Een balhoofdplaatje is een logo van de fabrikant of het merk dat is aangebracht op de balhoofdbuis van een fietsframe. Balhoofdplaatjes werden al eind 19e eeuw toegepast en waren vaak gemaakt van metaal. Ter bevestiging aan de balhoofdbuis kunnen daarin nagels of schroeven zijn gebruikt. Bij moderne(re) fietsen kunnen tevens, al dan niet met lijm, balhoofdplaatjes van kunststof zijn aangebracht. Ook kan een balhoofdbuis voorzien zijn van een transfer/sticker.
Amato/ Friedr. M. Bernhardt ------„Velo Dresden“--------Dresden ---------- Duitsland
Opgericht in 1886. Eigenaar: Friedrich Maximilian Bernhardt (gestorven 1912)
Eigenaars: Curt Mehnert en Herbert Bernhardt ( zoon van Friedrich).
Merk Amato te minste sedert 1908 voorheen o.a. FMB
Amato/ Friedr. M. Bernhardt Fahrrader is een oud merk of modelserie en een groothandel in fietsen, motorfietsen, onderdelen en accessoires te Dresden. Ze handelden ook in naaimachines, zaklampen en auto onderdelen.
Ook de Grosse Plauenshe Strasse 8/10 was een van hun adressen.
50 jarig jubileum in 1936.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Dresden in eerste instantie gevrijwaard van de geallieerde bombardementen. De eerste luchtaanvallen op de regio werden in augustus 1944 uitgevoerd en de stad werd voorbereid op bombardementen. Bij de luchtaanvallen op Dresden werden in vier elkaar opvolgende nachtelijke aanvalsgolven van 13 tot 15 februari 1945 grote delen van het stadsgebied zwaar beschadigd door Britse en Amerikaanse bommenwerpers (met brand- en brisantbommen). Hierbij werd de historische binnenstad uitdrukkelijk getroffen en niet het grote kazernecomplex in het noorden van de stad, hoewel de geallieerden Dresden als militaire concentratie als hun oorlogsdoel aangaven.
Het exacte aantal slachtoffers is niet bekend. Het Report of the Joint Relief 1941–1946 van het Internationale Rode Kruis noemde een onjuist slachtofferaantal van 275.000. Later werden de slachtofferaantallen bijgesteld naar 22.700, maximaal 25.000. Volgens historicus Frederick Taylor zijn de nazi's zelf de aanstichters van het foutieve aantal slachtoffers: er zou een nul zijn toegevoegd om de geallieerden als oorlogsmisdadigers voor te stellen. Er moet rekening gehouden worden met niet geregistreerde vluchtelingen uit Silezië die op dat moment in de stad verzameld waren en het slachtoffer werden (Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog). De schade aan gebouwen werd eveneens vaak te hoog opgegeven. In totaal werd 60 procent van het stadsgebied zwaar getroffen door de aanvallen, 15 km² vanaf het centrum ofwel 90% van de binnenstad werd totaal verwoest; in de stadsdelen in het noorden en noordwesten werd daarentegen weinig verwoest. Na de oorlog behoorde Dresden bij de DDR (Oost-Duitsland).
Van de geschiedenis van de groothandel „Velo Dresden Friedr. M. Bernhardt “ is weinig terug te vinden, vermoedelijk komt dit door de vernielingen van het bombardement. Het bedrijf lag plat in 1945 en verhuisde na de oorlog naar de Ledenweg 16 in Radebeul-West. Radebeul-West, sinds 1935 bekend als Radebeul II , is het westelijke deel (preciezer: noordwestelijke deel) van de stad Radebeul.
1961 door de bouw van de muur eigenaar vertrokken naar West-Duitsland.
Op het merkplaatje zien we de beeltenis van Mercurius (Merkur in het Duits),hij was een god uit het Romeinse pantheon. Hij werd gezien als: de boodschapper van de goden, de beschermer van handelaren, reizigers en dieven, en ook als de god van welsprekendheid en snelheid. Hij wordt vaak afgebeeld met gevleugelde sandalen en een gevleugelde helm, en hij draagt meestal de caduceus (een staf met twee slangen eromheen). De Grieken kenden hem als Hermes.
Florin cycles ----------- Wattrelos – Nord ------------ France/Frankrijk
Fietsen zijn altijd al een familieaangelegenheid geweest voor de familie Florins. Paul en zijn zoon Gustave runden jaren een fietsenzaak aan de Rue Carnot in Wattrelos.
Op het plaatje zien we de afbeelding van een zwaard. De naam Espada is van Spaanse oorsprong en betekent letterlijk "zwaard". Het woord "espada" is afgeleid van het Latijnse "spatha", wat ook "zwaard" betekent. Het woord kwam via het Oudfrans (espée) in het Spaans terecht.
Poulidor was geen zelfstandig Frans fietsmerk, maar veeleer een modelnaam of hommage – voornamelijk verbonden aan de legendarische Franse wielrenner Raymond Poulidor. De fietsen Poulidor waren eerder nostalgische of marketinguitgaves: ze droegen de naam "Poulidor" als eerbetoon, niet als merknaam met eigen fabrieksidentiteit.
