4 gerookte forelfilets- sap van 1/2 citroen- 15 cl room- zacht paprikapoeder- cayennepeper- peper- 1 minikooltje of 1 minikropsla- viseitjes
1. Controleer eerst even of er geen graten meer in de forelfilets zitten, en snij ze vervolgens in grote stukken. Doe ze in een meng kom, samen met de room en het citroensap. Pureer alles tot een dikke mousse. Kruid naar smaak. 2. Schep de mousse in de kool- of de slablaadjes. Werk elk hapje af met een lepeltje viseitjes.
1. Spoel de selder. Snij de stengels in boogjes, snipper de blaadjes. Schil de appels, snij ze in blokjes. Besprenkel ze meteen met limoensap, zodat ze niet verkleuren. Vermeng alles met de sla. Verdeel de salade over mooie coupes. 2. Klop de mayonaise op met de room. Lepel de dressing over de salade. Werk af met pijnboompitten. Serveer licht gekoeld en niet té lang nadat de salade werd aangemaakt!
Er is een klein verschil dat toch zo héél anders smaakt...
Koffie is, om het simpel te zeggen, heet water dat kleur en smaak krijgt als het langs gemalen koffiebonen passeert. Espresso is dat ook, maar voor espresso worden sterk gebrande én heel fijn gemalen bonen gebruikt. Bovendien wordt het water onder druk door het koffiepoeder geperst. Zo komen er meer smaakstoffen vrij dan bij gewone koffie. Vandaar ook dat een espresso bijna dubbel zo veel cafeïne bevat als gewone koffie en dubbel zo lekker is!
Wrijf het vlees in met de mosterd en bestrooi met zout en peper. Verhit de boter in een braadpan en bak het vlees aan beide kanten snel dicht. Pel en snipper de uien en de knoflook, voeg dit met de Provençaalse kruiden en de laurier toe aan het vlees. Schenk langs de rand van de pan 11/2 flesje bier bij het vlees. Breek de plakken ontbijtkoek in stukken en voeg deze toe aan het vlees. Laat het vlees afgedekt ca. 2 uur zachtjes stoven en schenk zonodig de rest van het bier erbij. Haal voor het serveren de laurier eruit
Een gerechtje dat u ook in kleinere porties kunt klaarmaken.
Voor 4 personen:
Maak - in de keukenrobot - een stevige pasta van 30 g broodkruim en 1 à 2 opgehoopte eetlepels groene currypasta, 2 lente-uitjes, 2 eetlepels verse korianderblaadjes, 1 eetlepel verse geraspte gemberwortel, 1 gepeld knoflookteentje, 1 eetlepel olijfolie, zwarte peper en zout. Braad een stuk lamsrib (van 6 tot 8 koteletjes) aan in de pan, in 2 eetlepels zonnebloemolie. Leg het vlees op een rooster (boven een druipbak) en bestrijk het met de pasta. Zet het nog 20 tot 30 minuten in de oven, naargelang u rosé of doorbakken koteletjes wilt. Serveer met een groene groente (sperzieboontjes, broccoli...) en gestoomde aardappeltjes of rijst.
Voor de deegbodem: 300 g bloem- 20 g verse gist- 1/8 l melk- 40 g fijne suiker- 100 g boter- 1 ei- snuifje zout- vetstof
Voor het eimensel: 4 dikke eieren- 100 g fijne suiker- 50 g boter- 40 g bloem. 1 zakje vanillesuiker
Voor het kaasmengsel: 1 kg magere verse kaas- 200 g suiker- 3 eieren- 1 pakje vanillepuddingpoeder- zeste van 1/2 citroen-
Voor de afwerking: 30 g amandelschilfers
1. Zeef de bloem. Maak in het midden een kuiltje. Verkruimel daarin de gist. Doe er de lauwe melk en 1 theelepel suiker bij. Laat afgedekt 15 minuten staan. Voeg bij de gesmolten boter de rest van de suiker, een snuifje zout en het ei. Roer glad. Doe bij de bloem. Kneed tot een elastisch deeg. Laat het, afgedekt, 20 minuten rijzen. Rol het deeg uit en leg het op een goed ingevet bakblik. Druk de randen lichtjes omhoog en prik de deegbodem in met een vork. 2. Klop de eieren wit-schuimig met de helft van de suiker. Doe er de zachte boter, de bloem en de vanillesuiker bij. Roer glad. Roer voor het kaasmengsel de boter romig met de suiker en voeg er de andere ingrediënten aan toe. Roer glad. 3. Schep het kaasmengsel op het deeg, en strijk er het eimengsel op uit. Strooi er de amandelschilfers over.
