Ik ben Letourneur Leo, en gebruik soms ook wel de schuilnaam spitfire.leo.
Ik ben een man en woon in Wolvertem (België) en mijn beroep is met pensioen.
Ik ben geboren op 22/01/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: eerste en tweede wereldoorlog, geschiedenis en zo voort.....
als een spitfire door de lucht
mijmeringen en andere gedachten
03-07-2009
Straks is het zover!.Yasmine
Straks is het zover .Yasmine
Straks nemen familie, vrienden en fans definitief afscheid van Yasmine in dit aardse leven. Wie een beetje haar geschiedenis volgde, kon mee kon mee genieten van haar evolutie van een speelse meid naar een mooie, jonge, dynamische vrouw op zoek naar het lied van haar leven. Het speelse, populaire genre maakte met de tijd ruimte en plaats vrij voor het meer ernstige chanson en de laatste tijd zelfs voor diep doordachte van poëzie doordesemde teksten. Haar liederen waren niet vrijblijvend meer, maar eerder een spiegel van haar gemoed.
Al was er hier in dit landje geen commerciële markt voor, toch kon ze mensen boeien en naar de zalen trekken om er te luisteren naar haar performance. Want dat was het telkens weer: een performance van het luisterlied waar hart en ziel in gelegd werden.
Straks is het dus zo ver. Mooie teksten en meelevende familie, vrienden en collegas zullen de ceremonie een extra cachet geven en velen zullen bij het buitengaan zeggen dat ze het mooi vonden. Maar mooi zal het allerminst zijn, we nemen immers afscheid van een mens die verkoos aan het leven een einde te maken omdat ze voelde dat de liefde haar in de steek liet en ze dit niet aankon.
Ons verstand, de rationele mogelijkheid om over dingen na te denken en een richting te geven aan ons leven, onderscheidt ons van de dieren. Je zou dus verwachten dat een mens Yasmine in dit geval in tijd van moeilijkheden de koers kan verleggen om een aanvaring te vermijden. Helaas, is niet iedereen hiertegen gewapend en geraakt de boot op drift. Geen psycholoog, geen psychiater kan hieraan een zinnige uitleg geven, want de menselijke geest blijft een geheimzinnig element waarvan niemand de diepste roerselen kent. Hoe wordt emotie losgemaakt? Waarom is liefde bij de ene mens heel normaal, maar bij de ander dan weer zo destructief? Waarom kan de ene persoon zich gemakkelijk herstellen van een liefdesbreuk en waarom zal de ander dan weer kiezen voor een ultieme vlucht vooruit? Buiten het feit dat men de elektrische stromenlijn in de menselijke geest tegenwoordig kan vaststellen en zelfs meten, blijft de boodschap die meegedragen wordt een zorgvuldig toegedekt geheim. Geen onderzoeker, geen machine, geen enigma, is in staat de code te breken van het menselijk denken. Gedragspatronen onderscheiden lukt nog juist, maar de fijne oorzaak er van vinden, lijkt vooralsnog onbegonnen werk. Eeuwen wetenschap en filosofie zijn er nog niet in geslaagd om het doemdenken te verslaan.
Straks is het dus zover..Yasmine we zullen tot het besef komen dat je liefde zo grenzeloos diep was, dat je geen oplossing vond om de breuk te verwerken, laat staan te helen. We zullen tot het besef komen dat we je jongensachtige lach zullen moeten missen, dat we je stem nog alleen zullen horen van op een kunstmatige drager, maar dat je levende menselijke warmte daarachter ontbreekt. Diep in mij zal ik je woorden meedragen:
Zo onbereikbaar, zo veraf Zo oninneembaar, ver van mij Leef jij jouw leven Ik voel je hart, klopt diep in mij
Al gaat mijn leven verderen zal ik niet iedere dag meer aan je denken, toch: Diep in mij ben ik betoverd Diep in mij door jou veroverd Doe jij me dromen, maak jij me vrij Kom voel het bloed sneller stromen in mij
Je droom kon je niet waarmaken doordat de liefde je even vergeten was, toen je zong: Ik wil beminnen, heel dichtbij Jouw warmte willen, aan m'n zij Wie houdt ons tegen Want voel jouw hart, klopt diep in mij en dit dus allemaal even achterwege bleef. Je moedeloos aan je lot overliet.
Toen velen plompverloren liepen in je wondermooie ogen maar geen woorden vonden, zong jij je liefde uit over de wereld die mocht weten hoe jij je voelde: Diep in mij ben ik betoverd Diep in mij door jou veroverd Doe jij me dromen, maak jij me vrij Kom voel het bloed sneller stromen in mij Diep in mij, diep in mij Het was een van je mooie levensliederen, Yasmine, een getuigenis van een wondermooie, diepe liefde zoals je die zelden nog tegenkomt, maar dan weer zo typisch voor wat je karakter was: als je voor iets ging, dan ging je helemaal en diep.
Hoe diep het allemaal in je hart gegrift stond, kon niemand bevatten, maar dieper dan diep zal het geweest zijn. Zo diep dat je geen mogelijkheid meer zag om naar boven te komen. Zo diep dat je verkoos mee ten onder te gaan, liever dan het risico te lopen voor altijd gekneusd te moeten verder leven.
Liefde kan mooi zijn, maar soms vreet ze net als bij een revolutie haar eigen kinderen op. Spijtig dat je geen andere weg meer vond of het juiste kompas moest missen, want om het met je eigen woorden te parafraseren:
Diep had je sommigen in jou betoverd, diep in hun hart had je velen veroverd. Velen deed je dromen en maakte je vrij. Bij menigeen deed je het bloed sneller stromen
Diep in hen, heel diep in hen.
We zullen ons moeten tevreden stellen met de herinnering, met nu en dan je stem vanuit een kunstmatige drager, van op het scherm je twinkelende ogen en je eeuwige glimlach moeten bewonderen. Diep in ons zullen we het koesteren en wanneer het nog eens boven komt met genegenheid terugdenken aan de mooie momenten die je wilde delen met zovelen.
Sinds half januari is het ten huize spitfire nogal hectisch geweest. Een beetje multitasking van hier en een multitasking van daar zodat de dagen voorbijvlogen tegen supersonische snelheid. De zorg voor de laatste tante en haar echtgenoot hier in Belgenland zijn er nu eveneens bijgekomen en hebben een onverwachte belasting teweeg gebracht. Niet dat ik het niet graag doe want het zijn best goede en lieve mensen, maar soms voelt het als een loden gewicht dat aan je benen bungelt en heel wat van je kwiekheid begrenst.
Soms denk ik dan wel eens: laat me er even uitstappen uit die agenda en dan denk ik daarbij aan het lied van Gunther Neefs dat het heeft over dit vermaledijde stuk tijdsnotatie. Maar dan komt de zorg om onze hond weer boven. Het is een Mechelaar met een formidabele trouwe aanhankelijkheid die nu op 14 juli aanstaande de Franse nationale feestdag 12 jaar zal worden, hetgeen in mensentaal zo wat overeenkomt met 100 jaar! Het ging hem tamelijk goed tot over een maand of twee terug, dan is precies voor hem ook alles in een stroomversnelling terechtgekomen. Alles begon met problemen bij het traplopen. Een spuitje kon de pijn van een mogelijke reuma of ander ongemak aan heup of ruggengraat nog verhelpen, maar nu treedt sterke vermagering op, verlies van eetlust en soms moeilijke verplaatsingen. Een oude pei, zouden ze in Brussel zeggen. Wat zijn eetlust betreft, lijkt me die alsmaar selectiever te worden. Daar waar voorheen droge korrels met veel vers water zijn standaard menu uitmaakten, bedankt hij tegenwoordig feestelijk voor de korrels die hij zeer mondjesmaat naar binnen kraakt, maar focust zijn aandacht vooral op wat op tafel bij vrouwtje en baasje verschijnt. Er zijn twee mogelijke vormen van aandachtvragen die hij hierbij gebruikt: ofwel legt hij zich neer naast mij en blijft me met van die smekende ogen bekijken (krijg ik nou nog iets, mededogenloze baas?), ofwel legt hij zijn kop op mijn knie en voel ik die binnen de kortste keren doornat worden van de zever die uit zijn bakkes loopt. Aangenaam warm in den beginne, wordt dit later evenwel een koude plek waar soms een haardroger de enige oplossing brengen kan.
Ik troost me met de gedachte dat hij niet lijdt en dat ik bijgevolg geen stappen moet ondernemen om het dier uit zijn aardse leven te verlossen. Nog niet, want vroeg of laat komt dit ogenblijk toch weer wel, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik daar tegen op zie. Mensen die nooit dieren in huis hebben gehad, bevatten dit nauwelijks, dat je zo een kan worden met wat zij doorgaans noemen een beest. Misschien lijkt het voor sommigen raar, maar mijn Rakker is gedurende 12 jaar mijn compagnon de route geweest voor vele dingen. Hij was de enige die me altijd zonder uitzondering altijd met liefde en vreugde tegemoet kwam als ik weer eens na een lange dienst doodop naar huis kwam. Heel de wereld mocht zich tegen mij keren, hij niet! Hij heeft mij maar de andere gezinsleden vaak gelukkig gemaakt door zijn zotte attenties en waakzame trouw en ik hoop maar dat we hem dat voldoende hebben kunnen teruggeven.
Ik zie er echt tegen op om hem te moeten missen. En het lost mijn vermoeidheid een beetje op zodat ik me nu voorneem om hem nog eens flink onder handen te nemen, hem te strelen achter zijn oren zodat ik zijn kop weer mag voelen drukken tegen mijn benen als om te zeggen: oké, daar is goed of om zijn poot te voelen, die mijn hand naar zijn borst duwt als om te zeggen: baasje vergeet mijnborst en mijn buik toch ook niet! Onze verschillende taal is op die ogenblikken geen obstakel, we verstaan mekaar zonder woorden, mens en dier, dier en mens. Is dat geen mooie conclusie om voor het slapen gaan eens in eigen hart te kijken (cfr. Alice Nahon).
Dag lezer, het ga je goed de volgende dagen en nachten. En als je met verlof vertrekt, geniet er van.
Ik zal nu even vakantie en verlof uitstellen tot mijn lieve vriend de geest gelaten heeft of weer beter wordt, maar zonder spijt zal ik bij hem blijven omdat onze band nu eenmaal zo sterk is, maar ook omdat trouw van twee kanten komen moet en de zijne altijd voorbeeldig is geweest.
De directrice van het Atheneum in Antwerpen heeft het aangedurfd om voor volgend schooljaar het dragen van de hoofddoek te verbieden in haar school! Schande daalt over de school en over de stad neer, want dat doe je niet. Het laat ons toe om geen respect voor mevrouw de directrice te betonen, we onderbreken haar dus geregeld tijdens haar motiverende toespraak, dreigen met ons uit te schrijven uit de school en organiseren tevens opmerkelijk vlug een manifestatie waarbij we de gezegende hulp krijgen van onze Iman. Alle tegenstanders van het dragen van het hoofddoek worden dus met de vinger gewezen en lekker gestigmatiseerd. Lijkt toch allemaal logisch, zeker.
Alle gekheid op een stokje: de polemiek van het hoofddoek, de boerka en andere vestimentaire geplogenheden bij de moslimmeisjes vormen nu al een hele tijd en op veel plaatsen de aanleiding tot hevige discussies en ongeregeldheden. Het wordt dus hoog tijd dat men hierover een degelijk maatschappelijk debat houdt en dat mag m.i. gerust op Europees vlak gebeuren.
Onze westerse maatschappij heeft zich in lange vormingsgeschiedenis stilletjes de fundamenten gelegd van een maatschappij waarbij een zekere vorm van persoonlijke vrijheid wordt aangewend en het religieuze leven meer en meer losgemaakt wordt van de individuele en sociale gedragingen. Godsdiensten zijn dan ook meer verworden tot raadgevende eerder dan dwingende leefregels. Godsdienst is een individuele vrijheid die eenieder vrij staat aan te kleven en te beleven volgens zijn eigen geweten voor zover er respect betoond wordt voor de ander. Het begrip vrijheid dat de Franse revolutie hoog in haar vaandel droeg, heeft in de loop der tijden zijn eigen weg gevolgd en zijn eigen invulling gekregen. De politieke leiders, die een regulerende macht zouden moeten zijn om een goed functionerende maatschappij te waarborgen, hebben de opdracht de waarden van het individu ten opzichte van het andere individu en ook ten opzichte van de maatschappij te definiëren en te doen naleven. Op deze wijze krijgt iedereen de mogelijkheid zijn eigen gaven te ontplooien zonder schade toe te brengen aan iets of iemand. De optimale toestand is zeker nog niet bereikt, maar er wordt toch aan gewerkt, al is het met vallen en opstaan, met schande en met scha.
Dat godsdienstige regels nu de bovenhand krijgen op de civiele leefregels, draait de klok terug naar het verleden. Het geeft bepaalde individuen veel macht over anderen en dit op een onaanvaardbare wijze. Natuurlijk is dat gelinkt aan de cultuur en natuurlijk zal het een werk van lange adem zijn om mekaar in alle sereniteit tegemoet te komen.
Dat meisjes niet gedwongen worden om het hoofddoek te dragen, zal in sommige gezinnen wel een feit zijn, maar het is denkbaar dat in de meeste gevallen juist het tegenovergestelde het geval is. De moslimwereld is een mannenbastion bij uitstek. De mannen vormen de macht, de mannen leggen de regels op. Zolang dit het geval blijft, zullen de meisjes slachtoffer blijven van de dwangregels die hen door hun mannelijke tegenhangers worden opgelegd. Meisjes die nu verklaren geen dwang te ondervinden en het hoofddoek dragen uit vrije keuze, hebben waarschijnlijk een vorm van psychologisch gelijk. Als je in dergelijke cultuur opgroeit en van kleins af aan er op gewezen wordt dat het hoofddoek nu eens fatsoenlijk op je hoofd moet vastgemaakt worden, dan is met ter tijd dit in wezen een routine geworden die op dat moment niet meer ervaren wordt als een verplichting. Deze ligt immers in de indoctrinatie vanaf de prilste leeftijd. Meisjes die dit begrijpen en het hoofddoek niet meer willen dragen hebben geluk wanneer ze in een gezin leven waar vader en de andere mannen weinig of geen verzet hiertegen vertonen. Helaas, is dit niet het geval voor die meisjes die leven in een gezin waar het dragen van het hoofddoek als een verplichting gezien wordt en desnoods dwangmatig opgelegd wordt.