Cycles Mercier was een echt en langdurig Frans fietssportmerk, opgericht in 1919 en tot bloei gekomen in de jaren zestig. Raymond Poulidor reed tijdens zijn carrière vaak op Mercier-fietsen.De moderne aandachtswaarde van "Poulidor" fietsen lijkt dus gekoppeld aan deze historie.Émile Mercier en zijn broers richtten in 1919 de fietsenfabriek op in het Franse Saint-Étienne. Deze groeide in de jaren 60 met een steeds toenemende fietsproductie. Het merk dat Tour de France-wielrenner Raymond Poulidor in de jaren 60 en 70 droeg, zou wereldwijd naam maken met zijn beroemde "Mercier Rose".
Net als een aantal professionals wist Poulidor zijn bekendheid te gelde te maken, en dat valt hem niet kwalijk te nemen. Zijn fietsen werden in supermarkten verkocht, dus iedereen kan zich de actieradius voorstellen, wat nogal jammer is voor het imago van de wielersport. Wat betreft de uitspraak dat het "zijn" merk was: we moeten inderdaad niet te hard van stapel lopen! Ik hoop dat als hij echt fietsen had willen maken, hij "mooie fietsen" had gemaakt.Eigenlijk waren het vooral plaatjes, stickers en decals met de naam Poulidor, dat was alles, en zelfs het logo was niet zo heel ingewikkeld om te maken!
Raymond Poulidor
Raymond Poulidor (Masbaraud-Mérignat, 15 april 1936 – Saint-Léonard-de-Noblat, 13 november 2019), bijgenaamd Poupou en/of Eeuwige Tweede, was een Frans wielrenner. Hij was actief als beroepsrenner tussen 1960 en 1977.
Raymond Poulidor was de zoon van Martial en Maria Poulidor, kleine boeren buiten het gehucht Masbaraud-Mérignat, waar de Creuse- regio ten oosten van Limoges samenkomt met het departement Haute -Vienne. Poulidor begon te werken op de boerderij waar, zo herinnerde hij zich, "dat de grond arm was en we hard moesten werken; de landbouwinkomens waren laag." De behoefte aan werkende handen op de boerderij betekende dat hij op 14-jarige leeftijd van school ging, ook al wilde hij zijn studie voortzetten. Het lokale entertainment ging niet veel verder dan dorpsmarkten, met zaklopen, zelfgemaakte jam... en wielerwedstrijden tussen de dorpen. Poulidor bleef helpen op de boerderij van zijn ouders, zelfs nadat hij prof was geworden.
Poulidor kreeg zijn eerste fiets op veertienjarige leeftijd, die kreeg hij van een plaatselijke winkelier. Hij begon op zestienjarige leeftijd met koersen, dat nadat hij er interesse had in gekregen door het tijdschrift Miroir-Sprint dat hij van een van zijn leraren op school had gekregen. Aanvankelijk verborg hij zijn passie voor zijn moeder, die was bang voor de gevaren die de sport met zich meebracht.
Pas toen Poulidor in 1955 in het leger moest voor de verplichte nationale dienst, reisde hij voor het eerst per trein. Het leger stuurde Poulidor naar de toen nog bezig zijnde oorlog in Algerije, waar hij als chauffeur werkte en door gebrek aan beweging 12 kg aankwam. In 1960 wijdde hij zich weer aan het wielrennen en verloor binnen een maand zijn overgewicht. Na zijn diensttijd won hij zijn eerste wedstrijd met zes minuten voorsprong. Toen hij vervolgens tweede werd in de GP van Peyrat-le-Château en 80.000 oude frank won, berekende hij dat hij in één wedstrijd meer had gewonnen dan hij in zes jaar op de boerderij had verdiend.
Professionele carrière
Poulidor werd in 1960 prof bij de Mercier-ploeg, onder leiding van voormalig Tourwinnaar Antonin Magne. Magne bood Poulidor 25.000 oude frank per maand. Poulidor vroeg 30.000. Magne repliceerde dat dit meer was dan hij Gauthier en Louis Privat betaalde en weigerde. Later, toen hij besefte dat hij een rivaal voor Anquetil had, gaf hij toe.
In zijn tweede seizoen won Poulidor Milaan-San Remo , een van de " monumentale klassiekers " in de wielersport . Op 125 km (78 mijl) van de finish stond hij op het punt op te geven nadat hij een lekke band had gekregen en twee minuten achter de koplopers lag. Magne overtuigde hem om door te gaan en Poulidor overbrugde de kloof. Op de beklimming van de Capo Berta viel hij aan, vergezeld door Albertus Geldermans en ploeggenoot Jean-Claude Annaert , die het tempo bepaalden tot ze de voet van de slotklim, de Poggio, bereikten. Hier viel Poulidor opnieuw aan en sloeg een gat. Ondanks dat hij in de laatste bocht door een politieagent de verkeerde kant op werd gestuurd, wist hij de achtervolgende groep met drie seconden achter zich te houden en de overwinning te behalen. Ook in 1961 werd hij Frans kampioen op de weg .
