250 g patisseriebloem- 175 grietsuiker- 1/2 dl zonnebloemolie- 150 g boter-1 ei- 125 g vers geraspte kokosnoot- 1/4 dl melk- 1/4 theelepel vanille-essence- 1/2 dl rum- 1 eierdooier om te doreren- bloemsuiker om af te werken
1. Kneed een deeg met de bloem, 50 g rietsuiker, de zonnebloemolie, 50 g gesmolten boter, 1/4 dl water en het ei. Laat het 2 uur rusten in de koelkast. 2. Verwarm op een zacht vuur de melk met de kokos, de rest van de rietsuiker en de boter, tot de boter en de suiker gesmolten zijn. Voeg er, van het vuur af, de rum en de vanille-essence aan toe. 3. Verdeel het deeg in twee porties, de ene wat groter dan de andere. Rol ze dun uit. Leg de grootste portie in een niet te diepe en niet al te grote, beboterde bakvorm. Laat het deeg wat over de rand hangen. 4. Schep er de kokoscrème in. Strijk glad. Dek af met de tweede deegplak en vouw de overhangende rand over het deegdeksel heen, zodat de vulling goed afgedekt is. 5. Prik het deegdeksel in met een vork. Doreer met eierdooier. Bak de taart 45 minuten in het midden van een op 170°C voorverwarmde oven. Laat afkoelen in de vorm. Werk af met gezeefde bloemsuiker.
200 g bladerdeeg- 500 ml melk- 5 eieren, gesplitst- 185 g fijne suiker- 50 g bloem- vanilleessence- 1 mespunt kaneelpoeder- zout- vetstof voor de vorm
1. Verwarm de oven voor op 190° C. Vet een springvorm in. Leg het bladerdeeg op de bodem, druk het goed tegen de rand aan. Zet de vorm even terug in de koelkast. 2. Breng de melk tot tegen het kookpunt. Klop de eierdooiers wit schuimig met de suiker. Strooi er de gezeefde bloem en een snuifje zout bij. Voeg er een paar druppels vanillepoeder en een afgestreken theelepel kaneel poeder aan toe. Roer goed glad. Schenk er in een straaltje de kokendhete melk bij. Blijf intussen goed roeren. 3. Zet de pan weer op een matig vuur, blijf goed roeren tot het mengsel bindt. Klop de eiwitten stijf. Spatel de eiwitsneeuw luchtig door de lichtjes afgekoelde crème. Schep de vulling in de vorm. 4. Bak de taart 35 tot 40 minuten in het midden van de oven.
600 g kleine kalflapjes, extra fijn gesneden- 100 g pancetta- 150 g pesto kaas- 1 bosje verse basilicum- 1 bokaaltje gemarineerde knoflook- olijfolie- peper en zout
1. Leg de vleeslapjes tussen twee vellen plasticfolie en klop ze nog eens extra plat (met een houten hamertje of met een breed spatel mes). Leg op elk lapje eerst een plakje pancetta, vervolgens een paar blaadjes basilicum en ten slotte een reepje pestokaas. 2. Rol de plakjes stevig op langs de kortste kant. Druk ze lichtjes aan. Kruid ze met peper uit de molen. 3. Steek drie of vier rolletjes op een lange houten spies en wissel telkens af met een teentje gemarineerde knoflook. Leg de spiesjes in een braadslee. Besprenkel ze lichtjes met olijfolie. Zet ze 10 minuten onder de grill, keer ze een keer om. Lekker met een polentakoekje, lichtjes geroosterde pijnboompitten en een likje pesto of wat basilicumolie.
Pestokaas is halfzachte kaas met tussenin een laagje pesto (te koop in de kaaswinkel). Vervangen kan door een plakje mozzarella dat u met pesto bestrijkt, of door een lepeltje ricotta vermengd met pesto.
