geweest zijn evenmin als de in het verleden voorgespiegelde welzijnswereld, die er geen werd voor de meerderheid van onze medeburgers.
Dat de CD&V op zijn minst een gelijk resultaat zou halen als bij de vorige regionale verkiezingen was dan weer wel verwacht. De vijf minuten politiek moed die het niet haalden bij de regeringsvorming noch het onverwijld splitsen van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde dat geen realisatie vond, hebben deze partij de das omgedaan.De garantie van stabiliteit waarop ze zich beriep hebben blijkbaar de massa aangesproken, net als de ernst waarvan de ontslagnemende minister-president, Peeters, zijn handelsmerk heeft gemaakt.
De NV-A van zijn kant kon de verwachtingen meer dan inlossen, want haar resultaat was zeer gunstig. Dat voorzitter Bart De Wever, als deelnemer aan de Slimste mens, heeft geïmponeerd kan wellicht als een van de redenen aangeroepen worden om dit te verklaren, maar bovenal vermoed ik dat de consequente houding van deze man heel wat kiezers over de drempel heeft gehaald om hun stem voor hem uit te brengen. Hij is uiteraard vlot ter taal en zeer ad rem, maar bovendien blijft hij koel en standvastig in zijn mening en zijn gedrag. Mensen die verantwoordelijkheid willen opnemen doen het blijkbaar nog bij de massa.
LDD of de lijst De Decker, heeft zijn verwachtingen in tegendeel niet gehaald. Weliswaar is er een goede uitgangspositie verworven, maar dan toch minder sterk dan de opiniepeilingen te kennen gaven. Het geruzie tussen verschillende leden van deze formatie, de vaudeville rond de afkoop van hun eerwaarde lid door de Open-VLD en het daarop volgende modder smijten evenals het betalen van een privé detective om de gangen van Buitenlands minister De Gucht na te gaan hebben menigeen meer dan waarschijnlijk doen afkeren van deze partij. Bovendien zijn de mensen toch wel iets slimmer dan vroeger en de populistische uitspraken zullen velen overtuigd hebben dat de realiteit ergens anders ligt.
Dat Mieke van Groen! Nauwelijks de kiesdrempel zou overschrijden, stond mijns inziens toch wel een beetje in de sterren geschreven. Het herhaaldelijk verwijzen naar een groene economie zal bij veel kiezers zo wat de strot uitgekomen zijn. Het is een uiteraard verdedigbaar standpunt, maar de bankcrisis onmiddellijk daarop gevolgd door een financiële crisis op wereld niveau, bracht andere prioriteiten naar voor. Mensen willen hun boterham kunnen verdienen zodat ze hun huis verder kunnen afbetalen, een auto kunnen kopen en een modaal aankoopgedrag kunnen vertonen. Met opzet is hier het hulpwerkwoord kunnen tot viermaal toe in een zin gebruikt. Je moet de mogelijkheid hebben om consument te zijn en daarvoor heb je werk nodig of een minimum gegarandeerd inkomen dat je wat bewegingsruimte geeft om menswaardig te evolueren in de maatschappij. Dat prijzen de pan uitrijzen en alsmaar meer burgers onder de armoedegrens duiken, dat is het reële probleem dat mensen bezighoudt. Kan ik mezelf, mijn kinderen nog een normaal leven geven, de nodige kleren kopen, deelnemen aan schoolse en buitenschoolse activiteiten, eens op vakantie gaan, en zo meer, dat zijn vraagstukken die de mensen levendig bezighouden. Of dit dan door een groene of andere economie gegenereerd wordt, is van het minste belang. Groene en milieuvriendelijke oplossingen kunnen we nog wel zoeken als we het iets beter hebben! Laat over deze gedachtegang geen misverstand heersen.
Het veel te grote verschil tussen een aantal grootverdieners, het toekennen van extreem hoge bonussen aan managers, vergeleken met de middelmatige tot weinige middelen de modale mens krijgt toegestopt, die vormen levensgrote struikelstenen die de burger niet zo maar accepteert. De tijd van de onmondige mens is voorbij!
Een vlugge formatie getuigt van de wil tot resultaten.
Het is waarschijnlijk kenmerkend voor de no nonsens handelswijze van de formateur dat zo vlug resultaten konden behaald worden en een Vlaamse regering op poten kon gezet worden. Dat er meer kans bestond op een tripartiete dan op een vier partijen regering, kon al met zekerheid vastgesteld worden tijdens de evaluatiegesprekken de avond van de verkiezingen zelf. Het klonk al meteen uit de mond van de gedoodverfde nieuwe minister-president. Het was de logica zelf in die zin dat een akkoord gemakkelijker te bereiken valt tussen drie partners dan tussen vier.De vetos die door de verliezende partij Open VLD werden gelanceerd nog voor de besprekingen begonnen, waren zeker niet van die aard om de partij aan boord van het nieuwe regeringsschip te hijsen. Een beetje spijtig misschien voor Van Mechelen, die bewees een goed minister van financiën te zijn, maar die zich verslikte in de Lange Wapper en de dubbele jobkorting.
Een partij die dergelijke klappen krijgt bij de verkiezingen en bijgevolg een reuzengrote achteruitgang meemaakt, moet zich vooral gedeisd en bescheiden gedragen en geen voorwaarden opleggen die op voorhand gedoemd zijn afgeketst te worden door de andere gesprekspartners, tenzij het natuurlijk de expliciete bedoeling was om een oppositiekuur te ondergaan. Dat de weigering van de andere gesprekspartners kon ingeroepen worden als reden van niet-deelname aan de Vlaamse regering was dan mooi meegenomen en als je dit dan nog kan kwalificeren als een coup van de socialisten en de NV-A, al helemaal.
Een regering van verrassingen.
Negen ministers in plaats van elf of twaalf, het is een signaal dat men degelijk werk wil maken van besparingen op regeringsvlak. Nergens ter wereld is er een dergelijk klein landje als het onze dat zoveel regeringen telt. Eerst een federale regering, daarnaast gewestregeringen (Vlaams, Brussels en Waals) met in hun kielzog taalgemeenschappen met een parlement en een regering (Waalse en Duitstalige landgenoten). Het Brussels hoofdstedelijk gewest dat naast zijn parlement en regering, die tenslotte niet meer zijn dan een veredelde gemeenteraad en schepencollege, nog de aanwezigheid moet dulden van gemeentelijke autoriteiten, steekt hierbij torenhoog boven alles uit. Een politiek anachronisme zonder weerga vooral gekenmerkt door een manifest dedain voor de Vlaming en een ongebreidelde expansiedrift. Als het aan hen zou liggen, zouden de grenzen van Brussel enerzijds liggen aan de boorden van Landen en anderzijds aan de rand van Ronse. Volgens de berekeningen van de Gazet van Antwerpen, kosten deze regeringen ons maandelijks 643.000 euro netto verdeeld over 64 excellenties! Grote landen als de Verenigde Staten en Rusland doen het met heel wat minder ministerabelen en slagen er in van hun land een wereldspeler te maken, terwijl de bevoegdheidsconflicten tussen onze excellenties er alleen in slagen een medelijdend lachje om de mondhoeken van de wereld bevolking op te roepen. Poor Belgium!
Dat er twee ministers in de regering zitten die niet verkozen werden door het volk, maar aangetrokken uit de zakenwereld, hoeft geen verwondering te wekken noch tegenstand. Kris Peeters is een levend voorbeeld van de zakenmand die er in slaagt zijn gewest toch nog op de rails te houden.
Het verdwijnen van Frank Vandenbroecke als minister van Onderwijs is dan echter onverstaanbaar en ongezien. Niet alleen heeft men een volslagen leek voor dat departement aangeduid, maar heeft men een deskundig persoon op een lelijke wijze geliquideerd. De dossierkennis, bekwaamheid en integriteit van deze politicus wordt erkend door vriend en vijand. Deze bolleboos heeft natuurlijk zijn uiterlijk en zijn manier van doen tegen. Het is allerminst een mediageniek figuur en zijn uiteenzettingen vergen soms een woordenboek om te kunnen verstaan wat hij allemaal verklaart, maar dikwijls heeft hij toch wel het gelijk aan zijn kant. De SPa heeft hiermee zijn eigen kind vermoord en deze manier van handelen is een partij onwaardig. Dat voorzitster Caroline Gennez hiermee een overwinning boekte, is momenteel niet te ontkennen, maar het is te hopen dat het niet als een boemerang in eigen rangen terugkomt. Volgens sommige insiders wordt Frank VDB omschreven als een tsjeef wegens zijn katholieke ouders. Voor mij mag hij dit dan maar waar maken, want een gedegen vakman kan alleen de stabiliteit van een regering verhogen. Waar wachten Kris Peeters en Marianne Thijs dan nog op om die man in hun rangen te verwelkomen?
Het investituurdebat in het Vlaams Parlement.
Het was uiteraard te verwachten dat de oppositie fel van leer zou trekken tegen de regeringsverklaring van de nieuwe minister-president voor Vlaanderen. Dat Mieke Vogels nog maar eens zou terugvallen op haar groene economie stond eveneens in de sterren geschreven, net als het populistische deuntje van LDD en haar spreekbuis bij uitstek, Jean-Marie De Decker. Het Vlaams Belang, dat zich toch wel eens ernstig zal moeten bezinnen over de reden van haar achteruitgang, debiteerde bij monde van Filip De Man, het zelfde discours van altijd en het was dus niet verwonderlijk dat weer eens werd verwezen naar de vijf minuten politieke moed, de onverwijlde splitsing van BHV en de lege doos.
De reacte van Bart De Wever mocht er zijn en was to the point. De verwezenlijkingen van een Vlaamse deelregering zijn er met de jaren gekomen dank zij de onverdroten inspanningen van Vlamingen. Ze zijn inderdaad nog niet helemaal af en hier en daar hangt alles nog aaneen met haken en ogen, maar desondanks dat is toch al heel wat bereikt ten voordele van de Vlaamse bevolking. Hugo Schilz zal het graag gehoord hebben. Als erkenning van zijn toch merkwaardige inspanningen kan dit tellen.
Caroline Gennez voor een keer niet in een rood kleedje gestoken kon er hartelijk om lachen en stak haar duim goedkeurend op. Het is ooit al anders geweest met de socialisten. Echt Vlaamsgezind zijn ze nooit geweest en de Vlaamse zaak hebben ze eigenlijk nooit op een warme en standvastige wijze verdedigd. Eerder waren ze geneigd om een verenigd proletariaat onder bescherming te nemen zonder oog voor de veelvuldige misbruiken en het opkomend salonsocialisme. Zijn ze daar nu op dat gebied tot de jaren van verstand gekomen? De toekomst zal dit uitwijzen.
Het daarop volgend zegegebaar van Bart De Wever was er dan weer over. Een zeldzaam moment dat deze politicus zijn zelfgenoegzaamheid eens openbaar toonde. Hopelijk blijft het daarbij, houdt hij zijn beide voeten vast op de grond en gaat hij standvastig en consequent mee verder bouwen aan de Vlaamse gemeenschap die trots kan zijn op haar cultuur en haar verwezenlijkingen.
Dat er solidariteitsprincipes moeten blijven bestaan ter bescherming van diegenen die het minder goed hebben, staat buiten kijf, zelfs als gaat het over de gemeenschapsgrens naar Wallonië toe. Het is de uiting van een humanitaire houding tegenover minderbedeelden. Dat het echter zonder voorwaarden moet gebeuren, kan dan weer niet aanvaard worden. De solidariteitsbijdrage moet daar terecht komen waar ze nodig is en niet in bodemloze projecten of in de zakken van partijgebonden profiteurs. Solidariteit, ja, profitariaat, neen.
De tour is weer volop in de aandacht, de beeldende media, kranten en andere informatiekanalen hebben hun deuren wagenwijd opengezet om een ruime plaats in te ruimen in het verslaan van het grootste circus gebeuren van het jaar.
Dagelijks wordt ons netvlies geteisterd door de beelden van een peloton wielrenners in bonte kleuren, voorafgegaan door een lange en luidruchtige karavaan reclamewagens die de langs de weg verzamelde zwerk kijkers verwendt met alle mogelijke prularia. Het reclamebudget werd al lang op voorhand gereserveerd en blijkbaar slaat de crisis hier in mindere mate toe dan op de gewone werkvloer.
Het wielrennen en de tour hebben me vroeger altijd geboeid.Ik dweepte met Stan Ockers, Rupske Lauwers, Rik I Van Looy en Rik II Van Steenbergen. De Lucien Van Impes en Eddy Merckxen zorgden ervoor dat er nu en dan wel eens een naad van de toen spannende broeken al of niet met olifantenpijpen scheurde bij het rechtspringen als een van die monumenten als winnaar over de streep bolde. En toen kwam het tijdperk Armstrong: het boeide iets minder omdat de suprematie van die kerel bijna op voorhand de uitslag van het rittenfestijn vastlegde, maar er was nog respect voor wat die kerel realiseren kon ondanks zijn ernstige ziekte.
Nu boeit het al wat minder. Het rittenverloop is niet van aard om veel warmte en spanning op te roepen. Het kenmerk van de tour, dat in t algemeen toch opgeroepen werd bij bergritten en aankomsten op de top na homerische gevechten van de mens op zijn fiets tegen de woeste en grillige natuur, is helemaal verdwenen doordat men de beklimmingen haast allemaal geplaatst heeft bij de aanvang van de ritten. De rennerskrijgen dus niet alleen de kans om terug samen te komen in de afdaling en de lange strook daarna, maar het zal het tegenwoordige stramien waarschijnlijk wel in de hand werken: enkel mindere goden mogen een ontsnapping wagen en uitlopen tot een tijdsverschil dat binnen de perken blijft, de ploegen zetten zich aan het werk op een twintig a dertig kilometer van het einde, halen de boel terug bijeen en hop daar gaan we voor een zoveelste sprint van de overgebleven sterkere jongens. Klaar is kees, opdracht vervuld en kassa, kassa!
Daarom ook dat ik het zo fantastisch vond dat Voeckler met enige voorsprong het hele zwik toch eens lekker een neus zette en als eerste over de eindstreep bolde. Niet omdat hij een Fransman is, maar omdat de elektronisch uitgeruste supercommunicatieve ploegen met superintelligente sportbestuurders zich zo fel misrekend hadden en de boel nu eens niet bij elkaar kregen. Wat een genoegen om nog eens een afwijkend einde te kunnen zien breien aan een rit die normaal gezien had moeten eindigen in een massaspurt.
Gisteren werd de Spaanse, sorry, Catalaanse bodem betreden met einddoel Barcelona. Altijd wel goed voor knotsgekke toestanden en ook ditmaal was het weer prijs. Een fikse regenbui weekte de wekenlange verzamelde en gedroogde olie- en andere smurrie los en maakte van de wegen naar de aankomst toe, eerder een ijspiste dan een normale weg. Het gevolg liet zich al vlug zien: heel wat renners tegen de plaveien of het beton al dan niet asfalt en de uitslag van de rit werd voor de zoveelste maal vervalst als het ware door de schuivers van de razende bende. Ook de bom van de Kempen ontsnapte niet aan het noodlot, schoof een heel eind over het asfalt en kon met een belabberd gezicht en shirt een heel eind na de overwinnaar de eindstreep bereiken. De bobbel op zijn arm was indrukwekkend genoeg om de reporter Renaat met de pet met veel medeleven de renner enkele vragen te laten stellen. Het gesprek was echter van korte duur want Tommeke wou toch eerst voor alle zekerheid eens een medische check-up. Wie kan hem dat trouwens kwalijk nemen? Het moet een heel traumatische ervaring zijn, zo schuiven zonder er iets tegen te kunnen ondernemen!
Als ik de beelden van die lange man op dat relatief kleine fietsje zie, vraag ik me soms af of hier eigenlijk niet de gewone fysica-wetten worden geëerbiedigd.Het zwaartepunt van de fiets lijkt me laag te liggen, maar dat van de kerel zelf, lijkt me tamelijk hoog. Zou een fiets met grotere wielen hieraan kunnen verhelpen? Voer voor specialisten uiteraard.
Dat hij mag mee toeren in de karavaan is al een wonder op zichzelf. De vaudeville rond zijn al of niet deelname was allesbehalve mooi om te zien.Dat ik het niet eens ben met cocaïne snuiverij zal wel niemand ontgaan zijn die al eens mijn vorige blogs onder de loep legde, maar dat een soort juridisch steekspelletje werd opgevoerd, is al even pijnlijk en intelligente mensen onwaardig. Dat een burgerlijke rechter zich onbevoegd verklaarde, was er mijns inziens al een beetje over. Gelukkig dat het nieuwe geïnstalleerde arbitrage hof er anders over besliste en het Franse chauvinisme naar de prullenmand verwees. Toch eens benieuwd hoe de Kempische bom nog zal evolueren in de volgende dagen.