Onze maatschappij heeft nood aan een grondig debat waarbij een gezond compromis niet uit de weg gegaan wordt. Zo zouden perfect definities kunnen opgesteld worden die het dragen van het hoofddoek regelen. In de moskee bijvoorbeeld, of zelfs op straat zou het dragen van het hoofddoek in principe geen belemmering mogen ondervinden, maar op de speelplaats, in de klas, enz moet het hoofddoek dan weer afgenomen worden. Op dezelfde manier zou de vorm van de vestimentaire gewoontes kunnen vastgelegd worden: bijv. Geen boerka of geen gelaatsbedekkende kleding.
Tussen weldenkende mensen moet een compromis waar iedereen zich min of meer in terug kan vinden, toch mogelijk zijn?!
Dat zou pas een uiting van respect zijn en een snelle integratie mogelijk maken.
Komaan, wijze mannen van de politiek en wijze mannen van de islam, maak daar werk van!
De zangeres, presentatrice, duivel-doet-al, is niet meer. Zo vernamen we donderdagavond op de radio. Ik had juist mijn passagier afgezet aan station van Vilvoorde en de radio terug aangezet om nog wat muziek- en babbelgezelschap te hebben voor de verdere weg naar huis. Het einde van het nieuws klonk door de luidsprekers en in de samenvatting van de nieuwspunten werd het nog herhaald: Yasmine, werd dood aangetroffen.
Het kwam als een donderslag bij heldere hemel. Eigenlijk had ik niet gehoord hoe en wat er gebeurd was, maar ik voelde wel dat er iets niet juist was. De Antwerpse want dat was ze voor mij bezige bij straalde zulk een dynamische en vitaliteit uit, dat er iets niet pluis was.
Later die avond werd het bevestigd: de zangeres had zich van het leven beroofd.
Yasmine of Hilde Rens zoals haar echtenaam was, had me eigenlijk altijd al een beetje geïntrigeerd. Alhoewel ze geen krachtige stem had en geen opera-diva zou worden, sprak uit haar eerder tengere gestalte toch heel wat intrinsieke inhoud. De liedjes waren doorleefd en hadden hun eigen sonoriteit en betekenis. Het leek me een verademing te zijn ten opzichte van de opgewarmde commerciële rauwkost die gewoonlijk door de ether echode. Het gaf blijk van een eigen willetje, van een eigen karakter dat wel wist waarheen de tocht leiden moest, maar tevens besefte dat de weg vol hindernissen lag omwille van populariteit van de meestal inhoudsloze concurrentie.
Het meisje groeide uit tot een mooie vrouw en veel mannen zullen waarschijnlijk net als ik zelf trouwens wel graag verdronken zijn in haar mooie, speciale ogen. Samen met de eeuwige glimlach vormden ze natuurlijke sensualiteit die je voelde, zelfs door het scherm van een kijkkast heen. Groot was dan ook de desillusie voor menigeen macho, toen bleek dat ze het liever met meisjes deed dan met jongens. Maar was je een illusie armer toch kon je het haar vergeven, haar natuurlijk charisma was te groot om te blijven mokken.
Dat ze met de tijd een veel geziene figuur in de visuele media zou worden, leek wel in de sterren geschreven. De vlotheid waarmee ze met het medium en met publiek omging, leken wel een aangeboren gave te zijn. Op podia geconfronteerd met een massa mensen, leek het wel de meest natuurlijke zaak ter wereld dat ze als tengere meid de hele meute gemakkelijk in bedwang kon houden. Dit is niet iedereen gegeven, maar zij kon het.
Dat ze openlijk haar liefde toonde voor Alexandra, stoorde eigenlijk weinig mensen, maar het riep weeral bij vele jongens een gevoel van spijt op. Toen de relatie spaak liep, bleek het publiek zeer begripvol, maar toen ze haar nieuwe liefde, Marianne, voorstelde vonden vele mensen dat weer heel normaal. Vooral omdat haar geluk, haar intense gevoelens voor haar nieuwe levenspartner zo duidelijk afstraalden van haar gezicht, haar ogen en haar hele lichaam. Dat ze later een huwelijk aanging met Marianne werd dan ook algemeen aanvaard als de concretisatie van deze liefde. Een weer waren haar ogen die geheimzinnige donkere poelen waarin je eindeloos kon verdrinken.
Dat onlangs haar huwelijk met Marianne spaak liep, bleef bijna een fait-divers tussen alle mogelijke nieuws in. Haar carrière, haar gedurig bezig zijn, het alsmaar lopen in en onder de spotlights, leken voor mij althans een goede therapie om deze tegenslag te boven te komen. Had ze niet van alles bereikt waarvan vele meisjes alleen maar van konden dromen? Zo leek het althans.
Een zekere vorm van bewondering had me ook al in bezit genomen, toen ik de trouw beleefde waarmee ze haar vriendinnen verdedigde wanneer het hen niet zo voor de wind ging. Ik herinner me nog zeer goed dat Martine Prenen door de openbare oproep bijna van de ene op de ander dag gedumpt werd, omwille van wat, ja van wat?, en dat Yasmine klaar en duidelijk haar verdediging opnam en schande sprak over de wijze waarop de VRT Martine behandeld had. In medialandschap lijkt me dat niet zo evident te zijn.
Intimi, zoals Martine Prenen, hebben al verklaard dat ze blijkbaar onnoemelijk leed onder de breuk met Marianne. Ik behoor niet tot die kring, maar ik kan me wel inbeelden dat haar familie en vriendenkring met eigen ogen hebben vastgesteld hoe de liefde voor iemand je kan pijn doen. Maar dat dit zou lijden tot zelfdoding kon blijkbaar niemand bevroeden. In de pijn die zulke mensen ondervinden lopen ze inderdaad niet te koop met hun plannen, voor zo ver men al van planning kan spreken.
De situatie moet aan Yasmine gevreten hebben als een sluipend gif, daarbij nog de stress van een drukke agenda en een blijkbaar ingebakken perfectionisme. Het moet een verpletterende tijd geweest zijn voor haar en een of andere gebeurtenis zal wel de trigger geweest zijn om over te gaan tot deze fatale daad. Het is spijtig en verre van het te willen veroordelen, maak ik me de bedenking dat het leven voor de ene van bij de geboorte tot aan de dood een last betekent, dat voor de andere dan weer het schijnbaar alle mogelijkheden ontplooit maar dat toch nog veel ongekend lijden aanwezig is. Waar ligt dan de grens van een mensenweerstand? Waar gaat het zodanig mis dat men liever dit aardse tranendal verlaat dan verder te gaan met de betrachting het leven terug op te pikken? Welke signalen worden er uitgezonden, hoe moeten we ze erkennen en wat kunnen we er dan aan doen? Deze en nog vele andere vragen zullen haar familie en vrienden in deze dagen nog achtervolgen, net zoals bij zovelen die achterblijven na een geval van zelfdoding in hun naaste kring.
Het leven gaat verder, zegt men, maar voor diegenen die achterblijven zullen de herinneringen blijven en de vragen nu en dan terug opborrelen, zonder dat er antwoord komt. Ook dat is het leven, zo is het nu eenmaal.
Niemand is ooit komen vertellen of er werkelijk nog een soort ander leven is na de dood, maar moest dit wel het geval zijn, dan hoop ik van ganser harte dat Yasmine daar volop het geluk vindt dat ze in dit aardse leven aan haar voorbij moest laten gaan.
Mijn leven gaat ook verder, het valt nog niet stil, nu en dan zal ik aan haar denken of herinnerd worden, maar toch zal ik haar bij momenten missen al was het maar omdat ik niet meer in haar wondermooie ogen kijken kan.
Het ga je goed, Yasmine, daar op de andere oever, in de andere wereld. Dat je er rust, geluk en liefde moge vinden.
De titel van dit blog-artikel zou niet misstaan als titel voor een album van Suske en Wiske. De tekenaar Vandersteen was ook een kei in het plaatsen van scherpe commentaren in de luchtballonnetjes van zijn stripfiguurtjes en zijn verhalen hebben meestal ook een moraliserende of sociale boodschap.
Waar gaat het nu weer over zal u wellicht denken. Voelt u het al aankomen? We willen het nog eens hebben over dat Vlaamse wieleridool dat met zijn sappig Kempens accent menig supporter wist te bekoren.
Voor de derde keer al werd hij nu betrapt op gebruik van cocaïne, weliswaar tijdens testen buiten competitie, maar toch. Tot drie maal toe werden er argumenten bovengehaald die ook kinderen van het derde leerjaar gebruiken als ze betrapt worden op een of ander abnormaal feit. Ze konden geen uitleg geven, ze wisten het niet, ze waren in het zak gezet door iemand anders, ze waren onschuldig slachtoffer van een hetze en ga zo maar verder.
De mantel der liefde of de macht van het geld?
In normale omstandigheden wordt zulke renner door zijn ploegdirectie onmiddellijk geschorst en dikwijls ook nog ontslagen. Het kwam hier op neer dat de persoon in kwestie een beetje een paria werd en heel eenzaam door het kluwen van onderzoeken heen moest of geassisteerd door een of andere pleiter te betalen uit eigen zak. De rennersploeg had geen budget over om haar renner bij te staan, tenslotte moet iemand die met vuur speelt maar zelf op de blaren gaan zitten.
Niet zo in het geval Boonen, hij werd weliswaar geschorst in afwachting van wat verder te gebeuren stond, maar na een goed en verhelderend gesprek werd de ploegdirectie bereid gevonden om hem te begeleiden op de tocht naar een oplossing voor zijn vrijetijdsproblemen. De hulp van de Shrink, zoals de Amerikanen dat zo mooi kunnen verwoorden, werd ingeroepen en met de steun van de hele ploeg zou alles wel verder in orde komen.
Er werd zelfs met stelligheid verwacht dat Tommeke zijn wieleractiviteiten zou kunnen hervatten met een deelname aan de Tour de France. Maar dat was gerekend zonder het ASO het organiserend comité van de ronde dat eigenlijk niet anders kon dan haar sanctie van verleden jaar handhaven om in alle rechtvaardige logica te blijven. De UCI echter blies dan weer eens warm dan weer eens koud. Uiteindelijk was de vaststelling toch buiten competitie gebeurd nietwaar, en de volgende vergadering die de toestand zou bespreken zou toch maar samenkomen na het eindigen van de tour, zodat Boonen eigenlijk toch misschien, wellicht, denken we toch, zou moeten mogen starten in het Franse wielercircus, maar ja, uiteindelijk moest ASO hierover maar beslissen, maar zeker wisten ze het eigenlijk al lang niet meer.
Het ASO wist het eigenlijk ook al niet meer, kon het bos door de bomen van allerlei verklaringen al een hele tijd niet meer terugvinden en stelde alsmaar uit. Tot vandaag dus, want in het nieuws werd nu bevestigd: Boonen krijgt geen toestemming om te vertrekken in de ronde, m.a.w. weer geen groene trui voor het Kempisch fenomeen.
Het moet gezegd dat het team Quick-Step de laatste dagen nogal driest te keer ging o.a. door de ferme maar dreigende taal gesproken door de heer Lefèvre. Hij zou de hele wereld eens laten zien wat een onrecht ze zijn duurbetaalde en nu iets opbrengende pupil allemaal aandeden. Processen zouden ere komen, nooit geziene schadeclaims; men zou nu eens werkelijk kunnen vaststellen hoe een Vlaamse leeuw reageert als hij gekwetst is.
Deelname aan de Tour kost een ploeg heel wat geld, maar rittenwinst en dragen van classificatietruitjes brengt heel wat return in de kassa. Als je dan twee jaar achtereenvolgens je geldmachine in panne thuis moet laten en je daardoor toch heel wat centen aan je neus ziet voorbijgaan, tja, dan zou ieder normale persoon toch wel eens de pedalen verliezen zeker.
Want laat ons niet naïef zijn, als de mantel der liefde bovengehaald wordt en allerlei pure dreigementen en zelfs chantage toegepast worden, dan heeft dit maar een enkele reden: de lieve centen. Niet alleen grijpt de ploeg naast heel wat prijzengeld, maar ondertussen moet onze spurtbom nog eens doorbetaald worden, want zeg n u zelf: een vriendelijke jongen die liever de kat ontziet dan zijn auto en daardoor toch heel wat blik- en andere schade veroorzaakt, kan je zijnLamborghini en zijn luxe villa toch niet onthouden? De niet-deelname aan de tour is voor zijn ploeg dan ook een zware financiële aderlating. Maar niet getreurd want zoals in iedere western die zich respecteert is John Wayne met zijn compagnie bijna ter plekke om het onschuldige slachtoffer te redden uit de klauwen van de boze indianen op oorlogspad, te weten de dopingcontroleurs van WADA en andere instanties.
Waar eminente professoren tussenbeide komen
Sensatie in de media want twee eminente professoren van twee verschillende universiteiten hebben op vraag van het team en op basis van door hen ingebrachte hoofdharen van Tommeke, met eigen ogen vastgesteld dat Boonen onmogelijk gebruik kan hebben gemaakt van cocaïne, omdat de hoeveelheid van de drug die teruggevonden werd in die haren zo miniem is, dat ze slechts kan duiden op een onrechtstreeks contact met het roesmiddel.
Als voormalig drugsspeurder heb ik me dan eens aan het denken gezet, je kan immers alle dagen wat bijleren, nietwaar. Als je alle mogelijkheden op een rijtje zet en dan begint te elimineren, dan moet je er wel komen zeker. Dus .denk even mee!
Tommeke zit op een terrasje te genieten van een koel biertje. Iemand in zijn gezelschap of de ober misschien wel, hebben zo juist enkele lijntjes coke gesnoven. Het geprikkelde neustussenschot zet aan tot niezen en zie minieme partikeltjes speeksel gemengd met microscopische deeltjes van de drug verspreiden over het gezelschap en in de haren van ons wieleridool. Zie zo, case closed, ware er alleen niet de bedenking dat bij een volgende haarwasbeurt voor het slapen gaan? al die onzichtbare deeltjes mee door de afvoer gespoeld worden. Geen case closed dus.