450 g grofgemalen, mager varkensvlees- 100 g gemengd gehakt- 1 ui, fijngehakt- 1 eetlepel gehakte verse oregano- 3 eetlepels jerksaus (zonnebloem)-olie- zwarte peper uit de molen en zout
Voor de jerksaus: 45 ml olijfolie- 2 eetlepels witte-wijnazijn- 2 eetlepels hot pepper sauce- 1 eetlepel tomatenketchup- 1 teentje knoflook, geperst- gedroogde tijm- kaneelpoeder- suiker- gemalen koriander: van elk 1 theelepel- 1/2 theelepel gemalen allspice (piment)
Calypso mojo: Week 75 g gedroogde zwarte bonen, kook ze 40 à 50 minuten. Giet af en laat afkoelen. Vermeng met 25 g maïskorrels, 1 mango in blokjes, 2 eetlepels ahornsiroop, 2 eetlepels gehakte verse munt, 1/2 gesnipperde rode ui, 1/2 geperst knoflookteentje en het sap van 1 limoen.
1. Pureer alle saus-ingrediënten tot een gladde massa. 2. Doe vlees en gehakt in een kom, voeg 45 ml water, de ui, oregano en 3 eetlepels jerksaus toe. Breng op smaak met zout en peper, dek af met huishoudfolie en zet ten minste 1 uur in de koelkast. 3. Verdeel in 4 gelijke burgers en bestrijk ze met olie. 4. Bak ze 8 à 10 minuten op een houtskoolgrill of in een grillpan. Bestrijk intussen af en toe met de saus. 5. Rooster de broodjes, leg op elke onderste helft een plak tomaat, wat aangemaakte sla en 2 burgers. 6. Schep de calypso mojo erover en garneer met korianderblad.
Om te serveren: 4 sesam bolletjes- 4 plakken vleestomaat- groene salade met vinaigrette- calypso mojo- verse koriander
Schil vastkokende aardappelen, spoel ze en dep ze goed droog.
Snij ze met de mandoline (groentesnijder) in flinterdunne plakjes, want hoe fijner de aardappelplakjes hoe korte de baktijd en hoe knapperiger de chips! Droog ze met een schone keukenhanddoek.
Bak de chips 5 minuten in frituurolie op 170°C
Laat ze uitlekken en een beetje afkoelen in een vergiet.
Bak ze dan goudbruin in frituurvet op 190° C.
Werk in porties zodat de frituurolie niet te snel afkoelt.
Voor 4 personen: Bak een hertenkroon (zeg maar koteletjes met been) van ongeveer 1,5 kg aan in hete olijfolie. Pureer in de keukenmachine 1 eetlepel honing en 1 eetlepel mosterd met de blaadjes van een vijftal takjes citroentijm en 2 gepelde knoflookteentjes. Vermeng met 2 eetlepels broodkruim en 2 eetlepels gehakte gladde peterselie. Bestrijk het afgekoelde vlees met dit mengseltje. Zet het nog zowat 20 minuten in de oven op 240°C. Laat ten minste 15 minuten rusten onder aluminiumfolie alvorens aan te snijden.
Een sausje erbij: Snipper 1 sjalotje fijn en bak het glazig in een nootje boter. Schenk er vervolgens 5 dl Banyuls wijn bij, laat tot eenderde inkoken. Voeg er 1,5 dl wildfond aan toe. Laat tot ongeveer de helft inkoken. Werk de saus op met ijskoude boter en breng ze op smaak met peper en zout.
N.B.: Ook een idee om ander vlees - zoals varkenshaasje, kalkoengebraad, kalfsfilet - eens op een aparte manier klaar te maken.
Pangasiusfilet uit de oven met kaas, ui en knoflook
Voor 2 personen:
Pangasiusfilet- ui in hele fijne ringen gesneden- knoflook in plakjes- snufje marsala- gedroogde pepers fijngemalen- kaymak of anders crème fraiche of slagroom- roomboter of olie- zout- peper- gedroogde tomaatjes in olie in dunne plakjes- stagur of gorgonzola of boursin met knoflook- peterselie en geraspte kaas.
Voorbereiding: Dep de vis droog, snijd de uien in dunne halve ringen, knoflook in plakjes, gedroogde tomaatje in kleine stukjes. Fruit de uien en het knoflook en de gedroogde pepers op zacht vuur. Laat afkoelen voeg de kaymak toe en de stagur. Verwarm de oven voor op 200c.