Wie wel mijn bewondering wegkaapt, is de ouwe Lance Armstrong die na een periode van niet meer fietsen, terug besloot op de velo te kruipen en de ronde van Frankrijk nog eens uit te rijden. Op zijn kousenvoeten is de man naar de tweede plaats geslopen op zo een minieme tijdsachterstand, dat men hem met dezelfde tijd klasseert als de gele truidrager. Van een coup gesproken, is dat toch niet min. Ik geef de kerel nog niet op, maar ben wel benieuwd hoe hij de aankomende bergen zal verteren. Vandaag is het zijn eerste test en ik hoop van ganser harte dat de ouwe leeuw al die jonge wolven op zijn minst kan bijhouden, liever nog: dat hij ze zou voorafgaan. Als toonbeeld van sportieve motivatie zou dat niet min zijn. Dat Eddy Merckx de kerel in zijn hart draagt is dan ook niet verwonderlijk. Nog achttien dagen te gaan vooraleer de Champs Elysees opgedraaid worden naar de finale. Duimen doe ik voor de ouwe man uit sympathie voor de doorzetting van de Amerikaan.
Ik zal dan ook voor de buis zitten als de bergen er aan komen en supporteren voor Lance, ter meerdere eer en glorie van oudere mannen die van geen opgeven weten en onmogelijk niet in hun woordenboek vinden noch schrijven.
Vive le vélo, leve het circus: de clown vond ik altijd de leukste van de bende en voor mij mag dat nu Armstrong zijn. Kom aan Lance, laat ze een poepje ruiken!
De Boskapel van Imde - Wolvertem - laatste deur op een kier: derde zondag van juli
De Boskapel van Imde Wolvertem
Het verhaal gaat
Een stukje overlevering of de echte geschiedenis?
De geschiedenis van en voor mensen komt tot ons door heel wat nog bestaand onroerend en roerend erfgoed uit ver vervlogen tijdperken, maar ook door geschreven teksten of door het voortvertellen van generatie tot generatie. De neergeschreven teksten zijn vaak ook het gevolg van mondelinge overlevering en worden dus opgesmukt door de pittige details van elke verteller. Aan dit hele proces worden soms nog sterkere emotionele en religieuze duidingen toegevoegd, veel meer dan enkel strikt historische feiten. Zo geschiedde waarschijnlijk ook met alles wat er nu te verhalen valt over de Boskapel van Imde - Wolvertem.
Eerst een beetje aardrijkskunde .
Wolvertem maakt deel uit van de provincie Vlaams-Brabant en ligt in de noordwestelijke deel van de Groene Gordel rond Brussel. Deze gemeente ligt op de grens van het Brabantse leemplateau en de meer noordelijke zandvlakte en maakt zo deel uit van het toeristisch zeer merkwaardige gebied van de Brabantse kouters
Een kouter is een begrip uit de Galloromeinse periode of uit de vroege Middeleeuwen. Het verwijst naar een gebied waar intensief aan akkerbouw gedaan wordt. Ook nog heden ten dage zijn de land- en tuinbouwbedrijven in deze groene long ten noorden van Brussel zeker niet te onderschatten.
Wolvertem, als kantonhoofdplaats, ligt in een vallei tussen de Maalbeek in Grimbergen en de Grote Molenbeek in Merchtem. Het dorp ontwikkelde zich rond de kleine Molenbeek die vloeit van zuid naar noord naar de Rupel en naar de Schelde. De dorpskern ontwikkelde zich op het kruispunt van twee hoofdwegen: Vilvoorde Aalst en Asse -Mechelen. Later ontstonden er vele kleinere woonkernen, die stilaan uitgroeiden tot wijken met een eigen naam en een eigen parochiekerk. Een van deze kernen is Imde, het meest centrale gehucht dat deel uitmaakt van een veel groter domaniaal gebied. Het landschap wordt er gekenmerkt door velden, weiden, hoge rijen populieren en kleinere loofbossen.
De geschiedenis van Imde in een notendop .
De eigenlijke cartografie ontstaat pas in de 18e eeuw en voor deze tijd bestaan er dus niet echt nauwkeurige plannen van de domeinen van en rond Wolvertem. Zeker is alleszins dat in de 8ste eeuw de verschillende woonkernen rond Wolvertem al een eigen naam en een eigen bidplaats hadden. In oudere geschriften van 1145 wordt de parochie Imde al vermeld als Immechia. In een register van het leenhof in 1440 vinden we een opsomming van de heerlijkheden van het Brussels kwartier. Hierin staat een verklaring van Rogier van Petersheim die schrijft: de heerlijkheid Imde verworven te hebben van Filips de Goede. Beatrijs van Petersheim huwde met Richard de Merode, vooraanstaand lid van een van de machtigste families van België.
We maken nu een fikse sprong tot in de 16e eeuw. De koning van Spanje, Filips II, gedreven door geldnood, draagt de heerlijkheden van Wolvertem en Meuzegem over aan de heren van Imde. Hendrik de Merode, zoon van Richard, wordt de nieuwe eigenaar van de drie verenigde heerlijkheden. In 1695 wordt Imde door Filips IV verheven tot baronie. Op dat ogenblik werd het domein eigendom van de familie Verreycken. De laatste telg van deze familie, Anna-Louise, barones van Imde, huwt met Karel Lodewijk Antoon dAlsace, graaf van Boussu, prins van Chimay en van het heilige Keizerrijk, tevens ridder van het Gulden Vlies. Dit in 1673 voltrokken huwelijk wordt met heel wat kinderen gezegend. Hun tweede zoon, Thomas Filips, wordt in 1716 tot Aartsbisschop van Mechelen benoemd en in 1719 tot kardinaal verheven. De eerste kardinaal van Wolvertem.
Op 18 januari 1700 komt Imde in handen van Prins Eugeen Alexander van Turn und Tassis. Het is een hele omwenteling voor de geschiedenis van Wolvertem en Imde. We gaan nu immers de laatste periode in van het bestaan van de baronie Imde en de heerlijkheid van Wolvertem. Deze adellijke familie, bekleed met de erfelijke titel van Grootmeester van de Posterijen van het keizerrijk en van de Nederlanden, blijft in Imde wonen tot aan de Franse revolutie. Na de val van het Ancien Regime verkoopt deze familie al haar bezittingen in de Nederlanden en ze verlaat deze streek om zich te gaan vestigen in Regensburg aan de boorden van de Donau. Thans woont daar nog prinses Gloria, de echtgenote van prins Johannes van Turn und Tassis (+ 1990). De eigendommen van de familie van Turn und Tassis werden verdeeld over verschillende rijke families waaronder de geslachten Pangaert en t Kint. Dit laatste geslacht levert trouwens 4 burgemeesters van Wolvertem.
Overal waar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men Maria als Moeder tegen .
Waarschijnlijk is er nergens een land waar zoveel aandacht geschonken wordt aan de figuur van Maria. Komt dit door de vrome volksaard van de Vlaming of is het omdat Vlamingen zo dikwijls slachtoffer werden van vreemde bezetters en ze daarom soelaas zochten onder de voortdurende bescherming van de Moeder Gods?
Als God zelf om hulp vragen misschien niet altijd antwoord kreeg, dan was het wellicht eenvoudiger om zich te richten tot Moeder Maria. Is zij niet het best geplaatst om de zorgen en het verdriet te begrijpen van elke kleine mens? Zijzelf moest immers tijdens haar leven ook door moeilijke tijden en moest zelfs haar zoon loslaten om hem tenslotte te zien sterven aan het kruis. Denk hier maar terug aan de Zeven Smarten van Moeder Maria!
Vele kapellen, van alle afmetingen en stijlen, sieren de Vlaamse wegen en zijn meestal aan Maria toegewijd. Het zijn doorgaans devotiekapellen, gebouwd als dank voor een bekomen gunst of omwille van een gedane belofte. Niet zelden worden ze tot een bedevaartsoord waar men samenkomt om te bidden en te zingen, om een gunst te bekomen, om een genezing af te smeken of om te danken. Zo ontstond er een uitgebreid repertoire van Marialiederen, gezongen tijdens de liturgische vieringen en de daaraan verbonden Mariaprocessies.
Heel vaak treft men deze gebedsruimtes op kruispunten of langs belangrijke wegen, maar ook aan de rand van een bos. Iedere kapel heeft zo zijn eigen geschiedenis: in het verleden, nu en hopelijk ook nog in de toekomst. Waar mensen geconfronteerd worden met talrijke vragen, wensen en verzuchtingen, hebben ze nood aan een plaats van rust en bezinning en allicht ook aan gebed. Waar kan dat beter dan in de schaduw van het beeld van Maria, de beschermvrouw en moeder van alle stervelingen?
Keren we nu eerst even terug naar de 17de eeuw .en naar dat kleine gehucht met de Boskapel in Imde .
Het domaniale gebied van Wolvertem en Imde telde heel wat bossen en werd ook doorkruist door kleine waterlopen en allerlei wegen die langsheen akkers en weilanden liepen naar andere gehuchten en dorpen. De bevoorrading in voedsel was in niets te vergelijken met het aanbod van vandaag en de leefomstandigheden van de modale Vlaming waren zeker niet van dien aard dat er elke dag kon aangeschoven worden aan een rijk gevulde tafel. De waterlopen zijn nog niet vervuild en ze bevatten vis en ook wat andere eetbare zaken, zoals o.a. waterkers enz. Mensen van die tijd stonden dichter bij de natuur dan nu en de bossen voorzagen hen dan ook van eetbare bessen en planten zoals paddenstoelen en tal van geneeskrachtige kruiden. Ook het aanwezige wild uit een strop was al of niet met toelating van de eigenaar een welgekomen aanvulling van hun armzalig dieet. Zo moet het ook gegaan zijn met het bos van Imde dat in die tijd Hoogeusel genoemd werd en toebehoorde aan de baron van Imde: Karel Verreycken.
Een gekwetste jager genas er op een onverklaarbare manier of gebeurde er iets wonderlijks waarvoor men toen nog geen redelijke uitleg vond? Wat er juist geschiedde is en blijft ogenschijnlijk een raadsel omdat het van generatie op generatie werd doorverteld, maar .
Het verhaal gaat .
Rond 1658 hebben onbekende vrome lieden een Lieve-Vrouwbeeldje aan een oude eik in het bos opgehangen. Diezelfde mensen kwamen er meermaals bidden en hun voorbeeld heeft vele navolgers gevonden, die steeds talrijker werden.
Men moet weten dat de tweede helft van de 17de eeuw gekenmerkt werd door heel wat onheil. In deze ongelukseeuw woedden er niet alleen vele oorlogen, maar woekerden er ook ziekten zoals cholera en pest die vele slachtoffers tussen de plaatselijke bevolking veroorzaakten. De angst, de zorgen en het verdriet brachten die mensen dan ook dichter bij God, op wie ze hun volle vertrouwen stelden en ze blijven ook de voorspraak afsmeken van Maria, de Moeder van Jezus en daarom de Moeder Gods en ook 'ons aller Moeder genoemd'.
Nog maar korte tijd hing dit beeldje aan de eik of daar gebeurden ongewone dingen: ·s nachts meenden de mensen die er kwamen bidden een helder licht tussen de bomen te zien.
Rond 1682 bereikte deze Mariadevotie een van haar hoogtepunten, want: hoe meer volk er op deze bidplaats samenkwam, des te meer toonde de Moeder Gods haar goedhartigheid aan zieken en bedrukten. Op bepaalde dagen werden er meer dan 8.000 pelgrims geteld die met het vervoer van die tijd ter plaatse waren gekomen om er troost en bescherming te zoeken. Er zijn geen geschreven getuigenissen van wonderbaarlijke genezingen of andere mirakels door de kerk erkend; maar al wat rond dat kleine Mariabeeld gebeurde of mondeling werd doorverteld, moet alleszins een grote indruk gemaakt hebben op die gelovige, eenvoudige en vrome bevolking. De enige geschreven vermelding vinden we terug in een verzoekschrift van de prinses van Chimay uit 1698 waarin ze schrijft: vele menschen zijn er van diversche qualen ende siekten geholpen
Dan verschijnt de nieuwe pastoor De Munck van Wolvertem-centrum .
Pastoor De Munck is zelf een fervente vereerder van Moeder Maria en ook een bevoorrecht getuige van de groeiende devotie rond het Mariabeeldje aan de eik. Hij heeft in de loop der tijden heel wat opgeschreven en bewaard in zijn archieven, maar de tand des tijds heeft ze erg aangetast en daarom was het dringend nodig ze opnieuw over te schrijven, zoals toen vaker gebruikelijk was. Enkele passages zijn echter verloren gegaan, maar zijn notities geven toch een heel goed overzicht van de verschillende gebeurtenissen. Wat onthouden we vooral?
De nieuwe pastoor wil het beeldje voortaan in een houten kapel plaatsen zodat het beter beschermd wordt en ook meer tot zijn recht komt. Maar de bedevaarders wilden meer. Ze brachten geld en bouwmaterialen aan om er een vaste kapel mee te bouwen ter ere van Onze-Lieve-Vrouw. Onder druk van de bevolking restte de pastoor niets anders dan aan de toenmalige aartsbisschop van Mechelen de toelating te vragen om een stenen kapel te mogen bouwen. De kerkvorst, A. Precipiano, verleende die dan ook na grondig onderzoek en kwam er zelfs ter plaatse bidden. In mei 1695 plaatste hij de kapel onder de aanroeping Behoudenis der Kranken en zo kreeg de Boskapel de naam die ze nu nog altijd draagt.
Een maand later begonnen de bouwwerken en de eerste steen werd gelegd op 18 juni 1695 door Anna-Louise, barones van Imde en prinses van Chimay. Onder de vele genodigden bevond zich tevens de prinses de Vaudemont die een prachtig kleedje schonk om het Maria-beeldje te versieren. Van dan af verzorgt de pastoor er de mis elke zaterdag en op de feestdagen ter ere van Maria. De volksverering neemt gestadig toe en op 25 maart 1699 schatte men de aanwezige bedevaarders op zo maar eventjes 10.000!
Deze groeiende verering zet pastoor Van Santvoort, die ondertussen pastoor De Munck was opgevolgd, ertoe aan om de kapel te vergroten. Deze beslissing in 1704 genomen, werd al het jaar nadien in de praktijk omgezet door het opzetten van een steenoven van 90.000 stenen van elk 24 cm. De Spaanse stenen voor dit nieuwe gebouw werden immers ter plaatse gebakken. Het nieuwere deel werd tegen het eerste aangebouwd, zoals men nu nog kan zien. De oudste kapel doet nu dienst als sacristie en het nieuwe deel vormt de huidige gebedsruimte.
En dan de prins van Turn und Tassis .
De baronie van Imde was ondertussen eigendom van de prins van Turn und Tassis en deze beslist op gulle wijze tussenbeide te komen in de kosten voor de nieuwbouw. Als dank voor zijn mecenaat wordt boven de ingang het familiewapen van de prins gebeiteld en links en rechts voorzien van stenen panelen met deze tekst:
CE VERTUEUX PRINCENOTRE ILLUSTRE PATRON AMPLIFIE CETTE P(I)EUSEET SAINCTE FONDATION
DEZE EERBARE PRINS ONZE DOORLUCHTIGE BESCHERMHEER
VERGROOT DIT VROME EN HEILIGE GEBOUW.
Door de jaren heen blijft de Boskapel een drukbezochte plaats .
Door de eeuwen heen blijft de Boskapel nog altijd een drukbezochte plaats .
Toen de kapel voltooid was werden er iedere zondag en op de belangrijke feestdagen ter ere van Maria, heel wat erediensten gehouden. De mooie versieringen getuigen hier nu nog van. De kapel bezit een hoofd- en twee zijaltaren, een communiebank, een kruisweg, een biechtstoel, een preekstoel, een orgel, een klok en een uurwerk.
In die tijd ging ook op de zondag na het feest van 2 juli ter ere van Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking de processie uit. In Wolvertem is bekend dat deze processie altijd uitging en nog nooit te lijden had van slecht weer.
Vermeldenswaard is ook de viering van het derde eeuwfeest op 6 juli 1958 dat opgeluisterd werd met een mis, opgedragen door Monseigneur Schoenmaeckers, de toenmalige hulpbisschop van het aartsbisdom Mechelen-Brussel. In dat zelfde jubileumjaar had er op 13 juli ook een grote ziekendag plaats met een eucharistieviering opgedragen door prelaat De Winde van de Abdij van Grimbergen.
Kardinaal Danneels kwam in hoogsteigen persoon in 1983 zelf de plechtige Ziekenmis opdragen op de eerste zondag van juli.
In 2008 vierde de hele gelovige gemeenschap van de federatie Wolvertem en grote omgeving het driehonderdvijftig-jarig bestaan van de boskapel behoudenis der kranken.
Van 22 tot 25 mei liep er een beeldententoonstelling met als thema Moeder en kind van de beeldhouwer Wilfried Jacops uit Lebbeke.
Op vrijdag 23 mei was er een Barokconcert met twee hobos, een fagot en een klavecimbel.
Zondag 25 mei was een bijzondere dag: om 10 uur startte een eucharistieviering met ziekenzalving die uitgezonden werd via TV-EEN. Voor die gelegenheid werd niet alleen de binnenkant van de kapel voorlopig herschilderd, maar bovendien werd ook nog eens het mooie zand- en bloementapijt gelegd zoals dat de gewoonte was op iedere eerste zondag van juli. Voor de prijs van 7 euro kan nog altijd een dvd besteld worden met deze uitzonderlijk prachtige en aangrijpende eucharistieviering. Het volstaat uw naam en adres op te geven aan de parochiepriester, E.H. Jan Lagae, Oppemstraat 10,1861 Wolvertem (Tel. 02/269.10.82) of deze gegevens te mailen naar jan.lag@telenet.be .Verzendkosten worden aangerekend.