Neen, Tommeke zit rustig op zijn terrasje te genieten van bla bla bla komt daar een meisje aan die de atleet ziet zitten en in haar prille verliefdheid haar idool aanvliegt en hem professioneel begint te tongzoenen.Tommeke te verbouwereerd en eerlijk gezegd ook aangenaam verrast laat een reactie een beetje wachten terwijl Lore keek en zag dat haar lief het goed vond. Alleen had de juffrouw in kwestie juist daarvoor haar tanden en mond duchtig ingewreven met coke, vandaar dat onze Tom er ook van had, natuurlijk. Joepie, case closed. Ware het niet dat dergelijke hoeveelheid zo miniem is dat ze in werkelijkheid niet tot in de haren geraakt wat nu?
Volgende mogelijkheid dan maar. Tommeke zit rustig op ..bla bla bla ..heeft nogal dorst en besteld zich een nieuwe frisse pint. Heeft iemand nu geproefd van het glas of heeft Tommeke uit medelijden iemand anders laten meedrinken? Stel dat die persoon nu juist toch wel wat sporen van cocaïne aan de binnenkant van zijn lippen heeft en toevallig blijven er wat sporen achter op het glas, dat Tommeke nu dorstig naar zijn mond brengt en leegdrinkt..toch wel juist op de plaats, jaaaa, waar de coke zich bevindt. U raadt het al, dit contact is dus de oorzaak van de positieve controle Case closed dus, ware het niet ..
Is het allemaal geen voer voor een Suske en Wiske album, dan kan je er toch een stationsromannetje mee vol schrijven. Er zijn scribenten die met dergelijk werk goed hun boterham verdienen en het moeten stellen met minder spannende scenarios.
De onduidelijkheid en de twijfel blijft
Kan men staat gaan op een onderzoek al werd op twee verschillende plaatsen en door twee verschillende onderzoekers verricht dat betaald werd door de benadeelde partij en die niet officieel en door een beëdigde persoon in een verzegelde verpakking werden aangeleverd? Of zijn de commerciële belangen hier van doorslaggevende aard geweest?
Voorlopig kan men dit niet met zekerheid zeggen en misschien zal de gehele waarheid niet aan het licht komen. Heeft Boonen cocaïne gebruikt? Op deze aarde is er slechts een enkele persoon die dit met algehele zekerheid kan zeggen en dat is de wielrenner zelf, maar de kans dat hij dit in alle eerlijkheid doet is meer dan miniem. Blijft het feit dat de stalen genomen werden door hiervoor competente en bevoegde ambtenaren, dat de stalen onder verzegelde verpakking werden bezorgd aan een deskundig en erkend labo en dat daar voldoende sporen gevonden werden om te stellen dat het Kempens wieleridool coke gebruikt had. De tegenexpertise verricht op eigen initiatief en kosten van de benadeelde wielerploeg, laat op zijn minst plaats voor ernstige twijfels.
In de US is the reasonable doubt of de gerede twijfel al te vaak een argument tot vrijspraak met meestal een wrange nasmaak bij eventuele slachtoffers van een dergelijk vrijgesproken dader. Hier te lande is dit juridisch argument minder vaak van toepassing, maar eerst moet een procureur die de belangen van het openbaar ministerie dat u en ik vertegenwoordigt beslissen of er wel een gerechtelijke vervolging komt.
Wedden dat het weer een storm in een glas water wordt? The show must immers go on, het publiek heeft recht op brood en spelen en de gladiatoren moetenliefst sterven in de arena, niet in de rechtszaal!
Dura Lex sed Lex, de wet is hard maar het is de wet, alleen lijkt in dit land de hardheid van de wet af te hangen van de publieke klasse waarin men evolueert, alhoewel politici en de magistratuur zich in alle bochten zullen wringen om toch maar een bewijs te vinden dat klasse justitie niet door hen wordt toegepast, maar veeleer ontspruit in de geesten van malafide of domme mensen die geen begrip hebben voor de moeilijkheid die rechtspreken nu eenmaal is.
Blijkbaar zijn vele magistraten kleine Zeuskes die gezeten op hun Olympus door de wolken heen naar beneden kijken, het domme gepeupel negeren en er voor zorgen dat al die nieuwe kleine goden zonder al te veel problemen door het leven komen.
Vrouwe Justitia heeft nog een lange weg voor de boeg vooraleer nog eens echt recht gesproken wordt.
Wie al eens in de Westhoek rondtoerde, -fietste of -rondwandelde kan niet naast de verschillende begraafplaatsen en monumenten kijken die verwijzen naar de gevolgen van die verschrikkelijke Grooten Oorlog die tussen augustus 1914 en 11 november 1918 een groot deel van de wereld in de miserie stortte.
Ondertussen zijnmeer dan 90 jaar verder, maar iedereen die een beetje met de geschiedenis begaan is, moet wel degelijk beseffen dat dit bijzondere tijdsvak een belangrijk impact heeft gehad op de huidige maatschappij. Oude monarchieën en keizerrijken stortten ineen, monarchen moesten troonsafstand doen en een groot deel van de adel en rijke luiden zagen hun imperium ineenzakken als een pudding.
Evenmin onbelangrijk en nog steeds van invloed dezer dagen, is de hertekening van de land- en staatsgrenzen waarbij heel wat willekeur en politieke macht werd ingezet en de dwaze straffen die aan het overwonnen Duitsland werden opgelegd. Straffen waarvan men op voorhand wist dat het land die nooit zou kunnen delgen en die zoals de geschiedenis nu eveneens bewezen heeft de bakermat zou zijn van het nieuwe conflict dat tussen 1940 en 1945 de wereld voor een tweede keer in dezelfde eeuw nog eens grondig op zijn kop zou zetten.
Onzinnig geweld
Iedereen die een beetje hart op zijn plaats heeft, kan niet voorbijgaan aan de massa doden die verspreid liggen over ons West-Vlaams landschap net zo min als aan de oneindige reeks namen van mensen (jonge zowel als oude) waarvan men geen spoor meer heeft gevonden, die god weet waar ergens onder de grond werden gewoeld en waarvan het enige aandenken nog terug te vinden is onder de vorm van een in de steen gekapte naam op een of ander monument voor de gesneuvelden. Als je s avond om 20.00 uur getuige bent van de Last Post aan de Menen Poort in Ieper dan kan alleen maar een koude rilling weergeven dat je onder de indruk bent. Je hoeft echt geen militarist te zijn om te ervaren dat daar de herinnering warm gehouden wordt aan een onnoemelijk aantal slachtoffers van deze onzinnige moordpartij van toen.
Leren uit het verleden
Het lijkt me duidelijk dat we moeten leren uit het verleden. Men mag dit niet beschouwen als een last die men eeuwig moet meetorsen, maar nu en dan even achteruitkijken en leren uit wat vroeger verkeerd liep, kan alleen een stap voorwaarts betekenen voor een wereld met betere perspectieven. Dit betekent evenwel dat men toch niet mag vergeten en me het nodige respect moet opbrengen voor de gesneuvelden, de gekwetsten en de andere slachtoffers die op de een of andere manier nadeel ondervonden van deze wereldbrand. Het is dus goed dat er nog personen zijn die het als een belangrijke taak beschouwen om dieper in te gaan op de feiten van toen.
Niet alleen in ons landje!
Niet alleen in ons land waren de onmenselijke gevolgen van de wereldoorlog te voelen. Ook op andere plaatsen was er in die tijd heel wat ellende. Zo vormde de geplande invasie van het Turksgrondgebied dat de zijde van de Duitsers gekozen had een dodelijke vergissing die bij de Britse troepen en dan vooral bij de ANZAC-legers (Australië en Nieuw-Zeeland)een debacle met ongeziene gevolgen. Ook Frankrijk ontsnapte niet de onmenselijke gevolgen en ook daar zijn heel wat begraafplaatsen en herinneringsmonumenten in haast elk dorp een stille maar beschuldigende getuige van de krijgsverrichtingen.
Wil je goed geïnformeerd blijven?
Als je goed geïnformeerd wil blijven, heb je uiteraard een hele rits websteks ter beschikking om je nieuwsgierigheid te voldoen, maar ik kan je een website van een goede Nederlandse vriend warm aanbevelen. Niet alleen vind je er verslagen over de verschillende fases en gevechten, maar tevens is dit alles goed gedocumenteerd met veldkaarten en fotos van die tijd, maar tevens met hedendaagse fotos die een indruk geven van landschap en omstandigheden en ook nog een beeld meegeven van wat er aan herinneringen overgebleven is. Ik kan je deze site van mijn vriend Pierre Grande Geurre echt aanbevelen. De laatste bijwerking betreft een stukje bijna vergeten oorlog in de Vogezen. Ga daarom eens op bezoek bij http://pierreswesternfront.punt.nl . Ik ben zeker dat je er nog terugkomt.
Drugsmisdadigers op vrije voeten omwille van een procedurefout.
Drugsmisdadigers op vrije voeten omwille van een procedurefout.
Onlangs werden twee drugsmisdadigers op vrije voeten gesteld omwille van een procedurefout in het gebruik van de BOM-wetgeving.
De BOM-wetgeving, voluit de wetgeving betreffende de toepassing van bijzondere opsporingsmethodes, bepaalt de werkwijze bij het gebruik van opzoekingsmethodes die buiten de gewone onderzoeksdaden vallen. Het betreft o.a. de infiltratie van criminele organisaties, observatie- en bewakingsopdrachten, telefoontap en dergelijke.
Gegroeid uit misbruiken in het verleden werden deze methodes onderworpen aan een specifieke wetgeving die al deze handelingen in goede banen moet leiden en onder controle houden. In de praktijk betekent dit dat een onderzoeksrechter belast wordt met het toelaten en het controleren van deze opdrachten. De onderzoekers vragen dus toelating en krijgen door middel van een kantschrift de modaliteiten te kennen die ze moeten gebruiken voor de uitvoering van deze bijzondere opsporingsmethodes.
In geval van telefoontap moeten imperatief begin- en einddatum bepaald worden waarbinnen deze afluistering mag gebeuren. In het ons voorliggend geval werd dit spijtig genoeg vergeten. Dit simpele feit was voldoende om onder het mom van een procedurefout de hele procesgang stil te leggen en de misdadigers op vrije voeten te stellen.
Uiteraard moet de opvolging van de juiste procedure prioritair zijn in een misdaadonderzoek en haar rechtspraak. Vanzelfsprekend kan men nog aanvaarden dat een procedurefout uit het proces wordt gehaald, maar een heel proces afblazen hieromtrent, lijkt me van het goede te veel.
Onze strafwetgeving is aan een goede moderne herschrijving toe en hierin moet- volgens mij dan toch de mogelijkheid voorzien worden om eventuele procedurefouten uit een strafproces te halen zonder dat ze afbreuk doen aan de verdere rechtsgang. De schuld blijkt meestal uit een geheel van vaststellingen die in hun totaliteit bewijsmateriaal vormen en de schuld al of niet bepalen. Een procedurefout kan bovendien mijns inziens toch behouden blijven als ze aan de essentie van de vaststelling helpt en geen afbreuk maakt aan de rechtvaardiging van deze vaststellingen.
Deze werkwijze zou alvast toelaten meer recht te spreken en minder seponeringen veroorzaken. De gerechtigheid kan hieer alleen wel bij voelen.
We zullen het laatste nog niet meegemaakt hebben in dit landje. Sommige advocaten zijn blijkbaar de pedalen kwijt in het gerechtelijke landschap. Waarover gaat het?
In het Mechelse blijken de verkeerslichten op een gevaarlijk kruispunt op een dag niet te functioneren. Een automobilist negeert de verkeersreglementering en botst tegen een ander wagen waarin een ouderpaar met twee kinderen zit. Bij het ongeluk sterven de twee kinderen en bijgevolg komt er een rechtszaak. In de verkeersrechtspraak is dan meestal sprake van (vrijwillige) slagen en verwondingen (al of niet met de dood tot gevolg).
De rechtr doet uitspraak en volgt hierbij de gewone gang van zaken waarbij de aanrijdende automobilist schuldig verklaard wordt en bijgevolg de juridische en financiële gevolgen van zijn daad moet ondergaan.
Maar de zaak is hiermee niet gedaan, want de dader hierbij gesteund en waarschijnlijk op na zijn suggestie gaat in de tegenaanval. De ouders worden gedagvaard omdat de hechting van het kinderzitje van het ene kind blijkbaar sporen van slijtage vertoonde en volgens hen dus oorzaak is van het overlijden, terwijl het tweede kind te groot was om nog op een verhoogde zit plaats te nemen en dit de reden is van zijn dood. De burgemeester van Mechelen wordt gedagvaard omdat hij geen politieagent plaatste op dit gevaarlijk kruispunt om er het verkeer te regelen nadat de verkeerslichten defect waren en ook omdat hetkruispunt gekend was als gevaarlijk en geen maatregelen werden genomen om het veilig te maken.
Dit is waarlijk de wereld op zijn kop. Het verkeersreglement is hierin toch duidelijk!? De signalen gegeven door bevoegde personen moeten in eerste instantie en prioritair opgevolgd worden (politieagenten e.d.), de verkeerslichten die in de volgorde der verplichtingen later komen, moeten eveneens gevolgd worden en als deze in gebreke blijven (enkel oranjerood knipperlicht of geen licht), dan moeten de verkeersregels gevolgd worden (bijv. voorrang aan rechts, zeshoekig stopbord, driehoekige gevarendriehoek waarbij voorrang moet verleend worden, etc ) Nergens staat vermeld dat hier een agent moet geplaatst worden die het verkeer moet regelen en zijn afwezigheid kan zeker geen schuldelement vormen ten voordele van de overtreder.
Dat een dader weinig of geen schuld- noch verantwoordelijkheidgevoelens heeft komt helaas meer dan eens voor. De ridders zijn al een hele tijd uit het straat- en maatschappijbeeld verdwenen en de ridderlijke gevoelens nemen hand om hand af. Hamert de verdediging niet over procedurefouten of geschade belangen van de verdediging, dan is het blijkbaar tegenwoordig de mode om zijn verantwoordelijkheid te ontkennen en deze zo goed als kan te leggen op de schouders van iemand anders. Dat advocaten hierin meespelen is een flagrante overtreding van de deontologie, maar blijkbaar is dit niet ernstig genoeg want de orde der advocaten heeft niet de minste onrust noch reactie hieromtrent geuit noch getoond.
Wat een beproeving moet dit zijn voor de ouders van de dode kinderen? Wat een enorm mes wordt nog eens rondgedraaid in de nooit genezende wonde van deze mensen? Werden ze nog niet genoeg beproefd door de dood van hun kinderen door het onverantwoorde gedrag van een automobilist die zijn voeten veegt aan de verkeersreglementen ?
