120 g patisseriebloem- 1 theelepel bakpoeder- 75 g fijne suiker- 1 mespunt kaneelpoeder- 75 g boter- 2 eieren- 1 borrelglaasje brandy (of cognac)- zout
1. Vermeng de suiker met het kaneel poeder. 2. Vermeng de bloem met het bakpoeder en een snuifje zout. Doe er 1 eetlepel zachte boter bij. 3. Klop de eieren los met 25 g kaneelsuiker. Schenk ze bij de bloem. Bewerk (met de mixer-kneedhaken of een houten spatel) tot een vrij stevig, homogeen beslag. 4. Breng in een grote kookpan water aan de kook met een snuifje zout. Schep met een eetlepel hoopjes van het deeg in het kokende water. Laat ze 10 minuten zacht koken in de open pan. 5. Schep de dumplings met een schuimspaan uit het water in een ovenschotel. Bestrooi ze met de kaneelsuiker. Hou ze warm onder aluminiumfolie. 6. Meet 2,5 dl van het kookwater af. Voeg er de rest van de boter aan toe en roer tot de boter gesmolten is. Doe er de brandy bij en lepel de saus over de dumplings. Serveer ze zo warm mogelijk.
Tip: Schep niet meer dan drie of vier porties deeg tegelijk in het water. Het moet aan de kook blijven, anders worden de dumplings taai.
|