Naar jaarlijkse gewoonte, sinds de groeiende devotie aan de Boskapel, ging op zondag 6 juli de plechtige openluchteucharistie door met zieken en gezonde mensen, gevolgd door een PROCESSIE door de dreven rond de Boskapel.
Eveneens was er toen voor de dertigste keer een plechtige eucharistieviering in openlucht voorgegaan door de Abt van Grimbergen en ingericht door de Landelijke Raad van Meise-Wolvertem.
Iedere woensdagavond in de maanden mei en september is er om 19 uur een eucharistieviering waarop iedereen is uitgenodigd. In juni, juli en augustus beginnen deze vieringen echter om 20 uur. Op de laatste woensdag van de maand augustus is er om 19 uur 30 een eucharistieviering met kaarskensprocessie doorheen de dreven rond de Boskapel.
Iedere zondag is de Boskapel geopend voor de bezoekers op zoek naar troost en steun. Sinds 2008 is buiten tevens een oud bushokje ingericht als rust-, gebeds- en bezinningsplaats. De Boskapel opent s zondags haar deuren om 10 uur en sluit die weer rond 17 uur.
Bezienswaardigheden .
Door de eeuwen heen hebben de adellijke families van Imde en omstreken de Boskapel Behoudenis der Kranken een warm hart toegedragen en hebben ze deze getooid met mooi meubilair en kerkbenodigdheden. Meestal door normale slijtage maar ook door verschillende diefstallen is er al heel wat waardevols verdwenen; toch kan de kapel nog enkele voorwerpen tentoonstellen die eenieders belangstelling en bewondering vereisen:
In de sacristie staat een 18de eeuwse brandkoffer uit eik en ijzer en de fijne zoldering dateert van rond 1700 en is versierd met rococomotieven;
Het oudste Lieve-Vrouwbeeldje van slechts 25 cm was houtsnijwerk uit de 17de eeuw. Boktoraantasting en diefstal maakten de vervanging noodzakelijk door een hedendaagse creatie, ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van de Boskapel, gekapt uit hout van de neergebliksemde eik in het bos links naast de kapel;
Boven het altaar bevindt zich een houten beeldhouwwerk, dat de eik voorstelt met het allereerste kapelletje. Achter dit altaar zien we een merkwaardige gepolychromeerde houten drapering, versierd met engeltjes. Zeven schilderijtjes stellen de zeven smarten van Maria voor en dateren eveneens uit de 18de eeuw.
Het zijaltaar links is in Louis XV stijl en toont een doek dat de heilige Joannes Nepomucenus voorstelt. Het rechtse zijaltaar, eveneens in Louis XV stijl, stelt de heilige Jozef voor. In het koor vinden we links en rechts twee driehoekige muurplaten met ex votos uit de 18de en 19de eeuw afkomstig van bedevaarders. De meest waardevolle in zilver werden echter gestolen.
Vooraan zien we de mooie eiken communiebank, waarschijnlijk ook uit de 18de eeuw.
De mooie eiken preekstoel stamt eveneens uit de 18de eeuw. Hij is vastgehecht aan de rechtse zijmuur. De aanwezigen moesten zich toen omdraaien om de priester te kunnen zien. De grootte van de kapel liet niet toe de preekstoel op een centrale plaats neer te zetten, zo werd dit een zeer praktische oplossing.
Het 18de eeuwse torenuurwerk is spijtig genoeg buiten gebruik, hoewel het volgens kenners nog vrij gemakkelijk te herstellen zou zijn. Het vinden van een bekwaam vakman is niet zo eenvoudig en vooral de vermoedelijke kostprijs schrikt af.
Op het doksaal vinden we een van de zeldzame positieforgels in Louis XV stijl, dat heden ten dage nog bespeeld wordt. Waarschijnlijk gaat het hier om een oorspronkelijk, tegen een kasteelmuur geplaatst huisorgel dat, voor het hergebruik in de kapel, vooraan voorzien werd van een paneel met sierpijpen. Alhoewel nog bespeelbaar, is het dringend aan restauratie toe, maar de gevraagde prijzen zijn schrikwekkend, zodat de werkzaamheden aan het orgel voorlopig nog uitgesteld worden. Zelfs de handbediende blaasbalgen zijn nog aanwezig, maar de windaandrijving gebeurt nu met een elektrische blaasinstallatie.
De tand des tijds noodzaakt een grondige restauratie .
Het hele bouwwerk heeft al heel wat geleden onder de eeuwenlange typische Vlaamse weersomstandigheden en een vroegere deels verkeerd uitgevoerde restauratie van de voegen is er mede oorzaak van dat de bakstenen extreem veel geleden hebben en nu dringend moeten vervangen worden.
Ook de witte natuursteen vergt een nauwgezette restauratie. De dakdichting dient helemaal terug in orde gebracht en hierbij moet al het koper en het bladlood vervangen.
Niet alleen moeten ook alle muren droog getrokken worden, maar nadien dient ook de binnenbepleistering opnieuw geschilderd met een speciale vochtdoorlatende verf.
De binnenverankering van de absis moet verstevigd en ook de vloer en de verlichting moeten vernieuwd worden, evenals de verwarming.
Alle houtwerk moet dan speciaal behandeld en opnieuw geschilderd volgens de oorspronkelijke ontwerpen. De genummerde etiketjes die u hier en daar ziet op geschilderde voorwerpen, zijn de sporen van een doorgedreven interieur- en verfstudie.
Het glas in lood van de ramen dateert ook uit de 18de eeuw en zal in zijn oorspronkelijke staat hersteld worden, terwijl tegelijk naar een degelijk compromis moet gezocht worden om - met de modernste technieken - de isolatiewaarde ervan op te tillen naar de hedendaagse normen.
De voorafgaande studie nam heel wat tijd in beslag omdat de gehele kapel een beschermd monument is. Al de kunsthistorische elementen moeten maximaal behouden blijven het restauratiedossier is nu eindelijk klaar en de nodige subsidies zijn ingeschreven. Naar alle waarschijnlijkheid starten de werken op het eind van volgend jaar. Een belangrijk deel van de kosten worden gedragen via subsidies toegekend door de Vlaamse overheid; en dankzij de financiële tussenkomst van de gemeente Meise kan de kerkfabriek ietwat rustiger ademhalen. Toch is en blijft dit alles een zware kost waarbij de kerkfabriek voor een stevig stuk blijft rekenen op de milde giften van gulle sponsors.
Iedere gift is welkom en ook u kan ons project steunen door uw geldelijke steun. Dit kan op drie manieren:
1)een storting van minstens 30 euro op rekening nummer 000-0000004-04 van de Koning Boudewijnstichting te Brussel, met vermelding van L82179 Boskapel Imde-Wolvertem; waarbij u het jaar nadien een fiscaal attest ontvangt
2)ofwel rechtstreeks op rekening nr. 744-0209249-13 van Restauratie Boskapel Imde-Wolvertem. U ontvangt dan geen fiscaal attest;
3)of nog door een anonieme gift via de brievenbus van federatiepastoor E.H. Jan Lagae, Oppemstraat 10 te 1861 Wolvertem (Tel. 02/269.10.82 mail: jan.lag@telenet.be ).
Onze dank .
gaat uit naar u die op een vrije namiddag uw tijd doorbracht met een bezoek aan onze Boskapel Maria, Behoudenis der Kranken. Wij hopen van ganser harte dat u met grote bewondering hebt gekeken naar dit eeuwenoude gebouw dat voor zoveel mensen troost en bemoediging betekent. Misschien hebt u zelf de kans aangegrepen om in stil gebed tot rust te komen en te bezinnen al of niet met de hulp van Maria, de Moeder der moeders. Deze kapel is niet alleen een stenen gebouw, maar is samen met de hele omgeving een stille getuige hoe het christelijk geloof mensen terug op weg kan zetten. In de stilte van uw hart, in het ruisen van de bladeren, in de contacten met uw medebezoekers, hebt u dit misschien zopas aangevoeld. Moge uw bezoek hier voor uzelf een bemoediging zijn om weer met volle kracht verder te gaan op uw levensweg. Indien u hier troost en rust gevonden hebt en die hier regelmatig wil terugvinden, dan bent u altijd van harte welkom op onze vieringen of tijdens de zondagse opendeur. Het ga u goed, pelgrim en toevallige bezoeker.
De kerkfabrieken, de parochieraden en de federatiepastoor heten u van harte welkom op deze merkwaardige pleisterplaatsen. Dank vooral aan ons gemeentebestuur van Meise en hun dienst Cultuur, maar vooral ook aan de diensten van Cultuur en Toerisme van de provincie Vlaams-Brabant voor alle hulp.
Informatiebronnen .
1.Geschiedenis van Wolvertem J. Lefevre, L. Verhasselt, J. tKint 831 p.
2.Geschiedenis van Wolvertem van Kerremans
3.Internet seniorennet- erfgoed Meise door J. De Cuyper
4.Internet Wikipedia, de vrije encyclopedie
5. 04-07-2009 om 02:26
geschreven door spitfireleo
Straks nemen familie, vrienden en fans definitief afscheid van Yasmine in dit aardse leven. Wie een beetje haar geschiedenis volgde, kon mee kon mee genieten van haar evolutie van een speelse meid naar een mooie, jonge, dynamische vrouw op zoek naar het lied van haar leven. Het speelse, populaire genre maakte met de tijd ruimte en plaats vrij voor het meer ernstige chanson en de laatste tijd zelfs voor diep doordachte van poëzie doordesemde teksten. Haar liederen waren niet vrijblijvend meer, maar eerder een spiegel van haar gemoed.
Al was er hier in dit landje geen commerciële markt voor, toch kon ze mensen boeien en naar de zalen trekken om er te luisteren naar haar performance. Want dat was het telkens weer: een performance van het luisterlied waar hart en ziel in gelegd werden.
Straks is het dus zo ver. Mooie teksten en meelevende familie, vrienden en collegas zullen de ceremonie een extra cachet geven en velen zullen bij het buitengaan zeggen dat ze het mooi vonden. Maar mooi zal het allerminst zijn, we nemen immers afscheid van een mens die verkoos aan het leven een einde te maken omdat ze voelde dat de liefde haar in de steek liet en ze dit niet aankon.
Ons verstand, de rationele mogelijkheid om over dingen na te denken en een richting te geven aan ons leven, onderscheidt ons van de dieren. Je zou dus verwachten dat een mens Yasmine in dit geval in tijd van moeilijkheden de koers kan verleggen om een aanvaring te vermijden. Helaas, is niet iedereen hiertegen gewapend en geraakt de boot op drift. Geen psycholoog, geen psychiater kan hieraan een zinnige uitleg geven, want de menselijke geest blijft een geheimzinnig element waarvan niemand de diepste roerselen kent. Hoe wordt emotie losgemaakt? Waarom is liefde bij de ene mens heel normaal, maar bij de ander dan weer zo destructief? Waarom kan de ene persoon zich gemakkelijk herstellen van een liefdesbreuk en waarom zal de ander dan weer kiezen voor een ultieme vlucht vooruit? Buiten het feit dat men de elektrische stromenlijn in de menselijke geest tegenwoordig kan vaststellen en zelfs meten, blijft de boodschap die meegedragen wordt een zorgvuldig toegedekt geheim. Geen onderzoeker, geen machine, geen enigma, is in staat de code te breken van het menselijk denken. Gedragspatronen onderscheiden lukt nog juist, maar de fijne oorzaak er van vinden, lijkt vooralsnog onbegonnen werk. Eeuwen wetenschap en filosofie zijn er nog niet in geslaagd om het doemdenken te verslaan.
Straks is het dus zover..Yasmine we zullen tot het besef komen dat je liefde zo grenzeloos diep was, dat je geen oplossing vond om de breuk te verwerken, laat staan te helen. We zullen tot het besef komen dat we je jongensachtige lach zullen moeten missen, dat we je stem nog alleen zullen horen van op een kunstmatige drager, maar dat je levende menselijke warmte daarachter ontbreekt. Diep in mij zal ik je woorden meedragen:
Zo onbereikbaar, zo veraf Zo oninneembaar, ver van mij Leef jij jouw leven Ik voel je hart, klopt diep in mij
Al gaat mijn leven verderen zal ik niet iedere dag meer aan je denken, toch: Diep in mij ben ik betoverd Diep in mij door jou veroverd Doe jij me dromen, maak jij me vrij Kom voel het bloed sneller stromen in mij
Je droom kon je niet waarmaken doordat de liefde je even vergeten was, toen je zong: Ik wil beminnen, heel dichtbij Jouw warmte willen, aan m'n zij Wie houdt ons tegen Want voel jouw hart, klopt diep in mij en dit dus allemaal even achterwege bleef. Je moedeloos aan je lot overliet.
Toen velen plompverloren liepen in je wondermooie ogen maar geen woorden vonden, zong jij je liefde uit over de wereld die mocht weten hoe jij je voelde: Diep in mij ben ik betoverd Diep in mij door jou veroverd Doe jij me dromen, maak jij me vrij Kom voel het bloed sneller stromen in mij Diep in mij, diep in mij Het was een van je mooie levensliederen, Yasmine, een getuigenis van een wondermooie, diepe liefde zoals je die zelden nog tegenkomt, maar dan weer zo typisch voor wat je karakter was: als je voor iets ging, dan ging je helemaal en diep.
Hoe diep het allemaal in je hart gegrift stond, kon niemand bevatten, maar dieper dan diep zal het geweest zijn. Zo diep dat je geen mogelijkheid meer zag om naar boven te komen. Zo diep dat je verkoos mee ten onder te gaan, liever dan het risico te lopen voor altijd gekneusd te moeten verder leven.
Liefde kan mooi zijn, maar soms vreet ze net als bij een revolutie haar eigen kinderen op. Spijtig dat je geen andere weg meer vond of het juiste kompas moest missen, want om het met je eigen woorden te parafraseren:
Diep had je sommigen in jou betoverd, diep in hun hart had je velen veroverd. Velen deed je dromen en maakte je vrij. Bij menigeen deed je het bloed sneller stromen
Diep in hen, heel diep in hen.
We zullen ons moeten tevreden stellen met de herinnering, met nu en dan je stem vanuit een kunstmatige drager, van op het scherm je twinkelende ogen en je eeuwige glimlach moeten bewonderen. Diep in ons zullen we het koesteren en wanneer het nog eens boven komt met genegenheid terugdenken aan de mooie momenten die je wilde delen met zovelen.
Sinds half januari is het ten huize spitfire nogal hectisch geweest. Een beetje multitasking van hier en een multitasking van daar zodat de dagen voorbijvlogen tegen supersonische snelheid. De zorg voor de laatste tante en haar echtgenoot hier in Belgenland zijn er nu eveneens bijgekomen en hebben een onverwachte belasting teweeg gebracht. Niet dat ik het niet graag doe want het zijn best goede en lieve mensen, maar soms voelt het als een loden gewicht dat aan je benen bungelt en heel wat van je kwiekheid begrenst.
Soms denk ik dan wel eens: laat me er even uitstappen uit die agenda en dan denk ik daarbij aan het lied van Gunther Neefs dat het heeft over dit vermaledijde stuk tijdsnotatie. Maar dan komt de zorg om onze hond weer boven. Het is een Mechelaar met een formidabele trouwe aanhankelijkheid die nu op 14 juli aanstaande de Franse nationale feestdag 12 jaar zal worden, hetgeen in mensentaal zo wat overeenkomt met 100 jaar! Het ging hem tamelijk goed tot over een maand of twee terug, dan is precies voor hem ook alles in een stroomversnelling terechtgekomen. Alles begon met problemen bij het traplopen. Een spuitje kon de pijn van een mogelijke reuma of ander ongemak aan heup of ruggengraat nog verhelpen, maar nu treedt sterke vermagering op, verlies van eetlust en soms moeilijke verplaatsingen. Een oude pei, zouden ze in Brussel zeggen. Wat zijn eetlust betreft, lijkt me die alsmaar selectiever te worden. Daar waar voorheen droge korrels met veel vers water zijn standaard menu uitmaakten, bedankt hij tegenwoordig feestelijk voor de korrels die hij zeer mondjesmaat naar binnen kraakt, maar focust zijn aandacht vooral op wat op tafel bij vrouwtje en baasje verschijnt. Er zijn twee mogelijke vormen van aandachtvragen die hij hierbij gebruikt: ofwel legt hij zich neer naast mij en blijft me met van die smekende ogen bekijken (krijg ik nou nog iets, mededogenloze baas?), ofwel legt hij zijn kop op mijn knie en voel ik die binnen de kortste keren doornat worden van de zever die uit zijn bakkes loopt. Aangenaam warm in den beginne, wordt dit later evenwel een koude plek waar soms een haardroger de enige oplossing brengen kan.
Ik troost me met de gedachte dat hij niet lijdt en dat ik bijgevolg geen stappen moet ondernemen om het dier uit zijn aardse leven te verlossen. Nog niet, want vroeg of laat komt dit ogenblijk toch weer wel, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik daar tegen op zie. Mensen die nooit dieren in huis hebben gehad, bevatten dit nauwelijks, dat je zo een kan worden met wat zij doorgaans noemen een beest. Misschien lijkt het voor sommigen raar, maar mijn Rakker is gedurende 12 jaar mijn compagnon de route geweest voor vele dingen. Hij was de enige die me altijd zonder uitzondering altijd met liefde en vreugde tegemoet kwam als ik weer eens na een lange dienst doodop naar huis kwam. Heel de wereld mocht zich tegen mij keren, hij niet! Hij heeft mij maar de andere gezinsleden vaak gelukkig gemaakt door zijn zotte attenties en waakzame trouw en ik hoop maar dat we hem dat voldoende hebben kunnen teruggeven.
