Voor 4 personen: 400 g mirabellen (blik)- 600 ml wit druivensap- 7 blaadjes gelatine- 2 stengels citroengras
Voor de limoenyoghurt: 500 g yoghurt- 50 g gekonfijte gemberwortel- 1 onbehandelde limoen- 50 g fijne suiker
1. Laat de gelatine weken in koud water. Hak de citroengrasstengels fijn. Laat ze 5 minuten koken in het druivensap. 2. Los de uitgeknepen gelatine op in de warme vloeistof. Zeef en laat wat afkoelen. 3. Laat de mirabellen uitlekken. Verdeel ze over vier vormpjes. Schenk er de wijngelei bij en laat minstens 6 uur opstijven. 4. Rasp de limoenschil, pocheer ze een paar minuten in de suikerstroop van de mirabellen. Pers het vruchtvlees uit. 5. Hak de gemberwortel. Klop de yoghurt op met de suiker. Vermeng met de gemberwortel en het limoensap. 6. Ontvorm de taartjes. Strooi er een beetje limoenschil bovenop.
6 kippenbouten- 1,5 kg vastkokende aardappelen- 2 teentjes knoflook- 1 truffel + het sap (uit blik)- boter- 1,5 dl olijfolie- 1 bosje bieslook- fleur de sel- peper uit de molen en zout
1. Kruid de bouten en braad ze rondom aan in boter. Temper het vuur, leg er de ongepelde knoflookteentjes bij. Laat de bouten op een zacht vuur goed gaar worden. 2. Snipper de bieslook. Doe hem met de olijfolie en een mespunt fleur de sel in een kommetje. Schep om. Zet koel weg. 3. Kook de aardappelen gaar in gezouten water. Pel ze. Prak ze met een vork. Duw de gare knoflook uit het velletje. Vermeng de knoflook en het truffelsap met de puree. Kruid naar smaak bij met peper en zout. 4. Schep de aardappelen in een grote, beboterde bakring. Druk ze tegen de rand aan. Hou ze warm in de oven op 180° C. 5. Haal het vlees van de bouten en snij het in reepjes. Ontvorm het aardappel nestje op een serveerschaal. Leg het gevogelte in het midden. Lepel er bieslookolie rond. Werk af met plakjes truffel.
4 stevige appels- 75 gram boter- 75 gram lichtbruine basterssuiker- 125 ml vers geperst sinaasappelsap- sap van een halve citroen- 4 eetlepels kook- of koffieroom- 2 eetlepels geroosterd amandelschaafsel
Oven voorverwarmen op 180°C. Steek het klokhuis uit de appels en snijd een groefje horizontaal over de hele appels zodat de schil niet uit elkaar ploft. Vermeng de boter met de suiker. Zet de appels in een kleine ovenschaal en vul ze met de suikerboter. Giet desinaasappelsap en citroensap er omheen en bak ze in ca. 40 minuten gaar. Zet de appels op borden en giet de saus uit de schaal in een pannetje. Voeg de room toe en kook het geheel nog een paar minuten in tot een kleverige saus. Giet de saus over de appels en garneer met amandelschaafsel.
Serveertip: Lekker met een bolletje vanille- of notenijs.
400 g ricotta-200 g verse geitenkaas- 1 dl room- 20 g gelatine- 4 mandarijntjes- 1/2 theelepel scherpe mosterd- zout
1. Pel de mandarijntjes, vermeng ze in partjes met de mosterd. Mix de twee kazen tot een romige massa. Kruid met een mespunt zout. 2. Laat de gelatine weken in koud water. Verwarm de room. Los er de uitgeknepen gelatine in op. Laat even afkoelen. 3. Vermeng de room met de kaas en de mandarijntjes. Doe het mengsel in een terrine. Laat ten minste 4 uur opstijven in de koelkast. Serveer in duimdikke plakken, met rucola en (stok)brood.
Tip: Leg vooraf een vel plasticfolie in vorm, zo wordt ontvormen makkelijk.