Van harte hoop ik dat ze een rechter vinden die nog weet wat gerechtigheid is en hen zo vlug als mogelijk verlost van deze bijkomende last rond hun nek. Het menselijk verdriet van deze ouders is al meer dan zwaar genoeg opdat een gewetenloze voerder en zijn onverantwoorde pleiter geen kans zouden krijgen hier nog extra gewicht aan toe te voegen.
Hopelijk wordt ook de orde der advocaten wakker en stelt zij paal en perk aan de daden van haar leden die de gerechtigheid geweld aan doen en mensen hierdoor nog extra belasten met leed dat ze niet verdienen.
Assisen en de gerechtelijke dwaling - Vermassen ontgoocheld!
Assisen en de gerechtelijke dwaling Vermassen ontgoocheld!
Passionele dramas eindigen grotendeels voor assisen, de volksjury die al zo lange tijd onder vuur ligt. Het zal je maar overkomen: na een aantal jaren is je vrouw je moe en zoekt warmte en tederheid bij een rivaal. Je kan dit moeilijk verkroppen en plant een wraakactie. Wanneer je kermisvreugde getemperd wordt door het aanzicht van je ex met haar vriend, slagen de stoppen door en ga je naar huis. Je neem daar je wapen en komt terug naar de plaats waar je vernederd werd. Enkele knallen verder is je ex voor de rest van haar leven verlamd en haar vriend ernstig gekwetst. De kwalificatie van dergelijke daad is meestal (poging tot)moord of (poging tot) doodslag met voorbedachte raad en bijgevolg is de doorverwijzing naar het Hof van assisen in de meeste gevallen een logisch gevolg.
Ook hier was dit zo en de welbekende pleite, meester Vermassen, nam de verdediging op van de slachtoffers op zich en begaf zich quasi zegezeker naar het Hof waar hij zich sterk maakte om de maximale straf voor de dader tuit de brand te kunnen slepen.
Het draaide echter anders uit. De 12-koppige jury volgde niet de stelling van het openbaar ministerie maar oordeelde dat de dader geprovoceerd werd door zijn ex en haar vriend en bijgevolg van moord noch voorbedachte raad sprake kon zijn. Tot afgrijzen en tot onbegrip van alle aanwezigen en vele andere landgenoten die het proces in de media volgden, werd de dader veroordeelt voor een minimale periode overeenkomendmet poging tot doodslag maar zonder dat de kwalificatie voorbedachte raad werd weerhouden.
Dat er geen uitgebreide motivering van het vonnis gegeven werd, kan e op wijzen dat de jury niet unaniem achter de beslissing stond. Maar het kwaad is geschied. In het kader van de feiten en de verklaringen van de dader, was het zonneklaar dat hij met voorbedachte raad te werk ging en de duidelijke bedoeling had het leven van zijn ex en haar vriend te ontnemen. Dat de jury hier anders over oordeelde is niet te verstaan en in tegenspraak met de feiten en de bekentenissen. Maar in ons democratisch bestel is de uitspraak nu eenmaal te aanvaarden. De enige uitweg blijft naar mijn bescheiden mening, hetEuropees Hof dat zou kunnen besluiten dat hier sprake is van een gerechtelijke dwaling of dat de rechtsgang niet werd geëerbiedigd door het niet motiveren van de uitspraak en bijgevolg een nieuw proces voor een ander Hof van Assisen zich opdringt. Maar dat is voer voor de juristen.
Wat mij echter verwonderd is de houding van meester Vermassen in deze zaak. Als groot pleitbezorger voor het voortbestaan van de volksjury (hij won tot nu toe de meeste van zijn assisenprocessen), lijkt hij nu ineens in te zien dat het systeem toch nog niet zo goed lijkt te functioneren zoals hij tot hiertoe verdedigde. Nu ineens wordt assisenrechtspraak in twijfel getrokken.
Dat hij ontgoocheld is in de afloop begrijp ik, evenzo ben ik teleurgesteld door het vonnis, maar dat het systeem daarom dan in een keer te wensen overlaat, is naar mijn mening een brug te ver. Pleiten is evenzeer een spel. The one you win, the one you lose, thats the game. Ook voor Vermassen kan verlies zijn lot zijn. Aan hem om een juridische oplossing te zoeken opdat gerechtigheid ook hier zijn plaats zou vinden.
Dat passie aanleiding kan zijn tot misdaad is misschien te verstaan, maar niet goed te praten. Het recht in eigen handen nemen, is in een rechtsstaat niet toegelaten, daarvoor bestaan er andere juridische middelen.
Hopelijk ziet ook de dader dit in en werkt hij mee aan het vinden van een rechtvaardige oplossing. Ook voor hem kan dit louterend werken.
De laatste week stonden de Belgische media weer bol van informatie over de overloopperikelen van ene Vijnck van de LDD (Lijst De Decker) naar de OpenVLD. Deze volksvertegenwoordiger liet zijn onvrede kennen over zijn behandeling bij de LDD begrijp vooral dat hij niet tevreden was met de aangeboden plaats - en gaf daarom de voorkeur terug over te stappen naar de Open VLD, waar voorzitter Bart Somers hem met open armen ontving. Uiteraard kwam de vuilspuitmachine in werking en kon de heer Jean-Marie De Decker het niet laten als toonbeeld van fair play sportman uit de judo om met bloemen te smijten, maar hij vergat vooral om de potten er rond te verwijderen. De kwalificaties waren niet mis te verstaan en wezen alhoewel zo cru nog niet uitgesproken op incompetentie, domheid en luiheid. Ik vroeg me af op welke basis deze man dan ook in de partij was gehaald. Was er sprake van een dwaling of had men de verkeerde psychotechnische testen voorgelegd gekregen? Het bleef me een mysterie.
Alleszins was dit vertrek van Vijnck een echt drama voor LDD, dat hiermee zijn fractie herleid zag tot een getal dat aanleiding geeft tot een drastische vermindering van de partijdotaties en tot het ontslag van een negental medewerkers. Je zou dus voor minder boos worden, vooral in tijden van wereldcrisis en in een partij die de eenvoudige oplossingen voor het financieel debacle in petto had.
Hiermee was het drama echter nog niet volbracht. Als in een Shakespeariaans stuk ontwikkelde zich een plot de beste stationsroman waardig.
Dat bij de overstap de suggestieve roddels hun gang gingen, was bijna normaal te noemen. Onze maatschappij leeft tenslotte van roddels en een flink, maar geheimzinnig in het oor gefluisterd publiek geheim, is altijd meegenomen tot jolijt van de leutige tooghanger en gelijkgezinde burgers. Vanzelfsprekend vermoedde men een of ander malafide overeenkomst of beloofde gunst gekoppeld aan de overgang, maar de heer Somers haastte zich om op zijn communiezieltje te verzekeren dat er absoluut geen beloftes werden gedaan. Zeker niet betreffende een zeker verkiesbare plaats of een of ander goed betaalde functie. Neen, minister in de Vlaamse regering zou de heer Vijnck allerminst worden! Moest het een geruststelling worden, dan geloofde waarschijnlijk niemand deze stelling, zeker niet vanwege iemand die op zijn communiezieltje iets beloofde, terwijl het hele land weet dat een liberaal meestal lid is van een loge en daarmee een uitgesproken vijand van eender welke religie, de rooms-katholieke in de eerste plaats. De poging tot overtuiging was er, maar of dit wel gelukte lijkt me niet het geval te zijn.
Donderslag bij heldere hemel, hoorde men het in Keulen donderen of is er enig ander spreekwoord dat degelijk kan uitdrukken wat er daarna gebeurde? Feit is dat de heer Vijnck nog maar eens teleurgesteld door dit keer de open armen ontvangst door Open VLD besloot de rangen van zijn geliefd LDD te vervoegen. Hij voelde wroeging bij zijn daad en vond het niet verantwoord dat de partij een flink stuk van haar dotatie zou moeten missen en personeelsleden moest ontslaan. De goede fee had hem blijkbaar overtuigd van zijn foute aanpak en zijn voorbarig handelen. Zijn spijt uitdrukkend vervoegde hij dus zijn voorgaande team, waarvan de outstanding leader Jean-Marie begrip toonde voor dit menselijk falen en het verloren schaap met veel liefde en goede voornemens weer in de armen sloot en het incident bedekte met de mantel van de warmste liefde. Hij zou naar de toekomst toe zijn poulain nog beter begeleiden, wat dus expliciet inhoudt dat hij in de voorgaande periode hier bijgevolg eveneens gefaald had. Bijna had ik hem de trofee van de politieke fair play en mededogen gegund.
Bleek opeens een paper te bestaan waarin de Open VLD, bij monde van de heer Somers, aan Vijnck enkele beloftes had gedaan met verstrekkende gevolgen. Niet alleen werd hem een verkiesbare plaats op de lijst verzekerd, maar bovendien zou hem indien hij onverwacht toch niet verkozen zou geraken een plaats als kabinetsmedewerker toegekend worden met een wedde gelijk aan deze van volksvertegenwoordiger. Hallo, meneer Somers, worden volksvertegenwoordigers niet gekozen door het volk? En worden kabinetsmedewerkers niet gekozen volgens hun competentie? De brief blijkbaar door een gunstige wind in een of andere brievenbus verzeild werd gepubliceerd en betekende het Hyroshima van de Vlaamse politiek. Blijkt dus dat de slogan Wat we zelf doen, doen we beter niet van toepassing is voor de Vlaamse bevolking, maar eerder voor gebruik ten voordele van enkele individuele postjesjagers! Het Vlaamse Charleroi, heet dus Mechelen!
Na concertatie van zijn partij en door de bemiddeling van oude krokodil, Herman De Croo, ging de voorzitter van Open VLD over tot publieke excuses. Bijna sprak men van Bart den bleiter in plaats van Bert den bleiter. Nu ja, Bart komt als overloper uit dezelfde partij als Bert, de overloper maar dan naar een andere partij, want beiden zijn ze nog producten van de vroegere V.U. De openbare biecht (whats in a word) klonk ongeveer als: door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld. Latinisten en oudere katholieken zullen dat nog herkennen als: mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa. En dat uit de mond van een antiklerikale logebroeder is toch niet min. Feit is dat de heer Somers verklaarde zich wel voor het hoofd te kunnen slaan omdat hij gehandeld had als een kip zonder kop, maar met de verzachtende omstandigheid dat hij werd meegesleept door alle heisa die o.a. ontstaan was uit het inzetten van een privé detective door Jean-Marie De Decker voor het volgen van de eerbare logebroeder De Gucht. Je zou toch voor minder boos worden, alhoewel laat het duidelijk zijn dixit Somers dat het hier niet gaat om een wraakactie. Neen, de heer Vijnck was zelf op bezoek gekomen en had op eigen initiatief gepolst onder welke voorwaarden hij kon overkomen naar Open VLD. En ja, onder die omstandigheden had hij had toegevingen gedaan en had hij dat onverkwikkelijke document opgesteld en getekend. En ja, sorry, dat was verkeerd en hij beloofde dat hij het nooit meer zou doen. Bijna hoorde ik er aan toevoegen :op mijn plechtige communie zieltje, maar dat bleef het publiek gelukkiglijk bespaard.
Het ontkennen van de Holocaust noemt men negationisme of revisionisme en is bijna wereldwijd strafbaar met uitzondering van die landen die Israël vijandig gezind zijn uiteraard. Is het ontkennen van politieke akkoorden geen leugen als blijkt dat die er wel zijn? Is dat dan ook geen negationisme? Of is liegen in de politiek een onderdeel van het kriegsspiel?
In Villa Politica van donderdag namiddag werd Jean-Marie De Decker geïnterviewd over de onverkwikkelijke affaire en weer was ik getroffen door de deemoed die deze politicus aan de dag kan leggen als het hem past. Ja, het was beschadiging van zijn persoon en zijn persoon, en ja, hiermee werd de hele politiek beschadigd en in een slecht daglicht gesteld, maar aan roddels kon hij niets doen en ja, politiek is oorlog en de operatie beschadiging in zijn nadeel was al lang bezig en trof hem, zijn partij en zelfs zijn vrienden en familie. We hebben een nieuwe versie van Calimero ontdekt, ditmaal in het Vlaamse politieke landschap. Het lijkt een maatschappijprincipe te worden: de schuld en de verantwoordelijkheid afschuiven op een ander.
De intriges van de Romeinse senaat zijn Vlaanderen niet vreemd. Wie zal Caesar zijn en wie zijn Brutus? Of hoe de geschiedenis de werkelijkheid altijd een beetje inhaalt!
Het was zo mooi! Een oudere renner die Luik-Bastenaken-Luik voor de tweede keer op zijn palmares schreef en daarbij te kennen gaf nog wel te willen doorgaan tot ongeveer zijn veertigste.
Ik had niet de gelegenheid de koers te volgen, maar tijdens het nieuws zag ik de man wat afgescheiden binnenrijden en kon enige bewondering toch niet onder stoelen of banken steken! Dat iemand de moed opbracht om een heel bestaan op te bouwen rond de discipline van het wielrijden en daarvoor dan moest kiezen voor een ascetische levenswijze, bekoorde me meer dan ik graag wil toegeven. Maar de bewonderende roes is weeral van korte duur.
Vanavond mijn mail opengedaan en het breaking news van de e-krant eens doorgenomen en wat lees ik daar:
Rebellin betrapt op het gebruik van EPO- van de nieuwe generatie, het product gekend onder de naam CERA, tijdens de Olympische Spelen.
Het was een koude douche. Nog een renner die van zijn voetstuk valt en weer een illusie armer voor de bewonderaar van de atleet.
Wat bezielt deze mensen? Waarom doen ze dat? Een duidelijk antwoord heb ik hierop niet, maar ik kan me wel inbeelden dat er diverse redenen ten gronde liggen aan deze handelswijze.
Is het hun trots om niet af te gaan omdat de ouderdom zijn tol eist? Is het de ambitie om bij de besten te blijven behoren? Of is het simpel weg de drang naar het behoud van een riante wedde met allerlei bonussen? Of is het een mengeling van dit alles?
Ik kan er geen rechtvaardiging voor vinden die belangrijk genoeg is, om vergoelijkend het gebruik van prestatieverbeterende middelen te aanvaarden. Niet alleen is dit onrechtvaardig tegenover die renners die nog willen clean blijven, maar ook is het een slecht voorbeeld voor de jongeren die zich ook aan de sport wil begeven. Bovendien kan het niet anders dan dat het gebruik van lichaamsvreemde stoffen op termijn nadelig kan zijn voor het lichaam. Maar dit laatste is een altijd terugkerend element in de maatschappij: men gelooft het niet tot het zover is.