Ik zie er echt tegen op om hem te moeten missen. En het lost mijn vermoeidheid een beetje op zodat ik me nu voorneem om hem nog eens flink onder handen te nemen, hem te strelen achter zijn oren zodat ik zijn kop weer mag voelen drukken tegen mijn benen als om te zeggen: oké, daar is goed of om zijn poot te voelen, die mijn hand naar zijn borst duwt als om te zeggen: baasje vergeet mijnborst en mijn buik toch ook niet! Onze verschillende taal is op die ogenblikken geen obstakel, we verstaan mekaar zonder woorden, mens en dier, dier en mens. Is dat geen mooie conclusie om voor het slapen gaan eens in eigen hart te kijken (cfr. Alice Nahon).
Dag lezer, het ga je goed de volgende dagen en nachten. En als je met verlof vertrekt, geniet er van.
Ik zal nu even vakantie en verlof uitstellen tot mijn lieve vriend de geest gelaten heeft of weer beter wordt, maar zonder spijt zal ik bij hem blijven omdat onze band nu eenmaal zo sterk is, maar ook omdat trouw van twee kanten komen moet en de zijne altijd voorbeeldig is geweest.
De directrice van het Atheneum in Antwerpen heeft het aangedurfd om voor volgend schooljaar het dragen van de hoofddoek te verbieden in haar school! Schande daalt over de school en over de stad neer, want dat doe je niet. Het laat ons toe om geen respect voor mevrouw de directrice te betonen, we onderbreken haar dus geregeld tijdens haar motiverende toespraak, dreigen met ons uit te schrijven uit de school en organiseren tevens opmerkelijk vlug een manifestatie waarbij we de gezegende hulp krijgen van onze Iman. Alle tegenstanders van het dragen van het hoofddoek worden dus met de vinger gewezen en lekker gestigmatiseerd. Lijkt toch allemaal logisch, zeker.
Alle gekheid op een stokje: de polemiek van het hoofddoek, de boerka en andere vestimentaire geplogenheden bij de moslimmeisjes vormen nu al een hele tijd en op veel plaatsen de aanleiding tot hevige discussies en ongeregeldheden. Het wordt dus hoog tijd dat men hierover een degelijk maatschappelijk debat houdt en dat mag m.i. gerust op Europees vlak gebeuren.
Onze westerse maatschappij heeft zich in lange vormingsgeschiedenis stilletjes de fundamenten gelegd van een maatschappij waarbij een zekere vorm van persoonlijke vrijheid wordt aangewend en het religieuze leven meer en meer losgemaakt wordt van de individuele en sociale gedragingen. Godsdiensten zijn dan ook meer verworden tot raadgevende eerder dan dwingende leefregels. Godsdienst is een individuele vrijheid die eenieder vrij staat aan te kleven en te beleven volgens zijn eigen geweten voor zover er respect betoond wordt voor de ander. Het begrip vrijheid dat de Franse revolutie hoog in haar vaandel droeg, heeft in de loop der tijden zijn eigen weg gevolgd en zijn eigen invulling gekregen. De politieke leiders, die een regulerende macht zouden moeten zijn om een goed functionerende maatschappij te waarborgen, hebben de opdracht de waarden van het individu ten opzichte van het andere individu en ook ten opzichte van de maatschappij te definiëren en te doen naleven. Op deze wijze krijgt iedereen de mogelijkheid zijn eigen gaven te ontplooien zonder schade toe te brengen aan iets of iemand. De optimale toestand is zeker nog niet bereikt, maar er wordt toch aan gewerkt, al is het met vallen en opstaan, met schande en met scha.
Dat godsdienstige regels nu de bovenhand krijgen op de civiele leefregels, draait de klok terug naar het verleden. Het geeft bepaalde individuen veel macht over anderen en dit op een onaanvaardbare wijze. Natuurlijk is dat gelinkt aan de cultuur en natuurlijk zal het een werk van lange adem zijn om mekaar in alle sereniteit tegemoet te komen.
Dat meisjes niet gedwongen worden om het hoofddoek te dragen, zal in sommige gezinnen wel een feit zijn, maar het is denkbaar dat in de meeste gevallen juist het tegenovergestelde het geval is. De moslimwereld is een mannenbastion bij uitstek. De mannen vormen de macht, de mannen leggen de regels op. Zolang dit het geval blijft, zullen de meisjes slachtoffer blijven van de dwangregels die hen door hun mannelijke tegenhangers worden opgelegd. Meisjes die nu verklaren geen dwang te ondervinden en het hoofddoek dragen uit vrije keuze, hebben waarschijnlijk een vorm van psychologisch gelijk. Als je in dergelijke cultuur opgroeit en van kleins af aan er op gewezen wordt dat het hoofddoek nu eens fatsoenlijk op je hoofd moet vastgemaakt worden, dan is met ter tijd dit in wezen een routine geworden die op dat moment niet meer ervaren wordt als een verplichting. Deze ligt immers in de indoctrinatie vanaf de prilste leeftijd. Meisjes die dit begrijpen en het hoofddoek niet meer willen dragen hebben geluk wanneer ze in een gezin leven waar vader en de andere mannen weinig of geen verzet hiertegen vertonen. Helaas, is dit niet het geval voor die meisjes die leven in een gezin waar het dragen van het hoofddoek als een verplichting gezien wordt en desnoods dwangmatig opgelegd wordt.
Onze maatschappij heeft nood aan een grondig debat waarbij een gezond compromis niet uit de weg gegaan wordt. Zo zouden perfect definities kunnen opgesteld worden die het dragen van het hoofddoek regelen. In de moskee bijvoorbeeld, of zelfs op straat zou het dragen van het hoofddoek in principe geen belemmering mogen ondervinden, maar op de speelplaats, in de klas, enz moet het hoofddoek dan weer afgenomen worden. Op dezelfde manier zou de vorm van de vestimentaire gewoontes kunnen vastgelegd worden: bijv. Geen boerka of geen gelaatsbedekkende kleding.
Tussen weldenkende mensen moet een compromis waar iedereen zich min of meer in terug kan vinden, toch mogelijk zijn?!
Dat zou pas een uiting van respect zijn en een snelle integratie mogelijk maken.
Komaan, wijze mannen van de politiek en wijze mannen van de islam, maak daar werk van!
De zangeres, presentatrice, duivel-doet-al, is niet meer. Zo vernamen we donderdagavond op de radio. Ik had juist mijn passagier afgezet aan station van Vilvoorde en de radio terug aangezet om nog wat muziek- en babbelgezelschap te hebben voor de verdere weg naar huis. Het einde van het nieuws klonk door de luidsprekers en in de samenvatting van de nieuwspunten werd het nog herhaald: Yasmine, werd dood aangetroffen.
Het kwam als een donderslag bij heldere hemel. Eigenlijk had ik niet gehoord hoe en wat er gebeurd was, maar ik voelde wel dat er iets niet juist was. De Antwerpse want dat was ze voor mij bezige bij straalde zulk een dynamische en vitaliteit uit, dat er iets niet pluis was.
Later die avond werd het bevestigd: de zangeres had zich van het leven beroofd.
Yasmine of Hilde Rens zoals haar echtenaam was, had me eigenlijk altijd al een beetje geïntrigeerd. Alhoewel ze geen krachtige stem had en geen opera-diva zou worden, sprak uit haar eerder tengere gestalte toch heel wat intrinsieke inhoud. De liedjes waren doorleefd en hadden hun eigen sonoriteit en betekenis. Het leek me een verademing te zijn ten opzichte van de opgewarmde commerciële rauwkost die gewoonlijk door de ether echode. Het gaf blijk van een eigen willetje, van een eigen karakter dat wel wist waarheen de tocht leiden moest, maar tevens besefte dat de weg vol hindernissen lag omwille van populariteit van de meestal inhoudsloze concurrentie.
Het meisje groeide uit tot een mooie vrouw en veel mannen zullen waarschijnlijk net als ik zelf trouwens wel graag verdronken zijn in haar mooie, speciale ogen. Samen met de eeuwige glimlach vormden ze natuurlijke sensualiteit die je voelde, zelfs door het scherm van een kijkkast heen. Groot was dan ook de desillusie voor menigeen macho, toen bleek dat ze het liever met meisjes deed dan met jongens. Maar was je een illusie armer toch kon je het haar vergeven, haar natuurlijk charisma was te groot om te blijven mokken.
Dat ze met de tijd een veel geziene figuur in de visuele media zou worden, leek wel in de sterren geschreven. De vlotheid waarmee ze met het medium en met publiek omging, leken wel een aangeboren gave te zijn. Op podia geconfronteerd met een massa mensen, leek het wel de meest natuurlijke zaak ter wereld dat ze als tengere meid de hele meute gemakkelijk in bedwang kon houden. Dit is niet iedereen gegeven, maar zij kon het.
Dat ze openlijk haar liefde toonde voor Alexandra, stoorde eigenlijk weinig mensen, maar het riep weeral bij vele jongens een gevoel van spijt op. Toen de relatie spaak liep, bleek het publiek zeer begripvol, maar toen ze haar nieuwe liefde, Marianne, voorstelde vonden vele mensen dat weer heel normaal. Vooral omdat haar geluk, haar intense gevoelens voor haar nieuwe levenspartner zo duidelijk afstraalden van haar gezicht, haar ogen en haar hele lichaam. Dat ze later een huwelijk aanging met Marianne werd dan ook algemeen aanvaard als de concretisatie van deze liefde. Een weer waren haar ogen die geheimzinnige donkere poelen waarin je eindeloos kon verdrinken.
Dat onlangs haar huwelijk met Marianne spaak liep, bleef bijna een fait-divers tussen alle mogelijke nieuws in. Haar carrière, haar gedurig bezig zijn, het alsmaar lopen in en onder de spotlights, leken voor mij althans een goede therapie om deze tegenslag te boven te komen. Had ze niet van alles bereikt waarvan vele meisjes alleen maar van konden dromen? Zo leek het althans.
Een zekere vorm van bewondering had me ook al in bezit genomen, toen ik de trouw beleefde waarmee ze haar vriendinnen verdedigde wanneer het hen niet zo voor de wind ging. Ik herinner me nog zeer goed dat Martine Prenen door de openbare oproep bijna van de ene op de ander dag gedumpt werd, omwille van wat, ja van wat?, en dat Yasmine klaar en duidelijk haar verdediging opnam en schande sprak over de wijze waarop de VRT Martine behandeld had. In medialandschap lijkt me dat niet zo evident te zijn.
Intimi, zoals Martine Prenen, hebben al verklaard dat ze blijkbaar onnoemelijk leed onder de breuk met Marianne. Ik behoor niet tot die kring, maar ik kan me wel inbeelden dat haar familie en vriendenkring met eigen ogen hebben vastgesteld hoe de liefde voor iemand je kan pijn doen. Maar dat dit zou lijden tot zelfdoding kon blijkbaar niemand bevroeden. In de pijn die zulke mensen ondervinden lopen ze inderdaad niet te koop met hun plannen, voor zo ver men al van planning kan spreken.
De situatie moet aan Yasmine gevreten hebben als een sluipend gif, daarbij nog de stress van een drukke agenda en een blijkbaar ingebakken perfectionisme. Het moet een verpletterende tijd geweest zijn voor haar en een of andere gebeurtenis zal wel de trigger geweest zijn om over te gaan tot deze fatale daad. Het is spijtig en verre van het te willen veroordelen, maak ik me de bedenking dat het leven voor de ene van bij de geboorte tot aan de dood een last betekent, dat voor de andere dan weer het schijnbaar alle mogelijkheden ontplooit maar dat toch nog veel ongekend lijden aanwezig is. Waar ligt dan de grens van een mensenweerstand? Waar gaat het zodanig mis dat men liever dit aardse tranendal verlaat dan verder te gaan met de betrachting het leven terug op te pikken? Welke signalen worden er uitgezonden, hoe moeten we ze erkennen en wat kunnen we er dan aan doen? Deze en nog vele andere vragen zullen haar familie en vrienden in deze dagen nog achtervolgen, net zoals bij zovelen die achterblijven na een geval van zelfdoding in hun naaste kring.
Het leven gaat verder, zegt men, maar voor diegenen die achterblijven zullen de herinneringen blijven en de vragen nu en dan terug opborrelen, zonder dat er antwoord komt. Ook dat is het leven, zo is het nu eenmaal.
Niemand is ooit komen vertellen of er werkelijk nog een soort ander leven is na de dood, maar moest dit wel het geval zijn, dan hoop ik van ganser harte dat Yasmine daar volop het geluk vindt dat ze in dit aardse leven aan haar voorbij moest laten gaan.
Mijn leven gaat ook verder, het valt nog niet stil, nu en dan zal ik aan haar denken of herinnerd worden, maar toch zal ik haar bij momenten missen al was het maar omdat ik niet meer in haar wondermooie ogen kijken kan.
Het ga je goed, Yasmine, daar op de andere oever, in de andere wereld. Dat je er rust, geluk en liefde moge vinden.
De titel van dit blog-artikel zou niet misstaan als titel voor een album van Suske en Wiske. De tekenaar Vandersteen was ook een kei in het plaatsen van scherpe commentaren in de luchtballonnetjes van zijn stripfiguurtjes en zijn verhalen hebben meestal ook een moraliserende of sociale boodschap.
Waar gaat het nu weer over zal u wellicht denken. Voelt u het al aankomen? We willen het nog eens hebben over dat Vlaamse wieleridool dat met zijn sappig Kempens accent menig supporter wist te bekoren.
Voor de derde keer al werd hij nu betrapt op gebruik van cocaïne, weliswaar tijdens testen buiten competitie, maar toch. Tot drie maal toe werden er argumenten bovengehaald die ook kinderen van het derde leerjaar gebruiken als ze betrapt worden op een of ander abnormaal feit. Ze konden geen uitleg geven, ze wisten het niet, ze waren in het zak gezet door iemand anders, ze waren onschuldig slachtoffer van een hetze en ga zo maar verder.
De mantel der liefde of de macht van het geld?
In normale omstandigheden wordt zulke renner door zijn ploegdirectie onmiddellijk geschorst en dikwijls ook nog ontslagen. Het kwam hier op neer dat de persoon in kwestie een beetje een paria werd en heel eenzaam door het kluwen van onderzoeken heen moest of geassisteerd door een of andere pleiter te betalen uit eigen zak. De rennersploeg had geen budget over om haar renner bij te staan, tenslotte moet iemand die met vuur speelt maar zelf op de blaren gaan zitten.
Niet zo in het geval Boonen, hij werd weliswaar geschorst in afwachting van wat verder te gebeuren stond, maar na een goed en verhelderend gesprek werd de ploegdirectie bereid gevonden om hem te begeleiden op de tocht naar een oplossing voor zijn vrijetijdsproblemen. De hulp van de Shrink, zoals de Amerikanen dat zo mooi kunnen verwoorden, werd ingeroepen en met de steun van de hele ploeg zou alles wel verder in orde komen.
Er werd zelfs met stelligheid verwacht dat Tommeke zijn wieleractiviteiten zou kunnen hervatten met een deelname aan de Tour de France. Maar dat was gerekend zonder het ASO het organiserend comité van de ronde dat eigenlijk niet anders kon dan haar sanctie van verleden jaar handhaven om in alle rechtvaardige logica te blijven. De UCI echter blies dan weer eens warm dan weer eens koud. Uiteindelijk was de vaststelling toch buiten competitie gebeurd nietwaar, en de volgende vergadering die de toestand zou bespreken zou toch maar samenkomen na het eindigen van de tour, zodat Boonen eigenlijk toch misschien, wellicht, denken we toch, zou moeten mogen starten in het Franse wielercircus, maar ja, uiteindelijk moest ASO hierover maar beslissen, maar zeker wisten ze het eigenlijk al lang niet meer.
Het ASO wist het eigenlijk ook al niet meer, kon het bos door de bomen van allerlei verklaringen al een hele tijd niet meer terugvinden en stelde alsmaar uit. Tot vandaag dus, want in het nieuws werd nu bevestigd: Boonen krijgt geen toestemming om te vertrekken in de ronde, m.a.w. weer geen groene trui voor het Kempisch fenomeen.
Het moet gezegd dat het team Quick-Step de laatste dagen nogal driest te keer ging o.a. door de ferme maar dreigende taal gesproken door de heer Lefèvre. Hij zou de hele wereld eens laten zien wat een onrecht ze zijn duurbetaalde en nu iets opbrengende pupil allemaal aandeden. Processen zouden ere komen, nooit geziene schadeclaims; men zou nu eens werkelijk kunnen vaststellen hoe een Vlaamse leeuw reageert als hij gekwetst is.
Deelname aan de Tour kost een ploeg heel wat geld, maar rittenwinst en dragen van classificatietruitjes brengt heel wat return in de kassa. Als je dan twee jaar achtereenvolgens je geldmachine in panne thuis moet laten en je daardoor toch heel wat centen aan je neus ziet voorbijgaan, tja, dan zou ieder normale persoon toch wel eens de pedalen verliezen zeker.