Poulidors rivaliteit met Anquetil is legendarisch in de wielersport. Hoewel hij een goede klimmer was, had Poulidor het moeilijk om Anquetil te evenaren in de individuele tijdrit, waarbij hij vaak de overwinning werd ontnomen door tijdverlies in tijdritten van de Tour de France.
Poulidors rijstijl was agressief en aanvallend, terwijl Anquetil er de voorkeur aan gaf de koers in de bergen te controleren en tijd te winnen in de tijdritten. Poulidor werd de lieveling van het Franse publiek, tot grote woede van Anquetil. Poulidors opvoeding in Midden-Frankrijk en zijn trage Limousin-spraak contrasteerden ook met Anquetils noordelijke achtergrond en scherpere accent. Poulidors gezicht was diep gebruind en gegroefd; Anquetil had hoge jukbeenderen, een gladder gezicht en gekamd blond haar.
Poulidor was vooral populair omdat hij zich zo makkelijk kon schikken in zijn rol van underdog en tegenslagen kon incasseren. In Frankrijk is hij bekend onder zijn bijnaam Poupou. Hij werd ook (onterecht) de Eeuwige Tweede genoemd, omdat hij in vele wedstrijden net naast de hoofdprijs greep. Onder meer in de Ronde van Frankrijk werd hij driemaal tweede (1964, 1965 en 1974) en vijfmaal derde (1962, 1966, 1969, 1972 en 1976), zonder een etappe in de gele trui te hebben gereden. In het begin van zijn carrière was Jacques Anquetil zijn grootste rivaal, later kreeg hij te maken met Eddy Merckx.
In 1964 kwam Poulidor het dichtst bij een Tourzege. Op de Puy de Dôme vocht hij een duel uit met de grote favoriet Jacques Anquetil, die in tegenstelling tot Poulidor aan het einde van zijn krachten was. Anquetil wist zijn vermoeidheid echter te verbergen, waardoor Poulidor te lang wachtte met zijn aanval. In Parijs scheidden hem uiteindelijk slechts 55 seconden van de gele trui.
Raymond Poulidor was de eerste renner die in de Tour de France op doping werd getest. De testers arriveerden voor het eerst in 1966 in Bordeaux , maar pas nadat het nieuws zich had verspreid en veel renners hun hotels hadden verlaten. De eerste deelnemer die ze aantroffen was Poulidor. Er werden nog een paar andere renners gevonden, waaronder Rik Van Looy, en sommigen stemden toe en anderen weigerden. De volgende ochtend verliet de koers de stad op weg naar de Pyreneeën en stopte in de buitenwijk Gradignan, in de universiteitswijk La House. De renners stapten af en begonnen te lopen, terwijl ze protesten in het algemeen schreeuwden en in het bijzonder beledigingen naar de koersarts, Pierre Dumas , van wie sommigen eisten dat hij ook een test zou ondergaan om te zien of hij wijn had gedronken of aspirine had geslikt om zijn eigen werk gemakkelijker te maken. Renners bekritiseerden Poulidor ook omdat hij zich had laten testen. Hij wuifde hun protesten weg en bleef achteraan de staking. Andere prominente renners, waaronder Jacques Anquetil, reden vooraan. Poulidor zei dat zijn onverschilligheid voor de controles en de staking zijn relaties met mederenners hadden geschaad. "Daarna hebben ze me geen dienst bewezen in het peloton", zei hij.
Poulidor heeft meermaals toegegeven dat zijn carrière werd belemmerd door een gebrek aan ambitie en door de psychologische dominantie van Jacques Anquetil. Poulidor zei in een interview in 1992: "Ik wist meteen dat ik overal vooruitgang boekte. Ik kreeg alle leiderstruien, maar ik verloor ze altijd." Tonin [Magne] zei tegen me: "Raymond, je bent altijd aan het dagdromen!" En was dat waar? Was je afgeleid? Het was waar. Ik dacht dat wat er met me gebeurde al geweldig genoegwas. Ik dacht nooit aan winnen. Nooit, nooit, stond ik 's ochtends op met het idee om te winnen!
Op 25 januari 1973 werd Poulidor benoemd tot Chevalier de la Légion d'honneur. In 2003 verhoogde de president, Jacques Chirac, de onderscheiding. Poulidor heeft ook een roos die naar hem vernoemd werd, wat zijn liefde voor tuinieren in het algemeen en rozen in het bijzonder weerspiegelt.
Hij woonde met zijn vrouw Gisèle in Saint-Léonard-de-Noblat , ten oosten van Limoges, waar hij korte tochten maakte op zijn mountainbike. Hun dochter, Corinne, is getrouwd met de voormalige wereldkampioen veldrijden en winnaar van de Ronde van Vlaanderen Adri van der Poel. Zijn kleinzonen David en Mathieu van der Poel zijn ook wielrenners. David is ondertussen gestopt, Mathieu is momenteel een van de beste wielrenners ter wereld die voor eeuwig vermeld zal staan in de annalen en geschiedenis van de wielersport.