Moet ik me dit aantrekken? Ja, omdat het welzijn van de mens centraal moet staan en alle mogelijke stappen moeten ondernomen worden om iedereen zo goed als mogelijk een kwaliteitsvol leven te gunnen. Ja, omdat het de achterblijvende familie en vrienden zijn die het meest zullen lijden ingeval van tegenslag.
Het is spijtig dat op deze manier de sport nog maar eens in een slecht daglicht zal gesteld worden.
Vandaag kwam de algemene aandeelhoudersvergadering van Fortis om te stemmen over de verkoop van de instelling aan BNP. Uiteraard kwam het tot incidenten, want velen zijn de dupe geworden van gedurende jaren door iedere kenner aanbevolen werd als een belegging van de goede huisvader.
Men kan zich inbeelden dat heel wat dramas zich hebben afgespeeld en tot op vandaag nog een nefast gevolg hebben voor een deel van de aandeelhouders. Vooral de kleine spaarder, die voor de toekomst een appeltje voor de dorst wou opzij zetten en nu al zijn centjes in rook ziet opgaan, moet dit een verschrikkelijke ervaring zijn. Men had dan beter kunnen profiteren van wat men aan kapitaal bezat, zou je dan kunnen denken.
De grote kapitalen zullen dit meestal wel overleven. Al hebben ze waarschijnlijk wel een groot gedeelte van hun spaarpot zien verdwijnen, toch zal hun reserve nog voldoende zijn om het hoofd te bieden aan deze tegenslag.
Mondrikamen en zijn aanhangers hebben verloren: is de algemene tendens en dit is uiteraard een waarheid die niet te ontkennen valt, maar de grootste verliezer is naar mijn mening nog maar eens de uitoefening van gerechtigheid in dit land. De blindhoek van moeder Justitia begint negatieve vormen aan te nemen en dit is wel angstaanjagend in een land waarvan de politici bij hoog en bij laag beweren dat het om een rechtsstaat gaat.
Het is duidelijk dat de ja-stemmen het hebben gehaald omdat de samenstelling van de kiesgerechtigde aandeelhouders niet juist was maar strookte met alle logica die men maar kan bedenken.
Een aantal speculanten die blijkbaar nog genoeg reserve hadden hebben van de deplorabele toestand van de bank en de fenomenale beurskrach van de aandelen hebben hen de mogelijkheid gegeven om zich in mindere of meerdere mate in te kopen in de Fortis-bank. Nu kregen ze de gelegenheid om mee te beslissen over de al of niet verkoop van de bank aan PNB, een beslissing die notabene door de regering genomen werd in een tijdvak dat lag voor dat ze aandeelhouder werden. Met andere woorden, ze mogen mee beslissen over iets dat absoluut buiten hun bevoegdheid ligt en enkel het gevolg is van hun speculatief handelen.
Ze hebben niets te verliezen, deze speculanten, ze hebben immers de aandelen gekocht aan bodemprijzen en kunnen alleen maar beter varen bij een aansluiting bij PNB. De Belgische staat geeft immers de garanties! Met belastingsgeld, wel te verstaan.
De verkoop van Fortis aan de Franse bank wordt door de meeste onderlegde economen afgewezen, maar de regering houdt voet bij stuk en de rechtbank is hierin meegegaan om een zekerheid vast te ankeren dat het voorstel zou aangenomen worden. Van gerechtigheid gesproken! Vooral de kleine spaarder is hiervan de dupe en het bewijst weerom dat Justitie inderdaad hetzij helemaal wereldvreemd is of hetzij totaal gevoelloos voor de sociale gevolgen van de feiten.
Ondertussen zijn bijna alle parels van ons land verkocht en hebben noch de regering noch de landgenoot nog enige zeggingsschap over de primordiale economische sectoren van ons land. De beslissingen over financiële zaken, over energie en andere autoconstructeurs liggen allemaal in de handen van buitenlandse eigenaars en dat kan alleen maar in ons nadeel werken. Wanneer we inderdaad vaststellen dat alle Europese lidstaten vooral maatregelen getroffen hebben ten voordele van hun eigen landgenoten, dan kan men zich wel indenken dat bij een volgende tegenslag de Belgische poot de eerste zal zijn om te verdwijnen of om extra inkomsten ten koste van wat? te genereren voor het moederland.
In de tijd van Caesar schreef men nog dat de Belgen de dapperste onder de Galliërs waren, maar onder de gegeven omstandigheden vraag ik me af of onze beleidsmensen nog echte Belgen zijn. De beslissingen die ze nemen, vallen niet op door hun moed, maar wel door hun gebrek aan staatszin en dàt eerder dan de communautaire verschillen en discussies zou wel eens de echte motor kunnen zijn die ons land ontmantelt en in de handen van andere naties brengt.
Zaterdagmiddag op weg naar de kleinkinderen van onze jongste zoon, staat de radio op en klinkt het nieuws door de luidsprekers. We zijn in de laatste weken voor de regionale en Europese verkiezingen en uiteraard zijn de campagnes van de verschillende politieke partijen volop aan de gang. Ieder weekend is er wel ergens een of ander partijpolitiek congres waarop de bonzen aan hun publiek trachten uit te leggen met welke slogans en bedoelingen ze nu optrekken naar de kiezer en met welke verleidingsmanoeuvres ze de nog niet overtuigde burger willen bekoren om voor hen te kiezen.
Hoor ik daar weer iets over de hard werkende Vlaming. Je moet in het verkeer geconcentreerd blijven op snelheidbeperkingen, alle mogelijke verkeersborden en al of niet voorzichtige andere deelnemers aan het verkeer en dus ben ik even niet mee vanuit welk partijcenakel het dit maal gelanceerd wordt, maar ik heb de indruk dat het uitgesproken wordt door de Vlaamse Minister-president, Kris Peeters, ter gelegenheid van de samenkomst van CD&V in Gent. Bij het horen van deze woorden komen de haren van mijn armen naar boven in een oncontroleerbare erectiebeweging. Als het al tijdens het CD&V congres uitgesproken wordt, dan gaat het om niet meer of minder dan woordplagiaat omdat babyface Somers van Open VLD daar het eerst mee kwam aangedraafd, maar bovendien word ik bevangen door een ondefinieerbaar afgrijzen als ik deze woorden hoor.
Wil men me nu eens duidelijk uitleggen wat dat is, een hard werkende Vlaming? Over hoeveel burgers gaat het hier? Is dat een authentieke, pure mens geboren en getogen in Vlaanderen en van zuivere Vlaamse afkomst? Of kan dat ook iemand zijn die genaturaliseerd is als Vlaming of nog de vrucht van een tweede of derde generatie allochtone ouders? Kan de hard werkende Vlaming ook Mbark, Mohammed, Pjotr, Diallo of nog anders heten? Wie schuilt er achter de hard werkend Vlaming heren en dames politici?
Gaat het om de CEO in krijtstreepjespak met zijn riante wedde en bonussen of nog over de politicus of politica die zijn of haar mandaat cumuleert met posten in steden, gemeenten of andere intercommunales? Spreken we hier over de gewezen mandataris die omwille van zijn uitgebreid netwerk aan kennissen, een baan als bestuurder bij Dexia of andere instelling mag opnemen als toetje op zijn niet te versmaden pensioentje? Of hebben we hier over de werkijverige vertegenwoordigers des volks die wakker schieten omdat tijdens Villa Politica de camera aan staat bij de interventies? Bedoelt men misschien de topambtenaren die omwille van de hedendaagse managementtechnieken meer tijd besteden aan vergaderingen dan aan human resources?
Of zou het misschien voorzichtige utopische gedachte die zo bij me opkomt de alleenstaande moeder kunnen zijn die vanaf s morgens vroeg in actie treedt om haar kinderen proper en wel aangekleed, voorzien van een zo compleet mogelijk ontbijt naar de school te krijgen. Die daarna nog vlug alles moet opruimen om nadien te proberen file vermijdend op tijd te komen om haar job te mogen kunnen opnemen en zo goed en zo kwaad als het maar kan uit te voeren? Die op het einde van de dag op ik weet niet welk uur mag stoppen om te voldoen aan de wensen van een baas die het normaal vindt dat je onbetaalde overuren presteert voor de liefde van de job en die dan stijf van de stress tracht op tijd haar kinderen op te halen, de boodschappen tussen de middag vlug vlug gedaan hebbend om maar geen tijd te verliezen, om daarna te mogen zorgen voor een avondmaal en een quality-time tijd met hen spendeert alvorens hen in bed te stoppen om daarna nog de vaat, de was, de strijk en de kuis op zich te nemen?
Zou het kunnen dat het gaat om de bijna veertigjarige die van de een naar de andere patroon loopt om zich aan te bieden in de hoop dat men eens rekening houdt met zijn kwaliteiten en niet met zijn baremiek niveau? Of die hoopt dat zijn contract van onbepaalde duur dat na drie maanden stopgezet werd omdat zijn voorganger terug komt uit bevallings- of ander verlof? Die eigenlijk wel droomt dat hij niet alleen voor de duur van een project aangeworven wordt, maar inderdaad voor onbepaalde duur mag blijven?
Naar alle waarschijnlijkheid zal het ook wel niet gaan om de man of vrouw die getroffen door een of andere ongevraagde tegenslag met moeite het hoofd kan bieden aan al die tegenwoordige verwachtingen die men stelt in de werknemer. Die indien het geluk toch nog een beetje meezit binnen de mazen van het sociaal vangnet kon opgevangen worden of anderzijds buiten de mazen valt en in de grootste armoede het hoofd moet bieden aan de consumptiewereld van vandaag.
Ik kan me evenmin indenken dat de luieriken, de profiteurs en de werkonwilligen van de werkloosheidsbijstand hiermee bedoeld worden.
Maar wie dan wel? Zijn het heren à la Verschueren, die van geen stoppen weten, zelfs niet na een ernstige gezondheidsprobleem, die nooit verlof nemen dat wel spijtig vinden voor echtgenote en kroost maar er verder niets aan veranderen - die bovendien minachtend doen over diegenen die niet aan de bak geraken of wel tijd willen maken voor hun gezin? Of is het iemand als de voormalige eerste-minister Verhofstadt die na 25 jaar met moeite de naam van zijn privésecretaresse kan uitspreken?
Het begrip hard werkende Vlaming is volgens mij dan ook niet alleen een discriminerend begrip maar bovendien een zeer selectief begrip dat alleen rekening wil houden met een - naar mijn mening - kleine groep die alle voordelen mag genieten die maar denkbaar zijn en waarbij de solidariteit voor de meer onfortuinlijke medemens liefst terzijde geschoven wordt onder allerlei drogredenen van financiële en commerciële aard. Het wordt dus de allerhoogste tijd dat de heren en dames politici in hun rode of groene pluche gezeten - voor eens en altijd het begrip hard werkende Vlaming definiëren zodat we in alle duidelijkheid onze stem kunnen uitbrengen op diegenen die een lans breken voor de mens in zijn mens-zijn en niet in zijn deelname aan het economisch proces. Men mag immers niet vergeten dat de kleinste schakel in de keten onmisbaar is om het hele mechanisme in werking te houden.
De minzame lach en het handjesschudden ter voorbereiding van een kiescampagne is nog heel wat anders dan echt medeleven voelen met de medemens die minder fortuinlijk door het leven mag gaan dan een ander. Het minachtend neerkijken op de naaste die minder verdiend en minder luxe kan genieten of die minder kansen krijgt, is een misdaad tegen de menselijkheid. Ook de moeder aan de haard, druk bezig met het bestieren van haar huishouden en de zorg voor haar gezin, is hard werkend en verdient alle lof. Maar ik vrees dat ze niet opgenomen is in het lijstje van de hard werkende Vlaming. Tot schande van de politici en zogenaamde very important persons die dit vergeten.
-Het is de poetsvrouw die het huis proper houdt,
-Het is de toiletjuffrouw die de pot zuiver houdt,
-Het is de vuilnisman die onze rommel opruimt,
-Het is de mecanicien die zijn handen vuil maakt met olie en ander vuil voor het onderhoud van onze voertuigen,
-Het is de werkman/werkvrouw die het systeem draaiend houdt,
De gedoodverfde opvolger van globetrotter André Flahaut, staat nu regelmatig zelf in het middelpunt van de belangstelling en van de kritiek.
De man die ongenadig inhakte op de reiswoede van de voorgaande minister van landsverdediging is aardig op weg een soort te kloon te worden van zijn toenmalig onderwerp van cynisme en interpellaties. Na zijn onsmakelijk avontuur in de U.S. waar hij - door de interventie van een van zijn kabinetsleden - de betrekking van een Vlaams barmeisje ruïneerde, bevindt hij zich nu midden de Belgische troepen in het noorden van Afghanistan.
Een eerste opmerking hieromtrent is dat het mij verbaast dat beide ministers van landsverdediging zo opgaan in het soldaatje spelen hoewel ze in de oppositie zijnde een standpunt innamen tegen alle militaire deelname waar ook maar op de aardbol. Herinner u de beelden van Flahaut met een lederen tankhelm op aan het stuur van een vervaarlijk pantservoertuig.
Dat even terzijde gelaten, is het nu toch wel zo dat onder het bewind van de CD&V-er De Crem de deelname van de Belgische militairen even werd uitgebreid. Er werden wat grondtroepen naar de conflictzone gestuurd en tevens vier F-16vliegtuigen met piloten en onderhoudspersoneel ter plekke gestuurd. Enerzijds waren de vliegtuigen bestemd voor ondersteuningsoperaties onder bevel van de NAVO en geen eigenlijke aanvalsmissies en anderzijds waren de leden van de landmachtcomponent eigenlijk niet belast met militaire operaties, maar met de opleiding van Afghaanse militairen en politiemensen.
Wil dat nu toch wel lukken zeker dat ze deze week mee het pad optrokken om als goede trainers hun leerlingen te vergezellen bij veiligheidsoperaties die de bedoeling hadden om Al-Quada en Taliban-tegenstrevers te zoeken en aan te houden. Alhoewel de opleiders zich voortbewogen in de tweede veilige linie volgens de officiële bronnen ter plekke, stond het hele parlement van onze heldennatie weeral eens op zijn kop met de SP-A uiteraard aan het hoofd van de colonne tegenbetogers. Natuurlijk dat de oppositie en de Waalse PS geen kans onbenut zouden laten om de man te tackelen, hijzelf had het immers maar al te graag gedaan tijdens zijn oppositiekuur en als fractieleider van de CD&V. Maar toch zijn er enkele vragen die zich moeten stellen en enige zaken die op orde moeten gesteld worden en dit onafhankelijk van de betrokken politici.