Bak de koek 30 tot 35 minuten in het midden van de op 190° C voorverwarmde oven. Laat afkoelen op een rooster.
8 wijtingfilets- 150 g paneermeel- 3 eieren- paprikapoeder- peper en zout- frituurolie- 2 koppen rijst- 1 eetlepel roze peperbessen- 1 bosje gehakte peterselie- 2 limoenen in plakjes
1. Halveer de wijtingfilets in de lengte. Rol ze op en steek de rolletjes vast met een houten prikker. 2. Klop de eieren los met een mespunt paprikapoeder, wat peper en zout. 3. Wentel de wijtingrolletjes eerst in losgeklopt ei, dan in paneermeel. 4. Bak de beignets, drie of vier tegelijk, in hete frituurolie goudbruin. Laat uitlekken. 5. Serveer ze op een bedje van gekookte rijst, vermengd met roze peperbessen. Werk af met peterselie en limoen.
Ongewoon en nogal bewerkelijk, wat niet meteen synoniem met moeilijk is, maar ook superlekker. Misschien alvast een leuk ideetje om uit te proberen voor een speciale dag
Voor 4 personen:
1.-Breng 1,51 water aan de kook met 60 g vloeibare honing, 2 cm geraspte gemberwortel en 2 lente-uitjes (in stukken). Leg een panklare eend (:t 2,3 kg) in de hete vloeistof. Laat 2 minuten trekken. Draai ze om en laat nog 2 minuten trekken. Neem ze uit de vloeistof en hang ze een nacht te drogen. Braad de eend de volgende dag 30 minuten in de oven op 200°C en vervolgens nog eens 60 minuten op 180°C. Keer ze tussendoor een paar keer om en zet een grote braadslee onder het rooster waarop de eend ligt, om het vet op te vangen. 2. Maak een flensjesbeslag met 125 g bloem, 1 ei, 175 ml water, 1 eetlepel olie en een snuifje zout. Bak in een kleine koekenpan 12 flinterdunne flensjes.
3. Breng voor de saus 1,5 dl hoisinsaus aan de kook met 3 eetlepels water en 3 theelepels sesamolie. Snij een komkommer in fijne staafjes en een zestal lente-uitjes in lange repen.
4. Haal het vel van de eend, snij de borstfilets in repen. Verdeel het vlees en de groenten over de flensjes. Lepel er wat saus bij. Vouw toe en dien op.
Scheur 150 g Romeinse sla in reepjes. Klop 2 eetlepels mayonaise met citroen op met 2 eetlepels ketchup, 2 eetlepels room en 1 eetlepel cognac. Breng op smaak met cayennepeper en zout. Verdeel de sla en 400 g grijze of roze garnalen over de glazen kommetjes. Werk af met een lepel cocktailsaus en serveer de rest van de saus er apart bij.