Want laat ons niet naïef zijn, als de mantel der liefde bovengehaald wordt en allerlei pure dreigementen en zelfs chantage toegepast worden, dan heeft dit maar een enkele reden: de lieve centen. Niet alleen grijpt de ploeg naast heel wat prijzengeld, maar ondertussen moet onze spurtbom nog eens doorbetaald worden, want zeg n u zelf: een vriendelijke jongen die liever de kat ontziet dan zijn auto en daardoor toch heel wat blik- en andere schade veroorzaakt, kan je zijnLamborghini en zijn luxe villa toch niet onthouden? De niet-deelname aan de tour is voor zijn ploeg dan ook een zware financiële aderlating. Maar niet getreurd want zoals in iedere western die zich respecteert is John Wayne met zijn compagnie bijna ter plekke om het onschuldige slachtoffer te redden uit de klauwen van de boze indianen op oorlogspad, te weten de dopingcontroleurs van WADA en andere instanties.
Waar eminente professoren tussenbeide komen
Sensatie in de media want twee eminente professoren van twee verschillende universiteiten hebben op vraag van het team en op basis van door hen ingebrachte hoofdharen van Tommeke, met eigen ogen vastgesteld dat Boonen onmogelijk gebruik kan hebben gemaakt van cocaïne, omdat de hoeveelheid van de drug die teruggevonden werd in die haren zo miniem is, dat ze slechts kan duiden op een onrechtstreeks contact met het roesmiddel.
Als voormalig drugsspeurder heb ik me dan eens aan het denken gezet, je kan immers alle dagen wat bijleren, nietwaar. Als je alle mogelijkheden op een rijtje zet en dan begint te elimineren, dan moet je er wel komen zeker. Dus .denk even mee!
Tommeke zit op een terrasje te genieten van een koel biertje. Iemand in zijn gezelschap of de ober misschien wel, hebben zo juist enkele lijntjes coke gesnoven. Het geprikkelde neustussenschot zet aan tot niezen en zie minieme partikeltjes speeksel gemengd met microscopische deeltjes van de drug verspreiden over het gezelschap en in de haren van ons wieleridool. Zie zo, case closed, ware er alleen niet de bedenking dat bij een volgende haarwasbeurt voor het slapen gaan? al die onzichtbare deeltjes mee door de afvoer gespoeld worden. Geen case closed dus.
Neen, Tommeke zit rustig op zijn terrasje te genieten van bla bla bla komt daar een meisje aan die de atleet ziet zitten en in haar prille verliefdheid haar idool aanvliegt en hem professioneel begint te tongzoenen.Tommeke te verbouwereerd en eerlijk gezegd ook aangenaam verrast laat een reactie een beetje wachten terwijl Lore keek en zag dat haar lief het goed vond. Alleen had de juffrouw in kwestie juist daarvoor haar tanden en mond duchtig ingewreven met coke, vandaar dat onze Tom er ook van had, natuurlijk. Joepie, case closed. Ware het niet dat dergelijke hoeveelheid zo miniem is dat ze in werkelijkheid niet tot in de haren geraakt wat nu?
Volgende mogelijkheid dan maar. Tommeke zit rustig op ..bla bla bla ..heeft nogal dorst en besteld zich een nieuwe frisse pint. Heeft iemand nu geproefd van het glas of heeft Tommeke uit medelijden iemand anders laten meedrinken? Stel dat die persoon nu juist toch wel wat sporen van cocaïne aan de binnenkant van zijn lippen heeft en toevallig blijven er wat sporen achter op het glas, dat Tommeke nu dorstig naar zijn mond brengt en leegdrinkt..toch wel juist op de plaats, jaaaa, waar de coke zich bevindt. U raadt het al, dit contact is dus de oorzaak van de positieve controle Case closed dus, ware het niet ..
Is het allemaal geen voer voor een Suske en Wiske album, dan kan je er toch een stationsromannetje mee vol schrijven. Er zijn scribenten die met dergelijk werk goed hun boterham verdienen en het moeten stellen met minder spannende scenarios.
De onduidelijkheid en de twijfel blijft
Kan men staat gaan op een onderzoek al werd op twee verschillende plaatsen en door twee verschillende onderzoekers verricht dat betaald werd door de benadeelde partij en die niet officieel en door een beëdigde persoon in een verzegelde verpakking werden aangeleverd? Of zijn de commerciële belangen hier van doorslaggevende aard geweest?
Voorlopig kan men dit niet met zekerheid zeggen en misschien zal de gehele waarheid niet aan het licht komen. Heeft Boonen cocaïne gebruikt? Op deze aarde is er slechts een enkele persoon die dit met algehele zekerheid kan zeggen en dat is de wielrenner zelf, maar de kans dat hij dit in alle eerlijkheid doet is meer dan miniem. Blijft het feit dat de stalen genomen werden door hiervoor competente en bevoegde ambtenaren, dat de stalen onder verzegelde verpakking werden bezorgd aan een deskundig en erkend labo en dat daar voldoende sporen gevonden werden om te stellen dat het Kempens wieleridool coke gebruikt had. De tegenexpertise verricht op eigen initiatief en kosten van de benadeelde wielerploeg, laat op zijn minst plaats voor ernstige twijfels.
In de US is the reasonable doubt of de gerede twijfel al te vaak een argument tot vrijspraak met meestal een wrange nasmaak bij eventuele slachtoffers van een dergelijk vrijgesproken dader. Hier te lande is dit juridisch argument minder vaak van toepassing, maar eerst moet een procureur die de belangen van het openbaar ministerie dat u en ik vertegenwoordigt beslissen of er wel een gerechtelijke vervolging komt.
Wedden dat het weer een storm in een glas water wordt? The show must immers go on, het publiek heeft recht op brood en spelen en de gladiatoren moetenliefst sterven in de arena, niet in de rechtszaal!
Dura Lex sed Lex, de wet is hard maar het is de wet, alleen lijkt in dit land de hardheid van de wet af te hangen van de publieke klasse waarin men evolueert, alhoewel politici en de magistratuur zich in alle bochten zullen wringen om toch maar een bewijs te vinden dat klasse justitie niet door hen wordt toegepast, maar veeleer ontspruit in de geesten van malafide of domme mensen die geen begrip hebben voor de moeilijkheid die rechtspreken nu eenmaal is.
Blijkbaar zijn vele magistraten kleine Zeuskes die gezeten op hun Olympus door de wolken heen naar beneden kijken, het domme gepeupel negeren en er voor zorgen dat al die nieuwe kleine goden zonder al te veel problemen door het leven komen.
Vrouwe Justitia heeft nog een lange weg voor de boeg vooraleer nog eens echt recht gesproken wordt.
Wie al eens in de Westhoek rondtoerde, -fietste of -rondwandelde kan niet naast de verschillende begraafplaatsen en monumenten kijken die verwijzen naar de gevolgen van die verschrikkelijke Grooten Oorlog die tussen augustus 1914 en 11 november 1918 een groot deel van de wereld in de miserie stortte.
Ondertussen zijnmeer dan 90 jaar verder, maar iedereen die een beetje met de geschiedenis begaan is, moet wel degelijk beseffen dat dit bijzondere tijdsvak een belangrijk impact heeft gehad op de huidige maatschappij. Oude monarchieën en keizerrijken stortten ineen, monarchen moesten troonsafstand doen en een groot deel van de adel en rijke luiden zagen hun imperium ineenzakken als een pudding.
Evenmin onbelangrijk en nog steeds van invloed dezer dagen, is de hertekening van de land- en staatsgrenzen waarbij heel wat willekeur en politieke macht werd ingezet en de dwaze straffen die aan het overwonnen Duitsland werden opgelegd. Straffen waarvan men op voorhand wist dat het land die nooit zou kunnen delgen en die zoals de geschiedenis nu eveneens bewezen heeft de bakermat zou zijn van het nieuwe conflict dat tussen 1940 en 1945 de wereld voor een tweede keer in dezelfde eeuw nog eens grondig op zijn kop zou zetten.
Onzinnig geweld
Iedereen die een beetje hart op zijn plaats heeft, kan niet voorbijgaan aan de massa doden die verspreid liggen over ons West-Vlaams landschap net zo min als aan de oneindige reeks namen van mensen (jonge zowel als oude) waarvan men geen spoor meer heeft gevonden, die god weet waar ergens onder de grond werden gewoeld en waarvan het enige aandenken nog terug te vinden is onder de vorm van een in de steen gekapte naam op een of ander monument voor de gesneuvelden. Als je s avond om 20.00 uur getuige bent van de Last Post aan de Menen Poort in Ieper dan kan alleen maar een koude rilling weergeven dat je onder de indruk bent. Je hoeft echt geen militarist te zijn om te ervaren dat daar de herinnering warm gehouden wordt aan een onnoemelijk aantal slachtoffers van deze onzinnige moordpartij van toen.
Leren uit het verleden
Het lijkt me duidelijk dat we moeten leren uit het verleden. Men mag dit niet beschouwen als een last die men eeuwig moet meetorsen, maar nu en dan even achteruitkijken en leren uit wat vroeger verkeerd liep, kan alleen een stap voorwaarts betekenen voor een wereld met betere perspectieven. Dit betekent evenwel dat men toch niet mag vergeten en me het nodige respect moet opbrengen voor de gesneuvelden, de gekwetsten en de andere slachtoffers die op de een of andere manier nadeel ondervonden van deze wereldbrand. Het is dus goed dat er nog personen zijn die het als een belangrijke taak beschouwen om dieper in te gaan op de feiten van toen.
Niet alleen in ons landje!
Niet alleen in ons land waren de onmenselijke gevolgen van de wereldoorlog te voelen. Ook op andere plaatsen was er in die tijd heel wat ellende. Zo vormde de geplande invasie van het Turksgrondgebied dat de zijde van de Duitsers gekozen had een dodelijke vergissing die bij de Britse troepen en dan vooral bij de ANZAC-legers (Australië en Nieuw-Zeeland)een debacle met ongeziene gevolgen. Ook Frankrijk ontsnapte niet de onmenselijke gevolgen en ook daar zijn heel wat begraafplaatsen en herinneringsmonumenten in haast elk dorp een stille maar beschuldigende getuige van de krijgsverrichtingen.
Wil je goed geïnformeerd blijven?
Als je goed geïnformeerd wil blijven, heb je uiteraard een hele rits websteks ter beschikking om je nieuwsgierigheid te voldoen, maar ik kan je een website van een goede Nederlandse vriend warm aanbevelen. Niet alleen vind je er verslagen over de verschillende fases en gevechten, maar tevens is dit alles goed gedocumenteerd met veldkaarten en fotos van die tijd, maar tevens met hedendaagse fotos die een indruk geven van landschap en omstandigheden en ook nog een beeld meegeven van wat er aan herinneringen overgebleven is. Ik kan je deze site van mijn vriend Pierre Grande Geurre echt aanbevelen. De laatste bijwerking betreft een stukje bijna vergeten oorlog in de Vogezen. Ga daarom eens op bezoek bij http://pierreswesternfront.punt.nl . Ik ben zeker dat je er nog terugkomt.
Drugsmisdadigers op vrije voeten omwille van een procedurefout.
Drugsmisdadigers op vrije voeten omwille van een procedurefout.
Onlangs werden twee drugsmisdadigers op vrije voeten gesteld omwille van een procedurefout in het gebruik van de BOM-wetgeving.
De BOM-wetgeving, voluit de wetgeving betreffende de toepassing van bijzondere opsporingsmethodes, bepaalt de werkwijze bij het gebruik van opzoekingsmethodes die buiten de gewone onderzoeksdaden vallen. Het betreft o.a. de infiltratie van criminele organisaties, observatie- en bewakingsopdrachten, telefoontap en dergelijke.
Gegroeid uit misbruiken in het verleden werden deze methodes onderworpen aan een specifieke wetgeving die al deze handelingen in goede banen moet leiden en onder controle houden. In de praktijk betekent dit dat een onderzoeksrechter belast wordt met het toelaten en het controleren van deze opdrachten. De onderzoekers vragen dus toelating en krijgen door middel van een kantschrift de modaliteiten te kennen die ze moeten gebruiken voor de uitvoering van deze bijzondere opsporingsmethodes.
In geval van telefoontap moeten imperatief begin- en einddatum bepaald worden waarbinnen deze afluistering mag gebeuren. In het ons voorliggend geval werd dit spijtig genoeg vergeten. Dit simpele feit was voldoende om onder het mom van een procedurefout de hele procesgang stil te leggen en de misdadigers op vrije voeten te stellen.
Uiteraard moet de opvolging van de juiste procedure prioritair zijn in een misdaadonderzoek en haar rechtspraak. Vanzelfsprekend kan men nog aanvaarden dat een procedurefout uit het proces wordt gehaald, maar een heel proces afblazen hieromtrent, lijkt me van het goede te veel.
Onze strafwetgeving is aan een goede moderne herschrijving toe en hierin moet- volgens mij dan toch de mogelijkheid voorzien worden om eventuele procedurefouten uit een strafproces te halen zonder dat ze afbreuk doen aan de verdere rechtsgang. De schuld blijkt meestal uit een geheel van vaststellingen die in hun totaliteit bewijsmateriaal vormen en de schuld al of niet bepalen. Een procedurefout kan bovendien mijns inziens toch behouden blijven als ze aan de essentie van de vaststelling helpt en geen afbreuk maakt aan de rechtvaardiging van deze vaststellingen.
Deze werkwijze zou alvast toelaten meer recht te spreken en minder seponeringen veroorzaken. De gerechtigheid kan hieer alleen wel bij voelen.
We zullen het laatste nog niet meegemaakt hebben in dit landje. Sommige advocaten zijn blijkbaar de pedalen kwijt in het gerechtelijke landschap. Waarover gaat het?
In het Mechelse blijken de verkeerslichten op een gevaarlijk kruispunt op een dag niet te functioneren. Een automobilist negeert de verkeersreglementering en botst tegen een ander wagen waarin een ouderpaar met twee kinderen zit. Bij het ongeluk sterven de twee kinderen en bijgevolg komt er een rechtszaak. In de verkeersrechtspraak is dan meestal sprake van (vrijwillige) slagen en verwondingen (al of niet met de dood tot gevolg).
De rechtr doet uitspraak en volgt hierbij de gewone gang van zaken waarbij de aanrijdende automobilist schuldig verklaard wordt en bijgevolg de juridische en financiële gevolgen van zijn daad moet ondergaan.
Maar de zaak is hiermee niet gedaan, want de dader hierbij gesteund en waarschijnlijk op na zijn suggestie gaat in de tegenaanval. De ouders worden gedagvaard omdat de hechting van het kinderzitje van het ene kind blijkbaar sporen van slijtage vertoonde en volgens hen dus oorzaak is van het overlijden, terwijl het tweede kind te groot was om nog op een verhoogde zit plaats te nemen en dit de reden is van zijn dood. De burgemeester van Mechelen wordt gedagvaard omdat hij geen politieagent plaatste op dit gevaarlijk kruispunt om er het verkeer te regelen nadat de verkeerslichten defect waren en ook omdat hetkruispunt gekend was als gevaarlijk en geen maatregelen werden genomen om het veilig te maken.
Dit is waarlijk de wereld op zijn kop. Het verkeersreglement is hierin toch duidelijk!? De signalen gegeven door bevoegde personen moeten in eerste instantie en prioritair opgevolgd worden (politieagenten e.d.), de verkeerslichten die in de volgorde der verplichtingen later komen, moeten eveneens gevolgd worden en als deze in gebreke blijven (enkel oranjerood knipperlicht of geen licht), dan moeten de verkeersregels gevolgd worden (bijv. voorrang aan rechts, zeshoekig stopbord, driehoekige gevarendriehoek waarbij voorrang moet verleend worden, etc ) Nergens staat vermeld dat hier een agent moet geplaatst worden die het verkeer moet regelen en zijn afwezigheid kan zeker geen schuldelement vormen ten voordele van de overtreder.
Dat een dader weinig of geen schuld- noch verantwoordelijkheidgevoelens heeft komt helaas meer dan eens voor. De ridders zijn al een hele tijd uit het straat- en maatschappijbeeld verdwenen en de ridderlijke gevoelens nemen hand om hand af. Hamert de verdediging niet over procedurefouten of geschade belangen van de verdediging, dan is het blijkbaar tegenwoordig de mode om zijn verantwoordelijkheid te ontkennen en deze zo goed als kan te leggen op de schouders van iemand anders. Dat advocaten hierin meespelen is een flagrante overtreding van de deontologie, maar blijkbaar is dit niet ernstig genoeg want de orde der advocaten heeft niet de minste onrust noch reactie hieromtrent geuit noch getoond.
Wat een beproeving moet dit zijn voor de ouders van de dode kinderen? Wat een enorm mes wordt nog eens rondgedraaid in de nooit genezende wonde van deze mensen? Werden ze nog niet genoeg beproefd door de dood van hun kinderen door het onverantwoorde gedrag van een automobilist die zijn voeten veegt aan de verkeersreglementen ?
Van harte hoop ik dat ze een rechter vinden die nog weet wat gerechtigheid is en hen zo vlug als mogelijk verlost van deze bijkomende last rond hun nek. Het menselijk verdriet van deze ouders is al meer dan zwaar genoeg opdat een gewetenloze voerder en zijn onverantwoorde pleiter geen kans zouden krijgen hier nog extra gewicht aan toe te voegen.