Tijdens mijn bijna elf jaar militaire loopbaan heb ik me dikwijls gedragen als een soort rebel t.o.v. de militaire leiding en de politiekers die verantwoordelijk waren voor de instandhouding van het Belgische leger. Het was de tijd dat er nog een tiende provincie bestond in de toenmalige Bondsrepubliek Duitsland, dat er ook nog dienstplichtigen opgeroepen werden en dat men sprak van de B.S.D.: de Belgische Strijdkrachten in Duitsland. In de BSD gelogeerde militairen hadden recht op een soort vergoeding om tegemoet te komen aan de bijkomende kosten wegens verblijf in het buitenland en deze was uiteraard verschillend volgens de rangorde die het individu invulde in de hiërarchie. Als onderofficier ontving ik meer dan een beroepssoldaat of korporaal, maar dan weer minder dan een officier, hoewel de levensduurte voor alle categorieën quasi identiek was. Maar dat is eigenlijk niet het grootste probleem geweest dat militairen ontmoetten tijdens de vervulling van hun opdrachten. Tenslotte ben je militair en ga je voor defensieve of offensieve opdrachten naargelang van de omstandigheden, wel wetend dat je hierbij gekwetst of gedood kan worden. Het enig obstakel dat je dan ondervind, is de manifeste onwil om je hierbij te voorzien van degelijk en voldoende middelen en dat maakt frustratie los.
De meest belangrijke hindernis werd gevormd door een constant gebrek aan middelen en dit grotendeels te wijten aan de veel te kleine dotatie aan financiële fondsen. Dat deze in grote mate afhingen van de politieke bereidheid om centen los te maken, hoeft niet gezegd. Maar bovenal meen ik te mogen stellen dat alle tekortkomingen vooral voortkwamen uit een aversie vanwege de politiek om te investeren in wat een performant en efficiënt militair apparaat had moeten zijn. Want me moeten consequent zijn: ofwel kiest men voor een militaire constructie en maakt men deze zo goed mogelijk en bijgevolg investeert men voldoende in middelen en personeel ofwel verkiest men geen leger te hebben en ontmantelt men alles wat militair is en maakt men een uitsluitend civiele gemeenschap wat daar ook de gevolgen van kunnen zijn. Maar neen, België en zijn politiekers hebben altijd al gekozen voor een vlees noch vismentaliteit en spijtig genoeg bevinden ze zich hier dan in het gezelschap van mossels.
Waarom ben ik zo hard? Een woordje geschiedenis is hier dan wel op zijn plaats. Al is geschiedenis geen evenement waarnaar je steeds moet omkijken om er met schrik mee om te gaan, is het een bagage die je steeds meeneemt in je rugzak naar de toekomst en waarin de elementen zitten die je voor het uitzetten van die toekomst broodnodig hebt. Niet voor niets stellen erudiete mensen dat je moet leren uit de geschiedenis, maar helaas falen velen daarin.
Ons land heeft in de loop der tijden meer geleden onder diverse bezettingen dan vele andere naties. Hieruit is een zekere vorm ontstaan van plantrekkerij en vindingrijkheid om aan de rampspoed het hoofd te kunnen bieden, maar heeft tevens een soort van gelatenheid gegenereerd die haast gênant wordt.
Toen in augustus 1914 de Duitsers ons land via Luik binnenvielen zaten vele van onze jongens in aftandse forten uit de tijd van Vauban of naar zijn concept. Hun mitrailleurs werden nog getrokken door hondenkarren. De geweren waren aftandse Mausers gekocht in Duitsland en het geschut bestond uit stukken van maximaal 270 mm. Daartegenover stelden de Duitsers nieuwe generaties van Mausergeweren, een zeer snelvurende mitrailleur en voor het slechten van de vestingmuren vanaf midden augustus 420 mm geschut van Krupp of van Tsjechische makelij.Ze beschikten al over moderne verplaatsbare keukens terwijl onze jongens aan de IJzer gedurende lange periodes geen maaltijd zagen doorkomen en toch met alle middelen standhielden tegen een oppermachtige vijand. De politici, die stelselmatig het budget voor het leger naar beneden haalden, zaten toen al lang in betrekkelijke veiligheid in buurland Frankrijk. Al vlug kwamen onze jongens zonder munitie te zitten voor hun veldgeschut en vermits ze het niet bij de vijand konden bestellen, moesten ze zich tevreden stellen met aangeleverde obussen door de Franse bondgenoot. Deze ammunitie paste niet helemaal en snel bleek dat de kanonnen hiermee ernstig beschadigd werden. Maar dat was nog altijd geen probleem voor onze toenmalige politici want die zaten nog altijd hoog en droog in hun veilige salons.
Toen in mei 1940 de Duitse vijand nog eens op een laffe manier de integriteit van ons land schond, werden we terug verrast en onvoorbereid desondanks de verwittigingen die her en daar al binnengekomen waren. De meeste soldaten, van o.a. de klasse 1912 waarbij mijn vader hoorde, waren al meerdere keren gemobiliseerd, terug naar huis gestuurd en moesten uiteindelijk op de morgen van 8 mei haastig hun eenheden vervoegen om hoofd te bieden aan de vijand die bij het krieken van de dag de grens overschreden had. Uit de verhalen van die mensen blijkt weerom hoe armzalig de uitrusting van de manschappen was en met welke weinige middelen zij op pad werden gestuurd. Voorafgaand aan dit moment hadden heel wat anti militaire maatregelen een rem gezet op het logistieke park van het Belgisch leger en had men heel wat uitgespaard tijdens de oefeningen. Bij de socialisten was een beweging ontstaan die zich het Gebroken Geweer noemde en op allerlei manieren stokken in de wielen stak op de modernisering van het militaire apparaat. Zoals zovelen werd mijn vader ook verplicht stelselmatig terug te trekken, om tenslotte aan de Leie de ultieme strijd aan te gaan die ze helaas moesten staken bij gebrek aan munitie voor zijn antitankgeschut in zijngeval en van andere munitie voor de andere soldaten. De Duitse vijand, die zijn les tijdens de eerste wereldoorlog, kon aldus vermijden dat ditmaal weer een stellingenoorlog werd uitgevochten. Alleszins vertelde mijn vader me dat ze tijdens beschietingen en bombardementen door de fameuze Stukas en andere Messerschmits geroepen hadden op hun eigen luchtmacht, maar die er niet door gekomen was. Dit alles was het gevolg van de rampzalige budgettaire politiek die de regering gevoerd had ten aanzien van zijn leger en weerom zaten de heren politici op een veilige plaats te roepen dat de soldaten moesten volhouden. De meeste onder hen waren immers overgestoken naar het Verenigd Koninkrijk waar ze huisden onder de veilige vleugel van de Britse kroon.
Tijdens de burgeroorlog in Rwanda, waren ook heel wat soldaten uit ons land betrokken onder de vlag van de U.N.O en ook daar werden ze geconfronteerd met manifeste tegenwerking. Om een schot te lossen moesten ze via hiërarchische weg de toelating vragen om dit te mogen doen. Gelukkig moesten ze geen formulieren in drievoud vijf dagen op voorhand invullen, maar mochten ze het per radio doen. Wat betekent dit voor een detachement onder rechtstreekse bedreiging van een schietgrage en moordzuchtige tegenstrever? Het resultaat was echter dat tien van onze paras het leven lieten ondanks hun hardnekkig verzet. Dat ze eerst werden ontwapend en toch nog gewapende weerstand konden bieden aan de slachterij zegt veel over hun moed en wil tot leven. Het vervolg leek wel een vaudeville. Er werd veel gediscussieerd over wie nu eigenlijk verantwoordelijk was voor het hele gebeuren bijna werd het peloton beschuldigd maar dit werd tenslotte toch maar verworpen en nam men de maatregel om alle Belgische troepen te evacueren met achterlaten van de onschuldige mensen die ze eigenlijk hadden moeten beschermen. Jaren later bestond de toenmalige eerste-minister, Verhofstadt het om zich bij de Rwandese autoriteiten te verontschuldigen voor het gedrag van de Belgische soldaten. Verontschuldigen waarvoor, mijnheer Verhofstadt? Voor het feit dat onze mensen zich eerst lieten ontwapenen, om daarna vechtend ten onder te gaan? Of omdat ze het nog gedurfd hebben zich te verweren? Waarvoor, mijnheer Verhofstadt?
Terug naar het heden waar onze soldaten ingezet worden in Afghanistan. Onze opleiders gaan mee in actie, weliswaar in tweede linie als lesgever en adviseur, maar ze gaan mee en uit die toestand zou het inderdaad kunnen gebeuren dat ze ook slachtoffer worden met in het beste geval kwetsuren en in het slechtste geval de dood als gevolg. Ook de oppositie gehoord? Het klonk bijna als een kleuter: Meester, hij heeft het ons niet op voorhand verteld!.Bij zijn terugkeer zal De Crem ferm op de rooster gelegd worden, hij zal zich moeten verantwoorden voor de inzet van militairen in actie.
Op het terrein bevinden zich manschappen van de Paracommandos, mannen en misschien wel vrouwen, die speciaal opgeleid worden om verkenningsopdrachten, offensieve en defensieve acties tot een goed einde te brengen in de meest barre en ongunstige omstandigheden. Allen weten dat ze inzetbaar zijn en dat ze hierdoor slachtoffer kunnen worden. Niet dat ze lachend de dood tegemoet gaan, maar wel gevolggevend aan hun motivatie en inzet die hen gebracht heeft op de plaats waar ze zijn.
Wordt het nu dan geen tijd dat onze heren en dames van het halfrond en van de pluchen senaat eens tot een volwassen houding komen? Wordt het niet hoog tijd dat de politici hun verantwoordelijkheid nu eens ten volle uitoefenen en zich niet verschuilen achter halfslachtige uitleg.
Ofwel laat je een leger toe en zet je de militairen in voor wat ze opgeleid zijn in de wetenschap dat het vandaag defensief is en straks dan weer offensief zal zijn en dat hierbij nu eenmaal slachtoffers kunnen vallen, maar dan zorg je ook dat ze hun opdracht in de best mogelijke omstandigheden kunnen vervullen. Zorgt men voor voldoende logistieke en andere bijstand en werkt men een degelijk plan de campagne uit waarbij rusttijden en roulement ingecalculeerd worden ofwel kiest men er radicaal voor om het leger volledig af te schaffen. Dan moet men geen logistiek meer voorzien en dient men geen verantwoordelijkheid meer te nemen.
Kan men echter dergelijke consequente houding verwachten van een bende waarvan de meerderheid bestaat uit opportunisten vooral begaan met de veiligstelling van hun eigenbelang en hun postje? Met zo min mogelijk verantwoordelijkheid nemen zo vlot mogelijk door de loopbaan glijden?En dan maar verwonderd zijn dat de mensen niet meer in de politiek geloven!
Het moet nu maar eens gedaan zijn met het blog te laten liggen. Er is te veel aan het gebeuren om er geen aandacht aan te besteden. Er zijn weliswaar enige problemen opgetreden met familieleden die niet alleen een ernstige ziekteperiode meemaakten, maar bovendien nog noodgedwongen wegens de omstandigheden opgenomen moesten worden in een rustoord. Zelf hebben ze geen kinderen, maar voor mij hebben ze een hele tijd moeder en vader gespeeld en daarom dat ik er eveneens zo veel tijd wil insteken en dat een heleboel dingen een beetje in de vergeethoek geraakten, net zoals het bijhouden van dit blog.
Als de lente komt in t land dan geraakt alles weer in bloei en stroomt het bloed waarschijnlijk ook sneller door de aderen, het geeft zo te voelen een boost aan het menselijk omhulsel en dat veroorzaakt blijkbaar nieuwe energie. Komaan, dus, laat ons er nog maar eens tegenaan gaan. Er is zoveel te bespreken.
Jean-Marie De Decker laat van zich horen.
Het zal België maar zijn. Naar mijn weten liet nog geen enkel politicus de gangen van een collega nagaan door een detective, maar Jean-Marie die deed het toch maar weer. Van een stunt gesproken.
De media hebben er vol van gestaan en de televisie ruimde een belangrijke plaats in voor debatten met en zonder de betrokkenen over dit heikele onderwerp. Naargelang van de ideologie waren de standpunten neigend naar een voor, dan weer naar een tegen. De meeste informatiekanalen echter waren tegen: nog nooit gezien! Een brug te ver!Dit is er over! en andere van dergelijke standpunten vielen met de haverklap op de zetmachine. Als je nu weet dat de meeste media in handen zijn van de blauwe partij, dan is het begrijpelijk dat een standpunt tegen De Decker en zijn praktijken werd ingenomen.
Wat zijn de feiten? In een wanhopige poging om een begroting in evenwicht te presenteren, heeft de paarse regering onder Verhofstadt in de loop van haar legislatuur nogal wat openbare gebouwen verkocht aan private kopers om ze daarna terug te leasen met contracten die in de toekomst meer zouden kosten dan de opbrengst van de verkoop ooit zou kunnen dekken. Deze Sale en lease backmethode is spijtig genoeg geen uitvinding van paars, maar de illustere CD&V-er Etienne Schouppe deed het hen als grote baas van de toen nog eengemaakte nationale maatschappij van Belgische spoorwegen netjes voor. De opmerkingen die uit die hoek komen zijn dan op zijn minst misplaatst.
Maar in ons geval werden ook enkele gebouwen verkocht die o.a. toebehoorden aan het departement van justitie en Jean-Marie D.D. had zo het stille vermoeden dat een deel van de opbrengst afgeleid was naar een duistere bestemming. Met andere woorden, hij verdacht minister De Gucht er van om een deel van de verkoopsom in eigen zak gestoken te hebben.