Bereidingswijze:
Verwarm de slagroommix, voeg de marsala, peper, zout en peterselie toe. Proef en breng op stevig op smaak. Leg de visfilet in een ovenschaal, verdeel de gedroogde tomatenstukje erover en giet dan de saus erover. Doe er dan geraspte kaas erover, niet te veel Zet in de oven op 190°C. Bak dit voor 20-25 minuten.
Serveertips: Bak ondertussen krieltjes of serveer het met stokbrood. Lekker met broccoli of een frisse salade
1 lamsbout van +/- 2 kg- 150 g boter- 2 sjalotjes- 3 teentjes knoflook- 600 g aardappelen- 500 g sperzieboontjes- 4 takjes verse tijm- peper en zout
1. Maak zes insnijdingen in de lamsbout en steek er telkens een half, gepeld knoflookteentje in. 2. Pel de sjalotjes, snipper ze fijn. Fruit ze glazig in 100 g boter, samen met de takjes tijm. Leg er de lamsbout bij en laat hem rondom goudbruin braden. 3. Kruid het vlees met peper en zout. Leg het samen met de sjalot en de tijm in een braadslee. Zet het ongeveer 1 uur in een op 180°C voorverwarmde oven. 4. Schil de aardappelen, snij ze in partjes. Kook ze gaar in gezouten water. Blancheer de boontjes beetgaar in gezouten water. Bak ze samen met de aardappelen in de rest van de boter. 5. Snij de lamsbout in plakken. Serveer vlees en groenten op voorverwarmde borden.
Maak een marinade met 2 cm verse, geraspte gemberwortel, 1 gepeld en geplet knoflookteentje, 1 eetlepel gehakte gladde peterselie, 1 eetlepel zacht paprikapoeder, 1/2 eetlepel komijnzaadjes, 2 blaadjes laurier en enkele lichtjes geplette peperbolletjes, 5 dl droge witte wijn en 1/2 dl olijfolie extra vierge. Leg er 8 drumsticks (of kleine kippenbouten) in. Zet afgedekt en koel weg. Dep de bouten droog en bak ze kort aan in een pan met antiaanbaklaag. Kruid ze eventueel met een beetje zout. Schik ze in een ovenschaal en lepel er wat van de gezeefde marinade bij. Zet ongeveer 30 minuten in de oven op 200° C. Lepel er tussendoor af en toe wat marinade over.
Fruit 280 g rijst glazig in boter of olie. Schenk er 300 ml groentebouillon bij. Laat zacht koken tot bijna alle vloeistof verdampt is. Doe er 6 fijngesneden lente-uitjes en nog eens 300 ml groentebouillon bij. Laat verder garen tot de rijst gaar en kleverig is. Laat afkoelen (het liefst een nacht, in de koelkast). Vermeng met 3 eetlepels pesto en 1 losgeklopt ei. Maak een vijftiental balletjes van het rijstmengsel. Druk in elk balletje een blokje mozzarella. Laat 20 minuten rusten in de koelkast. Frituur de rijstballetjes goudbruin in een hete frituurpan 175° C. Lekker warm of koud, met groene salade.
Tip: Met vochtige handen kunt u zonder veel geknoei mooie rijstballetjes maken.
1 kg witte broodbloem- 500 g roggemeel- 50 g verse gist- 250 g krenten- 250 g grof gemalen walnoten- 2 theelepels zout- 1/2 l lauw water en 6 dl lauw water- vetstof voor de bakvormen
1. Vermeng de witte bloem en het roggemeel in een kom. Maak in het midden een kuiltje. Los de gist op in 1/2 l lauw water en schenk 'm in het bloemkuiltje. Bedek het papje met een beetje bloem. Laat 5 minuten staan. 2. Los het zout op in 6 dl lauw water. Schenk in een straaltje bij het bloemmengsel. Kneed intussen tot een stevig, elastisch deeg. Laat het afgedekt 30 minuten rijzen op kamertemperatuur. 3. Verdeel het deeg in twee porties. Kneed door één ervan de noten, door de tweede de krenten. Leg het ene brood in een beboterde ronde vorm van 24 cm diameter. het andere in een langwerpige vorm van 30 cm lengte. 4. Laat de broden 2 uur rijzen op kamertemperatuur. Bak ze vervolgens 1 uur in een op 180°C voorverwarmde oven. Laat ze afkoelen op een rooster.