Ja, u kunt ze strooi klaar kopen. Maar u kunt ook zelf een mengseltje maken om vlees, kip of vis te kruiden. Hiervoor gebruikt u bij voorkeur gedroogde en tot poeder vermalen specerijen en kruiden. Met deze verhouding zit het goed: 3 eetlepels oregano, 1/2 koffielepel knoflook,-1 eetlepel paprika,- 1 koffielepel zwarte peper en 1 koffielepel (zee)zout Eventueel kunt u de kruidenmix met wat yoghurt of olijfolie vermengen en op (grotere) stukken vlees of vis uitstrijken.
5 dl slagroom- 150 g fijne suiker- 50 g cacaopoeder- 4 eieren- 3 eetlepels amaretto- 150 g hazelnoten- 2 eetlepels poedersuiker
En verder: een rechthoekige cakevorm van 1,5 l- een groot vel plastic huishoudfolie
1. Leg in de cakevorm een groot vel folie. Laat het een flink stuk over de rand hangen. Splits de eieren. Hak de noten grof. Verwarm 2 dl slagroom tot tegen de kook aan. 2. Klop in een diepe kom de eierdooiers los met de suiker. Doe er het cacaopoeder bij. Schenk er al roerend de hete room bij. Schenk het mengsel weer in de kookpan. Laat op een zacht vuur indikken (niet koken!) terwijl u voortdurend roert. Roer er de amaretto door. Laat 30 minuten afkoelen. 3. Klop de eiwitten stijf met de poedersuiker. Klop de room lobbig. Vermeng de chocoladecrème eerst met de room. Spatel er vervolgens de eiwitsneeuw luchtig door. Doe er de noten bij. 4. Schep het mengsel in de cakevorm. Vouw de folie over de crème. Trek 'm lichtjes aan, zodat hij niet in de crème hangt. Laat op z'n minst een nacht opstijven in de diepvriezer.
Serveertip: Laat de ijstaart een kwartiertje op kamertemperatuur komen, dan kunt u ze makkelijk in plakjes verdelen. Geef er vanillesaus, frambozencoulis en vers rood fruit bij.
- Schik de vis in een ovenschotel en breng op smaak met peper en zout. - Lepel er de 2 eetlepels vloeibare boter over, giet er de wijn bij en dek af. Schuif de schotel in de op 180°C voorverwarmde oven. - Roer intussen de rest van de vloeibare boter met de bloem glad en laat met de melk op een zacht vuur indikken tot een licht gebonden sausje. - Breng op smaak met peper, zout en oregano. - Schik de vis op de borden. Giet het kookvocht van de vis in de saus, roer de saus glad en verdeel over de vis. - Werk af met versnipperde oreganoblaadjes.
Marineer 4 visfilets (zwaardvis, tonijn, zalm) een kwartier in 30 ml sojasaus en 30 ml citroensap met een handjevol gehakte gladde peterselie. Kook 12 middelgrote aardappelen 5 minuten in gezouten water. Snij ze in heel fijne plakjes. Leg ze op bakpapier op een bakplaat. Bestrooi ze met (grof gemalen) parmezaan en besprenkel ze met knoflookolie. Zet ze 15 tot 20 minuten in de oven (200°C), of tot ze goed gaar en mooi goudbruin zijn. Rooster de gemarineerde vis in een likje olie in de grillpan, al naargelang de dikte van de filets 3 tot 5 minuten aan elke kant. Verdeel de aardappel plakjes en de vis over voorverwarmde borden. Werk af met parmezaankrullen en een partje citroen of limoen. Lekker met gemengde groene sla of met tomaten-komkommersalade.