Hopelijk wordt ook de orde der advocaten wakker en stelt zij paal en perk aan de daden van haar leden die de gerechtigheid geweld aan doen en mensen hierdoor nog extra belasten met leed dat ze niet verdienen.
Assisen en de gerechtelijke dwaling - Vermassen ontgoocheld!
Assisen en de gerechtelijke dwaling Vermassen ontgoocheld!
Passionele dramas eindigen grotendeels voor assisen, de volksjury die al zo lange tijd onder vuur ligt. Het zal je maar overkomen: na een aantal jaren is je vrouw je moe en zoekt warmte en tederheid bij een rivaal. Je kan dit moeilijk verkroppen en plant een wraakactie. Wanneer je kermisvreugde getemperd wordt door het aanzicht van je ex met haar vriend, slagen de stoppen door en ga je naar huis. Je neem daar je wapen en komt terug naar de plaats waar je vernederd werd. Enkele knallen verder is je ex voor de rest van haar leven verlamd en haar vriend ernstig gekwetst. De kwalificatie van dergelijke daad is meestal (poging tot)moord of (poging tot) doodslag met voorbedachte raad en bijgevolg is de doorverwijzing naar het Hof van assisen in de meeste gevallen een logisch gevolg.
Ook hier was dit zo en de welbekende pleite, meester Vermassen, nam de verdediging op van de slachtoffers op zich en begaf zich quasi zegezeker naar het Hof waar hij zich sterk maakte om de maximale straf voor de dader tuit de brand te kunnen slepen.
Het draaide echter anders uit. De 12-koppige jury volgde niet de stelling van het openbaar ministerie maar oordeelde dat de dader geprovoceerd werd door zijn ex en haar vriend en bijgevolg van moord noch voorbedachte raad sprake kon zijn. Tot afgrijzen en tot onbegrip van alle aanwezigen en vele andere landgenoten die het proces in de media volgden, werd de dader veroordeelt voor een minimale periode overeenkomendmet poging tot doodslag maar zonder dat de kwalificatie voorbedachte raad werd weerhouden.
Dat er geen uitgebreide motivering van het vonnis gegeven werd, kan e op wijzen dat de jury niet unaniem achter de beslissing stond. Maar het kwaad is geschied. In het kader van de feiten en de verklaringen van de dader, was het zonneklaar dat hij met voorbedachte raad te werk ging en de duidelijke bedoeling had het leven van zijn ex en haar vriend te ontnemen. Dat de jury hier anders over oordeelde is niet te verstaan en in tegenspraak met de feiten en de bekentenissen. Maar in ons democratisch bestel is de uitspraak nu eenmaal te aanvaarden. De enige uitweg blijft naar mijn bescheiden mening, hetEuropees Hof dat zou kunnen besluiten dat hier sprake is van een gerechtelijke dwaling of dat de rechtsgang niet werd geëerbiedigd door het niet motiveren van de uitspraak en bijgevolg een nieuw proces voor een ander Hof van Assisen zich opdringt. Maar dat is voer voor de juristen.
Wat mij echter verwonderd is de houding van meester Vermassen in deze zaak. Als groot pleitbezorger voor het voortbestaan van de volksjury (hij won tot nu toe de meeste van zijn assisenprocessen), lijkt hij nu ineens in te zien dat het systeem toch nog niet zo goed lijkt te functioneren zoals hij tot hiertoe verdedigde. Nu ineens wordt assisenrechtspraak in twijfel getrokken.
Dat hij ontgoocheld is in de afloop begrijp ik, evenzo ben ik teleurgesteld door het vonnis, maar dat het systeem daarom dan in een keer te wensen overlaat, is naar mijn mening een brug te ver. Pleiten is evenzeer een spel. The one you win, the one you lose, thats the game. Ook voor Vermassen kan verlies zijn lot zijn. Aan hem om een juridische oplossing te zoeken opdat gerechtigheid ook hier zijn plaats zou vinden.
Dat passie aanleiding kan zijn tot misdaad is misschien te verstaan, maar niet goed te praten. Het recht in eigen handen nemen, is in een rechtsstaat niet toegelaten, daarvoor bestaan er andere juridische middelen.
Hopelijk ziet ook de dader dit in en werkt hij mee aan het vinden van een rechtvaardige oplossing. Ook voor hem kan dit louterend werken.
De laatste week stonden de Belgische media weer bol van informatie over de overloopperikelen van ene Vijnck van de LDD (Lijst De Decker) naar de OpenVLD. Deze volksvertegenwoordiger liet zijn onvrede kennen over zijn behandeling bij de LDD begrijp vooral dat hij niet tevreden was met de aangeboden plaats - en gaf daarom de voorkeur terug over te stappen naar de Open VLD, waar voorzitter Bart Somers hem met open armen ontving. Uiteraard kwam de vuilspuitmachine in werking en kon de heer Jean-Marie De Decker het niet laten als toonbeeld van fair play sportman uit de judo om met bloemen te smijten, maar hij vergat vooral om de potten er rond te verwijderen. De kwalificaties waren niet mis te verstaan en wezen alhoewel zo cru nog niet uitgesproken op incompetentie, domheid en luiheid. Ik vroeg me af op welke basis deze man dan ook in de partij was gehaald. Was er sprake van een dwaling of had men de verkeerde psychotechnische testen voorgelegd gekregen? Het bleef me een mysterie.
Alleszins was dit vertrek van Vijnck een echt drama voor LDD, dat hiermee zijn fractie herleid zag tot een getal dat aanleiding geeft tot een drastische vermindering van de partijdotaties en tot het ontslag van een negental medewerkers. Je zou dus voor minder boos worden, vooral in tijden van wereldcrisis en in een partij die de eenvoudige oplossingen voor het financieel debacle in petto had.
Hiermee was het drama echter nog niet volbracht. Als in een Shakespeariaans stuk ontwikkelde zich een plot de beste stationsroman waardig.
Dat bij de overstap de suggestieve roddels hun gang gingen, was bijna normaal te noemen. Onze maatschappij leeft tenslotte van roddels en een flink, maar geheimzinnig in het oor gefluisterd publiek geheim, is altijd meegenomen tot jolijt van de leutige tooghanger en gelijkgezinde burgers. Vanzelfsprekend vermoedde men een of ander malafide overeenkomst of beloofde gunst gekoppeld aan de overgang, maar de heer Somers haastte zich om op zijn communiezieltje te verzekeren dat er absoluut geen beloftes werden gedaan. Zeker niet betreffende een zeker verkiesbare plaats of een of ander goed betaalde functie. Neen, minister in de Vlaamse regering zou de heer Vijnck allerminst worden! Moest het een geruststelling worden, dan geloofde waarschijnlijk niemand deze stelling, zeker niet vanwege iemand die op zijn communiezieltje iets beloofde, terwijl het hele land weet dat een liberaal meestal lid is van een loge en daarmee een uitgesproken vijand van eender welke religie, de rooms-katholieke in de eerste plaats. De poging tot overtuiging was er, maar of dit wel gelukte lijkt me niet het geval te zijn.
Donderslag bij heldere hemel, hoorde men het in Keulen donderen of is er enig ander spreekwoord dat degelijk kan uitdrukken wat er daarna gebeurde? Feit is dat de heer Vijnck nog maar eens teleurgesteld door dit keer de open armen ontvangst door Open VLD besloot de rangen van zijn geliefd LDD te vervoegen. Hij voelde wroeging bij zijn daad en vond het niet verantwoord dat de partij een flink stuk van haar dotatie zou moeten missen en personeelsleden moest ontslaan. De goede fee had hem blijkbaar overtuigd van zijn foute aanpak en zijn voorbarig handelen. Zijn spijt uitdrukkend vervoegde hij dus zijn voorgaande team, waarvan de outstanding leader Jean-Marie begrip toonde voor dit menselijk falen en het verloren schaap met veel liefde en goede voornemens weer in de armen sloot en het incident bedekte met de mantel van de warmste liefde. Hij zou naar de toekomst toe zijn poulain nog beter begeleiden, wat dus expliciet inhoudt dat hij in de voorgaande periode hier bijgevolg eveneens gefaald had. Bijna had ik hem de trofee van de politieke fair play en mededogen gegund.
Bleek opeens een paper te bestaan waarin de Open VLD, bij monde van de heer Somers, aan Vijnck enkele beloftes had gedaan met verstrekkende gevolgen. Niet alleen werd hem een verkiesbare plaats op de lijst verzekerd, maar bovendien zou hem indien hij onverwacht toch niet verkozen zou geraken een plaats als kabinetsmedewerker toegekend worden met een wedde gelijk aan deze van volksvertegenwoordiger. Hallo, meneer Somers, worden volksvertegenwoordigers niet gekozen door het volk? En worden kabinetsmedewerkers niet gekozen volgens hun competentie? De brief blijkbaar door een gunstige wind in een of andere brievenbus verzeild werd gepubliceerd en betekende het Hyroshima van de Vlaamse politiek. Blijkt dus dat de slogan Wat we zelf doen, doen we beter niet van toepassing is voor de Vlaamse bevolking, maar eerder voor gebruik ten voordele van enkele individuele postjesjagers! Het Vlaamse Charleroi, heet dus Mechelen!
Na concertatie van zijn partij en door de bemiddeling van oude krokodil, Herman De Croo, ging de voorzitter van Open VLD over tot publieke excuses. Bijna sprak men van Bart den bleiter in plaats van Bert den bleiter. Nu ja, Bart komt als overloper uit dezelfde partij als Bert, de overloper maar dan naar een andere partij, want beiden zijn ze nog producten van de vroegere V.U. De openbare biecht (whats in a word) klonk ongeveer als: door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld. Latinisten en oudere katholieken zullen dat nog herkennen als: mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa. En dat uit de mond van een antiklerikale logebroeder is toch niet min. Feit is dat de heer Somers verklaarde zich wel voor het hoofd te kunnen slaan omdat hij gehandeld had als een kip zonder kop, maar met de verzachtende omstandigheid dat hij werd meegesleept door alle heisa die o.a. ontstaan was uit het inzetten van een privé detective door Jean-Marie De Decker voor het volgen van de eerbare logebroeder De Gucht. Je zou toch voor minder boos worden, alhoewel laat het duidelijk zijn dixit Somers dat het hier niet gaat om een wraakactie. Neen, de heer Vijnck was zelf op bezoek gekomen en had op eigen initiatief gepolst onder welke voorwaarden hij kon overkomen naar Open VLD. En ja, onder die omstandigheden had hij had toegevingen gedaan en had hij dat onverkwikkelijke document opgesteld en getekend. En ja, sorry, dat was verkeerd en hij beloofde dat hij het nooit meer zou doen. Bijna hoorde ik er aan toevoegen :op mijn plechtige communie zieltje, maar dat bleef het publiek gelukkiglijk bespaard.
Het ontkennen van de Holocaust noemt men negationisme of revisionisme en is bijna wereldwijd strafbaar met uitzondering van die landen die Israël vijandig gezind zijn uiteraard. Is het ontkennen van politieke akkoorden geen leugen als blijkt dat die er wel zijn? Is dat dan ook geen negationisme? Of is liegen in de politiek een onderdeel van het kriegsspiel?
In Villa Politica van donderdag namiddag werd Jean-Marie De Decker geïnterviewd over de onverkwikkelijke affaire en weer was ik getroffen door de deemoed die deze politicus aan de dag kan leggen als het hem past. Ja, het was beschadiging van zijn persoon en zijn persoon, en ja, hiermee werd de hele politiek beschadigd en in een slecht daglicht gesteld, maar aan roddels kon hij niets doen en ja, politiek is oorlog en de operatie beschadiging in zijn nadeel was al lang bezig en trof hem, zijn partij en zelfs zijn vrienden en familie. We hebben een nieuwe versie van Calimero ontdekt, ditmaal in het Vlaamse politieke landschap. Het lijkt een maatschappijprincipe te worden: de schuld en de verantwoordelijkheid afschuiven op een ander.
De intriges van de Romeinse senaat zijn Vlaanderen niet vreemd. Wie zal Caesar zijn en wie zijn Brutus? Of hoe de geschiedenis de werkelijkheid altijd een beetje inhaalt!
Het was zo mooi! Een oudere renner die Luik-Bastenaken-Luik voor de tweede keer op zijn palmares schreef en daarbij te kennen gaf nog wel te willen doorgaan tot ongeveer zijn veertigste.
Ik had niet de gelegenheid de koers te volgen, maar tijdens het nieuws zag ik de man wat afgescheiden binnenrijden en kon enige bewondering toch niet onder stoelen of banken steken! Dat iemand de moed opbracht om een heel bestaan op te bouwen rond de discipline van het wielrijden en daarvoor dan moest kiezen voor een ascetische levenswijze, bekoorde me meer dan ik graag wil toegeven. Maar de bewonderende roes is weeral van korte duur.
Vanavond mijn mail opengedaan en het breaking news van de e-krant eens doorgenomen en wat lees ik daar:
Rebellin betrapt op het gebruik van EPO- van de nieuwe generatie, het product gekend onder de naam CERA, tijdens de Olympische Spelen.
Het was een koude douche. Nog een renner die van zijn voetstuk valt en weer een illusie armer voor de bewonderaar van de atleet.
Wat bezielt deze mensen? Waarom doen ze dat? Een duidelijk antwoord heb ik hierop niet, maar ik kan me wel inbeelden dat er diverse redenen ten gronde liggen aan deze handelswijze.
Is het hun trots om niet af te gaan omdat de ouderdom zijn tol eist? Is het de ambitie om bij de besten te blijven behoren? Of is het simpel weg de drang naar het behoud van een riante wedde met allerlei bonussen? Of is het een mengeling van dit alles?
Ik kan er geen rechtvaardiging voor vinden die belangrijk genoeg is, om vergoelijkend het gebruik van prestatieverbeterende middelen te aanvaarden. Niet alleen is dit onrechtvaardig tegenover die renners die nog willen clean blijven, maar ook is het een slecht voorbeeld voor de jongeren die zich ook aan de sport wil begeven. Bovendien kan het niet anders dan dat het gebruik van lichaamsvreemde stoffen op termijn nadelig kan zijn voor het lichaam. Maar dit laatste is een altijd terugkerend element in de maatschappij: men gelooft het niet tot het zover is.
Moet ik me dit aantrekken? Ja, omdat het welzijn van de mens centraal moet staan en alle mogelijke stappen moeten ondernomen worden om iedereen zo goed als mogelijk een kwaliteitsvol leven te gunnen. Ja, omdat het de achterblijvende familie en vrienden zijn die het meest zullen lijden ingeval van tegenslag.
Het is spijtig dat op deze manier de sport nog maar eens in een slecht daglicht zal gesteld worden.
Vandaag kwam de algemene aandeelhoudersvergadering van Fortis om te stemmen over de verkoop van de instelling aan BNP. Uiteraard kwam het tot incidenten, want velen zijn de dupe geworden van gedurende jaren door iedere kenner aanbevolen werd als een belegging van de goede huisvader.
Men kan zich inbeelden dat heel wat dramas zich hebben afgespeeld en tot op vandaag nog een nefast gevolg hebben voor een deel van de aandeelhouders. Vooral de kleine spaarder, die voor de toekomst een appeltje voor de dorst wou opzij zetten en nu al zijn centjes in rook ziet opgaan, moet dit een verschrikkelijke ervaring zijn. Men had dan beter kunnen profiteren van wat men aan kapitaal bezat, zou je dan kunnen denken.
De grote kapitalen zullen dit meestal wel overleven. Al hebben ze waarschijnlijk wel een groot gedeelte van hun spaarpot zien verdwijnen, toch zal hun reserve nog voldoende zijn om het hoofd te bieden aan deze tegenslag.
Mondrikamen en zijn aanhangers hebben verloren: is de algemene tendens en dit is uiteraard een waarheid die niet te ontkennen valt, maar de grootste verliezer is naar mijn mening nog maar eens de uitoefening van gerechtigheid in dit land. De blindhoek van moeder Justitia begint negatieve vormen aan te nemen en dit is wel angstaanjagend in een land waarvan de politici bij hoog en bij laag beweren dat het om een rechtsstaat gaat.
Het is duidelijk dat de ja-stemmen het hebben gehaald omdat de samenstelling van de kiesgerechtigde aandeelhouders niet juist was maar strookte met alle logica die men maar kan bedenken.
Een aantal speculanten die blijkbaar nog genoeg reserve hadden hebben van de deplorabele toestand van de bank en de fenomenale beurskrach van de aandelen hebben hen de mogelijkheid gegeven om zich in mindere of meerdere mate in te kopen in de Fortis-bank. Nu kregen ze de gelegenheid om mee te beslissen over de al of niet verkoop van de bank aan PNB, een beslissing die notabene door de regering genomen werd in een tijdvak dat lag voor dat ze aandeelhouder werden. Met andere woorden, ze mogen mee beslissen over iets dat absoluut buiten hun bevoegdheid ligt en enkel het gevolg is van hun speculatief handelen.
Ze hebben niets te verliezen, deze speculanten, ze hebben immers de aandelen gekocht aan bodemprijzen en kunnen alleen maar beter varen bij een aansluiting bij PNB. De Belgische staat geeft immers de garanties! Met belastingsgeld, wel te verstaan.