Meng in de keukenrobot 50 g zachte boter met 1 theelepel (onbehandelde) sinaasappelschil, 1 gepeld knoflookteentje en 1/2 chilipepertje (zonder zaadjes) tot een dikke pasta. Snij 4 dikke kipfilets in (net niet helemaal doormidden) en schep in elk ervan een lepeltje gekruide boter. Druk goed aan, bestuif de kipfilets lichtjes met bloem en breng ze op smaak met peper en zout. Wentel ze door losgeklopt ei en dan door paneermeel. Bak ze gaar en goudbruin in een heel klein beetje olie, liefst in een pan met antiaanbaklaag. Serveer met een groene groente (sla, boontjes, broccoli) en gestoomde of gekookte aardappelen.
40 g vloeiende bloem- 250 ml volle melk- 250 ml room- 1 blikje gecondenseerde melk- 1 theelepel bakpoeder- 3 eieren, gesplitst- 50 g bruine suiker- 1/2 theelepel kaneelpoeder- zout- vetstof voor de ovenschotel
1. Verwarm de oven voor op 200° C. Vet een ovenschotel in. Vermeng de suiker met het kaneelpoeder. 2. Roer de bloem los in een paar eetlepels koude melk. Breng de rest van de melk aan de kook met de room en een snuifje zout. Voeg er, van het vuur af, het bloempapje aan toe. Roer goed glad. Voeg dan de gecondenseerde melk en de eierdooiers toe. Roer weer goed glad. 3. Klop de eiwitten stijf. Spatel de eiwitsneeuw luchtig door de massa. Schep dit in de ingevette vorm. 4. Strooi er de kaneelsuiker op. Zet 20 tot 30 minuten in het midden van de oven. Lekker met Engelse crème.
Tuinbonen zijn er nu vers, maar in de diepvries zijn er ook. U kunt ze ook door sperzieboontjes of dikke wit te bonen vervangen
Voor 4 personen:
Laat 50 cl kalfsfond inkoken met een kruidentuiltje (tijm, laurier peterseliestengels) en 1 takje verse salie, tot er nog zowat 2/3 overblijft. Zeef de saus. Werk ze op met 40 g ijskoude botervlokjes. Kruid de saus naar smaak bij met peper en zout en hou ze warm op een zacht vuur. Blancheer 500 g tuinbonen 2 tot 3 minuten in gezouten water. Bestuif 4 kalfslapjes (van zo'n 100 g) lichtjes met gekruide bloem. Bak ze een paar minuten aan elke kant in hete boter of olie. Giet de bonen af en lepel er de saus over. Leg er de vleeslapjes bij en dien op. Zo gaat het met verse tuinbonen: dop ze eerst, om ze vervolgens 1 minuut te blancheren in kokend water. Nadat je ze hebt laten schrikken in koud water, haal je het fijne vliesje rond elke boon weg, want dat smaakt bitter.
Voor de dipsaus: 2 dl pikant-zoete chilisaus- sap van 1/2 limoen- 1 theelepel sojasaus
1 Spoel en droog de courgettes. Trek ze met een dunschiller (of de mandoline) in de lengte in repen. Rooster ze kort aan beide kanten, in een lichtjes met olie bestreken grillpan. 2. Schraap de wortels. Haal de boontjes af. Snij de asperges en de prei in staafjes van zo'n 6 cm lang. 3. Blancheer de groenten elk apart beetgaar in gezouten water. Laat ze schrikken in koud water en uitlekken. Maak bundeltjes van de verschillende groenten en rol ze in een reepje courgette. 4. Vermeng de chilisaus met het limoensap en de sojasaus. Geef deze dipsaus er apart bij.