800 g grofgemalen kalkoenfilet- 8 plakjes ontbijtspek- 1/4 camembertkaasje- 1 theelepel dijonmosterd- 2 eetlepels gehakte verse blad peterselie- 15 g ongezouten boter- 2 lente-uien, fijngehakt- 2 theelepels verse tijmblaadje- 1 teentje knoflook, geperst- olijfolie- zwarte peper uit de molen en zout
Om te serveren: 4 plakken brioche- 50 g waterkers- pittige relish- verse tijmblaadjes
1. Meng in een kom de gemalen kalkoenfilet, 15 ml water, mosterd en peterselie. 2. Verhit de boter in een kleine koekenpan en voeg de lente-uien, de helft van de tijm en de knoflook toe. Bak 1 minuut en laat afkoelen. Doe er het gehaktmengsel bij en breng op smaak met zout en peper. Zet maximaal 1 uur in de koelkast. 3. Vorm van de mix 4 gelijke burgers. Wikkel elke burger in 2 plakken ontbijtspek, zet vast met een cocktailprikker. Bestrijk de burgers met een beetje olijfolie. 4. Leg de burgers 5 minuten aan elke kant op de hete grill of in de grillpan. 5. Steek met een uitsteekvorm voor koekjes cirkels van 8 cm uit de brioche en rooster ze onder de hete grill. Leg op elke cirkel wat waterkers en een burger. 6. Snij de camembert in plakken van 1 cm en leg op elke burger een plak kaas. Bestrooi met de rest van de tijm, schenk er een sliert je olijfolie over en zet weer onder de grill tot de kaas begint te smelten. Schep er een flinke lepel relish op, garneer met een takje tijm en serveer.
300 g kippenlevertjes- 1 sjalotje- 1 takje selder- 1 wortel- 1 dl droge witte wijn- 1 koffielepel geconcentreerde tomatenpuree- 9 g gelatine (of 3 g agar-agar)- 30 g kappertjes- 2 ansjovisfilets in olie- olijfolie extra vierge- zwarte peper en zout
l. Laat de gelatine eventjes weken in koud water en knijp 'm dan uit Los de gelatine (of agar-agar) op in 1/2 dl warm water, Vermeng 'm met de helft van de wijn. Schenk deze gelei in een rechthoekige schaal. Laat opstijven in de koelkast. 2 Snij de kippenlevertjes in stukken. Snij de sjalot, de selder en de wortel heel fijn, Stoof deze groenten ongeveer 5 minuten aan in 2 eetlepels olijfolie.' 3. Doe er de kippenlevertjes bij. Laat 2 tot 3 minuten bakken. Schenk er dan de rest van de wijn bij. Laat op het vuur staan tot de wijn verdampt is. Doe er de tomatenpuree bij. Kruid naar smaak met peper en zout. Laat nog 5 minuten zachtjes sudderen. 4. Laat de kappertjes en de ansjovis uitlekken. Plet de kappertjes, snij de ansjovis in stukjes. Doe ze bij het levertjesmengsel en pureer alles met de staafmixer. 5. Schep de paté in zes vormpjes en laat ten minste 4 uur opstijven in de koelkast. Ontvorm de paté direct op de borden. Serveer met de wijngelei in blokjes, en met geroosterd brood.
Tip: Agar-agar is de gelatine uit de vegetarische keuken. Het is gemaakt van zeewier, dus plantaardig. De bindkracht is ook groter: 1 g agar-agar vervangt 3 g gelatine. Poeder en vlokken kunnen zo in de koude vloeistof aan de kook gebracht worden. Strengen en licht geperste staven moeten eerst koud weken, waarna je ze al roerend oplost in kokende vloeistof. Een agar-agar-oplossing stijft sneller op en blijft ook buiten de koelkast stijf. Door verwarmen wordt het makkelijk weer vloeibaar.
Ook in de zomer echt zalig, want met nieuwe aardappeltjes is deze soep nog het allerlekkerst.
Voor 4 personen:
Laat 4 plakjes bacon knapperig bakken in de magnetron of in een koekenpan. Prik 4 middelgrote aardappelen in met een vork en zet ze 10 minuten in de magnetron bij 600 W (of kook ze gaar in gezouten water). Pel ze en pureer ze. Maak een lichte roux met 40 g bloem en 4 dl (halfvolle) melk. Leng aan met 4 dl kippenbouillon. Laat kort koken, tot de soep lichtjes gebonden is. Kruid met peper en zout. Werk af met heel fijn gesnipperde jonge prei, wat gemalen kaas 6 en de verkruimelde bacon.
