Maak een marinade met 2 cm verse, geraspte gemberwortel, 1 gepeld en geplet knoflookteentje, 1 eetlepel gehakte gladde peterselie, 1 eetlepel zacht paprikapoeder, 1/2 eetlepel komijnzaadjes, 2 blaadjes laurier en enkele lichtjes geplette peperbolletjes, 5 dl droge witte wijn en 1/2 dl olijfolie extra vierge. Leg er 8 drumsticks (of kleine kippenbouten) in. Zet afgedekt en koel weg. Dep de bouten droog en bak ze kort aan in een pan met antiaanbaklaag. Kruid ze eventueel met een beetje zout. Schik ze in een ovenschaal en lepel er wat van de gezeefde marinade bij. Zet ongeveer 30 minuten in de oven op 200° C. Lepel er tussendoor af en toe wat marinade over.
Fruit 280 g rijst glazig in boter of olie. Schenk er 300 ml groentebouillon bij. Laat zacht koken tot bijna alle vloeistof verdampt is. Doe er 6 fijngesneden lente-uitjes en nog eens 300 ml groentebouillon bij. Laat verder garen tot de rijst gaar en kleverig is. Laat afkoelen (het liefst een nacht, in de koelkast). Vermeng met 3 eetlepels pesto en 1 losgeklopt ei. Maak een vijftiental balletjes van het rijstmengsel. Druk in elk balletje een blokje mozzarella. Laat 20 minuten rusten in de koelkast. Frituur de rijstballetjes goudbruin in een hete frituurpan 175° C. Lekker warm of koud, met groene salade.
Tip: Met vochtige handen kunt u zonder veel geknoei mooie rijstballetjes maken.
1 kg witte broodbloem- 500 g roggemeel- 50 g verse gist- 250 g krenten- 250 g grof gemalen walnoten- 2 theelepels zout- 1/2 l lauw water en 6 dl lauw water- vetstof voor de bakvormen
1. Vermeng de witte bloem en het roggemeel in een kom. Maak in het midden een kuiltje. Los de gist op in 1/2 l lauw water en schenk 'm in het bloemkuiltje. Bedek het papje met een beetje bloem. Laat 5 minuten staan. 2. Los het zout op in 6 dl lauw water. Schenk in een straaltje bij het bloemmengsel. Kneed intussen tot een stevig, elastisch deeg. Laat het afgedekt 30 minuten rijzen op kamertemperatuur. 3. Verdeel het deeg in twee porties. Kneed door één ervan de noten, door de tweede de krenten. Leg het ene brood in een beboterde ronde vorm van 24 cm diameter. het andere in een langwerpige vorm van 30 cm lengte. 4. Laat de broden 2 uur rijzen op kamertemperatuur. Bak ze vervolgens 1 uur in een op 180°C voorverwarmde oven. Laat ze afkoelen op een rooster.
Meng in de keukenrobot 50 g zachte boter met 1 theelepel (onbehandelde) sinaasappelschil, 1 gepeld knoflookteentje en 1/2 chilipepertje (zonder zaadjes) tot een dikke pasta. Snij 4 dikke kipfilets in (net niet helemaal doormidden) en schep in elk ervan een lepeltje gekruide boter. Druk goed aan, bestuif de kipfilets lichtjes met bloem en breng ze op smaak met peper en zout. Wentel ze door losgeklopt ei en dan door paneermeel. Bak ze gaar en goudbruin in een heel klein beetje olie, liefst in een pan met antiaanbaklaag. Serveer met een groene groente (sla, boontjes, broccoli) en gestoomde of gekookte aardappelen.
40 g vloeiende bloem- 250 ml volle melk- 250 ml room- 1 blikje gecondenseerde melk- 1 theelepel bakpoeder- 3 eieren, gesplitst- 50 g bruine suiker- 1/2 theelepel kaneelpoeder- zout- vetstof voor de ovenschotel
1. Verwarm de oven voor op 200° C. Vet een ovenschotel in. Vermeng de suiker met het kaneelpoeder. 2. Roer de bloem los in een paar eetlepels koude melk. Breng de rest van de melk aan de kook met de room en een snuifje zout. Voeg er, van het vuur af, het bloempapje aan toe. Roer goed glad. Voeg dan de gecondenseerde melk en de eierdooiers toe. Roer weer goed glad. 3. Klop de eiwitten stijf. Spatel de eiwitsneeuw luchtig door de massa. Schep dit in de ingevette vorm. 4. Strooi er de kaneelsuiker op. Zet 20 tot 30 minuten in het midden van de oven. Lekker met Engelse crème.