De verkoop van Fortis aan de Franse bank wordt door de meeste onderlegde economen afgewezen, maar de regering houdt voet bij stuk en de rechtbank is hierin meegegaan om een zekerheid vast te ankeren dat het voorstel zou aangenomen worden. Van gerechtigheid gesproken! Vooral de kleine spaarder is hiervan de dupe en het bewijst weerom dat Justitie inderdaad hetzij helemaal wereldvreemd is of hetzij totaal gevoelloos voor de sociale gevolgen van de feiten.
Ondertussen zijn bijna alle parels van ons land verkocht en hebben noch de regering noch de landgenoot nog enige zeggingsschap over de primordiale economische sectoren van ons land. De beslissingen over financiële zaken, over energie en andere autoconstructeurs liggen allemaal in de handen van buitenlandse eigenaars en dat kan alleen maar in ons nadeel werken. Wanneer we inderdaad vaststellen dat alle Europese lidstaten vooral maatregelen getroffen hebben ten voordele van hun eigen landgenoten, dan kan men zich wel indenken dat bij een volgende tegenslag de Belgische poot de eerste zal zijn om te verdwijnen of om extra inkomsten ten koste van wat? te genereren voor het moederland.
In de tijd van Caesar schreef men nog dat de Belgen de dapperste onder de Galliërs waren, maar onder de gegeven omstandigheden vraag ik me af of onze beleidsmensen nog echte Belgen zijn. De beslissingen die ze nemen, vallen niet op door hun moed, maar wel door hun gebrek aan staatszin en dàt eerder dan de communautaire verschillen en discussies zou wel eens de echte motor kunnen zijn die ons land ontmantelt en in de handen van andere naties brengt.
Zaterdagmiddag op weg naar de kleinkinderen van onze jongste zoon, staat de radio op en klinkt het nieuws door de luidsprekers. We zijn in de laatste weken voor de regionale en Europese verkiezingen en uiteraard zijn de campagnes van de verschillende politieke partijen volop aan de gang. Ieder weekend is er wel ergens een of ander partijpolitiek congres waarop de bonzen aan hun publiek trachten uit te leggen met welke slogans en bedoelingen ze nu optrekken naar de kiezer en met welke verleidingsmanoeuvres ze de nog niet overtuigde burger willen bekoren om voor hen te kiezen.
Hoor ik daar weer iets over de hard werkende Vlaming. Je moet in het verkeer geconcentreerd blijven op snelheidbeperkingen, alle mogelijke verkeersborden en al of niet voorzichtige andere deelnemers aan het verkeer en dus ben ik even niet mee vanuit welk partijcenakel het dit maal gelanceerd wordt, maar ik heb de indruk dat het uitgesproken wordt door de Vlaamse Minister-president, Kris Peeters, ter gelegenheid van de samenkomst van CD&V in Gent. Bij het horen van deze woorden komen de haren van mijn armen naar boven in een oncontroleerbare erectiebeweging. Als het al tijdens het CD&V congres uitgesproken wordt, dan gaat het om niet meer of minder dan woordplagiaat omdat babyface Somers van Open VLD daar het eerst mee kwam aangedraafd, maar bovendien word ik bevangen door een ondefinieerbaar afgrijzen als ik deze woorden hoor.
Wil men me nu eens duidelijk uitleggen wat dat is, een hard werkende Vlaming? Over hoeveel burgers gaat het hier? Is dat een authentieke, pure mens geboren en getogen in Vlaanderen en van zuivere Vlaamse afkomst? Of kan dat ook iemand zijn die genaturaliseerd is als Vlaming of nog de vrucht van een tweede of derde generatie allochtone ouders? Kan de hard werkende Vlaming ook Mbark, Mohammed, Pjotr, Diallo of nog anders heten? Wie schuilt er achter de hard werkend Vlaming heren en dames politici?
Gaat het om de CEO in krijtstreepjespak met zijn riante wedde en bonussen of nog over de politicus of politica die zijn of haar mandaat cumuleert met posten in steden, gemeenten of andere intercommunales? Spreken we hier over de gewezen mandataris die omwille van zijn uitgebreid netwerk aan kennissen, een baan als bestuurder bij Dexia of andere instelling mag opnemen als toetje op zijn niet te versmaden pensioentje? Of hebben we hier over de werkijverige vertegenwoordigers des volks die wakker schieten omdat tijdens Villa Politica de camera aan staat bij de interventies? Bedoelt men misschien de topambtenaren die omwille van de hedendaagse managementtechnieken meer tijd besteden aan vergaderingen dan aan human resources?
Of zou het misschien voorzichtige utopische gedachte die zo bij me opkomt de alleenstaande moeder kunnen zijn die vanaf s morgens vroeg in actie treedt om haar kinderen proper en wel aangekleed, voorzien van een zo compleet mogelijk ontbijt naar de school te krijgen. Die daarna nog vlug alles moet opruimen om nadien te proberen file vermijdend op tijd te komen om haar job te mogen kunnen opnemen en zo goed en zo kwaad als het maar kan uit te voeren? Die op het einde van de dag op ik weet niet welk uur mag stoppen om te voldoen aan de wensen van een baas die het normaal vindt dat je onbetaalde overuren presteert voor de liefde van de job en die dan stijf van de stress tracht op tijd haar kinderen op te halen, de boodschappen tussen de middag vlug vlug gedaan hebbend om maar geen tijd te verliezen, om daarna te mogen zorgen voor een avondmaal en een quality-time tijd met hen spendeert alvorens hen in bed te stoppen om daarna nog de vaat, de was, de strijk en de kuis op zich te nemen?
Zou het kunnen dat het gaat om de bijna veertigjarige die van de een naar de andere patroon loopt om zich aan te bieden in de hoop dat men eens rekening houdt met zijn kwaliteiten en niet met zijn baremiek niveau? Of die hoopt dat zijn contract van onbepaalde duur dat na drie maanden stopgezet werd omdat zijn voorganger terug komt uit bevallings- of ander verlof? Die eigenlijk wel droomt dat hij niet alleen voor de duur van een project aangeworven wordt, maar inderdaad voor onbepaalde duur mag blijven?
Naar alle waarschijnlijkheid zal het ook wel niet gaan om de man of vrouw die getroffen door een of andere ongevraagde tegenslag met moeite het hoofd kan bieden aan al die tegenwoordige verwachtingen die men stelt in de werknemer. Die indien het geluk toch nog een beetje meezit binnen de mazen van het sociaal vangnet kon opgevangen worden of anderzijds buiten de mazen valt en in de grootste armoede het hoofd moet bieden aan de consumptiewereld van vandaag.
Ik kan me evenmin indenken dat de luieriken, de profiteurs en de werkonwilligen van de werkloosheidsbijstand hiermee bedoeld worden.
Maar wie dan wel? Zijn het heren à la Verschueren, die van geen stoppen weten, zelfs niet na een ernstige gezondheidsprobleem, die nooit verlof nemen dat wel spijtig vinden voor echtgenote en kroost maar er verder niets aan veranderen - die bovendien minachtend doen over diegenen die niet aan de bak geraken of wel tijd willen maken voor hun gezin? Of is het iemand als de voormalige eerste-minister Verhofstadt die na 25 jaar met moeite de naam van zijn privésecretaresse kan uitspreken?
Het begrip hard werkende Vlaming is volgens mij dan ook niet alleen een discriminerend begrip maar bovendien een zeer selectief begrip dat alleen rekening wil houden met een - naar mijn mening - kleine groep die alle voordelen mag genieten die maar denkbaar zijn en waarbij de solidariteit voor de meer onfortuinlijke medemens liefst terzijde geschoven wordt onder allerlei drogredenen van financiële en commerciële aard. Het wordt dus de allerhoogste tijd dat de heren en dames politici in hun rode of groene pluche gezeten - voor eens en altijd het begrip hard werkende Vlaming definiëren zodat we in alle duidelijkheid onze stem kunnen uitbrengen op diegenen die een lans breken voor de mens in zijn mens-zijn en niet in zijn deelname aan het economisch proces. Men mag immers niet vergeten dat de kleinste schakel in de keten onmisbaar is om het hele mechanisme in werking te houden.
De minzame lach en het handjesschudden ter voorbereiding van een kiescampagne is nog heel wat anders dan echt medeleven voelen met de medemens die minder fortuinlijk door het leven mag gaan dan een ander. Het minachtend neerkijken op de naaste die minder verdiend en minder luxe kan genieten of die minder kansen krijgt, is een misdaad tegen de menselijkheid. Ook de moeder aan de haard, druk bezig met het bestieren van haar huishouden en de zorg voor haar gezin, is hard werkend en verdient alle lof. Maar ik vrees dat ze niet opgenomen is in het lijstje van de hard werkende Vlaming. Tot schande van de politici en zogenaamde very important persons die dit vergeten.
-Het is de poetsvrouw die het huis proper houdt,
-Het is de toiletjuffrouw die de pot zuiver houdt,
-Het is de vuilnisman die onze rommel opruimt,
-Het is de mecanicien die zijn handen vuil maakt met olie en ander vuil voor het onderhoud van onze voertuigen,
-Het is de werkman/werkvrouw die het systeem draaiend houdt,
De gedoodverfde opvolger van globetrotter André Flahaut, staat nu regelmatig zelf in het middelpunt van de belangstelling en van de kritiek.
De man die ongenadig inhakte op de reiswoede van de voorgaande minister van landsverdediging is aardig op weg een soort te kloon te worden van zijn toenmalig onderwerp van cynisme en interpellaties. Na zijn onsmakelijk avontuur in de U.S. waar hij - door de interventie van een van zijn kabinetsleden - de betrekking van een Vlaams barmeisje ruïneerde, bevindt hij zich nu midden de Belgische troepen in het noorden van Afghanistan.
Een eerste opmerking hieromtrent is dat het mij verbaast dat beide ministers van landsverdediging zo opgaan in het soldaatje spelen hoewel ze in de oppositie zijnde een standpunt innamen tegen alle militaire deelname waar ook maar op de aardbol. Herinner u de beelden van Flahaut met een lederen tankhelm op aan het stuur van een vervaarlijk pantservoertuig.
Dat even terzijde gelaten, is het nu toch wel zo dat onder het bewind van de CD&V-er De Crem de deelname van de Belgische militairen even werd uitgebreid. Er werden wat grondtroepen naar de conflictzone gestuurd en tevens vier F-16vliegtuigen met piloten en onderhoudspersoneel ter plekke gestuurd. Enerzijds waren de vliegtuigen bestemd voor ondersteuningsoperaties onder bevel van de NAVO en geen eigenlijke aanvalsmissies en anderzijds waren de leden van de landmachtcomponent eigenlijk niet belast met militaire operaties, maar met de opleiding van Afghaanse militairen en politiemensen.
Wil dat nu toch wel lukken zeker dat ze deze week mee het pad optrokken om als goede trainers hun leerlingen te vergezellen bij veiligheidsoperaties die de bedoeling hadden om Al-Quada en Taliban-tegenstrevers te zoeken en aan te houden. Alhoewel de opleiders zich voortbewogen in de tweede veilige linie volgens de officiële bronnen ter plekke, stond het hele parlement van onze heldennatie weeral eens op zijn kop met de SP-A uiteraard aan het hoofd van de colonne tegenbetogers. Natuurlijk dat de oppositie en de Waalse PS geen kans onbenut zouden laten om de man te tackelen, hijzelf had het immers maar al te graag gedaan tijdens zijn oppositiekuur en als fractieleider van de CD&V. Maar toch zijn er enkele vragen die zich moeten stellen en enige zaken die op orde moeten gesteld worden en dit onafhankelijk van de betrokken politici.
Tijdens mijn bijna elf jaar militaire loopbaan heb ik me dikwijls gedragen als een soort rebel t.o.v. de militaire leiding en de politiekers die verantwoordelijk waren voor de instandhouding van het Belgische leger. Het was de tijd dat er nog een tiende provincie bestond in de toenmalige Bondsrepubliek Duitsland, dat er ook nog dienstplichtigen opgeroepen werden en dat men sprak van de B.S.D.: de Belgische Strijdkrachten in Duitsland. In de BSD gelogeerde militairen hadden recht op een soort vergoeding om tegemoet te komen aan de bijkomende kosten wegens verblijf in het buitenland en deze was uiteraard verschillend volgens de rangorde die het individu invulde in de hiërarchie. Als onderofficier ontving ik meer dan een beroepssoldaat of korporaal, maar dan weer minder dan een officier, hoewel de levensduurte voor alle categorieën quasi identiek was. Maar dat is eigenlijk niet het grootste probleem geweest dat militairen ontmoetten tijdens de vervulling van hun opdrachten. Tenslotte ben je militair en ga je voor defensieve of offensieve opdrachten naargelang van de omstandigheden, wel wetend dat je hierbij gekwetst of gedood kan worden. Het enig obstakel dat je dan ondervind, is de manifeste onwil om je hierbij te voorzien van degelijk en voldoende middelen en dat maakt frustratie los.
De meest belangrijke hindernis werd gevormd door een constant gebrek aan middelen en dit grotendeels te wijten aan de veel te kleine dotatie aan financiële fondsen. Dat deze in grote mate afhingen van de politieke bereidheid om centen los te maken, hoeft niet gezegd. Maar bovenal meen ik te mogen stellen dat alle tekortkomingen vooral voortkwamen uit een aversie vanwege de politiek om te investeren in wat een performant en efficiënt militair apparaat had moeten zijn. Want me moeten consequent zijn: ofwel kiest men voor een militaire constructie en maakt men deze zo goed mogelijk en bijgevolg investeert men voldoende in middelen en personeel ofwel verkiest men geen leger te hebben en ontmantelt men alles wat militair is en maakt men een uitsluitend civiele gemeenschap wat daar ook de gevolgen van kunnen zijn. Maar neen, België en zijn politiekers hebben altijd al gekozen voor een vlees noch vismentaliteit en spijtig genoeg bevinden ze zich hier dan in het gezelschap van mossels.
Waarom ben ik zo hard? Een woordje geschiedenis is hier dan wel op zijn plaats. Al is geschiedenis geen evenement waarnaar je steeds moet omkijken om er met schrik mee om te gaan, is het een bagage die je steeds meeneemt in je rugzak naar de toekomst en waarin de elementen zitten die je voor het uitzetten van die toekomst broodnodig hebt. Niet voor niets stellen erudiete mensen dat je moet leren uit de geschiedenis, maar helaas falen velen daarin.
Ons land heeft in de loop der tijden meer geleden onder diverse bezettingen dan vele andere naties. Hieruit is een zekere vorm ontstaan van plantrekkerij en vindingrijkheid om aan de rampspoed het hoofd te kunnen bieden, maar heeft tevens een soort van gelatenheid gegenereerd die haast gênant wordt.
Toen in augustus 1914 de Duitsers ons land via Luik binnenvielen zaten vele van onze jongens in aftandse forten uit de tijd van Vauban of naar zijn concept. Hun mitrailleurs werden nog getrokken door hondenkarren. De geweren waren aftandse Mausers gekocht in Duitsland en het geschut bestond uit stukken van maximaal 270 mm. Daartegenover stelden de Duitsers nieuwe generaties van Mausergeweren, een zeer snelvurende mitrailleur en voor het slechten van de vestingmuren vanaf midden augustus 420 mm geschut van Krupp of van Tsjechische makelij.Ze beschikten al over moderne verplaatsbare keukens terwijl onze jongens aan de IJzer gedurende lange periodes geen maaltijd zagen doorkomen en toch met alle middelen standhielden tegen een oppermachtige vijand. De politici, die stelselmatig het budget voor het leger naar beneden haalden, zaten toen al lang in betrekkelijke veiligheid in buurland Frankrijk. Al vlug kwamen onze jongens zonder munitie te zitten voor hun veldgeschut en vermits ze het niet bij de vijand konden bestellen, moesten ze zich tevreden stellen met aangeleverde obussen door de Franse bondgenoot. Deze ammunitie paste niet helemaal en snel bleek dat de kanonnen hiermee ernstig beschadigd werden. Maar dat was nog altijd geen probleem voor onze toenmalige politici want die zaten nog altijd hoog en droog in hun veilige salons.
Toen in mei 1940 de Duitse vijand nog eens op een laffe manier de integriteit van ons land schond, werden we terug verrast en onvoorbereid desondanks de verwittigingen die her en daar al binnengekomen waren. De meeste soldaten, van o.a. de klasse 1912 waarbij mijn vader hoorde, waren al meerdere keren gemobiliseerd, terug naar huis gestuurd en moesten uiteindelijk op de morgen van 8 mei haastig hun eenheden vervoegen om hoofd te bieden aan de vijand die bij het krieken van de dag de grens overschreden had. Uit de verhalen van die mensen blijkt weerom hoe armzalig de uitrusting van de manschappen was en met welke weinige middelen zij op pad werden gestuurd. Voorafgaand aan dit moment hadden heel wat anti militaire maatregelen een rem gezet op het logistieke park van het Belgisch leger en had men heel wat uitgespaard tijdens de oefeningen. Bij de socialisten was een beweging ontstaan die zich het Gebroken Geweer noemde en op allerlei manieren stokken in de wielen stak op de modernisering van het militaire apparaat. Zoals zovelen werd mijn vader ook verplicht stelselmatig terug te trekken, om tenslotte aan de Leie de ultieme strijd aan te gaan die ze helaas moesten staken bij gebrek aan munitie voor zijn antitankgeschut in zijngeval en van andere munitie voor de andere soldaten. De Duitse vijand, die zijn les tijdens de eerste wereldoorlog, kon aldus vermijden dat ditmaal weer een stellingenoorlog werd uitgevochten. Alleszins vertelde mijn vader me dat ze tijdens beschietingen en bombardementen door de fameuze Stukas en andere Messerschmits geroepen hadden op hun eigen luchtmacht, maar die er niet door gekomen was. Dit alles was het gevolg van de rampzalige budgettaire politiek die de regering gevoerd had ten aanzien van zijn leger en weerom zaten de heren politici op een veilige plaats te roepen dat de soldaten moesten volhouden. De meeste onder hen waren immers overgestoken naar het Verenigd Koninkrijk waar ze huisden onder de veilige vleugel van de Britse kroon.