Smaaktip: Wie geen calorieën telt, kan deze soep extra fluwelig maken met een flinke scheut room.
Vermeng 150 g zachte boter, 250 g fijne suiker en 1 zakje vanillesuiker. Voege er, een na een, 2 eieren aan toe en strooi er dan 250 g gezeefde bloem bij (en eventueel een snuifje zout). Bewerk tot een glad beslag. Laat het 1 uur rusten. Bak in een hartjes-ijzer fijne wafeltjes. Laat ze afkoelen op een rooster voor u ze vult. Lekker en origineel als vulling: vijgenconfituur!
4 gerookte forelfilets- sap van 1/2 citroen- 15 cl room- zacht paprikapoeder- cayennepeper- peper- 1 minikooltje of 1 minikropsla- viseitjes
1. Controleer eerst even of er geen graten meer in de forelfilets zitten, en snij ze vervolgens in grote stukken. Doe ze in een meng kom, samen met de room en het citroensap. Pureer alles tot een dikke mousse. Kruid naar smaak. 2. Schep de mousse in de kool- of de slablaadjes. Werk elk hapje af met een lepeltje viseitjes.
1. Spoel de selder. Snij de stengels in boogjes, snipper de blaadjes. Schil de appels, snij ze in blokjes. Besprenkel ze meteen met limoensap, zodat ze niet verkleuren. Vermeng alles met de sla. Verdeel de salade over mooie coupes. 2. Klop de mayonaise op met de room. Lepel de dressing over de salade. Werk af met pijnboompitten. Serveer licht gekoeld en niet té lang nadat de salade werd aangemaakt!
Er is een klein verschil dat toch zo héél anders smaakt...
Koffie is, om het simpel te zeggen, heet water dat kleur en smaak krijgt als het langs gemalen koffiebonen passeert. Espresso is dat ook, maar voor espresso worden sterk gebrande én heel fijn gemalen bonen gebruikt. Bovendien wordt het water onder druk door het koffiepoeder geperst. Zo komen er meer smaakstoffen vrij dan bij gewone koffie. Vandaar ook dat een espresso bijna dubbel zo veel cafeïne bevat als gewone koffie en dubbel zo lekker is!
Wrijf het vlees in met de mosterd en bestrooi met zout en peper. Verhit de boter in een braadpan en bak het vlees aan beide kanten snel dicht. Pel en snipper de uien en de knoflook, voeg dit met de Provençaalse kruiden en de laurier toe aan het vlees. Schenk langs de rand van de pan 11/2 flesje bier bij het vlees. Breek de plakken ontbijtkoek in stukken en voeg deze toe aan het vlees. Laat het vlees afgedekt ca. 2 uur zachtjes stoven en schenk zonodig de rest van het bier erbij. Haal voor het serveren de laurier eruit
Een gerechtje dat u ook in kleinere porties kunt klaarmaken.
Voor 4 personen:
Maak - in de keukenrobot - een stevige pasta van 30 g broodkruim en 1 à 2 opgehoopte eetlepels groene currypasta, 2 lente-uitjes, 2 eetlepels verse korianderblaadjes, 1 eetlepel verse geraspte gemberwortel, 1 gepeld knoflookteentje, 1 eetlepel olijfolie, zwarte peper en zout. Braad een stuk lamsrib (van 6 tot 8 koteletjes) aan in de pan, in 2 eetlepels zonnebloemolie. Leg het vlees op een rooster (boven een druipbak) en bestrijk het met de pasta. Zet het nog 20 tot 30 minuten in de oven, naargelang u rosé of doorbakken koteletjes wilt. Serveer met een groene groente (sperzieboontjes, broccoli...) en gestoomde aardappeltjes of rijst.