Poulidor werkte tijdens de Tour de France in de public relations voor Crédit Lyonnais, sponsor van de gele trui. Als eerbetoon startte de negende etappe van de Ronde van Frankrijk 2004 in Saint-Léonard-de-Noblat, de woonplaats van Poulidor. Hij liet fietsen onder zijn eigen naam maken door het bedrijf France-Loire en verscheen in televisiereclames gericht op ouderen.
Als er gevraagd werd naar zijn levensduur in vergelijking met andere wielrenners, antwoordde Poulidor dat hij het met mate deed en zich niet te veel inspande. Op 13 november 2019 overleed Raymond Poulidor in Saint-Léonard-de-Noblat. Hij was een aantal weken daarvoor in het ziekenhuis opgenomen vanwege hartproblemen, hij overleed op 83-jarige leeftijd.
Het was op het nummer 60 rue Gutenberg in Saint-Étienne, de bakermat van de Franse industriële revolutie, dat in 1919 de vestiging Mercier werd opgericht. Het bedrijf werd opgericht door Émile Mercier ( 1899 - 1973 ) en zijn broers Marcel en Constant. In 1919 sloot Émile Mercier zich aan bij de gebroeders Paret en Ribaud en begon met de productie van krukassen, pedalen enz….
In 1924 kocht hij de aandelen van zijn partners over en stapte over op de productie van frames. Rond 1930 ging hij zich op de assemblage van fietsen richten. De historische assemblagelijn bevond zich in Andrézieux-Bouthéon, ongeveer tien kilometer van Saint-Étienne.
De visionaire managers van het merk namen in 1933 een professionele wielerploeg over om hun producten te promoten.. Het hoogtepunt werd bereikt in de jaren zestig, dankzij Raymond Poulidor, die er zijn hele carrière doorbracht. Het team bleef tot 1984 in competitie. Mercier was het team met de meeste deelnames in de hele geschiedenis van de Tour de France. Om voor de toeschouwers in het peloton gemakkelijk herkenbaar te zijn droegen de Mercier-renners, sinds 1955, hun beroemde paarse trui. Het professionele team stond onder leiding van Edmond Mercier, zoon en neef van de oprichters. Drie ploegleiders volgden elkaar op aan het hoofd: Antonin Magne, tweevoudig winnaar van de Tour de France, vervolgens Louis Caput en Jean-Pierre Danguillaume.
De fietsenfabriek Mercier is dankzij moderne productieprocessen en de vraag naar absolute kwaliteit tegen een redelijke prijs een groot commercieel succes gebleken. Decennialang waren de fietsen van Mercier te vinden op de Franse wegen, in steden, op het platteland en in het peloton. Het bedrijf bereikte zijn hoogtepunt in 1975, met een productie van 150.000 fietsen. Van 1950 tot 1959 produceerde Mercier ook bromfietsen.
In de jaren 1980, geconfronteerd met toenemende buitenlandse concurrentie, uit Amerika en Azië, ging de Franse fietsindustrie onverbiddelijk achteruit, Mercier kreeg het moeilijk. Mercier, dat tot 1984 met Joop Zoetemelk in de wielercompetitie bleef, ging in 1985 failliet.
In 1985 werd de Société Nouvelle des cycles Mercier gekocht door de aandeelhouders van het naburige en concurrerende bedrijf Cycles France Loire , dat in mei 1983 het faillissement had aangevraagd.
De werknemers namen het bedrijf Cycles Mercier - France Loire over. Deze vernieuwing was gebaseerd op grootschalige distributie en liet de traditionele netwerken van kleine detailhandelaren achter zich.
In september 1991 werd Cycles Mercier - France Loire (dat ook St Étienne Cycles had gekocht), op zijn beurt overgenomen door de Nederlandse fabrikant Atag, die later de Accell Group zou worden.
Op 21 oktober 1998 werd de Société Nouvelle des Cycles Mercier uitgeschreven.
In 2019 wekte Émile Mercier, tweede naamgever en zoon en neef van de oprichters, het merk tot leven en bracht het opnieuw op de markt met kleding speciaal voor wielrennen. Om deze vernieuwing te leiden en de historische waarden van het merk te bestendigen, heeft Émile de krachten gebundeld met Alexis Descollonges. Samen vormen ze een gepassioneerd en complementair duo.
Op 11 december 2000 heeft Accell Group, eigenaar van Cycles France-Loire en Lapierre, het merk "Mercier" verkocht aan het Luxemburgse investeringsfonds Starship Investments. Het bedrijf Cycles Mercier - France Loire verloor toen de naam "Mercier" en werd omgedoopt tot Cycles France Loire.
2021: mislukking van de vestiging van het merk in Revin in de Ardennen
In februari 2021 kondigde Starship Investments de verhuizing van Mercier-fietsen naar Frankrijk aan, met de opening van een nieuwe fabriek in de Ardennen, in Revin, in de buurt van Charleville-Mézières.De fabriek, die naar verwachting eind 2021 van start zou gaan zou mechanische en elektrische fietsen produceren onder de merknamen Raymond Poulidor en Joop Zoetemelk, evenals huismerkfietsen. Op lange termijn zouden er 270 banen moeten worden gecreëerd in deze vroegere getroffen industriële stad. Het project kon wel worden onderbroken door een gebrek aan financiering, aangezien de staat zijn financiële steun voor dit geplande project op de Friche Porcher had ingetrokken. In november 2021 kondigde de directie aan dat zij haar project toch zou handhaven, maar diende een klacht in wegens smaad, dat na onthullingen van fiscale onregelmatigheden van de kant van de onderneming die geleid hadden tot de intrekking van de financiële steun van de staat. Het project mislukte.