Tuinbonen zijn er nu vers, maar in de diepvries zijn er ook. U kunt ze ook door sperzieboontjes of dikke wit te bonen vervangen
Voor 4 personen:
Laat 50 cl kalfsfond inkoken met een kruidentuiltje (tijm, laurier peterseliestengels) en 1 takje verse salie, tot er nog zowat 2/3 overblijft. Zeef de saus. Werk ze op met 40 g ijskoude botervlokjes. Kruid de saus naar smaak bij met peper en zout en hou ze warm op een zacht vuur. Blancheer 500 g tuinbonen 2 tot 3 minuten in gezouten water. Bestuif 4 kalfslapjes (van zo'n 100 g) lichtjes met gekruide bloem. Bak ze een paar minuten aan elke kant in hete boter of olie. Giet de bonen af en lepel er de saus over. Leg er de vleeslapjes bij en dien op. Zo gaat het met verse tuinbonen: dop ze eerst, om ze vervolgens 1 minuut te blancheren in kokend water. Nadat je ze hebt laten schrikken in koud water, haal je het fijne vliesje rond elke boon weg, want dat smaakt bitter.
Voor de dipsaus: 2 dl pikant-zoete chilisaus- sap van 1/2 limoen- 1 theelepel sojasaus
1 Spoel en droog de courgettes. Trek ze met een dunschiller (of de mandoline) in de lengte in repen. Rooster ze kort aan beide kanten, in een lichtjes met olie bestreken grillpan. 2. Schraap de wortels. Haal de boontjes af. Snij de asperges en de prei in staafjes van zo'n 6 cm lang. 3. Blancheer de groenten elk apart beetgaar in gezouten water. Laat ze schrikken in koud water en uitlekken. Maak bundeltjes van de verschillende groenten en rol ze in een reepje courgette. 4. Vermeng de chilisaus met het limoensap en de sojasaus. Geef deze dipsaus er apart bij.
1 kg jonge worteltjes 600 g varkensfilet 100 g zachte boter 2 eetlepels olijfolie 4 sneetjes toastbrood 30 g gemalen parmezaan 1/2 bosje bladpeterselie, tijm en marjolein peper en zout
1. Schraap de worteltjes. Laat ze heel en laat er eventueel zelfs een beetje groen aan. Stoom ze 20 minuten, of tot ze net beetgaar zijn, en kruid ze met peperen zout. 2. Snij de varkensfilet in plakken van 2 cm. Snij elke plak horizontaal in, maar net niet helemaal doormidden. 3. Vermeng de zachte boter met de helft van de gehakte tuinkruiden, een snuifje peper en zout en stop in elk plakje vlees een theelepeltje van deze kruidenboter. 4. Kruid de vleeslapjes aan de buitenkant met peper en zout en bak ze aan elke kant 3 minuten in olijfolie. 5. Schik de worteltjes en de plakjes vlees in een ovenschaal. 6. Verkruimel het toastbrood en vermeng het met de rest van de gehakte tuinkruiden, de rest van de tuinkruidenboter en de gemalen parmezaan. 7. Strooi het kruimeltjesmengsel op de worteltjes. 8. Zet de schaal ongeveer 10 minuten in de oven op 220° C.
TIP! Jonge worteltjes hoeft u niet te schillen. Boen ze gewoon goed schoon met een borsteltje, of schraap ze licht met een mesje.
Verwarm de oven voor op 220° C. Vermeng 60 g gehakte noten (naar keuze) met 4 eetlepels verkruimelde cornflakes. Roer 2 eetlepels vloeibare honing en 1 eetlepel sojasaus door elkaar. Kruid 4 kipfilets of kippenbouten met peper en zout. Bestrijk ze met het honingsausje en draai ze dan in het notenmengsel. Leg ze op aluminiumfolie op de bakplaat en zet ze een twintigtal minuten (iets langer voor bouten) in de oven op 220° C. Dek eventueel af met aluminiumfolie als de noten te snel verkleuren. Serveer met een fris lenteslaatje en gestoomde aardappeltjes.
Voor de flensjes: 200 g zelfrijzende bloem- 4 dl melk- 1 pakje vanillesuiker- 2 eieren- snuifje zout.
Voor de kaneelsuiker: 250 g fijne suiker- 1 theelepel kaneelpoeder
1. Vermeng de gezeefde bloem met de vanillesuiker. Klop de eieren los met de melk en het zout. Schenk ze bij het bloemsuikermengsel. Roer tot een glad beslag. 2. Bak in een pan in boter of olie flinterdunne pannenkoekjes. 3. Vermeng de fijne suiker met het kaneelpoeder. Strooi kaneelsuiker op de warme flensjes. Rol ze op en en serveer ze meteen.