Tijdens de burgeroorlog in Rwanda, waren ook heel wat soldaten uit ons land betrokken onder de vlag van de U.N.O en ook daar werden ze geconfronteerd met manifeste tegenwerking. Om een schot te lossen moesten ze via hiërarchische weg de toelating vragen om dit te mogen doen. Gelukkig moesten ze geen formulieren in drievoud vijf dagen op voorhand invullen, maar mochten ze het per radio doen. Wat betekent dit voor een detachement onder rechtstreekse bedreiging van een schietgrage en moordzuchtige tegenstrever? Het resultaat was echter dat tien van onze paras het leven lieten ondanks hun hardnekkig verzet. Dat ze eerst werden ontwapend en toch nog gewapende weerstand konden bieden aan de slachterij zegt veel over hun moed en wil tot leven. Het vervolg leek wel een vaudeville. Er werd veel gediscussieerd over wie nu eigenlijk verantwoordelijk was voor het hele gebeuren bijna werd het peloton beschuldigd maar dit werd tenslotte toch maar verworpen en nam men de maatregel om alle Belgische troepen te evacueren met achterlaten van de onschuldige mensen die ze eigenlijk hadden moeten beschermen. Jaren later bestond de toenmalige eerste-minister, Verhofstadt het om zich bij de Rwandese autoriteiten te verontschuldigen voor het gedrag van de Belgische soldaten. Verontschuldigen waarvoor, mijnheer Verhofstadt? Voor het feit dat onze mensen zich eerst lieten ontwapenen, om daarna vechtend ten onder te gaan? Of omdat ze het nog gedurfd hebben zich te verweren? Waarvoor, mijnheer Verhofstadt?
Terug naar het heden waar onze soldaten ingezet worden in Afghanistan. Onze opleiders gaan mee in actie, weliswaar in tweede linie als lesgever en adviseur, maar ze gaan mee en uit die toestand zou het inderdaad kunnen gebeuren dat ze ook slachtoffer worden met in het beste geval kwetsuren en in het slechtste geval de dood als gevolg. Ook de oppositie gehoord? Het klonk bijna als een kleuter: Meester, hij heeft het ons niet op voorhand verteld!.Bij zijn terugkeer zal De Crem ferm op de rooster gelegd worden, hij zal zich moeten verantwoorden voor de inzet van militairen in actie.
Op het terrein bevinden zich manschappen van de Paracommandos, mannen en misschien wel vrouwen, die speciaal opgeleid worden om verkenningsopdrachten, offensieve en defensieve acties tot een goed einde te brengen in de meest barre en ongunstige omstandigheden. Allen weten dat ze inzetbaar zijn en dat ze hierdoor slachtoffer kunnen worden. Niet dat ze lachend de dood tegemoet gaan, maar wel gevolggevend aan hun motivatie en inzet die hen gebracht heeft op de plaats waar ze zijn.
Wordt het nu dan geen tijd dat onze heren en dames van het halfrond en van de pluchen senaat eens tot een volwassen houding komen? Wordt het niet hoog tijd dat de politici hun verantwoordelijkheid nu eens ten volle uitoefenen en zich niet verschuilen achter halfslachtige uitleg.
Ofwel laat je een leger toe en zet je de militairen in voor wat ze opgeleid zijn in de wetenschap dat het vandaag defensief is en straks dan weer offensief zal zijn en dat hierbij nu eenmaal slachtoffers kunnen vallen, maar dan zorg je ook dat ze hun opdracht in de best mogelijke omstandigheden kunnen vervullen. Zorgt men voor voldoende logistieke en andere bijstand en werkt men een degelijk plan de campagne uit waarbij rusttijden en roulement ingecalculeerd worden ofwel kiest men er radicaal voor om het leger volledig af te schaffen. Dan moet men geen logistiek meer voorzien en dient men geen verantwoordelijkheid meer te nemen.
Kan men echter dergelijke consequente houding verwachten van een bende waarvan de meerderheid bestaat uit opportunisten vooral begaan met de veiligstelling van hun eigenbelang en hun postje? Met zo min mogelijk verantwoordelijkheid nemen zo vlot mogelijk door de loopbaan glijden?En dan maar verwonderd zijn dat de mensen niet meer in de politiek geloven!
Het moet nu maar eens gedaan zijn met het blog te laten liggen. Er is te veel aan het gebeuren om er geen aandacht aan te besteden. Er zijn weliswaar enige problemen opgetreden met familieleden die niet alleen een ernstige ziekteperiode meemaakten, maar bovendien nog noodgedwongen wegens de omstandigheden opgenomen moesten worden in een rustoord. Zelf hebben ze geen kinderen, maar voor mij hebben ze een hele tijd moeder en vader gespeeld en daarom dat ik er eveneens zo veel tijd wil insteken en dat een heleboel dingen een beetje in de vergeethoek geraakten, net zoals het bijhouden van dit blog.
Als de lente komt in t land dan geraakt alles weer in bloei en stroomt het bloed waarschijnlijk ook sneller door de aderen, het geeft zo te voelen een boost aan het menselijk omhulsel en dat veroorzaakt blijkbaar nieuwe energie. Komaan, dus, laat ons er nog maar eens tegenaan gaan. Er is zoveel te bespreken.
Jean-Marie De Decker laat van zich horen.
Het zal België maar zijn. Naar mijn weten liet nog geen enkel politicus de gangen van een collega nagaan door een detective, maar Jean-Marie die deed het toch maar weer. Van een stunt gesproken.
De media hebben er vol van gestaan en de televisie ruimde een belangrijke plaats in voor debatten met en zonder de betrokkenen over dit heikele onderwerp. Naargelang van de ideologie waren de standpunten neigend naar een voor, dan weer naar een tegen. De meeste informatiekanalen echter waren tegen: nog nooit gezien! Een brug te ver!Dit is er over! en andere van dergelijke standpunten vielen met de haverklap op de zetmachine. Als je nu weet dat de meeste media in handen zijn van de blauwe partij, dan is het begrijpelijk dat een standpunt tegen De Decker en zijn praktijken werd ingenomen.
Wat zijn de feiten? In een wanhopige poging om een begroting in evenwicht te presenteren, heeft de paarse regering onder Verhofstadt in de loop van haar legislatuur nogal wat openbare gebouwen verkocht aan private kopers om ze daarna terug te leasen met contracten die in de toekomst meer zouden kosten dan de opbrengst van de verkoop ooit zou kunnen dekken. Deze Sale en lease backmethode is spijtig genoeg geen uitvinding van paars, maar de illustere CD&V-er Etienne Schouppe deed het hen als grote baas van de toen nog eengemaakte nationale maatschappij van Belgische spoorwegen netjes voor. De opmerkingen die uit die hoek komen zijn dan op zijn minst misplaatst.
Maar in ons geval werden ook enkele gebouwen verkocht die o.a. toebehoorden aan het departement van justitie en Jean-Marie D.D. had zo het stille vermoeden dat een deel van de opbrengst afgeleid was naar een duistere bestemming. Met andere woorden, hij verdacht minister De Gucht er van om een deel van de verkoopsom in eigen zak gestoken te hebben.
Dat De Decker hierbij geen beroep deed op de geëigende kanalen van een gerechtelijk onderzoek, mag geen verbazing wekken. In dergelijke zaken heeft justitie nog niet te dikwijls een neutrale, laat staan doortastende werkwijze getoond. Herinner u het onderzoek betreffende de mogelijke verkoop met voorkennis van Fortis-aandelen door diezelfde De Gucht? In een mum van tijd wist justitie met zekerheid te stellen dat er van voorkennis geen sprake was en dat de minister van buitenlandse zaken en zijn echtgenote van alle blaam dienden gezuiverd te worden. Het ware mooi moesten alle onderzoeken in België zo vlug verwerkt worden, maar dat is meestal niet het geval. Al te dikwijls laat het Europese gerechtshof weten dat de redelijke termijn inzake gerechtelijke onderzoeken en vervolgingen in ons landje al te zeer de spuigaten uitloopt. Vergelijk bijvoorbeeld de tijd die het Oostenrijkse gerecht nodig had om onderzoek, proces en strafmaatregel te bepalen betreffende de incestueuze vader die zijn dochter gedurende jaren opsloot en misbruikte, met de afloop van de zaak Dutroux. Zo kunnen er nog vele voorbeelden geciteerd worden, maar ik vermoed dat we die genoegzaam kennen om te weten dat justitie in ons land niet alleen op een klassenjustitie lijkt, maar bovendien uiterst traag maalt. Om er buikpijn van te krijgen en dan nog niet gesproken over de wijze waarop men hier aan rechtspraak doet, maar dat zal in een volgend artikeltje wel ter sprake komen.
Feit is dat De Decker een privé detective onder de arm nam en deze de opdracht gaf om de feiten te onderzoeken. Jean-Marie D.D. heeft echter naar mijn mening enkele dingen over het hoofd gezien, wat me eigenlijk wel verwonderd van een man die toch wel een zekere intelligentie bezit. Als men er van overtuigd is dat geldstromen gegaan zijn via belastingsparadijzen, moet men zeer bewust zijn van het feit dat juiste inlichtingen hierover bekomen haast onbegonnen werk is. Het bankgeheim is daar zo dichtgemetseld dat het meer dan moeilijk wordt om integere en juiste informatie los te krijgen. Zelfs officiële zendingen rogatoire commissies lukken daar amper in, laat staan een detective die geen enkel officieel mandaat kan voorleggen om info te bekomen. Als hij dan toch wat resultaat wil hebben, dan zal hij bijna verplicht zijn om over te gaan tot een poging iemand van de bank om te kopen om vooralsnog de nodige informatie te vergaren en daarbij nog bewijsstukken te voorzien die relevant zijn. Dit is uiteraard niet goedkoop en de vraag kan dan gesteld worden of dergelijk bedrag wel ter beschikking stond. Nevenaspect van dergelijke werkwijze is uiteraard dat ze niet zeer proper is en dat de bewijsstukken niet mogen dienen voor een rechtszaak hier te landen wegens op onregelmatige wijze bekomen.
Dat de feiten naar boven zouden komen, kon hij al evenzeer weten. Niet alleen is er veel gekibbel in zijn partij omwille van de postjes Jean-Marie! maar hij zou wellicht de eerste zijn om iets dergelijks zelf aan de grote klok te hangen. Dat hij toch doorbeet betekent dat hij ofwel zich volledig misrekende over zijn medepartijgenoten, hetzij zeer sterk overtuigd was van zijn gelijk en de mening toegedaan dat hij met een klinkend schandaal kon uitpakken. Het zou inderdaad wat geweest zijn!
Als je deze feiten zo overleest, dan kan ik moeilijk twijfelen aan zijn intelligentie en politiek instinct en heb ik de neiging om te denken dat hij misschien toch wel ergens iets op het spoor was dat absoluut niet koosjer is. Of het om een persoonlijke afrekening gaat met De Gucht, kan echter ook, maar dan moeten we er van uitgaan dat alle rationele handelswijze De Decker dan terzijde heeft gelaten en zich heeft laten meesleuren door zijn emoties.
Is de gebruikte methode er over? Bij deze vraag heb ik een dubbel gevoel. Mijn rationele kant zegt me dat we hiermee een gevaarlijke richting in gaan en dat het eigenlijk niet gepermitteerd is. Welke wegen gaan we op als iedere toekomstige politieker zich permanent de vraag moet stellen of hij al of niet gevolgd en gecontroleerd wordt door een of andere stille? De persoon die recht in zijn schoenen staat hoeft zich weliswaar geen zorgen te maken, maar ik kan me best voorstellen dat men er zich ongemakkelijk zal bij voelen. En waar ligt dan de grens van de bekendmaking? Bij het overschrijden van een oranje verkeerslicht, bij het rendez-vous met een of andere nieuwe liefde? Of bij een ander liefdesgedrag anders dan het gebruik van de missionarishouding? Anderzijds kan ik het evenwel toch wel een beetje begrijpen. Als ik zie met welke inefficiëntie justitie in ons land te werk gaat, welke archaïsche houding en methodes nog gebruikt worden door het departement en de wereldvreemde houding die een zeer groot aantal magistraten aan de dag legt, dan kan ik me wel voorstellen dat men grijpt naar andere middelen.
Dat deze actie als een boemerang terug in zijn gezicht zou komen, kon Jean-Marie D.D. zich toch wel voorstellen, daarvoor is hij een te controversieel persoon, maar dat het hele UFO ging zijn, dat kon hij naar alle waarschijnlijk niet vermoeden, maar dat is wel wat hem nu overkomt.
Is het de bond beter leefmilieu die met dit voorstel kwam? Ik denk het wel. Met een theoretische uiteenzetting over vermindering van dodelijke verkeersslachtoffers en minder files tracht men dit te verkopen. Is dit een realiteit ?
De laatste twee weken reed ik bijna dagelijks van thuis (tegen Brussel) naar Brasschaat en terug. De E19 is het onderwerp van heel wat werken rond Zaventem die het verkeer daar vertragen, maar eens voorbij Zemst, zou de resi vlot moeten verlopen. Zou, zeg ik wel, want in de praktijk komt dit helemaal anders uit. Het rechtse rijvak wordt vooral ingenomen door het zwaar verkeer en de trager rijdende autos, het middelste rijvak wordt dan weer gebruikt door weggebruikers die met een gezapige snelheid die meestal zelfs geen 100 km per uur bedraagt alsmaar op dat rijvak blijven en het linkse rijvak tenslotte is dan het vak waar het sneller verkeer tracht tenminste tegen 120 km per uur te evolueren.
Niets is echter minder waar. Het verkeer op het midden rijvak, vaak geholpen door vrachtwagens die gedurende kilometers een inhaalmanoeuvre uitvoeren, veroorzaakt op het linkerrijvak vertragingen die het verkeer aldaar in file brengt met een gemiddelde snelheid van ronde de 80 km per uur. Vele van de middenvak-rijders blijven zo ettelijke kilometers gezapig op dat rijvak hangen en voegen rechts niet in al is er daar soms een opening van meerdere honderden meters. Het is tergend en onverantwoord rijgedrag.
Stel je nu voor dat de algemene snelheid teruggebracht wordt tot maximum 100 km per uur. De meeste vrachtwagens houden een snelheid aan van 80 à 90 km per uur. We gaan er maar eens utopisch van uit dat er geen enkele een inhaalmanoeuvre doet, maar op het middenrijvak blijven de geharde racepiloten aan een snelheid van 90 à 100 km rijden. Wat dan met de linkse rijvak voerders die ook maar maximum 100 km per uur zouden mogen rijden? Dan verkrijg je uiteraard blokfiles van voertuigen die haast aan dezelfde snelheid naast en achter elkaar over de weg karren.
Mijnheer X, die tegen 90 km per uur op het middelste rijvak evolueert, voelt zich tegengehouden door zijn voorganger, die maar 80 km per uur rijdt en dus wil hij toch wel eens voorbijsteken. Maar o wee, links naast hem rijden ze al niet veel vlugger. Dan maar pinker op en doorgang forceren zeker. Ik zie het zo al voor me.
Een vlot verkeer zorgt voor een minder verbruik. Een voertuig dat optrekt in de kortst mogelijke tijd verbruikt tamelijk veel, maar eens op kruissnelheid gekomen, daalt het verbruik aanzienlijk. Men moet de boordcomputer maar eens goed in het oog houden. Het geurig afremmen en weer snelheid nemen zorgt voor een groter gebruik en een grotere sleet van remmen en banden.
Het zorgen dat verkeer vlot en regelmatig doorgaat , is de oplossing voor een milieuvriendelijker gebruik van de autosnelwegen.
Naar mijn bescheiden mening is de oorzaak van de dodelijke ongevallen vooral een gevolg van onverantwoord rijden. Het niet respecteren van de andere voerder, geen rekening houden met de eventuele beperktheden van andere voertuigen. Wanneer we in onze wagen kruipen veranderen we blijkbaar in een wolf op zoek naar een prooi.
De snelheid terugbrengen tot 100 km per uur is volgens mij dan ook geen oplossing. De oplossing ligt vooral in een mentaliteitsverandering waarbij in belangrijke mate rekening gehouden wordt met de andere weggebruikers.
Te snel en onaangepast rijgedrag zorgt allerminst voor een grote tijdwinst, tenzij men vlugger naar de eeuwige jachtvelden wil.
Maar ook hier is ieder gewond of gedood medemens, een gewond of gedood medemens te veel.