Momenteel maakt het bedrijf deel uit van de Accell Group en produceert het fietsen in een plaats genaamd “Andrezieux Boutheon”, vlak bij St Etienne.
De merknaam Mercier is ook weer opgedoken op Chinese fietsen die per postorder in de VS worden geproduceerd, kennelijk als resultaat van een licentieovereenkomst.
Panther----- Ernst Kuhlmann----- Maagdenburg----later Braunschweig -----Duitsland
Op vandaag is het bedrijf “Panther Fahrradwerk” een van de grootste fabrikanten van fietsen. Het bedrijf werd in 1896 opgericht in Duitsland, toen richtte Ernst Kuhlmann een klein bedrijf op in Maagdenburg, Duitsland. De oprichter van het bedrijf had toen al een duidelijk doel gesteld voor zijn bedrijf: hij wou moderne en praktische fietsen produceren die toegankelijk zouden zijn voor een brede groep kopers. In 1897 werd de eerste Panther-fiets geproduceerd. Tijdelijk waren de producten uitsluitend gericht op Duitse klanten, doch in 1908 waren de Panther-fietsen echter al bekend in heel Europa, en zelfs al bij sommige Amerikanen. 1899 – De firma transformeerde in een naamloze vennootschap: Panther-Fahrrad-Werke A.G. en begon ook met de productie van personenauto’s.
1907 – De fusie met Braunschweiger Fahrradwerke AG leidde tot de naamsverandering in Panther Fahrradwerke en de verhuizing van de productie naar Braunschweig. 1910 – Overname van de fietsafdeling van Hoppe & Homann (Minden), waarmee het aanbod werd uitgebreid.
In 1925 begon het Beierse bedrijf met de productie van kinderwagens en fietsen voor jonge fietsers. Acht jaar later bracht het bedrijf de eerste bromfietsen en motorfietsen op de markt. De fietsen werden beroemd om hun kwaliteit en duurzaamheid. Wereldkampioenen als Willy Arend, Thaddäus Robl en Anton Huber behaalden titels op Panther-koersfietsen.
Door de militaire ambities van Hitler en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moest in Duitsland elke fabriek gaan produceren voor het Duitse leger. Ook Panther moest nu produceren het leger, gelukkig moesten ze geen pantservoertuigen, granaten of ander zwaar oorlogsmateriaal vervaardigen, hierdoor hadden hun productiefaciliteiten tijdens de oorlogsjaren niet veel te lijden. Indien ze wel belangrijk oorlogstuig hadden moeten fabriceren dan zouden geallieerde vliegtuigen de hele Panther-fabriek hebben vernietigd. In de naoorlogse jaren ging het bedrijf weer fietsen produceren. De Panther-fietsen wonnen vanwege hun robuustheid aan populariteit in Afrika, Indonesië en de VS.
1950 – Start van motorfietsen en de introductie van „Pfiff“, een demontabele (vouw-)fiets als voorloper van de latere klapfiets. In de eerste 10 a 15 jaar na de oorlog kon niet elk gezin zich een auto veroorloven, en de economische en praktische fiets loste het probleem op om van de ene plaats naar de andere te komen. De producten van de Duitse fabriek waren in de mode – de fietsen van Panther vlogen als warme broodjes over de toonbank. Het mooiste moment van de onderneming Panther kwam er van 1945 tot1960, toen vonden de producten van de fabriek hun bewonderaars onder professionele atleten. Bovendien namen in die tijd Panther-fietsen vaak aan internationale wedstrijden.
In de jaren 60 kwam er een auto-boom. Auto’s werden nu wel een betaalbaarder vervoermiddel, veel fietsfabrieken moesten sluiten of switchen naar het vervaardigen van andere producten. Ook Panther werd getroffen door de crisis en moest om overeind te blijven samengaan met een ander bedrijf, namelijk met Schminke Fahrradwerke. Dit hielp een van de oudste fietsmerken om zijn marktpositie te behouden. In 1963 werd de productie in Braunschweig stopgezet. 1962–1971: Onder Schminke groeide het bedrijf door overnames (zoals Göricke, Rapier) en de verhuizing naar Löhne (1971).
1993–2008: Uitbreiding naar Centraal-Europa en samenwerking met fabrieken in Tsjechië, Litouwen en zelfs Bangladesh. 2012–2014 – Sluiting van de productie in Löhne (2012), verkoop van dochteronderneming Baltik Vairas (2013) en uiteindelijk insolventie in 2014. Na de insolventie nam Michael Schminke opnieuw het heft in handen. Onder de vlag Panther International GmbH bleven er fietsen, e-bikes en private-label producten geproduceerd worden in Tsjechië en Roemenië. Producten werden aangeboden via gespecialiseerde retailers en groothandels over heel Europa. BBB Bike (Hoppegarten) nam in 2018 de exclusieve distributie van Panther over.