250 g patisseriebloem- 175 grietsuiker- 1/2 dl zonnebloemolie- 150 g boter-1 ei- 125 g vers geraspte kokosnoot- 1/4 dl melk- 1/4 theelepel vanille-essence- 1/2 dl rum- 1 eierdooier om te doreren- bloemsuiker om af te werken
1. Kneed een deeg met de bloem, 50 g rietsuiker, de zonnebloemolie, 50 g gesmolten boter, 1/4 dl water en het ei. Laat het 2 uur rusten in de koelkast. 2. Verwarm op een zacht vuur de melk met de kokos, de rest van de rietsuiker en de boter, tot de boter en de suiker gesmolten zijn. Voeg er, van het vuur af, de rum en de vanille-essence aan toe. 3. Verdeel het deeg in twee porties, de ene wat groter dan de andere. Rol ze dun uit. Leg de grootste portie in een niet te diepe en niet al te grote, beboterde bakvorm. Laat het deeg wat over de rand hangen. 4. Schep er de kokoscrème in. Strijk glad. Dek af met de tweede deegplak en vouw de overhangende rand over het deegdeksel heen, zodat de vulling goed afgedekt is. 5. Prik het deegdeksel in met een vork. Doreer met eierdooier. Bak de taart 45 minuten in het midden van een op 170°C voorverwarmde oven. Laat afkoelen in de vorm. Werk af met gezeefde bloemsuiker.
200 g bladerdeeg- 500 ml melk- 5 eieren, gesplitst- 185 g fijne suiker- 50 g bloem- vanilleessence- 1 mespunt kaneelpoeder- zout- vetstof voor de vorm
1. Verwarm de oven voor op 190° C. Vet een springvorm in. Leg het bladerdeeg op de bodem, druk het goed tegen de rand aan. Zet de vorm even terug in de koelkast. 2. Breng de melk tot tegen het kookpunt. Klop de eierdooiers wit schuimig met de suiker. Strooi er de gezeefde bloem en een snuifje zout bij. Voeg er een paar druppels vanillepoeder en een afgestreken theelepel kaneel poeder aan toe. Roer goed glad. Schenk er in een straaltje de kokendhete melk bij. Blijf intussen goed roeren. 3. Zet de pan weer op een matig vuur, blijf goed roeren tot het mengsel bindt. Klop de eiwitten stijf. Spatel de eiwitsneeuw luchtig door de lichtjes afgekoelde crème. Schep de vulling in de vorm. 4. Bak de taart 35 tot 40 minuten in het midden van de oven.
600 g kleine kalflapjes, extra fijn gesneden- 100 g pancetta- 150 g pesto kaas- 1 bosje verse basilicum- 1 bokaaltje gemarineerde knoflook- olijfolie- peper en zout
1. Leg de vleeslapjes tussen twee vellen plasticfolie en klop ze nog eens extra plat (met een houten hamertje of met een breed spatel mes). Leg op elk lapje eerst een plakje pancetta, vervolgens een paar blaadjes basilicum en ten slotte een reepje pestokaas. 2. Rol de plakjes stevig op langs de kortste kant. Druk ze lichtjes aan. Kruid ze met peper uit de molen. 3. Steek drie of vier rolletjes op een lange houten spies en wissel telkens af met een teentje gemarineerde knoflook. Leg de spiesjes in een braadslee. Besprenkel ze lichtjes met olijfolie. Zet ze 10 minuten onder de grill, keer ze een keer om. Lekker met een polentakoekje, lichtjes geroosterde pijnboompitten en een likje pesto of wat basilicumolie.
Pestokaas is halfzachte kaas met tussenin een laagje pesto (te koop in de kaaswinkel). Vervangen kan door een plakje mozzarella dat u met pesto bestrijkt, of door een lepeltje ricotta vermengd met pesto.
450 g grofgemalen, mager varkensvlees- 100 g gemengd gehakt- 1 ui, fijngehakt- 1 eetlepel gehakte verse oregano- 3 eetlepels jerksaus (zonnebloem)-olie- zwarte peper uit de molen en zout
Voor de jerksaus: 45 ml olijfolie- 2 eetlepels witte-wijnazijn- 2 eetlepels hot pepper sauce- 1 eetlepel tomatenketchup- 1 teentje knoflook, geperst- gedroogde tijm- kaneelpoeder- suiker- gemalen koriander: van elk 1 theelepel- 1/2 theelepel gemalen allspice (piment)
Calypso mojo: Week 75 g gedroogde zwarte bonen, kook ze 40 à 50 minuten. Giet af en laat afkoelen. Vermeng met 25 g maïskorrels, 1 mango in blokjes, 2 eetlepels ahornsiroop, 2 eetlepels gehakte verse munt, 1/2 gesnipperde rode ui, 1/2 geperst knoflookteentje en het sap van 1 limoen.