Dat De Decker hierbij geen beroep deed op de geëigende kanalen van een gerechtelijk onderzoek, mag geen verbazing wekken. In dergelijke zaken heeft justitie nog niet te dikwijls een neutrale, laat staan doortastende werkwijze getoond. Herinner u het onderzoek betreffende de mogelijke verkoop met voorkennis van Fortis-aandelen door diezelfde De Gucht? In een mum van tijd wist justitie met zekerheid te stellen dat er van voorkennis geen sprake was en dat de minister van buitenlandse zaken en zijn echtgenote van alle blaam dienden gezuiverd te worden. Het ware mooi moesten alle onderzoeken in België zo vlug verwerkt worden, maar dat is meestal niet het geval. Al te dikwijls laat het Europese gerechtshof weten dat de redelijke termijn inzake gerechtelijke onderzoeken en vervolgingen in ons landje al te zeer de spuigaten uitloopt. Vergelijk bijvoorbeeld de tijd die het Oostenrijkse gerecht nodig had om onderzoek, proces en strafmaatregel te bepalen betreffende de incestueuze vader die zijn dochter gedurende jaren opsloot en misbruikte, met de afloop van de zaak Dutroux. Zo kunnen er nog vele voorbeelden geciteerd worden, maar ik vermoed dat we die genoegzaam kennen om te weten dat justitie in ons land niet alleen op een klassenjustitie lijkt, maar bovendien uiterst traag maalt. Om er buikpijn van te krijgen en dan nog niet gesproken over de wijze waarop men hier aan rechtspraak doet, maar dat zal in een volgend artikeltje wel ter sprake komen.
Feit is dat De Decker een privé detective onder de arm nam en deze de opdracht gaf om de feiten te onderzoeken. Jean-Marie D.D. heeft echter naar mijn mening enkele dingen over het hoofd gezien, wat me eigenlijk wel verwonderd van een man die toch wel een zekere intelligentie bezit. Als men er van overtuigd is dat geldstromen gegaan zijn via belastingsparadijzen, moet men zeer bewust zijn van het feit dat juiste inlichtingen hierover bekomen haast onbegonnen werk is. Het bankgeheim is daar zo dichtgemetseld dat het meer dan moeilijk wordt om integere en juiste informatie los te krijgen. Zelfs officiële zendingen rogatoire commissies lukken daar amper in, laat staan een detective die geen enkel officieel mandaat kan voorleggen om info te bekomen. Als hij dan toch wat resultaat wil hebben, dan zal hij bijna verplicht zijn om over te gaan tot een poging iemand van de bank om te kopen om vooralsnog de nodige informatie te vergaren en daarbij nog bewijsstukken te voorzien die relevant zijn. Dit is uiteraard niet goedkoop en de vraag kan dan gesteld worden of dergelijk bedrag wel ter beschikking stond. Nevenaspect van dergelijke werkwijze is uiteraard dat ze niet zeer proper is en dat de bewijsstukken niet mogen dienen voor een rechtszaak hier te landen wegens op onregelmatige wijze bekomen.
Dat de feiten naar boven zouden komen, kon hij al evenzeer weten. Niet alleen is er veel gekibbel in zijn partij omwille van de postjes Jean-Marie! maar hij zou wellicht de eerste zijn om iets dergelijks zelf aan de grote klok te hangen. Dat hij toch doorbeet betekent dat hij ofwel zich volledig misrekende over zijn medepartijgenoten, hetzij zeer sterk overtuigd was van zijn gelijk en de mening toegedaan dat hij met een klinkend schandaal kon uitpakken. Het zou inderdaad wat geweest zijn!
Als je deze feiten zo overleest, dan kan ik moeilijk twijfelen aan zijn intelligentie en politiek instinct en heb ik de neiging om te denken dat hij misschien toch wel ergens iets op het spoor was dat absoluut niet koosjer is. Of het om een persoonlijke afrekening gaat met De Gucht, kan echter ook, maar dan moeten we er van uitgaan dat alle rationele handelswijze De Decker dan terzijde heeft gelaten en zich heeft laten meesleuren door zijn emoties.
Is de gebruikte methode er over? Bij deze vraag heb ik een dubbel gevoel. Mijn rationele kant zegt me dat we hiermee een gevaarlijke richting in gaan en dat het eigenlijk niet gepermitteerd is. Welke wegen gaan we op als iedere toekomstige politieker zich permanent de vraag moet stellen of hij al of niet gevolgd en gecontroleerd wordt door een of andere stille? De persoon die recht in zijn schoenen staat hoeft zich weliswaar geen zorgen te maken, maar ik kan me best voorstellen dat men er zich ongemakkelijk zal bij voelen. En waar ligt dan de grens van de bekendmaking? Bij het overschrijden van een oranje verkeerslicht, bij het rendez-vous met een of andere nieuwe liefde? Of bij een ander liefdesgedrag anders dan het gebruik van de missionarishouding? Anderzijds kan ik het evenwel toch wel een beetje begrijpen. Als ik zie met welke inefficiëntie justitie in ons land te werk gaat, welke archaïsche houding en methodes nog gebruikt worden door het departement en de wereldvreemde houding die een zeer groot aantal magistraten aan de dag legt, dan kan ik me wel voorstellen dat men grijpt naar andere middelen.
Dat deze actie als een boemerang terug in zijn gezicht zou komen, kon Jean-Marie D.D. zich toch wel voorstellen, daarvoor is hij een te controversieel persoon, maar dat het hele UFO ging zijn, dat kon hij naar alle waarschijnlijk niet vermoeden, maar dat is wel wat hem nu overkomt.
Is het de bond beter leefmilieu die met dit voorstel kwam? Ik denk het wel. Met een theoretische uiteenzetting over vermindering van dodelijke verkeersslachtoffers en minder files tracht men dit te verkopen. Is dit een realiteit ?
De laatste twee weken reed ik bijna dagelijks van thuis (tegen Brussel) naar Brasschaat en terug. De E19 is het onderwerp van heel wat werken rond Zaventem die het verkeer daar vertragen, maar eens voorbij Zemst, zou de resi vlot moeten verlopen. Zou, zeg ik wel, want in de praktijk komt dit helemaal anders uit. Het rechtse rijvak wordt vooral ingenomen door het zwaar verkeer en de trager rijdende autos, het middelste rijvak wordt dan weer gebruikt door weggebruikers die met een gezapige snelheid die meestal zelfs geen 100 km per uur bedraagt alsmaar op dat rijvak blijven en het linkse rijvak tenslotte is dan het vak waar het sneller verkeer tracht tenminste tegen 120 km per uur te evolueren.
Niets is echter minder waar. Het verkeer op het midden rijvak, vaak geholpen door vrachtwagens die gedurende kilometers een inhaalmanoeuvre uitvoeren, veroorzaakt op het linkerrijvak vertragingen die het verkeer aldaar in file brengt met een gemiddelde snelheid van ronde de 80 km per uur. Vele van de middenvak-rijders blijven zo ettelijke kilometers gezapig op dat rijvak hangen en voegen rechts niet in al is er daar soms een opening van meerdere honderden meters. Het is tergend en onverantwoord rijgedrag.
Stel je nu voor dat de algemene snelheid teruggebracht wordt tot maximum 100 km per uur. De meeste vrachtwagens houden een snelheid aan van 80 à 90 km per uur. We gaan er maar eens utopisch van uit dat er geen enkele een inhaalmanoeuvre doet, maar op het middenrijvak blijven de geharde racepiloten aan een snelheid van 90 à 100 km rijden. Wat dan met de linkse rijvak voerders die ook maar maximum 100 km per uur zouden mogen rijden? Dan verkrijg je uiteraard blokfiles van voertuigen die haast aan dezelfde snelheid naast en achter elkaar over de weg karren.
Mijnheer X, die tegen 90 km per uur op het middelste rijvak evolueert, voelt zich tegengehouden door zijn voorganger, die maar 80 km per uur rijdt en dus wil hij toch wel eens voorbijsteken. Maar o wee, links naast hem rijden ze al niet veel vlugger. Dan maar pinker op en doorgang forceren zeker. Ik zie het zo al voor me.
Een vlot verkeer zorgt voor een minder verbruik. Een voertuig dat optrekt in de kortst mogelijke tijd verbruikt tamelijk veel, maar eens op kruissnelheid gekomen, daalt het verbruik aanzienlijk. Men moet de boordcomputer maar eens goed in het oog houden. Het geurig afremmen en weer snelheid nemen zorgt voor een groter gebruik en een grotere sleet van remmen en banden.
Het zorgen dat verkeer vlot en regelmatig doorgaat , is de oplossing voor een milieuvriendelijker gebruik van de autosnelwegen.
Naar mijn bescheiden mening is de oorzaak van de dodelijke ongevallen vooral een gevolg van onverantwoord rijden. Het niet respecteren van de andere voerder, geen rekening houden met de eventuele beperktheden van andere voertuigen. Wanneer we in onze wagen kruipen veranderen we blijkbaar in een wolf op zoek naar een prooi.
De snelheid terugbrengen tot 100 km per uur is volgens mij dan ook geen oplossing. De oplossing ligt vooral in een mentaliteitsverandering waarbij in belangrijke mate rekening gehouden wordt met de andere weggebruikers.
Te snel en onaangepast rijgedrag zorgt allerminst voor een grote tijdwinst, tenzij men vlugger naar de eeuwige jachtvelden wil.
Maar ook hier is ieder gewond of gedood medemens, een gewond of gedood medemens te veel.
Deze week was minister Bert Anciaux te gast bij Phara, samen aan tafel met een filosoof van R.U. Gent, Rudi Vranckx, journalist en Mark Eyskens, minister van state. Uiteraard kwam het gesprek op de feiten die gebeurd zijnin de crèche te Dendermonde.
In de loop van het gesprek liet Bert Anciaux vallen dat hij eveneens met zijn gedachten was bij de kinderen in Gaza, slachtoffer van een agressor die hierom niet werd veroordeeld.
Het was te verwachten, maar s anderendaags al werd hij hiervoor hard aangepakt in het Vlaamse parlement, waar o.a. een losgelaten Herman Van Rompuy niets onverlet liet om de minister in een ongunstig daglicht te stellen. De verwijzing naar het drama van Gaza vond men totaal ongepast en getuigen van een vooringenomenheid zonder weerga. Misschien kon de minister maar beter rondwandelen met een Arafat-sjaal zodat zijn sympathie voor de Palestijnen meer dan duidelijk zou zijn. Zelfs in zijn eigen nieuwe partij de S.P.a was men niet onverdeeld gelukkig met zijn stelling.
Nu zal u al begrepen hebben dat de opportunist Anciaux niet behoort tot mijn intimi (lees een van mijn vorige blogs) en dat hij mij niet charmeert, maar recht is recht en de waarheid behoeft haar plaats.
Ik heb aandachtig geluisterd naar de uiteenzetting en was vooreerst verrast door de stelling die de imminente filosoof naar voor bracht, waarbij hij het mediacircus eveneens aan de kaak stelde en de nadruk legde op het feit dat dergelijke daad niet alleen niet te voorkomen was, maar tevens des mensen was. Politie posteren aan de deuren van de andere crèches de dag na de feiten, was niet relevant en veroorzaakte alleen maar een toenemende angstpsychose. Dat het hier vooral ging om een maatregel om ongeruste ouders een vorm van zekerheid te geven, was wel mooi, maar het had geen maatschappelijk nut.
Wat Anciaux nu betreft, moet het klaar en duidelijk, waarheidshalve gezegd worden dat hij geen vergelijking maakte tussen de feiten van Dendermonde en het drama van Gaza. Hij stelde duidelijk en waarheidsgetrouw de emo minister kon het niet verstoppen dat hij geschokt was door de feiten. Een kind is een kind,stelde hij:en ieder dood kind is een dood kind te veel! Hij zegde dat de dader moest gestraft worden maar dat zijn gedachten ook gingen naar de vele onschuldige slachtoffers en vooral dan de kinderen, die slachtoffer waren van een agressor die hiervoor niet vervolgd werd.
Heeft hij hiermee iets verkeerd gezegd? Is het niet zo dat een belangrijk deel van de mensheid even verontwaardigd is bij de vele onschuldige slachtoffers in Gaza? En is het ook niet zo dat een ander deel van de mensheid onverschillig blijft ten opzichte van het Gaza-drama of eenvoudig weg dat ze hun verdiende loon ontvingen? Het is blijkbaar politiek correct om niet met de vinger te wijzen naar de Israëlische staat omwille van de gebeurtenissen in het Midden Oosten. Ook de Joodse gemeenschap in België en de Israëlische ambassadeur vonden het maar niets en interpelleerden hierover.
Je kan geen omelet bakken zonder eieren te breken, zegt het spreekwoord, en hiermee wordt de collateral damage bij oorlogsacties vergoelijkt. De Palestijnen werden samengedreven op een kleinstukje grond, met de rug tegen het water en voor de rest opgesloten achter muren. In deze kleine ruimte werd dan oorlog gevoerd, waarbij men op voorhand kon weten, dat er onschuldige slachtoffers zouden vallen. Het is als een granaat werpen te midden van de markt. Je treft niet alleen de marktkramer die je eventueel viseerde, maar een hoop medestanders is hierbij eveneens slachtoffer. Dat hiertegen verzet komt, is dan toch meer dan normaal? Op dergelijke wijze komt men nooit tot een resultaat dat beide volkeren in vrede doet leven. Slechts gesprekken met de vaste wil om tot een vergelijk te komen, maken kans. Vanzelfsprekend moet die goede wil van beide kanten komen en daar knelt het schoentje uiteraard.
Wat de woorden van Anciaux betreft, de essentie van deze blog, moet toch wel erkend worden dat:
een kind steeds een kind is en dat ieder dood kind een dood kind te veel is.
Ik zou zelfs verder willen gaan dan dat: ieder gedode medemens is een dood mens te veel. De consequente verdediging van dat adagio zou de wereld al een stuk beter maken.
Op vrijdag 23 januari fietst een jonge man vanuit zijn woonplaats te Sinaai-Waas naar Dendermonde en dringt Fabeltjesland binnen. In een onverklaarbare explosie van agressie doodt hij een kinderoppas, twee kinderen babys bijna nog en verwondt er nog een aantal andere, alvorens zijn weg verder te zetten. Uit de latere vaststellingen bij zijn arrestatie blijkt zijn intentie om nog meer schade aan te richten in andere kinderopvanghuizen.