Tegenwoordig is Panther het grootste fietsenmerk van Duitse origine. Het bedrijf heeft zijn hoofdkantoor in Lohne. Er zijn nog 4 andere fabrieken, waarvan Baltik Vairas in Litouwen de grootste is (de legendarische fiets Orlenok werd daar trouwens in de Sovjettijd geproduceerd). De onderneming produceert jaarlijks ongeveer 450 duizend tweewielers. In de loop der jaren heeft Panther geen originele technologie ontwikkeld. In plaats daarvan combineerden de ingenieurs en ontwerpers slim beproefde knowhow en oplossingen om fietsen van hoge kwaliteit te produceren.
En dat is nog niet alles. Het stereotype van de ongeëvenaarde Duitse kwaliteit wordt bevestigd in de Panther fabrieken. Alle producten ondergaan verschillende stadia van kwaliteitscontrole en nieuwe modellen ondergaan talrijke tests. Dit alles maakt het uiteindelijk mogelijk de markt te voorzien van producten van uitzonderlijk hoge kwaliteit tegen een betaalbare prijs.
FELS -- E. Kuhnert & Cie. -- Kaiserstrasse Nr79 -- Karlsruhe i. B., ---- Duitsland
Fels-Kuhnert E. Kuhnert & Cie, gevestigd te Karlsruhe, was actief rond 1907 tot ongeveer 1955, en produceerde onder andere Fels- en Panier-fietsen én Meister-motorfietsen.
FELS – E. Kuhnert & Cie was een traditioneel Duits merk uit Karlsruhe, gespecialiseerd in fietsen en bromfietsen. Hun "Fels Luxus-Sport" moped uit de jaren 1950 was technisch geavanceerd, robuust en werd geprezen om veiligheid en prestaties. Hun producten werden gedetailleerd beschreven in catalogi en prospectussen die illustratief zijn voor die tijd.
Eventueel ook: DEPAS --- Depas Henri & E. Namen-Namur---Belgique
In een lange lijst met oude Belgische fietsmerken wordt “Depas Henri & E., Namen-Namur” vermeld, wat aangeeft dat er ooit een merk L. Depas of “Depas Henri & E.” actief was in de streek van Namen, mogelijk ook in Andenne.
Verder wordt "Depas Cycles" genoemd in verband met professionele wielerteams in de jaren ’30. Zo reed bijvoorbeeld Charles Meunier als profrenner voor “Depas Cycles”.
Dit suggereert dat “Depas” historisch een lokaal fietsenmerk of atelier is geweest, waarschijnlijk actief in de eerste helft van de 20e eeuw, maar er bestaat geen duidelijke aanwijzing dat het vandaag nog actief is of geproduceerd wordt in Andenne.
NAPOLEON ---- Willems ---------- Eksaerde /Eksaarde ------------- België
Belgische fietsenmerk “Napoleon” van Willems uit Eksaarde (Eksaerde): Volgens een overzicht van Belgische fietsfabrikanten vermeldt de website van DCI (Belgische Fietsfabrikanten) het merk "NAPOLEON Willems, Eksaerde". In een aanvullende lijst blijkt dat Willems uit Eksaarde verwijst naar een fabrikant met dat merk, hoewel verdere details zoals oprichtingsdatum, periode van activiteit of productieomvang ontbreken! Mogelijk is het merk kleinschalig, regionaal of op beperkte tijd actief geweest—waardoor het nu weinig sporen heeft nagelaten.
Eksaarde (Frans: Exaerde) is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Lokeren.
Ook in de Verenigde Staten van Amerika evenals in een aantal andere landen werden er fietsen met de merknaam NAPOLEON geproduceerd. In Chicago werden er door het Amerikaanse bedrijf Jenkins Cycle Co. (1895-1898) fietsen van het merk Napoleon gemaakt en verkocht. Het model voor de mannen droeg de naam Napoleon en het vrouwenmodel kreeg de toepasselijke merknaam JOSEPHINE, dat was de naam van Napoleons eerste echtgenote. Beide modellen werden toentertijd verkocht voor 14,95 U.S. Dollar.
beknopte informatie over Napoleon Bonaparte:
Naam: Napoleon Bonaparte (1769–1821)
Afkomst: Geboren op Corsica, kort nadat het eiland Frans bezit werd.
Loopbaan: Militair genie die tijdens de Franse Revolutie snel opklom in het leger.
Macht: Greep in 1799 de macht via een staatsgreep en werd in 1804 tot keizer van Frankrijk gekroond.
Hervormingen: Voerde de Code Napoléon in (basis van modern Europees recht), hervormde bestuur, onderwijs en economie.
Veroveringen: Breidde Frankrijk uit tot een groot deel van Europa, maar zijn expansiedrift leidde tot zware oorlogen.
Neergang: Verloor in 1812 bij de veldtocht tegen Rusland en werd in 1814 afgezet en verbannen naar Elba.
Terugkeer: Keerde in 1815 kort terug aan de macht (de "Honderd Dagen"), maar werd definitief verslagen bij Waterloo.