1. Pureer alle saus-ingrediënten tot een gladde massa. 2. Doe vlees en gehakt in een kom, voeg 45 ml water, de ui, oregano en 3 eetlepels jerksaus toe. Breng op smaak met zout en peper, dek af met huishoudfolie en zet ten minste 1 uur in de koelkast. 3. Verdeel in 4 gelijke burgers en bestrijk ze met olie. 4. Bak ze 8 à 10 minuten op een houtskoolgrill of in een grillpan. Bestrijk intussen af en toe met de saus. 5. Rooster de broodjes, leg op elke onderste helft een plak tomaat, wat aangemaakte sla en 2 burgers. 6. Schep de calypso mojo erover en garneer met korianderblad.
Om te serveren: 4 sesam bolletjes- 4 plakken vleestomaat- groene salade met vinaigrette- calypso mojo- verse koriander
Schil vastkokende aardappelen, spoel ze en dep ze goed droog.
Snij ze met de mandoline (groentesnijder) in flinterdunne plakjes, want hoe fijner de aardappelplakjes hoe korte de baktijd en hoe knapperiger de chips! Droog ze met een schone keukenhanddoek.
Bak de chips 5 minuten in frituurolie op 170°C
Laat ze uitlekken en een beetje afkoelen in een vergiet.
Bak ze dan goudbruin in frituurvet op 190° C.
Werk in porties zodat de frituurolie niet te snel afkoelt.
Voor 4 personen: Bak een hertenkroon (zeg maar koteletjes met been) van ongeveer 1,5 kg aan in hete olijfolie. Pureer in de keukenmachine 1 eetlepel honing en 1 eetlepel mosterd met de blaadjes van een vijftal takjes citroentijm en 2 gepelde knoflookteentjes. Vermeng met 2 eetlepels broodkruim en 2 eetlepels gehakte gladde peterselie. Bestrijk het afgekoelde vlees met dit mengseltje. Zet het nog zowat 20 minuten in de oven op 240°C. Laat ten minste 15 minuten rusten onder aluminiumfolie alvorens aan te snijden.
Een sausje erbij: Snipper 1 sjalotje fijn en bak het glazig in een nootje boter. Schenk er vervolgens 5 dl Banyuls wijn bij, laat tot eenderde inkoken. Voeg er 1,5 dl wildfond aan toe. Laat tot ongeveer de helft inkoken. Werk de saus op met ijskoude boter en breng ze op smaak met peper en zout.
N.B.: Ook een idee om ander vlees - zoals varkenshaasje, kalkoengebraad, kalfsfilet - eens op een aparte manier klaar te maken.
Pangasiusfilet uit de oven met kaas, ui en knoflook
Voor 2 personen:
Pangasiusfilet- ui in hele fijne ringen gesneden- knoflook in plakjes- snufje marsala- gedroogde pepers fijngemalen- kaymak of anders crème fraiche of slagroom- roomboter of olie- zout- peper- gedroogde tomaatjes in olie in dunne plakjes- stagur of gorgonzola of boursin met knoflook- peterselie en geraspte kaas.
Voorbereiding: Dep de vis droog, snijd de uien in dunne halve ringen, knoflook in plakjes, gedroogde tomaatje in kleine stukjes. Fruit de uien en het knoflook en de gedroogde pepers op zacht vuur. Laat afkoelen voeg de kaymak toe en de stagur. Verwarm de oven voor op 200c.
Bereidingswijze:
Verwarm de slagroommix, voeg de marsala, peper, zout en peterselie toe. Proef en breng op stevig op smaak. Leg de visfilet in een ovenschaal, verdeel de gedroogde tomatenstukje erover en giet dan de saus erover. Doe er dan geraspte kaas erover, niet te veel Zet in de oven op 190°C. Bak dit voor 20-25 minuten.