Voor de deegbodem: 300 g bloem- 20 g verse gist- 1/8 l melk- 40 g fijne suiker- 100 g boter- 1 ei- snuifje zout- vetstof
Voor het eimensel: 4 dikke eieren- 100 g fijne suiker- 50 g boter- 40 g bloem. 1 zakje vanillesuiker
Voor het kaasmengsel: 1 kg magere verse kaas- 200 g suiker- 3 eieren- 1 pakje vanillepuddingpoeder- zeste van 1/2 citroen-
Voor de afwerking: 30 g amandelschilfers
1. Zeef de bloem. Maak in het midden een kuiltje. Verkruimel daarin de gist. Doe er de lauwe melk en 1 theelepel suiker bij. Laat afgedekt 15 minuten staan. Voeg bij de gesmolten boter de rest van de suiker, een snuifje zout en het ei. Roer glad. Doe bij de bloem. Kneed tot een elastisch deeg. Laat het, afgedekt, 20 minuten rijzen. Rol het deeg uit en leg het op een goed ingevet bakblik. Druk de randen lichtjes omhoog en prik de deegbodem in met een vork. 2. Klop de eieren wit-schuimig met de helft van de suiker. Doe er de zachte boter, de bloem en de vanillesuiker bij. Roer glad. Roer voor het kaasmengsel de boter romig met de suiker en voeg er de andere ingrediënten aan toe. Roer glad. 3. Schep het kaasmengsel op het deeg, en strijk er het eimengsel op uit. Strooi er de amandelschilfers over.
Bak de koek 30 tot 35 minuten in het midden van de op 190° C voorverwarmde oven. Laat afkoelen op een rooster.
8 wijtingfilets- 150 g paneermeel- 3 eieren- paprikapoeder- peper en zout- frituurolie- 2 koppen rijst- 1 eetlepel roze peperbessen- 1 bosje gehakte peterselie- 2 limoenen in plakjes
1. Halveer de wijtingfilets in de lengte. Rol ze op en steek de rolletjes vast met een houten prikker. 2. Klop de eieren los met een mespunt paprikapoeder, wat peper en zout. 3. Wentel de wijtingrolletjes eerst in losgeklopt ei, dan in paneermeel. 4. Bak de beignets, drie of vier tegelijk, in hete frituurolie goudbruin. Laat uitlekken. 5. Serveer ze op een bedje van gekookte rijst, vermengd met roze peperbessen. Werk af met peterselie en limoen.
Ongewoon en nogal bewerkelijk, wat niet meteen synoniem met moeilijk is, maar ook superlekker. Misschien alvast een leuk ideetje om uit te proberen voor een speciale dag
Voor 4 personen:
1.-Breng 1,51 water aan de kook met 60 g vloeibare honing, 2 cm geraspte gemberwortel en 2 lente-uitjes (in stukken). Leg een panklare eend (:t 2,3 kg) in de hete vloeistof. Laat 2 minuten trekken. Draai ze om en laat nog 2 minuten trekken. Neem ze uit de vloeistof en hang ze een nacht te drogen. Braad de eend de volgende dag 30 minuten in de oven op 200°C en vervolgens nog eens 60 minuten op 180°C. Keer ze tussendoor een paar keer om en zet een grote braadslee onder het rooster waarop de eend ligt, om het vet op te vangen. 2. Maak een flensjesbeslag met 125 g bloem, 1 ei, 175 ml water, 1 eetlepel olie en een snuifje zout. Bak in een kleine koekenpan 12 flinterdunne flensjes.
3. Breng voor de saus 1,5 dl hoisinsaus aan de kook met 3 eetlepels water en 3 theelepels sesamolie. Snij een komkommer in fijne staafjes en een zestal lente-uitjes in lange repen.
4. Haal het vel van de eend, snij de borstfilets in repen. Verdeel het vlees en de groenten over de flensjes. Lepel er wat saus bij. Vouw toe en dien op.