Einde: Verbannen naar Sint-Helena, waar hij in 1821 stierf.
Tijdlijn Napoleon Bonaparte:
1769 – Geboren op Corsica (15 augustus).
1785 – Officier in het Franse leger.
1793 – Verovert Toulon, wordt brigadier-generaal.
1796–1797 – Succesvolle Italiaanse veldtocht.
1798 – Expeditie naar Egypte (Slag bij de Nijl verloren).
Triumph Werke Nürnberg is een historisch Duits merk van fietsen en motorfietsen. Het maakte deel uit van het Britse merk Triumph. De oorspronkelijke bedrijfsnaam was Deutsche Triumph Fahrradwerke AG, later Orial TWN en Triumph Werke AG, Nürnberg.
Siegfried Bettmann emigreerde in 1885 van Neurenberg naar het Verenigd Koninkrijk. In 1886 begon hij in Londen fietsen onder de naam "Triumph" te verkopen in zijn eigen bedrijf, dat aanvankelijk S. Bettmann & Co. heette, maar nog in hetzelfde jaar veranderde de naam in "Triumph Cycle Company". Moritz Schulte, eveneens geboren in Neurenberg, werd de compagnon van Bettmann. Het bedrijf importeerde nu ook naaimachines uit Duitsland. Onder impuls van Schulte ging men zelf fietsen produceren. De eerste echte "Triumph" fietsen werden in 1889 geproduceerd. In 1896 werd ook een fietsfabriek geopend in de geboorteplaats van Bettmann en Schulte, Neurenberg. Dit bedrijf heette toen nog "Orial TWN" (Triumph Werke Nürnberg). In 1898 werd het besluit genomen naast fietsen ook motorfietsen te gaan produceren.
In 1903 startte men met de productie van motorfietsen, waarmee Triumph een van de oudste Duitse motorfabrikanten werd, samen met NSU en Wanderer. In 1907 werd de motorproductie voorlopig beëindigd wegens tegenvallende vraag, maar in de jaren ’20 werd deze weer opgepakt. In 1909 nam het bedrijf de Norica-typewriters over en startte zo de productie van schrijfmachines. In 1911 werd de bedrijfsnaam veranderd in Triumph Werke Nürnberg AG
Om verwarring tussen het Duitse en het Engelse Triumph te voorkomen werden de Duitse machines de eerste jaren onder de naam "Orial" geproduceerd. In 1929 scheidde TWN zich af van het Britse moederbedrijf, waardoor, mede na protesten van het Franse bedrijf Orial de naam "Orial" werd veranderd in TWN. In 1930 werd TWN overgenomen door Adler.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de productie van fietsen en typemachines vrijwel volledig stopgezet ten gunste van ziekenhuis- en militaire bedframes, ziekentafels en uiteindelijk artillerie-ontstekers en munitie. De omschakeling naar oorlogsproductie bleek voordelig omdat de productiefaciliteiten werden uitgebreid en gemoderniseerd en de machines elektrisch werden aangedreven. De omschakeling naar de productie van fietsen en typemachines verliep dus relatief eenvoudig. Na het einde van de inflatieperiode werd de hausse in de fietsproductie duidelijk. Het bedrijf reageerde hierop door de productie van motorfietsen te hervatten. Hiertoe werden de fabrieksfaciliteiten uitgebreid en werden nieuwe gebouwen neergezet aan de achterzijde van het terrein aan de Muggenhofer Straße, ontworpen door de Neurenbergse architect Jakob Schmeißner. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de productie opnieuw bepaald door de eisen van de oorlog. Vanaf 1942 werden er alleen nog scheepsonderdelen, Wehrmacht-voertuigen en munitie geproduceerd, deels door dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Ondanks deze integratie in de wapenindustrie bleek Triumph geen doelwit voor bombardementen en de gebouwen bleven grotendeels onbeschadigd.
De periode direct na de oorlog werd overbrugd met de productie van alledaagse goederen, waaronder kruiwagens en handkarren. Nadat het geallieerde productieverbod op motorfietsen met meer dan 60 cc cilinderinhoud werd opgeheven, werd de motorfietsproductie hervat.
Tijdens de motorfietsboom van begin jaren vijftig verzekerde het bedrijf zich van een sterke marktpositie. Vanaf midden jaren vijftig begon de industrie echter tekenen van crisis te vertonen. Het toenemende aantal registraties van auto's ging hand in hand met snel dalende verkoopcijfers van motorfietsen, scooters en bromfietsen. In 1956 kocht Max Grundig TWN over en fuseerde het met zijn Adler en schrijfmachineactiviteiten. Motorfietsen en fietsen werden beëindigd, en vanaf 1957 werd alleen nog kantoorapparatuur geproduceerd onder de naam Triumph-Adler. Terwijl verschillende van de traditionele Neurenbergse tweewielerfabrikanten, zoals Mars-Werke AG, Ardie GmbH en Victoria-Werke AG, failliet gingen of alleen konden overleven door fusies, ontwikkelde de afdeling kantoormachines tot de steunpilaar van het bedrijf. Triumph-Adler focust sindsdien op kantoorbeheer en printers. Het bedrijf werd achtereenvolgens overgenomen door Litton Industries, Volkswagen, Olivetti, en is sinds 2010 onderdeel van het Japanse Kyocera-conglomeraat.