1 kg jonge worteltjes 600 g varkensfilet 100 g zachte boter 2 eetlepels olijfolie 4 sneetjes toastbrood 30 g gemalen parmezaan 1/2 bosje bladpeterselie, tijm en marjolein peper en zout
1. Schraap de worteltjes. Laat ze heel en laat er eventueel zelfs een beetje groen aan. Stoom ze 20 minuten, of tot ze net beetgaar zijn, en kruid ze met peperen zout. 2. Snij de varkensfilet in plakken van 2 cm. Snij elke plak horizontaal in, maar net niet helemaal doormidden. 3. Vermeng de zachte boter met de helft van de gehakte tuinkruiden, een snuifje peper en zout en stop in elk plakje vlees een theelepeltje van deze kruidenboter. 4. Kruid de vleeslapjes aan de buitenkant met peper en zout en bak ze aan elke kant 3 minuten in olijfolie. 5. Schik de worteltjes en de plakjes vlees in een ovenschaal. 6. Verkruimel het toastbrood en vermeng het met de rest van de gehakte tuinkruiden, de rest van de tuinkruidenboter en de gemalen parmezaan. 7. Strooi het kruimeltjesmengsel op de worteltjes. 8. Zet de schaal ongeveer 10 minuten in de oven op 220° C.
TIP! Jonge worteltjes hoeft u niet te schillen. Boen ze gewoon goed schoon met een borsteltje, of schraap ze licht met een mesje.
Verwarm de oven voor op 220° C. Vermeng 60 g gehakte noten (naar keuze) met 4 eetlepels verkruimelde cornflakes. Roer 2 eetlepels vloeibare honing en 1 eetlepel sojasaus door elkaar. Kruid 4 kipfilets of kippenbouten met peper en zout. Bestrijk ze met het honingsausje en draai ze dan in het notenmengsel. Leg ze op aluminiumfolie op de bakplaat en zet ze een twintigtal minuten (iets langer voor bouten) in de oven op 220° C. Dek eventueel af met aluminiumfolie als de noten te snel verkleuren. Serveer met een fris lenteslaatje en gestoomde aardappeltjes.
Voor de flensjes: 200 g zelfrijzende bloem- 4 dl melk- 1 pakje vanillesuiker- 2 eieren- snuifje zout.
Voor de kaneelsuiker: 250 g fijne suiker- 1 theelepel kaneelpoeder
1. Vermeng de gezeefde bloem met de vanillesuiker. Klop de eieren los met de melk en het zout. Schenk ze bij het bloemsuikermengsel. Roer tot een glad beslag. 2. Bak in een pan in boter of olie flinterdunne pannenkoekjes. 3. Vermeng de fijne suiker met het kaneelpoeder. Strooi kaneelsuiker op de warme flensjes. Rol ze op en en serveer ze meteen.
12 vierkantjes bladerdeeg- 2 eierdooiers- 6 plakjes verse geitenkaas van 1,5 cm dik- 6 theelepels vloeibare honing- 2 peren (Conférence)- 11 water- sap van 1/2 citroen- 4 eetlepels fijne suiker- kaneelpoeder- 50 g geroosterde pijnboompitten
1. Steek rondjes van 10 cm uit het deeg. Maak met de rest ervan bloemblaadjes. Leg de plakjes twee per twee op elkaar en leg er de bloemblaadjes bovenop. 2. Bestrijk de rondjes met losgeklopt ei en bak ze 12 tot 15 minuten op 220° C. 3. Schil de peren, snij ze in plakjes. Laat ze +/-10 minuten sudderen in het water met de suiker, het citroensap en een mespunt kaneelpoeder. 4. Lepel de honing op de kaas. Zet kort onder de hete grill. 5. Snij de bladerdeegjes open. Leg er kaas tussen en partjes peer. Bestrooi met pijnboompitten. Zet er het deksel weer op. Serveer liefst terwijl de kaas nog warm is.
1. Spoel de mandarijntjes met heet water. Schil ze en verdeel ze in partjes. Verwijder zorgvuldig alle witte velletjes van het vruchtvlees. 2. Snipper de gepelde ui fijn. Braad het vlees rondom aan in hete olie. Kruid met peper en zout. Doe er de uisnippers en de suiker bij. Schep goed om. Voeg er de bouillon, de sojasaus, de mandarijnschilletjes en de specerijen aan toe. Dek af en laat anderhalf uur stoven op een zacht vuur. 3. Hou het vlees warm onder aluminiumfolie. Zeef de saus. Laat ze tot de helft inkoken. Doe er de mandarijntjes bij. Laat nog even goed warm worden. 4. Snij het vlees in plakken. Lepel er de saus bij. Serveer met glasnoedels.