Serveertips: Bak ondertussen krieltjes of serveer het met stokbrood. Lekker met broccoli of een frisse salade
1 lamsbout van +/- 2 kg- 150 g boter- 2 sjalotjes- 3 teentjes knoflook- 600 g aardappelen- 500 g sperzieboontjes- 4 takjes verse tijm- peper en zout
1. Maak zes insnijdingen in de lamsbout en steek er telkens een half, gepeld knoflookteentje in. 2. Pel de sjalotjes, snipper ze fijn. Fruit ze glazig in 100 g boter, samen met de takjes tijm. Leg er de lamsbout bij en laat hem rondom goudbruin braden. 3. Kruid het vlees met peper en zout. Leg het samen met de sjalot en de tijm in een braadslee. Zet het ongeveer 1 uur in een op 180°C voorverwarmde oven. 4. Schil de aardappelen, snij ze in partjes. Kook ze gaar in gezouten water. Blancheer de boontjes beetgaar in gezouten water. Bak ze samen met de aardappelen in de rest van de boter. 5. Snij de lamsbout in plakken. Serveer vlees en groenten op voorverwarmde borden.
Maak een marinade met 2 cm verse, geraspte gemberwortel, 1 gepeld en geplet knoflookteentje, 1 eetlepel gehakte gladde peterselie, 1 eetlepel zacht paprikapoeder, 1/2 eetlepel komijnzaadjes, 2 blaadjes laurier en enkele lichtjes geplette peperbolletjes, 5 dl droge witte wijn en 1/2 dl olijfolie extra vierge. Leg er 8 drumsticks (of kleine kippenbouten) in. Zet afgedekt en koel weg. Dep de bouten droog en bak ze kort aan in een pan met antiaanbaklaag. Kruid ze eventueel met een beetje zout. Schik ze in een ovenschaal en lepel er wat van de gezeefde marinade bij. Zet ongeveer 30 minuten in de oven op 200° C. Lepel er tussendoor af en toe wat marinade over.
Fruit 280 g rijst glazig in boter of olie. Schenk er 300 ml groentebouillon bij. Laat zacht koken tot bijna alle vloeistof verdampt is. Doe er 6 fijngesneden lente-uitjes en nog eens 300 ml groentebouillon bij. Laat verder garen tot de rijst gaar en kleverig is. Laat afkoelen (het liefst een nacht, in de koelkast). Vermeng met 3 eetlepels pesto en 1 losgeklopt ei. Maak een vijftiental balletjes van het rijstmengsel. Druk in elk balletje een blokje mozzarella. Laat 20 minuten rusten in de koelkast. Frituur de rijstballetjes goudbruin in een hete frituurpan 175° C. Lekker warm of koud, met groene salade.
Tip: Met vochtige handen kunt u zonder veel geknoei mooie rijstballetjes maken.
1 kg witte broodbloem- 500 g roggemeel- 50 g verse gist- 250 g krenten- 250 g grof gemalen walnoten- 2 theelepels zout- 1/2 l lauw water en 6 dl lauw water- vetstof voor de bakvormen
1. Vermeng de witte bloem en het roggemeel in een kom. Maak in het midden een kuiltje. Los de gist op in 1/2 l lauw water en schenk 'm in het bloemkuiltje. Bedek het papje met een beetje bloem. Laat 5 minuten staan. 2. Los het zout op in 6 dl lauw water. Schenk in een straaltje bij het bloemmengsel. Kneed intussen tot een stevig, elastisch deeg. Laat het afgedekt 30 minuten rijzen op kamertemperatuur. 3. Verdeel het deeg in twee porties. Kneed door één ervan de noten, door de tweede de krenten. Leg het ene brood in een beboterde ronde vorm van 24 cm diameter. het andere in een langwerpige vorm van 30 cm lengte. 4. Laat de broden 2 uur rijzen op kamertemperatuur. Bak ze vervolgens 1 uur in een op 180°C voorverwarmde oven. Laat ze afkoelen op een rooster.