Heel het land staat stil van afgrijzen, de media smijten zich op de zaak en smeren gedurende dagen op meerdere paginas het drama uit met liefst de meest smeuïge details. Zelfs de buitenlandse kranten en teevee laten zich niet onbetuigd. In Groot-Brittannië wordt uiteraard weer de link gelegd naar de zaak Dutroux, alhoewel deze er echt niets mee te maken heeft en blijkbaar vergeet men daar de niet zo smakelijke affaires met de kleine James en de vele doden als gevolg van een blind terrorisme. Allerlei al of niet zelfverklaarde experten mogen hun woordje voeren en hun hypotheses lanceren en wie ook maar van ver iets gehoord of gezien heeft van de feiten, wordt er als getuige bij gesleurd en voor de wolven van de openbaarheid gesmeten. Allerlei psychologen wordt een platform verleend om hun mening en analyses te berde te brengen en zo blijven de media maar verder hun paginas vullen in artikels die vooral veel zwart als achtergrond vertonen. Het meisje dat als stagiaire haar laatste dag in de crèche begonnen was en alles meemaakte, wordt gesolliciteerd om op teevee haar verhaal te doen. Nog altijd onder de indruk van wat haar overkwam doet ze een oproep die me bijzonder trof. Laat hierna a.u.b. gedaan zijn! En dat is de enige goede houding die men vanaf de beginne had moeten aannemen.
Het personeel dat het allemaal meemaakte, de kinderen die door de hel moesten, de ouders, de familie, de manschappen van de interventie-eenheden van politie, ambulance en zo meer, verdienen het in alle rust en respect begeleid te worden in hun onmacht en verdriet. Het is een proces dat zich best afspeelt ver van de ruchtbaarheid met de assistentie van meelevende psychologen en andere welzijnswerkers. De ouders, de familie en ook de vrienden van de dodelijke slachtoffers moeten ruimte krijgen om te kunnen rouwen, om hun verdriet een plaats te geven en om alles te kunnen verwerken. Door de direct betrokkenen zal het immers voor de rest van hun leven meegedragen worden en echte heling is waarschijnlijk niet te verwachten. Elke verjaardag, elk kind dat ze zullen zien, iedere keer dat er iets gebeurd met kinderen, zullen ze weer geconfronteerd worden met hun verlies en slechts de stilte zal hun antwoord zijn. Hetzelfde trouwens voor de dierbaren van de kinderoppas die haar inzet met de dood bekocht.
Hier past alleen maar respectvol medeleven en eerbiedige stilte.
Het was dan ook een verademing de burgemeester van Dendermonde aan het werk te zien, zonder veel pathos, zonder veel poeha, maar rustig en met veel empathie, als een huisvader die zijn eigen kinderen wilde troosten en ze tevens wou beschermen tegen veel te veel opdringerigheid.
Men kan zoeken naar een reden, naar een oorzaak waarom de jonge dader dergelijke daden stelde, maar echt doordringen tot in zijn geest zal zo niet onmogelijk dan toch moeilijk zijn. Het menselijk brein houdt geen logboek bij dat je kan afprinten om eens rustig na te gaan waar het eigenlijk fout liep. De psychiaters zullen alleen maar kunnen proberen een impressie te krijgen van wat hem aanzette tot dergelijke daden, zonder de garantie te kunnen geven dat ze de juiste diagnose hebben gesteld. De geest van de mensen heeft nog veel duistere hoekjes waar nog geen enkel licht doorgedrongen is, het is als het amazonewoud waar men nu nog altijd vreemd en ongekend leven ontdekt. Het is een afgrijselijke daad geweest, maar het is ook des mensen. De maatschappij heeft het in het verleden al meegemaakt en het is vrij zeker dat dergelijke feiten in de toekomst nog zullen voorvallen.
Spijtig genoeg kunnen we ons daartegen niet verdedigen noch verzekeren. Maar evenmin zullen een verhoogde politionele aanwezigheid garant kunnen staan voor het vermijden van dergelijke dramas. Een angstpsychose kunnen we best missen, maar een meer menselijk gerichte samenleving zou misschien bij velen bepaalde frustraties kunnen wegnemen. Ik ben er van overtuigd en ik sluit mezelf hierbij niet uit dat het ons mangelt aan medeleven, aan attentie voor de medemens. Ik ben er van overtuigd dat we te veel in ons eigen wereldje leven en te materialistische betrachtingen koesteren. Misschien moeten we weer beseffen dat we niet voor ons zelf alleen leven, maar voor het welzijn van iedere medemens. Het is goed voor het slapengaan even in eigen hart te kijken, schreef Alice Nahon en wellicht moeten we dat maar eens meer doen. Begrip voor de ander en een gezond meeleven, kan alleen maar gunstig zijn, misschien zijn we dat te veel vergeten.
De dag dat deze afgrijselijke daad plaats had, verschenen in de media al berichtjes van mensen die roepen om de wederinstelling van de doodstraf. Op het net is een soort petitielijst te tekenen die momenteel al meer dan 6.000 handtekeningen bevat. Dat de dader uit de normale maatschappij moet genomen worden, is evident. Men mag immers het risico niet lopen dat hij eenzelfde daad nogmaals zou kunnen stellen, maar hem de doodstraf geven en deze dan ook nog uitvoeren ook, zou getuigen van een barbaarse cultuur. Bovendien is de wetenschap dat men de doodstraf kan oplopen dikwijls een katalysator gebleken eerder dan een remedie. Waarom zou je je immers inhouden om slachtoffers te maken als je toch de doodstraf riskeert?
In het verleden is al te vaak gebleken dat zogenaamde daders onschuldig veroordeeld en ter dood gebracht werden. Een gerechtelijke dwaling is nimmer uit te sluiten en ieder onschuldig slachtoffer is er een te veel.
Het hele gebeuren zou echter wel de aanleiding moeten zijn tot een parlementair debat dat zich tot doel stelt de strafwetgeving te herschrijven waarbij vooral de gerechtigheid aan bod komt. Door de eeuwen heen is de strafwet al zo dikwijls aangepast, veranderd dat alle proporties scheef werden getrokken. De misdrijven en misdaden moeten maar eens op een ernstige basis gedefinieerd worden en de strafmaat aangepast aan de definitie. Kleine misdrijven moeten een kleinere sanctie krijgen, maar de grote misdaden moeten dan ook in proportie met een belangrijkere strafmaat gesanctioneerd worden. De wetgevende macht zou zich bijzonder gedienstig maken door nu eens op een serieuze basis werk te maken van een gemoderniseerde strafwetgeving waarbij de rechters de mogelijkheid krijgen om met bepaalde factoren zowel verzachtende als belastende rekening te houden. Door de bomen moet men immers het bos kunnen erkennen. Rechters moeten uitspraken kunnen doen waarbij ze volgens de omstandigheden al bij voorbaat kunnen bepalen of een eventuele gevangenisstraf al of niet voor een eventuele vervroegde vrijlating in aanmerking kunnen komen en onder welke voorwaarden. De wet Lejeune zou niet meer nodig zijn indien men in alle gevallen een commissie doet bepalen wanneer en onder welke voorwaarden een veroordeelde vervroegd vrij zou mogen komen. Conditio sine qua non voor een goede werking van deze commissie zou er echter moeten in bestaan dat de commissieleden grondig motiveren waarom ze een beslissing nemen en hiervoor ook verantwoordelijkheid moeten nemen.
Een drama zoals in Dendermonde is te onbegrijpelijk voor woorden en begrip, maar het is een kans tot een grondige herschrijving van de strafwet, met vooral de bedoeling gerechtigheid te brengen. Het is dan ook zeker van belang dat men eventuele procedurefouten begaan tijdens onderzoek en berechting en die geen wezenlijk nadeel berokkenen aan de verdachte geen aanleiding kunnen geven tot vrijlating of zinloze herziening van het proces. Schuld is schuld en daar doet geen procedurefout afbreuk aan.
Ondertussen blijven mijn gedachten bij de getroffen slachtoffers, hun familie en vrienden en hoop ik van harte dat ze troost mogen vinden in het meeleven van hun medemensen.
Het is al een tijd geleden dat ik nog de kans zag om aan dit blog te werken. Ziekte in de familie en veel ziekenhuisbezoek hebben heel wat tijd in beslag genomen en er valt te verwachten dat dit in de toekomst slechts mondjesmaat zal herstellen. Perikelen met de kruisbanden van de linkerknie spelen nu nog spelbreker, maar toch neem ik me voor om wat regelmatiger mijn bedenkingen en verzuchtingen aan het toetsenbord toe te vertrouwen zodat ik mijn vertwijfeling, vragen en verzuchtingen toch weer kwijt kan. Hopelijk blijven jullie als trouwe lezer ook deze rubrieken wat volgen. Tot schrijfs en met vele groeten, spitfire leo
De aanstelling van de nieuwe president in de V.S. heeft niet kunnen vermijden dat de economische recessie toch nog altijd voortschrijdt. In ons landje deelt de KBC nu al enkele dagen flink in de klappen en het aandeel is dan ook flink naar beneden getuimeld. Niet alleen in ons land, maar momenteel wereldwijd, happen de economische actoren naar adem en de beelden van de grote Amerikaanse autoconstructeurs met hun reuzengrote stocks aan onverkochte wagens gingen via de moderne mediakanalen zonder terughoudendheid de wereld rond. Het eens zo beroemde en rijke Siliconvalley ligt zo wat op apegapen en ook de metaalnijverheid ligt tussen de touwen van de ring.
Kan je dit verklaren door de vermindering aan koopkracht of het moeilijker bekomen van leningen alleen of zijn er nog andere factoren die een rol spelen? Mag ik daar even proberen te redeneren?
Automatisatie ten voordele van de productie.
Sinds Henri Ford de lopende band uitvond en de autos met versnelde regelmaat de fabriek deed uitrijden, is er toch heel wat veranderd. Er kwamen verschillende automerken die met mekaar de concurrentie aangingen, niet alleen inzake de kwaliteit maar hoofdzakelijk in kwantiteit. Iedere constructeur wou een zo groot mogelijk aandeel van de markt veroveren. Hiertoe werden niet alleen grotere montage en constructiehallen gebouwd, maar werd ook stelselmatig de relatief tragere mens vervangen door snelle robots. Dat deze automaten geen sanitaire voorzieningen behoefden, noch maaltijdpauzes en rookstops, was dan ook graag meegenomen en maakte de vreugde van de investeerders die hiermee een grotere return zagen op hun aandelen, maar bovendien van meer rust konden genieten op sociaal vlak. Tenslotte zijn het alleen mensen die moeilijkheden maken, nietwaar? De metalen paarden rolden dan ook in massas van de band en gingen op verovering naar potentiële kopers op zo groot mogelijke markten.
Ieder zijn kar was het verholen motto van de fabrikanten. In het rijke westen speelde men op kwaliteit en gadgets zodat de prijs navenant hoog mocht liggen, terwijl voor de armere landen een eenvoudiger model werd voorzien voor een meer aangepaste prijs. De verkoop van wagens verliep dus met twee snelheden naargelang van het doelgebied van de handel. Geen nood voor minder montage echter, want vooral in de rijkere regio zorgde men er voor datde consument op regelmatige basis van automobiel veranderde. De reclame kende hierbij als neventak een uitzonderlijke bloei. Ieder zijn vrijheid was in den beginne niet alleen een reclameslogan, maar kon ook bewerkstelligd worden zolang bepaalde grenzen niet werden overschreden. Bovendien kreeg de auto binnen de kortste keren een status van welzijn en een zekere rijkdom. Het was als telkens nieuw ontworpen sieraden, maar met dat voordeel dat het door zijn grootte veel vlugger werd opgemerkt door de omgeving. Als statussymbool stond het zelfs veel beter op de straat dan in de garage.
Sociale en andere remmen.
Aan iedere historie komt een einde en dit is dus ook het geval voor de automobielindustrie. Niet alleen slibden de wegen dicht, maar een grote groep mensen bleef nog verstoken van de mogelijkheid een auto te kopen en in de rijkere wereld kon niet iedereen het zich permitteren om om de twee à drie jaar een nieuw vehikel aan te schaffen. De verkoop stagneerde al enkele jaren terug, maar men bleef desondanks de duidelijke knipperlichten op hetzelfde tempo doorwerken. Daar waar in Europa al enkele jaren moeite gedaan wordt om zuinige autos te bouwen, bleef men in de States verder boeren met zware en veel brandstof verslindende monsters. De huidige recessie heeft de boel nu duidelijk helemaal vastgezet en de stocks blijven onverkocht.
Waar de belastingsbetaler ter hulp schiet.
De grote automerken, die het water voelen stijgen, hebben dus naar oplossingen gezocht om toch nog wat rendement te kunnen garanderen. Twee wapens worden hierbij gehanteerd: het eerste is de dreiging van ontslag van een groot aantal werknemers en het tweede is een dwingende vraag aan geldelijke steun vanwege de overheid. Twee oplossingen die het management en de aandeelhouders uit de wind moeten zetten, de werknemers in de woestijn sturen en de overheid belasten met een grotere openbare schuld. Om dit te bereiken wordt de jarenlange arrogantie even opzij gezet, een medelijdend gezicht getrokken en op meelijwekkende wijze kond gedaan van de moeilijkheden die men ondervindt, maar de goede wil die men heeft om aan de problemen het hoofd te bieden. Als de regeringen maar met centen over de brug komen, alstublieft? Die zelfde overheid die aarzelt om radicale middelen in te zetten, zal wel even de begroting aanpassen om een mouw te passen aan dit euvel.
Ik heb hier wel een paar voorstellen over. In een eerste opwelling zou ik zeggen, haal eerst wat geld bij de aandeelhouders die in goede tijden goed geboerd en gespaard hebben en verminder zo de tussenkomst van de modale belastingsbetalers. Kapitaalsvlucht? Hou een geldoperatie à la Gutt zodat het buitenlands geplaatst geld slechts terug binnen kan onder controle en met een realistische heffing wegens afromen van de nationale schatkist. Naar de toekomst toe belast men dan alle winsten en plaatst die in fondsen waarop beroep kan gedaan worden in tijd van nood, maar dan enkel en alleen voor het doel waarvoor ze werden opgericht. Geen kwestie dus van bijvoorbeeld kindergeld te betalen met gelden uit de pensioenkas!
Misschien moet er ook maar eens aan denken om eventueel een verplichte minimumtermijn van gebruik voor een wagen op te leggen, zodat niet alleen noodzaak is aan kwalitatief hoogstaande wagens die jaren meegaan, maar bovendien de milieuvervuiling door het verwerken van een massa schroot tot een minimum herleid wordt.
Utopisch? Wellicht wel omdat het nu eenmaal mensen zijn die dit alles moeten realiseren en spijtig genoeg in veel gevallen het individueel profijt voorrang heeft op het maatschappelijk welzijn. En dit laatste is wellicht de grootste oorzaak van alle ellende.