12 vierkantjes bladerdeeg- 2 eierdooiers- 6 plakjes verse geitenkaas van 1,5 cm dik- 6 theelepels vloeibare honing- 2 peren (Conférence)- 11 water- sap van 1/2 citroen- 4 eetlepels fijne suiker- kaneelpoeder- 50 g geroosterde pijnboompitten
1. Steek rondjes van 10 cm uit het deeg. Maak met de rest ervan bloemblaadjes. Leg de plakjes twee per twee op elkaar en leg er de bloemblaadjes bovenop. 2. Bestrijk de rondjes met losgeklopt ei en bak ze 12 tot 15 minuten op 220° C. 3. Schil de peren, snij ze in plakjes. Laat ze +/-10 minuten sudderen in het water met de suiker, het citroensap en een mespunt kaneelpoeder. 4. Lepel de honing op de kaas. Zet kort onder de hete grill. 5. Snij de bladerdeegjes open. Leg er kaas tussen en partjes peer. Bestrooi met pijnboompitten. Zet er het deksel weer op. Serveer liefst terwijl de kaas nog warm is.
1. Spoel de mandarijntjes met heet water. Schil ze en verdeel ze in partjes. Verwijder zorgvuldig alle witte velletjes van het vruchtvlees. 2. Snipper de gepelde ui fijn. Braad het vlees rondom aan in hete olie. Kruid met peper en zout. Doe er de uisnippers en de suiker bij. Schep goed om. Voeg er de bouillon, de sojasaus, de mandarijnschilletjes en de specerijen aan toe. Dek af en laat anderhalf uur stoven op een zacht vuur. 3. Hou het vlees warm onder aluminiumfolie. Zeef de saus. Laat ze tot de helft inkoken. Doe er de mandarijntjes bij. Laat nog even goed warm worden. 4. Snij het vlees in plakken. Lepel er de saus bij. Serveer met glasnoedels.
Boen 800 g vastkokende aardappelen goed schoon, snij ze in fijne plakjes en stoom ze tot ze beetgaar zijn. Fruit 1 grote fijngesneden ui glazig in boter of olie. Schep er een mespuntje suiker door. Blus met 1 wijnglas droge witte wijn. Laat op een hevig vuur bijna volledig verdampen. Zet even aan de kant en laat in dezelfde pan 200 g spekblokjes knapperig bakken. Doe er de uien weer bij. Voeg er de aardappelen en 1 wijnglas bouillon aan toe. Kruid met laurier, peper en zout. Laat 10 minuten zachtjes doorwarmen. Werk af met gehakte peterselie en bieslook of lente-ui.
Voor de fruitkoek gebruik ik het liefst vers fruit, dus varieer ik naargelang van het seizoen
Voor 4 personen:
Maak een beslagje van 10 ferme eetlepels zelfrijzende bloem, 8 eetlepels fijne suiker, 6 eetlepels olie, 6 eetlepels melk en 1 pakje vanillesuiker. Schenk het in een bakvorm. Snij 400 g geschilde peren in fijne partjes en schik ze op het beslag. Bak ongeveer 30 minuten in de op 175°C voorverwarmde oven. Laat 80 g boter smelten met 3 eetlepels fijne suiker en 1 pakje vanillesuiker. Vermeng met 1 losgeklopt ei en breng op smaak met een mespunt kaneel. Schenk het mengseltje op de warme, gebakken koek en zet nog een paar minuten onder de hete grill. Serveer lauw of koud, in de bakvorm.
Een klassieker en ook bekend als 'boules de Berlin'.
Voor 12 stuks: 1 dl lauwe melk- 1 blokje (42 g) verse gist- 500 g bloem- 2 eieren- 3 eierdooiers- 60 g fijne suiker- 60 g zachte boter- geraspte schil van een 1/2 onbehandelde sinaasappel- merg van 1 vanillestokje- 1 eetlepel rum- zout
Verder: frituurvet of frituurolie (1,51)- 400 g aardbeienconfituur- bloemsuiker om af te werken
1. Los de verkruimelde gist op in de lauwe melk. Meng met 150 g bloem. Dek af en laat 20 minuten rijzen. Klop de eieren en de eierdooiers los met de suiker. Doe dit en de rest van de bloem bij het voordeegje. Bewerk met de keukenrobot of de mixer. Voeg er de overige ingrediënten aan toe en kneed tot een homogeen deeg. Laat 15 minuten rijzen. 2. Kneed het deeg nog eens goed door en rol het dan 2 cm dik uit. Snij er plakjes uit van ongeveer 7 cm diameter. Bestuif de deegplakjes lichtjes met bloem. Laat ze anderhalf uur rijzen onder een keukenhanddoek tot ze in volume verdubbeld zijn. 3. Bak de deegplakjes in porties in heet frituurvet, twee minuten aan elke kant. Laat ze uitlekken en afkoelen op keukenpapier. Druk de aardbeienconfituur door een fijne zeef en vul er, met behulp van een spuitzak, de bollen mee. Bestuif met bloemsuiker.