Het bedrijf, dat in 2014 werd omgedoopt tot Triumph-Adler GmbH , heeft sinds de oprichting in 1896 een verbazingwekkende transformatie ondergaan. Van een fabrikant van fietsen en motorfietsen in de machinebouwsector evolueerde het via de productie van typemachines naar een fabrikant van elektronische kantoorapparatuur en computers, en tegenwoordig maakt het deel uit van de elektrotechnische industrie.
Een advertentie van de Duitse Triumph Bicycle Works , Neurenberg (Uit de Rad-Markt, 22e jaargang, nr. 860, 16 november 1907, p. 1):
“THE COMING MAN” (De komende man)
Een jonge man met een goede borst en stevige kuiten
Ik wilde al lang genieten van racen,
Hij heeft al alle spullen
Zoals trui, sokken, raceschoenen,
Hij masseert dag en nacht
De armen en benen… dat geeft kracht
Hij droomt van records en overwinningen,
Hij zal haar gemakkelijk te pakken krijgen.
Hij gaat vol vertrouwen de race in,
Omdat het vandaag tijd is voor “iedereen”
De bel gaat om te beginnen,
Hij voelt zich gekroond tot ‘eerste’.
Precies om drie uur begint het gevecht,
Als hij kan, sprint hij naar voren!
Nog twee rondes, de overwinning is aan mij,
Dat kan niet anders!
Maar plotseling gebeurde er iets!
"The coming man" is een schot in de roos.
De menigte roept vol afschuw: “Oh, afschuw,
Er ontbreken zes spaken aan het wiel!
De “winnaar” nadert met trotse blikken
En zegt: “Mijn vriend, geen enkele patch zal helpen,
National ---------- Hainsberg Metallwerke ------ Dresden ----------- Duitsland (DDR)
Deze fietsen werden natuurlijk voornamelijk vóór de oorlog geproduceerd en vervolgens tussen 1948 en 1953. Hainsberger Metallwerk GmbH (HMW) is een bedrijf gevestigd in de Saksische stad Freital . Het is gespecialiseerd in het ontwerp en de productie van kunststof- en metaalproducten. Het hoofdkantoor is gevestigd aan de Dresdner Straße in de wijk Hainsberg .
Het bedrijf werd opgericht op 25 januari 1902 als Sächsisches Stanz- und Ziehwerk (Saksische pons- en trekfabriek) en kreeg in 1911 zijn huidige naam. Het produceerde voornamelijk fietsonderdelen zoals sturen , hoezen. In 1906 begon het bedrijf met de productie van complete fietsen, die met succes in heel Duitsland werden verkocht onder de merknaam "National". Verschillende patentaanvragen en gebruiksmodellen uit deze periode getuigen van de inspanningen om producten te verbeteren en productiekosten te verlagen.
Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden wapens geproduceerd in de nationaalsocialistische economie.
In 1921 werd de 100.000e fiets geassembleerd.
Naoorlogse periode en nationalisatie
In juli 1945 werd de fabriek volledig ontmanteld. Enkele oud-werknemers recupereerden machines uit nabij gelegen gebombardeerde fabrieken in Dresden en durfden met bewonderenswaardige moed en vastberadenheid een nieuwe start te maken. Aanvankelijk produceerden ze gestanste en getekende onderdelen, huishoudelijke- en keukenapparatuur en ook gereedschap.
Al in 1949 produceerde de Hainsberger Metallwerke weer complete fietsen. Alleen al in 1952 verlieten, naast auto- en fietsaccessoires, 30.000 fietsen en 20.000 fietsframes de fabriek. Vanaf 1950 produceerde het bedrijf ook lichte motorfietsen met een 98cc Renak-motor.
In 1953 werd het bedrijf opgenomen in de VEB Kfz-Zubehörwerke Dresden, onderdeel van de VVB IFA, en specialiseerde het zich aanvankelijk in losse fietsonderdelen zoals spatborden, sturen, vorken en zadelpennen. De productie van fietsen en lichte motorfietsen werd stopgezet. Dit werd gevolgd door een geleidelijke uitbesteding van de productie van fietsonderdelen en de start van de productie van andere voertuigonderdelen, zoals bromfietsuitlaten.
De gereedschapsmakerij begon in 1957 met de productie van matrijzen voor de auto-industrie. Vanaf 1964 specialiseerde het bedrijf zich in verstuiverhouders voor dieselmotoren en was het de enige producent van deze onderdelen binnen de DDR .
Herprivatisering en het heden
Na de hereniging werd het bedrijf geprivatiseerd als Hainsberger Metallwerk GmbH en werd het in 1991 onderdeel van TOSS GmbH & Co KG uit Alten-Buseck. Momenteel zijn er 70 werknemers in dienst.
Ik ben Delameilleure Philippe
Ik ben een man en woon in Preshoekstraat 145 - 8510 Marke - België (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen - Verzamelen van fietsmerkenplaatjes (balhoofdplaatjes) .