1 kapoen- 150 g boter- 5 dl gevogeltefond- 1 blikje truffelschilfers- 4 raapjes- 16 kleine aardappelen- 250 g oesterzwammen- 50 g spekblokjes- 2 eetlepels gehakte peterselie- peper en zout xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Kruid de kapoen (een jonge, gesneden haan) met peper en zout. Laat 100 g boter smelten in een braadpan. Braad het gevogelte aan. Laat minstens 2 1/2 uur op een zacht vuur braden. Giet eventueel tussendoor het vet af en voeg boter bij om aanbranden te voorkomen. Kook de aardappelen in de schil: Snij er een kapje af. Haal ze wat uit met een parisienne lepeltje. Vermeng de gepureerde pulp met een nootje boter en de gehakte peterselie. Kruid met peper en zout. Vul de aardappelen met dit mengseltje. Hou ze warm in de oven.
Kook de geschilde raapjes beetgaar. Halveer ze en haal er met een parisiennelepeltje zoveel mogelijk pulp uit. Wrijf de oesterzwammen droog schoon. Laat in een hete koekenpan de spekblokjes goed uitbakken. Giet overtollig spekvet weg. Bak in dezelfde pan, in een nootje boter, de oesterzwammen kort op een hevig vuur, Kruid ze met peper. Vermeng ze met de spekjes en vul er de raapjes mee. Hou ze warm in de oven. Neem de kapoen uit de braadpan. Giet het braadvet weg. Blus de pan met de gevogeltefond en laat tot ongeveer de helft inkoken. Doe er het truffelsap bij. Laat nog even doorkoken. Zeef de saus, voeg er de truffelschilfers aan toe. Kruid naar smaak bij. Leg de kapoen op een grote, voorverwarmde serveerschotel. Zet er de gevulde groenten bij. Serveer de saus in een kom.
|