3 gekookte kreeften van +/- 700 g- 2 plakken bladerdeeg- 600 gaardappelen- 3 uien- 200 g slagroom- 1 ei- 10 g boter- 1 bosje peterselie- peper en zout
1. Verwarm de oven op 210°C. Schil de aardappelen, snij ze in plakjes, kook ze 10 min. Snipper de uien, hak de peterselie. 2. Leg een plak deeg in een beboterde ronde vorm. Schik er de aardappelen in. Kruid met peper en zout. Strooi er de ui en peterselie bij. Dek af met de tweede deegplak. Las de randen en doreer het deksel met ei, losgeklopt met 1 eetlepel koud water. 3. Maak in het midden van het deksel een gaatje. Zet er een buisje van aluminiumfolie in (om de damp te laten ontsnappen). Bak 45minuten in het midden van de oven. Laat de taart 15 minuten afkoelen en ontvorm ze meteen op een serveerschaal. 4. Haal het kreeftenvlees uit het pantser en de poten. Snij het in stukken. Verwarm het eventjes in de room. Snij voorzichtig het taartdeksel los. Schep de kreeft en de room vervolgens in de taart. Zet het deksel er weer op en serveer meteen.
Prima voor vegetariërs. Zonder problemen in kleine porties te maken (dus ook een warm ideetje voor wie alleen aan tafel gaat).
Voor 1 portie: Fruit 1 fijngesnipperde ui glazig in boter of olijfolie. Doe er 200 g (diepvries) sperzieboontjes en 1 dl groentebouillon (water + blokje) bij. Kruid met 1/2 theelepel gedroogd bonenkruid en peper uit de molen. Laat 10 minuten sudderen. Kook intussen een portie pasta beetgaar in gezouten water. Giet af en vermeng met de boontjes. Bestrooi met gemalen kaas en..... eet smakelijk!
8 kleine tongfilets (ong. 250 g in het totaal)- 700 g groene asperges- 1 e- 20 g gemalen parmezaan- 20 g maïszetmeel- 4 eetlepels olijfolie extra vierge- 10 g boter- 1 eetlepel citroensap- 1 koffielepel roze peperbessen- muskaatnoot- zout
1 Maak de asperges schoon. Kook ze 5 tot 6 minuten in gezouten water. Laat ze schrikken in koud water en goed uitlekken, 2 Zet een zestal aspergepunten aan de kant. Pureer de rest van de asperges in de keukenrobot. Vermeng de aspergepuree met het ei, het maïszetmeel en de parmezaan. Breng op smaak met zout en muskaatnoot. 3 Beboter zes bakringetjes. Zet in elk ringetje 2 visfilets rechtop tegen de wand aan. Druk ze goed aan. Vul de vormpjes verder met de aspergepuree. Druk de bovenkant opnieuw goed aan met de bolle kant van een lepel. 4. Zet de vormpjes in een groot bakblik. Zet het bakblik in een warmwaterbad (tegen het kookpunt aan) 35 minuten in de oven, op 180°C. 5. Klop de olijfolie op met het citroensap. Doe er vervolgens de uitgelekte roze peperbessen en een snuifje zout bij. 6. Laat de flans wat afkoelen en ontvorm ze vervolgens rechtstreeks op de borden. Werk ze af met de apart gehouden aspergepunten en lepel er wat vinaigrette bij.
Snij een halve komkommer in mini-blokjes. Snipper een kwart rood chilipepertje en een halve rode ui fijn. Vermeng met een likje rijstwijnazijn, olijfolie en limoensap. Verdeel over hoge glaasjes en vul ze verder met grijze garnalen. Werk af met een schepje volle verse kaas, opgeklopt met een beetje limoensap, knoflookpoeder, peper uit de molen en verse gehakte koriander. Serveer licht gekoeld, maar niet ijskoud.
Om af te werken: kokoskrullen passievruchtpitjes physalisvruchtjes in chocolade
1. Kneed de cacao door het deeg. Laat 1/2 uur staan. Rol 1/2 cm dik uit. Steek er 6 rondjes uit (6 cm) en 60 ovalen (3 cm). Bak 10 minuten op 180°C. Week de gelatine in water. 2. Pureer de bananen met het citroensap. Los de gelatine op in warme kokosmelk. Vermeng met de puree. Verdeel over drie bakringetjes van 5 cm en laat opstijven. 3. Lepel de passievruchten uit. Pureer het vruchtvlees. Los de gelatine op in de warme suikersiroop. Vermeng. Verdeel over drie ringen (5 cm). Laat opstijven. 4. Pureer het vruchtvlees van de mango. Los de gelatine op in de warme siroop. Vermeng. Verdeel over drie ringen. Laat opstijven. 5. Stort de gelei op de ronde koekjes. Zet de ovale koekjes er tegenaan. Werk de bananenkoekjes af met kokos, de passievruchtenkoekjes met pitten, de mangokoekjes met physalis.