hoe mag ik je noemen
wanneer ik zie hoe de bloemen
in mijn tuin openlijk je diepe zelf
voor mij openbaren
waaiend op speelse zomerwinden
je wondere werkelijkheid dragen
zwoel geurend je passie
voor leven uitstrooien
leg je naam op mijn lippen zodat
ik je als hemelsbrede koestering
kan prevelen midden de wereld
die ik liefheb
ik noem je god
maar dat zegt nog niets
met dank aan Cor van Vliet voor de laatste strofe
|